Energized: Interview with Lieke, Thalita, Kim

advertisement
PEOPLE YOUNG MANAGEMENT
Energized
Ze zijn jong en daadkrachtig.
Lieke Pijpers (1984)
Ze zijn energized.
Werkt voor: Stichting Professional Passionates. Dat is een uit het
Amsterdamse designbureau Reggs voortgekomen organisatie die
de krachten van duurzame voorlopers in het Nederlandse
bedrijfsleven bundelt. De stichting organiseert een elektrische rally
en heeft onder andere Peter Bakker (TNT),Tex Gunning (AkzoNobel),
Rutger Hauer en Peter Hartman (KLM) gestrikt als ambassadeurs.
Haar motivatie:“Ik wil graag bijdragen aan een betere wereld met
slimme, innovatieve concepten. In dat laatste heb ik mij tijdens mijn
studie Industrieel Ontwerpen in Delft gespecialiseerd. Deze kennis
heb ik aanvankelijk ingezet in ontwikkelingsmarkten. Zo werkte ik
bijvoorbeeld aan een concept voor schoolmelk in Vietnam. Later heb
ik vergelijkbare projecten gedaan voor ProPortion Foundation.
Tijdens projecten met bedrijven stuitte ik voortdurend op medewerkers die een grote passie voor duurzaamheid hebben. Zoals
een medewerker van een bekend sportmerk die het idee had om
gebruikte sportschoenen in te zamelen en van de zolen tennisbanen
te maken. Het verschil tussen zulke medewerkers en de mensen die
liever niet veranderen, is groot. Die eerste groep staat soms alleen en
kan steun van gelijkgestemden uit andere bedrijven gebruiken.
Daarom hebben we Professional Passionates opgericht. Dat is een
koepel om deze mensen samen te brengen.”
Hoe steekt zij andere mensen aan?“Ik geloof dat duurzaamheid niet
alleen een kwestie is van de strategie van een CEO en bijbehorende
targets.Volgens mij moet de ‘revolutie’uit alle lagen van een bedrijf
komen. Onze stichting brengt professional passionates met elkaar in
contact, zodat ze ervaringen kunnen delen, zoals tijdens een rally
met elektrische auto’s die wij op 5 juni 2011 organiseren.Wij vragen
de passionates hun bazen te overtuigen om samen met hen deze
rally te rijden.Verder reikt de stichting haar leden motivatietools aan
waarmee ze in hun organisatie iets kunnen veranderen. Dat kan een
samen met andere passionates opgestelde presentatie zijn. Of je
kunt denken aan een green team dat het bedrijf tijdens een
guerrilla-actie bezoekt.”
[email protected]
www.professionalpassionates.org
Duurzaamheid? Daar krijgen
ze energie van. Met
confronterende acties en
opvallende communicatie
motiveren zij hun collega’s
om mee te gaan. Met hun
jeugdig enthousiasme zijn ze
een katalysator voor
verandering in hun bedrijf.
15
P+ MAART + APRIL 2011
P+ MAART + APRIL 2011
14
+ Tekst Joost Bijlsma + Fotografie Chris de Bode
P
rojectontwikkelaar Onno Dwars (1980) van VolkerWessels
Vastgoed schreef inspirerende columns aan zijn directie.
Die gingen bijvoorbeeld over duurzame hypotheken en kopershandleidingen voor het gebruik van huizen. Doel: zijn collega’s
winnen voor duurzaamheid. Om dezelfde reden hing Karin
Rikkers (1971) van energienetwerkbedrijf Alliander ‘mensvriendelijke’ jassen aan de deuren van de beslissers in haar
organisatie. En richtte Simon Mulder (1981) van technisch
dienstverlener Cofely een jongerencel op, waarin de duurzaamheidsfanaten in het bedrijf de krachten bundelden.
Met dit type acties steken de drie jonge managers hun hoofden
boven het maaiveld. Ze willen daarmee bereiken dat hun
bedrijven duurzame kansen grijpen. Zowel Mulder, als Dwars
en Rikkers zijn als het ware activisten die van binnenuit werken. Ze slagen erin om verduurzaming aan te jagen. Dit danken
ze aan hun oorspronkelijke aanpak. Maar vooral omdat ze
het initiatief nemen en met tomeloze energie voor het onderwerp gaan.
Mulder van Cofely vertelt hoe het allemaal begon: “Onze CEO
heeft goede intenties. Maar wij, jonge managers, wilden niet
wachten tot er eindelijk duurzaam beleid zou zijn. Daarom
hebben we uit eigen initiatief de jongerenclub STOER (Statement Of Environmental Responsibility) opgericht. We wilden
af van het geitenwollensokkenimago en de regelzucht rond
duurzaamheid. We kwamen daarom met concrete actieplannen
voor verduurzaming en mogelijke business cases. Zo hebben we
er aan bijgedragen dat A-, B- en C-labeling voor het wagenpark
is ingevoerd. Verder maakten we een brochure over de duurzame prestaties van ons hoofdkantoor. Daar staat onomwonden
in wat we al hebben gedaan, maar ook wat er nog moet gebeuren.” STOER groeide in de loop van de tijd uit tot een soort
duurzame guerrillagroep zonder budget en verantwoordelijkheden, maar mét een eigen webportal. De raad van bestuur van
Cofely heeft de club omarmd. “Dat we STOER uit enthousiasme
>
P+ MAART + APRIL 2011
16
en in onze vrije tijd op poten hadden gezet, sprak zeer aan.” vertelt Mulder.
Ook projectontwikkelaar Dwars van VolkerWessels Vastgoed is
zo’n jonge manager met een aanstekelijke drang om zijn collega’s van het duurzame te overtuigen. Net als Mulder besteedde
hij er aanvankelijk menig vrij uurtje thuis aan. “Ik was kritisch
over mijn eerste duurzame project. Toen een manager mij uitdaagde om iets te bedenken dat wél werkte, ging ik aan de slag.
Daaruit kwam het ClimateReady-Concept voort. Dat zijn in de
basis al energiezuinige nieuwbouwwoningen waarbij kopers de
mogelijkheid krijgen om verder te investeren in energiebesparende voorzieningen. Dit is aangeslagen omdat mensen zelf
mogen kiezen, net als bij de opties van een nieuwe auto. Als je
klanten zelf aan het roer zet, kiezen ze eerder voor duurzaamheid dan wanneer ze enkel een keuze hebben om een compleet
groen pakket af te nemen.”
Rikkers is, net als Mulder en Dwars, evenmin van het afwachtende soort. Ook bij Alliander, een organisatie die duidelijk
ambities heeft in duurzaamheid, moet je volgens deze strategieadviseur zeer initiatiefrijk zijn. Toen het management ICT
groen wilde inkopen, nodigde ze aanbieders en milieuorganisaties uit om uit te leggen wanneer een product of dienst maatschappelijk verantwoord is. En toen een besluit moest worden
genomen over de inkoop van veiligheidskleding, bestelde ze
drie bijzondere jassen en hing die, samen met de directeur
inkoop, aan de deuren van de voorzitter van de raad van
bestuur, de communicatiedirecteur en de directeur veiligheid.
“Ik had daaraan een mooi designkaartje bevestigd, met daarop
een tekst dat de jassen mens- en milieuvriendelijk waren
gemaakt. Met de prikkelende vraag: is het nu niet mooi als dat
straks aan de jassen van onze 2500 monteurs zit? Zo kregen mijn
collega’s een extra duw in de rug om te kiezen voor duurzaam.”
Gevolg van de actie was dat Alliander de duurzame variant
aanschafte.
Het voortvarende optreden van de drie managers krijgt niet
per definitie de handen op elkaar. Vooral het middenkader kan
defensief reageren. Zo kwam er kritiek op de speldjes van de
duurzame jongerenclub van Mulder: “Ons STOER-logo paste
volgens critici niet in de huisstijl van Cofely.” Sommige collega’s
voelden zich onbehaaglijk bij het idee dat binnen het bedrijf
een cel ontstond die buiten de bestaande kanalen opereert. Een
club, bovendien, die - niet gehinderd door bestaande bureaucratie - dingen sneller realiseert. Mulder: “Wie het proces wil
versnellen, moet niet altijd alleen binnen de lijntjes kleuren.”
Dwars heeft dezelfde ervaring: “Je kunt beter achteraf je excuus
aanbieden dan vooraf om toestemming vragen. Zo heb ik, zon-
Werkt voor: The New Motion, een bedrijf dat diensten levert voor
elektrisch rijden, van financiering en oplaadpunten tot pechhulp.
Haar motivatie:“Zeker sinds mijn studie in het wonderschone
Schotland heb ik een passie voor de natuur. Daar wilde ik iets mee.
Ik ben internationaal georiënteerd en dacht daarom eerst aan een
loopbaan in Brussel. Maar ik besefte al snel dat ik daar niet genoeg
kon veranderen, zeker als jonge professional. Daarom besloot ik me
te richten op groene start-ups. Op mijn visitekaartje zie je een
tekening van grachtenpanden. Dit herinnert aan mijn‘suddenly it
all make sense’-moment, nu vijf jaar geleden.Toen trok ik vanuit
Schotland naar Amsterdam om te gaan werken voor green start-ups
zoals Formula Zero, een bedrijf in brandstofcellen, en Green Graffiti,
dat duurzame buitenreclame maakt.Tegenwoordig werk ik bij The
New Motion.Wat we doen, is erg inspirerend.We werken barrières
weg die nu nog in de weg staan van elektrisch vervoer voor de
massa. Elektrisch rijden kan een grote bijdrage leveren aan een
duurzamere wereld. Het is prachtig om aan zo’n revolutionaire
ontwikkeling mee te werken in actieve zin.”
Hoe steekt zij andere mensen aan?“Ik infecteer mensen met mijn
virus. Enthousiasme werkt veel aanstekelijker dan met een vingertje
wijzen: dit mag niet of dat mag niet. Zoals Greenpeace dat wel eens
te veel doet. Ik werk graag met mensen die ergens aan bouwen
vanuit een passie, of dit nu een passie is voor de natuur, innovatie
of techniek. Dat maakt eigenlijk niet eens zoveel uit.”
[email protected]
www.thenewmotion.com
der overleg vooraf, een onderzoek naar kopersvoorkeuren op
het gebied van duurzaamheid laten doen, waarvan de directie
eerst dacht dat dit verspilde tijd was. Maar nu wordt het in
allerlei presentaties gebruikt.”
Ook Rikkers laat zich niet zo snel van de wijs brengen door
kritische geluiden uit haar omgeving. Zij kreeg met scepsis te
maken tijdens haar project ‘Maatschappij op de stoep’, een
startpunt voor maatschappelijk verantwoord ondernemen bij
Alliander. “Wij hebben acht levensgrote kisten laten maken die
we op de stoep van vestigingen lieten zetten. De kisten confronteerden collega’s en andere passanten met acht maatschappelijke implicaties van de bedrijfsvoering. Zoals een vrijwel ontoegankelijke kist met een trapje, met als boodschap: houd gebouwen toegankelijk voor invalide medewerkers. En een ‘klimaatkist’ met daarin alle elektrische apparaten die mensen thuis
hebben. Die kisten riepen bij sommige medewerkers irritatie
op. Maar niemand – ook klanten – kon er meer omheen dat wij
dit thema serieus nemen.”
Wie echt wat wil bereiken, komt er niet alleen met sterke
staaltjes activisme. Het kost ook bloed, zweet en tranen. De
manager die intern het meeste missiewerk heeft moeten
verrichten, is Dwars: “Toen we met ClimateReady begonnen,
dachten we dat we vooral onze klanten, huizenkopers, om
moesten krijgen. Maar de zwaarste opgave bestond uit het veranderen van de mentaliteit intern.” Collega’s zagen het nieuwe
concept aanvankelijk als een bedreiging, omdat dingen anders
moesten. “Toch wilden we ze koste wat kost mee krijgen, want
>
17
“Ik infecteer mensen
met mijn virus”
P+ MAART + APRIL 2011
Energized
Kim Taylor (1982)
P+ MAART + APRIL 2011
18
Thalita van Ogterop (1984)
Werkt voor: The Circle Economy. Een platform voor individuen,
bedrijven en organisaties die werken aan een verandering van een
lineaire naar een circulaire economie. Het streven: een turnaround
van het economisch denken, waarbij de winst niet alleen wordt
gemeten in geld maar ook in sociale en ecologische waarde.
Haar motivatie:“Onze generatie heeft heel veel te kiezen en we
doen dat steeds bewuster. Bij onze loopbaankeuze bijvoorbeeld,
kijken we verder dan alleen de verdiensten. Dat is verstandig.Want
wie werkt aan een betere wereld, krijgt meer energie en zin in het
werk. Dan ben je namelijk met meer bezig dan alleen in je
onderhoud te voorzien. Bij onze organisatie Circle Economy, onlangs
opgericht samen met Robert-Jan van Ogtrop, Herman Wijffels en
Ebel Kamerling (Spring Associates), kan ik me volledig ontplooien.”
Hoe steekt zij andere mensen aan?“Met The Circle Economy hebben
we internationale ambities.We gaan organisaties helpen bij een
werkelijke systeemverandering. Daarbij laten we ons inspireren door
vergelijkbare initiatieven zoals The Blue Economy (Gunter Pauli),
Biomimicry, Cradle to Cradle en The Natural Step.The Circle helpt
individuen, bedrijven en organisaties via zogeheten change agents
bij het veranderingsproces.We richten ons daarbij op drie pilaren:
educatie, het begeleiden van het transformatieproces en
kapitaalstromen.We gaan samenwerken met consultants, bekende
universiteiten, investeerders, lobbyisten en mediapartners. Een doel
is om de succesvolle ‘circulaire’bedrijven te laten groeien en onder
de aandacht te brengen bij het publiek, zodat bepaalde
investeerders alleen nog maar in deze bedrijven willen investeren.
We zijn een organisatie van verschillende generaties: ervaren
senioren en jonge honden. De ervaren krachten heb je nodig
vanwege hun kennis en netwerk. Maar zonder jongeren kan het
zeker niet.Wij durven beter te delen, zijn opener en nog puur. Maar
het belangrijkste is dat jongeren creatief zijn, buiten de gebaande
paden denken. Dat is onontbeerlijk als je bedrijven fundamenteel
wilt veranderen. Die creativiteit zie je ook bij de jongeren van The
Circle: wij bedenken allerlei businessplannen, zoals een marktplaats
voor afval.”
[email protected]
www.circle-economy.com
het zijn je collega’s die de energie-efficiënte woningen aan de
man moeten brengen. Als zíj er al niet in geloven, vergeet het
dan maar.”
Om de mentaliteit te draaien, ging Dwars langs alle vestigingen
waar hij het concept presenteerde. Ook organiseerde hij initiatieven zoals een energiebespaarwedstrijd en een bijeenkomst
waarbij diverse medewerkers ‘gelabeld’ werden op duurzaamheid. Dwars gelooft dat het bij verduurzaming van de organisatie draait om communicatie. “In elke organisatie lopen Willy
Wortels rond met geweldige ideeën waar weinig mee gebeurt.
Alleen als hun boodschap goed wordt verpakt, heeft deze kans
van slagen. Duurzaamheid is bij ons pas een issue geworden
nadat we het uit de sfeer van techniek en regelgeving hebben
gehaald en naar marketing en communicatie hebben
gebracht.”
Dat de drie managers de ruimte krijgen, danken ze niet alleen
Energized
19
aan opvallende acties. Wat ook meespeelt, is hun intrinsieke
motivatie. Zo mobiliseert Dwars zijn buurt voor energiebesparende ingrepen aan huizen en is hij mede-initiatiefnemer van
EnergieMobiel (www.energiemobiel.nl), een educatieve bus
over duurzame energie. “Collega’s zien dat mijn gedrevenheid
echt is en niet ophoudt als ik thuis ben.”
Verder is het voor de acceptatie belangrijk dat de duurzame aanjagers relatief jong zijn, denkt Mulder: “Wij vinden gemakkelijk
onze weg in de rijstebrijberg aan informatie over duurzaamheid.
En we smeden snel ongebruikelijke coalities met moderne
digitale middelen, zoals Yammer (een soort twitter voor intern
gebruik, red.).” Maar het allergrootste voordeel van de jeugdigheid is volgens Mulder dat het management zijn eigen positie
niet in gevaar ziet komen. “Wij zitten nog niet vast in systemen,
of op zulke hoge posities dat we een bedreiging vormen. Je bent
de jonge hond die de organisatie op stelten zet.”
Dwars: “We kunnen gemakkelijker om de gebruikelijke kanalen heen, waardoor we veel bureaucratie omzeilen.”
Rikkers: “Alles draait om slim beïnvloeden, de juiste mensen
voor jouw doel winnen. Als iemand niet warmloopt voor duurzaamheid, dan misschien wel voor innovatie, status of een
bonus. Daarvoor heb je mensenkennis nodig.”
Hoelang Mulder de jonge hond in zijn organisatie blijft, is nog
de vraag. Het succes van STOER leidde ertoe dat iedereen die
iets met duurzaamheid wil bij Cofely met hem ging bellen. Hij
is nu lid van de Stuurgroep Duurzaamheid in zijn organisatie.
Dwars vraagt zich af of Mulder hierdoor aan slagkracht inboet.
Zodra maatschappelijk verantwoord ondernemen staand
beleid wordt, loop je volgens hem het risico dat het enthousiasme wegebt. “Dan institutionaliseert het en krijg je ellenlange
vergaderingen en opgelegde toestanden.” Dwars zegt het
proces bewust van enige afstand te blijven aanjagen. “Als je
onderdeel wordt van het beleid, zul je waterige compromissen
moeten sluiten. Dan raakt de ambitie weg.”
Rikkers is niet zo somber over het gevaar van het institutionaliseren van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bij
Alliander is het apart ondergebracht in een ondersteunend
orgaan, terwijl de managers op de werkvloer duurzame targets
hebben. “Dat bevalt goed. We hebben CO2 gekapitaliseerd,
waardoor het bij ons mogelijk is om meer budget te krijgen als
een manager CO2 reduceert. Het voordeel daarvan is dat duurzaamheid op de werkvloer wordt gedragen. Wil je blijvend succes boeken, dan moeten initiatieven altijd van de medewerkers
zelf komen. Anders krijg je het not invented here-syndroom.”
Dwars: “Maar je blijft ook mensen nodig hebben die tegen de
stroom in durven te roeien om doorbraken te forceren.”
P+ MAART + APRIL 2011
“Mijn generatie
kijkt verder dan
alleen verdiensten”
Download