Het Elizabethaanse theater

advertisement
HOOFDSTUK VIER
Het Elizabethaanse theater
Italie schonk het moderne Europa met de commedia dell’ arte de eer ste volledig professionele acteurs in georganiseerde gezelschappen
en bereidde tevens door het werk van de architecten uit de Re ¬
III . 71
naissance de weg voor voor de ontwikkeling van theater binnenshuis , met een geschilderd decor en een manteau . Engeland had het
voorrecht om in de persoon van Shakespeare de eerste moderne
toneelschrijver voort te brengen die de vergelijking met de meesters van het Griekse drama kan doorstaan . Hij begon met schrijven toen het Elizabethaanse theater nog in de kinderschoenen stond ,
maar de invloeden die hem en zijn werk vormden , zijn niet al leen in zijn eigen land terug te vinden , maar ook op het vasteland
van Europa .
Terwijl het zestiende eeuwse publiek op feestdagen nog steeds
genoot van opvoeringen van bijbelse historiespelen op praalwagens
en van moraliteiten als Hickscorner met z ’ n wellustige personificatie van Vrije Wil en Verbeelding , of Nice Wanton , op het thema
‘Wie de roede spaart , haat zijn kind ’ , werd de eerste Engelse Renaissancistische komedie Ralph Roister Doister geschreven door een
schoolmeester , Nicholas Udall , voor een opvoering door zijn leer lingen . Tien jaar later , in 1562 , werd door twee juristen , Thomas
Norton en Thomas Sackville , een vertoning voorbereid van de op
Seneca gebaseerde Renaissancistische tragedie Gorboduc , te spelen
door hun collega’ s in aanwezigheid van koningin Elizabeth I . Dit
waren amateurproducties voor een geschoold publiek . Voor het grote publiek waren de interludes aantrekkelijker , komische eenakters
die een mengsel van inheemse farce met klassieke toespelingen te
zien geven . Zo zien we in John Heywoods The Play of the Weather
een aantal mensen die tot Jupiter bidden om een weertype dat voldoet aan hun wensen , maar strijdig is met de behoeften van anderen . Heywoods interludes , en die van Rastell en Redford werden
gespeeld door groepen acteurs die deel uitmaakten van de huishou ding van de rijken en de adel . Ze werden waarschijnlijk gespeeld
in een decor van huizen aan weerszijden van een straat , dat het
nodige te danken had aan het Italie van de Renaissance . Uit deze
groepen spelers kwamen uiteindelijk de eerste beroepsacteurs in
72
Engeland voort . Ze voegden populaire tragi-komedies zoals Prestons
Cambyses en de lange kroniekstukken , die de episodische methode
van de bijbelspelen gebruikten voor verhalen uit de Engelse geschiedenis , aan hun repertoire toe en speelden ze , samen met vele an dere verloren gegane stukken op platforms op binnenhoven van herbergen , die uitstekende tijdelijke theaters vormden . Maar voor het
theater zich vrijuit kon ontwikkelen had Engeland net als Italie thea¬
ter nodig met gelijkblijvende omstandigheden , waarin acteur en toneelschrijver beiden tot rust konden komen en zich thuisvoelden .
Het eerste permanente theater in Londen werd toepasselijk genoeg gebouwd door een timmerman , James Burbage , die tevens III. 74
part - time acteur was , duidelijk een man die voor het theater in de
wieg was gelegd. Van zijn twee zoons werd de jongste , Richard , de III. 73
eerste vooraanstaande Engelse acteur , de man die Hamlet , Lear ,
Othello, en Richard III tot leven bracht , terwijl de oudste , Cuthbert ,
de zakelijk leider van zijn broer was.
Het gebouw dat Burbage sr. in 1576 bouwde stond eenvoudig bekend onder de naam ‘The Theatre’ . Het was een afgeschoten houten III. 74
bouwsel dat vanwege de afkeer van de burgemeester van Londfin
jegens alles wat met theater te maken had buiten de stadsgrens
71 Een scene uit The
Interlude of the Four Cardinal
Virtues; houtsnede ca. 1547
73
gebouwd werd , in Finsbury Fields . We weten er weinig van af , even als van andere Elizabethaanse theaters die gebouwd werden toen
men zag dat de onderneming van Burbage succes had . Dat waren ,
Ills. 75, 78 ruwweg in chronologische volgorde , The Curtain , The Rose , The
Swan , The Globe , The Fortune en The Hope . Hiervan waren The
Rose , The Fortune en The Hope eigendom van Philip Henslowe ,
een handig zakenman die zijn theater verhuurde aan verschillende
gezelschappen en die ook de onkosten betaalde van de stukken , de
kostuums en de requisieten tijdens de huurperiode . Als tegenprestatie kreeg hij een groot deel van de recette . Zijn stiefdochter Joan
trouwde met de andere topacteur van die tijd , Richard Burbage’ s
III . 72 enige rivaal , Edward Alleyn , die de eigendommen en papieren van
zijn schoonvader erfde . Daaronder bevond zich diens dagboek , een
onschatbare bron van informatie over het theater van zijn tijd . Het
bevindt zich nu in het Dulwich College , dat door Alleyn gesticht
werd .
Het beroemdste Elizabethaanse theater , waarover de controverses
nog steeds oplaaien , is The Globe , in 1599 door de zoons van James
Burbage gebouwd op de zuidoever van Londen uit hout van ‘The
Theatre’ . Hier werden de meeste van Shakespeare ’ s stukken
gespeeld , en na een opvoering van zijn Henry VIII in 1612 werd het
theater door brand verwoest . Het werd het jaar daarop herbouwd
III. 78 en bleef , tot het in 1644 gesloopt werd , in gebruik .
Geen enkele van de Elizabethaanse theaters is bewaard gebleven
en alle informatie die we erover hebben is afkomstig uit een paar
aannemersbestekken , enkele verspreide beschrijvingen in brieven
en essays en uit zeer schaarse afbeeldingen , waarvan de meeste van
latere datum zijn . De enige waarvan we weten dat hij door een tijd III . 75 genoot gemaakt is , is een copie van een tekening van het Swan thea
ter , gemaakt door een Hollander , Johannes de Witt tijdens een bezoek aan Londen rond 1596 . Hij is niet erg duidelijk , maar lijkt wel
de belangrijkste kenmerken te vertonen van een Elizabethaans open baar theater zonder dak . Dat waren het verhoogde toneel , soms met
een reling erlangs, met daaromheen aan drie kanten een ruimte voor
de staande toeschouwers , met daar rondom twee of drie galerijen
voorzien van banken of stoeltjes . Dat lijkt erg op de indeling van een
binnenhof . Achter het toneel bevond zich een wand met deuren of
door gordijnen verborgen doorgangen die toegang gaven tot de
ruimte achter het toneel . Deze wand ondersteunde een galerij voor
musici of acteurs . Er bovenuit stak een torentje waarin de toneel ¬
74
R-STS- 5
*
i i-
•s
;
I
--
•' •
:
!-
f
/.
>-
. ;
1
3%
.=
W>
V
1
>
t
72 -3 De twee bekendste Elizabethaanse acteurs; ( links ) Edward Alleyn ( 1566-1626) ,
( rechts ) Richard Burbage (ca . 1567 - 1619 ) ; portretten in Dulwich College Picture
Gallery
machinerie huisde . Vanaf deze toren werd door trompetgeschal het
begin van de voorstelling aangekondigd en tijdens de voorstelling ,
die meestal in de vroege middag plaatsvond , wapperde er een vlag .
Boven het toneel bevond zich een kap die bekend stond als ‘de hemel ’ . Deze werd gedragen door zuilen en het plafond was blauw geschilderd met gouden sterren . Hoewel de toeschouwersruimte invloed van de binnenhoven verraadt , lijkt het toneel en wat daar bij
hoort meer te danken te hebben aan de architectonische achtergrond
van het Europese theater , met een duidelijk klassieke inslag. Het III . 76
doet ook een beetje denken aan de triomfbogen en gelegenheidsmo- III . 77
numenten die op bepaalde punten in de stad werden opgericht ter
gelegenheid van koninklijke bezoeken en allerlei optochten . Het enige wat herinnert aan het toneel van de bijbelse spelen zijn de platea
( het toneel dat geen locatie voorstelde doordat er geen verwisselbare
decors waren ) , de luiken in het toneel en de machinerie in de toren .
75
sT#/ 1
.
//
'
s
-
T
ci
r
:r
ris
i
i
A
/.
1
I t
iv
cW
-? - *
’
/i
.'
V
A£
J
1
M
ilfL
//,
J
i
m
4
ll
\
v?
JTTUT
<r~
•'
fh
U
*
ii .
^
« k v y n4
w t- iV
ir.v
j
^in-xu
v» j 4 fVVi nwJ
^
.int^rnvk ^rxv'.U
vh Mp^’
H
^-
*
^CjArvA
—
cwA)
*
ro Tvrft(^
7 ^'XA C<. f^
M *C/
C
J
VV*
f
*
<
••
i
</
s
a
m
I
f
.-5 -
r
,
-
giSS
7^ .
VERSAEMTL
i
;
r I
! ? :1 .
sp
i
it P
v
i
Si
.
SI
B\
•'
WKk
pa
-
53
SFTICXSTE
SrC&g
\
Hfii!
ii1
1
*
0
.
ft
..v
hwii
gra » nr
7/i
lip
1»-
*
•
HI
'
J
V' T
’
1
-
: - -7£
r
.
J
•
IV!r in wiiiL'l1 ft
1SBJ
=»
3wu umn'rai PACI %
rv*t> * rajj r«cr%*o v 1st
T RlTCl f f
n AW / I V
US C*CVTXTi‘ (Off ML NCM
(
ii
l
i
-
/
S: :
•
- -ir : '
t _5?i'
\M \
. g‘Mr:
,
‘
J
.
*.
—
C:
_,
i C C^’ tvi
(
\
u
Vi
"
£- Lenities ^ Vu CLieue^
«u*
ft
\
\
/
y
r
'/ ////
f
/
>
/
[XI
/
1iv.''
$41
ajJ
i
m' Nm
<titi
.
r.
-:
v.
mt
9
J*
A
‘Y Ss
N
|H
'!
\
nl&i
ft
A
&
;
kj
H:
IrfP"
mk
i
V*
mm ms
M
>7
^
:
/
If.-1h \ ,
nj
*•
m
N
'
'
«
!
•
i
ii
«4
|
J
a
m
«
if
ft!,
l
ii
ii
;#• :r
&
r
i>
£
3
-
W
:
II
Jt
f
HK§
Vi
2
&
t I
s
Mf
s
.
m
Sv 5
fl!
•J
ill
pis
»
1»
^\ Vl
gSPro«p
•i
c*
o
\\ \ vr
f C . h.
nT
\
SI
'
ll
LJ
:
mfi
i]
5ry?r,t
*o
<f 4r!
jby
t£
I®?K- '
74 ( links boven ) Een reconstructie van
het theater van James Burbage ,
bekend als ‘The Theatre’ , gebouwd
in 1576
K
$
y
>*
a
v
75 ( midden boven ) Een copie van de
tekening van Johannes de Witt van
het Swan Theatre rond 1596 ; de
enige uit die tijd afkomstige
afbeelding van de binnenkant van
een Elizabethaans theater
76 - 7 (links beneden en midden ) Het
p/
ontwerp van dit soort ceremoniele
s
rederijkerstonelen ( Antwerpen 1561 )
beinvloedde Britse triomfbogen ,
zoals die voor de kroning van
James I in 1603 ( midden , de boog bij
de beurs in Cornhill) , en indirect de
Londense toneelbouw die er zoveel
op leek ( verg . ill. 74 )
/
I
78 ( boven ) De buitenkant van het
tweede Globe Theatre , 1616
>.
T2
79 ( links ) Het toneel dat gebruikt
werd voor Roxana van William
Alabaster ; houtsnede uit 1632
)
Een van de kenmerken van het Elizabethaanse toneel die felle con troverses heeft doen oplaaien , is het zogenaamde binnentoneel . Men
neemt aan dat dit een achter de centrale opening uitgebouwde ruina
te was , of dat het een gedeelte van de gang was die achter de ach terwand liep . Hoe dan ook , hij kon onthuld worden door het openen van een gordijn . Maar er zijn theaterhistorici die geloven dat
zo’ n binnentoneel nooit heeft bestaan . Er is niets van te zien op de
III . 75 tekening van De Witt , die alleen twee zijdeuren laat zien . Aan de
andere kant hoeven we niet aan te nemen dat alle Elizabethaanse
theaters precies hetzelfde waren . En als het binnentoneel niet
bestond , dan moet er iets soortgelijks gebouwd zijn achterop het grote toneel voor scenes als die in ‘De Storm ’ , waar Ferdinand en Mi ¬
randa ‘onthuld ’ worden tijdens het schaakspel . Zoals we later zul III. 92 len zien , pleit het bewijsmateriaal van het Spaanse theater sterk voor
een binnentoneel , zoals misschien ook het toneel van Terentius .
In zijn beschrijving van The Swan vertelt De Witt dat er zich bin nen in een uit natuursteen gemetselde muur bevond tussen houten
zuilen die ‘zo beschilderd waren dat het precies marmer leek ’ . De
Elizabethanen waren uitstekende bouwers en hidden erg van versiering en er is geen reden om aan te nemen dat ze hun theaters min ¬
der uitbundig aankleedden dan hun overige openbare gebouwen .
De marmeren pilaren maakten wellicht onderdeel uit van een kleu renschema van goud , rood en blauw waaraan de felgekleurde
kostuums van de acteurs , de toneeldoeken , de vlaggen en de pracht
en praal van de koninklijke of militaire stoeten op het toneel allemaal hun uitbundig aandeel bijdroegen . Het grootste deel van de
kostuums bestond uit afgedankte kleding van rijke beschermheren .
Ze zuilen ongetwijfeld grote indruk op het publiek gemaakt hebben,
dat uit personen van zeer verschillende levenswandel bestond , mannen en vrouwen , jong en oud . De kostuums waren ook eigentijds
van stijl , onafhankelijk van de tijd waarin het stuk speelde, maar met
een aantal vaststaande details voor sommige personages , zoals een
kuras en een ‘rokje’ voor een Romeinse soldaat , een tulband voor
een Turk , lange gewaden voor andere oosterlingen en een kaftan
voor een jood . De enige bekende tekening van Elizabethaanse acIII . 81 teurs in kostuum , die een groep mensen uit Titus Andronicus voor stelt in 1595 , is een goed voorbeeld van hoe eigentijdse kleding en
conventionele theaterkostuums door elkaar gebruikt werden .
De gezelschappen die in de Elizabethaanse theaters optraden ,
stonden allemaal onder bescherming van een aanzienlijk persoon ,
¬
?
^
*
78
80 William Shakespeare ( 1564- 1616), het zogenaamde ‘Chandos ' portret
m
I
1
$
m
m
w
sjfcZi
- -
^
iT
jjfr
-r«$Sw is
:
m
W
M&
'
j
^ &
.
m
**
C
i&gil
RgnSF
fegfl
!•
L
-
w
fe#
:^-
s &
:-.
'
'
•
:
:.
-
•
*
;
-V
** »
yy:
i
4
.
%
1
m ji x
v
? :
vx
xxxtX '
. I \V
t
v*
4
f
M
:
v;i- /
—
* V4&
/^
J&
^
'
'
^
i
’
•
r
^4
•
‘
4W
•
•
'
t
rf
itf i
,
,
•
/
'
**
.
<
'
;0«
- d { \ h.
ft -
&
..
%
—
—
zelfs acteurs nog steeds
daar mensen die geen meester hadden
officieel te boek stonden als ‘boeven en zwervers’ . Burbage en
Shakespeare hoorden tot de ‘Lord Chaimberlain’ s Men’ , Alleyn tot
de ‘Lord Admiral’ s Men ’ . Maar de regels verschilden voor ieder gezelschap , vooral naarmate de acteurs betrouwbaarder en standvastiger werden . In het gezelschap van Shakespeare bezaten de acteurs
hun eigen theater , tekstboeken , kostuums en requisieten en had een
ieder aandelen in de onderneming die hem recht gaven op een
vaststaand deel van de recette . Dit leek nogal op de manier waarop
de commedia dell’ arte gezelschappen georganiseerd waren , behalve dat
die geen vast theater hadden . Alleyns gezelschap daarentegen betaalde huur aan Henslowe en ontving salaris van hem .
Net als in Griekenland stonden er geen vrouwen op het Elizabethaanse toneel . Jongens, speciaal geselecteerd om hun ranke , gra-
m
81 ( boven ) Personages in Titus
Andronicus\ uit een handschrift
van Henry Peachum , 1595 ,
met Aaron als zwarte Moor
K
t
c
82 ( rechts ) Richard Tarleton , ca .
1590 . Men beschreef hem als
een korte, gezette, iets
gebochelde man die scheef was
en een grappige platte neus had
»X
Jt
•
X
83 (geheel rechts ) De dansende
William Kempe , een houtsnede
uit 1600 bij zijn eigen verslag
van zijn danstocht van Londen
naar Norwich , die om een
weddenschap ging . Kempe
volgde Tarleton op als beveling
van het publiek
k
*
J
cieuze postuur en lichte stemmen , gingen bij oudere acteurs in de leer
en werden opgeleid om rollen als Julia , Rosalinde , Viola en Portia
te spelen . De komedianten in het gezelschap speelden de oudere vrou wen , zoals de voedster van Julia of Mistress Quickly . Net als in I ta
ke moesten alle acteurs ook kunnen dansen en zingen en soms ook
een instrument bespelen , aangezien muziek een belangrijke rol in de
stukken speelde , evenals in de ‘jigs’ die er op volgden . Deze ‘jigs ’ ,
dansjes voorzien van een gezongen dialoog, waren enorm populair
bij het Elizabethaanse publiek en vooral de acteur William Kempe III. 83
werd bewonderd om zijn prestaties daarin . De clowns en narren die
in zoveel Elizabethaanse stukken voorkomen , waren net als de zanni
in de commedia dell’ arte waarschijnlijk gewoon om te improviseren , en
III . 82
men neemt aan dat Shakespeare de komediant Richard Tarleton
die beroemd was om zijn improvisaties in gedachten had toen hij
Hamlet tegen de toneelspelers liet zeggen : “ en laat hen die voor komiek spelen niet meer zeggen dan in hun rol staat ” . Het is zelfs mogelijk dat een aantal meer obscure grappen in Shakespeare’ s stukken
het resultaat waren van onvoorziene opmerkingen die aan de tekst
werden toegevoegd . Aangezien toneelstukken een waardevol beZit
waren , werden ze zo lang mogelijk in manuscriptvorm gehouden en
nauwlettend bewaakt door de gezelschappen van wie ze waren . Zelfs
Shakespeare’ s stukken werden pas na zijn dood voor publicatie bijeengebracht . Veel stukken van mindere auteurs zijn helemaal verdwenen en zijn alleen bekend door hun titels.
¬
—
—
\
Het is inderdaad een geluk geweest dat Shakespeare ’ s stukken gedrukt zijn , aangezien geen enkele van zijn manuscripten bewaard
is gebleven , en ondanks zijn wereldwijde reputatie is er weinig over
III . 80 hem bekend . Waarschijnlijk werd hij in Stratford - upon - Avon ge boren , in het hartje van Engeland . Hij trouwde daar toen hij acht tien was , maar vertrok kort daarna naar Londen , waar hij eerst acteur werd en later toneelschrijver en aandeelhouder in het Globe
theater . Nadat het hem in het theater voor de wind was gegaan ,
kocht hij een mooi huis voor zichzelf in Stratford , waar hij zich te ¬
rn gtrok om in 1616 te sterven . Hij liet twee dochters achter die getrouwd waren met mannen uit Stratford . Zijn enige zoon stierf op
elfjarige leeftijd . Dat is praktisch alles wat we zeker weten over
Shakespeare’ s leven . Naar de rest moeten we zoeken in Shake ¬
speare’ s stukken , die verbijsterend gevarieerd zijn in stijl en inhoud ,
uiteenlopend van tragedie tot komedie , met uitstapjes naar het historiestuk , tragi- komedie , romantische tragedie en de pastorale . Vaak
ontsnappen zijn stukken aan klassificatie , want Shakespeare was een
universeel genie en in zijn werk lopen komedie en tragedie net zozeer dooreen als ze dat in een mensenleven doen . Als kwikzilver ont snapt Shakespeare wanneer men hem probeert te vangen in definities die afdoende zijn wanneer men het over mindere schrijvers heeft .
De meeste van zijn stukken werden voor openbare voorstellingen
geschreven en nauwgezette studie ervan heeft veel wetenswaardigheden opgeleverd over de structuur en de functie van het Elizabethaanse theater , vooral zoals dit zich afspeelde in The Globe .
In zijn eigen tijd stond Shakespeare niet zo hoog in aanzien als
nu . Zijn tijdgenoten , met uitzondering van Benjonson , noemden
hem een broodschrijver , die in tegenstelling tot de meeste toneelschrijvers van die tijd niet naar de universiteit was geweest . We hebverwijzing naar Shakespeare als
laatdunkende
ben de eerste
toneelschrijver te danken aan een van die ‘geleerde koppen ’ , Ro ¬
bert Greene , die hem in A Groatsworth of Wit bought with a Million of
Repentance “ een omhooggevallen kraai . .. en naar zijn eigen mening
de enige Shake-scene in het land ” noemde . Greene’ s plaagzucht
werd misschien ingegeven door afgunst omdat hij minder succes had
dan Shakespeare , net als zijn universitaire vrienden . Daaronder bevond zich Thomas Kyd , auteur van een wraak-stuk , The Spanish Tra
gedy , en misschien van een vroege Hamlet - versie , die beide wellicht
Shakespeare be'invloed hebben toen hij zich zette tot het schrijven
van zijn beste werk .
—
—
¬
82
Een vriend van Kyd , Christopher Marlowe , die afkomstig was
van de universiteit van Cambridge , en hoewel in hetzelfde jaar als
Shakespeare geboren , voor hem actief in het theater , leidde een
nieuw tijdperk in de Engelse theatergeschiedenis in met zijn stuk ken , waaronder een gedramatiseerde versie van de Doctor Faustuslegende . Een illustratie uit een druk hiervan toont Mefistofeles , net
als Satan in de bijbelspelen gekleed in een zwart pak met een mas
ker , terwijl hij uit een luik in de toneelvloer verschijnt .
III.
Marlowe , die dichter en toneelschrijver was , liet de korte , een tonig rijmende verzen waarin vroegere stukken geschreven waren
los en bereidde door de knappe manier waarop hij met de vijfvoetige jambe omging de weg voor voor Shakespeare’ s poetisch drama .
Misschien had hij Shakespeare geevenaard in reputatie als hij niet
in een kroeggevecht was doodgestoken , kort voor zijn dertigste verjaardag .
Een heel andere man dan Marlowe of Shakespeare was Ben Jon son . Nadat hij een goede opleiding had genoten op Westminster ,
werd hem een universitaire opleiding ontzegd door zijn stiefvader ,
die hem van school haalde en hem zijn eigen vak probeerde te leren : metselaar . In tegenstelling tot Shakespeare was Jonson zich er
altijd van bewust dat hij niet naar de universiteit was geweest en hij
liet zich erdoor verbitteren . Hij was gefrustreerd , twistziek , lag vaak
overhoop met de autoriteiten en zat verschillende keren in de gevan genis. Maar niets weerhield hem ervan te zeggen en te schrijven wat
hij wilde . Hij werd wellicht sterker door de Renaissance beinvloed
¬
84
j
is
<
m
ter
if
a®
%
V
£
1
84 Een scene uit
Marlowe’ s Doctor
Faustus , (ca . 1589 ) ;
houtsnede uit 1636
E
&
y
k
1
591115
£
- sr
s.
<
:
*
*
:
Ills. 75, 78
III . 85
dan enige andere Engelse schrijver . Marlowe , Kyd en Shakespeare
behielden in hun werk iets van de vroegere vormen van Engelse toneelschrijfkunst . Jonson was sterk beinvloed door de klassieke auteurs
en spreidde een aanzienlijke geleerdheid ten toon bij de compositie
van zijn stukken , die hij in de door Horatius bepleite vorm van vijf
bedrijven goot. Hierin werd hij gei'miteerd door de eerste tekstredacteuren van Shakespeare , de acteurs Heminge en Condell , die wat als
een doorlopend geheel bedoeld was in willekeurige stukken knipten .
Jonsons tragedies zijn dor en vergeten , maar zijn satirische
komedies ( in de eerste daarvan , Everyman in His Humour speelde
Shakespeare Knowell) oefenden een blijvende invloed uit op de
ontwikkeling van de Engelse komedie en de beste ervan doen het nog
steeds goed op het toneel.
Alle tot nu toe genoemde auteurs schreven voomamelijk voor openbare theaters in de openlucht , zoals The Swan en The Globe . Maar
tegen het eind van de eeuw werden er veel stukken geschreven voor
besloten voorstellingen in overdekte theaters in Blackfriars en elders.
Deze hadden als voordeel dat ze bij slecht weer gebruikt konden worden , of zelfs in de winter , omdat ze een dak hadden en iftet kaarsen
verlicht werden . Het publiek , minder talrijk maar meer ontwikkeld ,
eiste een verfijndere stijl van de plot en dialoog en een uitgebreider
toneeluitrusting. Uiterlijk leek het tweede Blackfriars theater dat
net als het eerste gebouwd was op de ruines van het vroegere klooster
meer op de Italiaanse theaters uit de Renaissance dan de eerdere
Elizabethaanse theaters. Het was rechthoekig van vorm , met het to¬
neel aan een van de korte zijden. Daarvoor zat het publiek op banken . Hoewel het de achterwand met twee deuren en een galerij daarboven uit de grote theaters had behouden , heeft het waarschijnlijk
simultaan-decors gekend , zoals we die zagen bij de Renaissance-opvoeringen van de Terentius-stukken en zoals ze nog steeds gebruikt
werden in Frankijk . Later waren er ook geschilderde decors die aan
het hof kwamen via de maskerspelen uit Italie .
Het Blackfriars theater werd voomamelijk gebruikt door gezelschappen die uit volwassenen bestonden , maar het werd soms verhuurd aan de jongensacteurs die gerecruteerd werden uit de koorscholen van St . Paul ’ s en de Chapel Royal , waarvoor Ben Jonson enkele
uitstekende komedies op klassieke thema’ s schreef . Ze hadden eer der met groot succes opgetreden in een klein theater in de buurt , toen
met John Lyly als hun belangrijkste schrijver , beter bekend als au ¬
teur van de roman Euphues . Het publiek schiep ongetwijfeld genoe -
—
Ills. 45-9
III . 88
84
—
.
V
3
r
£,5
)
-
LM
a
m
&
\
m
m
m
rf
m
n
m
=
£i
c
f •Ji
71
J si
I
;
1
0\\
\
M
w
h
B
4!
/>
//
/j i t j
w
7
f
r
EW
¥
I
R
85 Een reconstructie van het tweede theater in Blackfriars , in 1597 gebouwd door
James Burbage. Jarenlang speelden hier ’ s winters The King’s Men , het gezelschap
waar Shakespeare toe behoorde , en werd het verhuurd aan de kindergroepen van
Chapel Royal en St . Paul ’ s , die er met een aantal stukken optraden , waarvan de
belangrijkste van Ben Jonson waren : Cynthia’ s Revels en The Poetaster . Er is geen bewijs dat voetlichten ook werkelijk gebruikt werden
85
*
;
gen in de elegantie en kunstmatigheid van zijn dialogen en zijn sluwe
verwijzingen naar eigentijdse schandalen waren wellicht extra pi kant omdat ze van de lippen van jonge knapen rolden . Tenminste
een van Lyly’ s stukken ging aan het hof in premiere , want hoewel
Engeland nooit een hoftheater had in Europese zin , maakten toneelspelers van het begin af deel uit van de koninklijke hofhouding
en werd er op feestdagen regelmatig hofamusement georganiseerd .
De maskerades en vermommingen die voor de koninklijke festiviteiten ontworpen werden , waren misschien niet zo luisterrijk als in
Italie of Frankrijk , raaar ze waren er . Ook op beroepsacteurs werd
aandrang uitgeoefend om mee te spelen , en Shakespeare ’ s Twelfth
Night is wellicht eerder te zien geweest aan het hof dan in het open baar. Dat laatste moet een zekere mate van bewerking met zich hebben meegebracht , omdat het stuk gespeeld werd in een zaal die voor
de gelegenheid was ingericht met een aantal lichte , met doek bespan nen structuren , die prieeltjes , rotsen of kamers moesten voorstellen ,
88 ( rechts ) Inigo Jones’ decor voor tragedies . Er zijn geen aanwijzingen dat het
ook echt is uitgevoerd , maar het is duidelijk bedoeld voor een privetheater ,
waarin een manteau op de wijze van Palladio gecombineerd kon worden met
trues in het decor
86 - 7 ( onder ) Twee kostuumontwerpen van Inigo Jones: links Penthesilea uit The
Mask of Queens , 1609 ; rechts Oberon uit Oberon, the Fairy Prince , 1611
sssf
*
voor gebruik door de acteurs neergezet , zodat ze niet op een kaal
toneel hoefden te spelen zoals in The Globe .
Maar de maskerspelen aan het hof in de vroeg-zeventiende eeuw
waren belangrijk voor de ontwikkeling van het Engelse theater , vooral die welke tussen 1605 en 1613 geensceneerd werden door Inigo
Jones. Van enkele daarvan schreef Ben Jonson de tekst . Jones , een
beeldend kunstenaar en architect , reisde veel in Italie en leerde de
ontwerpers daar goed kennen . Van hen nam hij het idee van een
geschilderd achterdoek met coulissen over dat hij gebruikte voor
zijn ensceneringen in Whitehall . Het is interessant om te zien hoe
nauw zijn tragedie- decor aansluit bij dat van Serlio . Jones’ decor- Ills. 54 , 88
en kostuumontwerpen
waarvan vele bewaard zijn gebleven
Ills. 86, 87
zijn rijk aan detail , maar konden niet gebruikt worden in de grote
theaters van zijn tijd . Ze hadden niet alleen de intimiteit van een
zaal of prive- theater nodig, maar ook een vorm van lijsttoneel . Omdat ze bovendien de aandacht afleidden van de tekst , hield Jonson
—
—
m
H
-
i
t
.
o
V
,
-
3
*>
•
*
lii
mi
--
.. . .
m
s
>
mm
.1- -'
'
!l
m m=-
It
9
!
*
W5
m
.
I
II
1
i
il
Chmyliny
7*
invletor.
r
I
(9
ri
Talftajii
Chuue.
J&ftzs
)
89 Een toneelplatform
met voetlichten ( voor
de eerste keer op een
Engels toneel ) en met
een hokje met voor doek daarachter ; de
titelplaat van Francis
Kirkmans The Wits; or,
Sport upon Sport ,
uitgegeven in 1673
4
4k n
Lei
It ,,
'Twill
..CLIHI
^
3
u " l "'
op met schrijven voor de masques , naar eigen zeggen omdat hij niet
wilde concurreren met de timmerman en de decorschilder . Het gebruik van decors had zich in 1637 uitgebreid van het hof naar Blackfriars , en zou misschien in aangepaste vorm de grote theaters bereikt hebben , als de burgeroorlog niet uitgebroken was. Deze maakte
een eind aan het theaterbezoek .
Na de tijd van Shakespeare maakte het Engelse theater , misschien
onvermijdelijk , een periode van verval door . Er waren goede acteurs, maar niet zo goed als Burbage en Alleyn ; er waren goede toneelschrijvers , maar niet zo goed als Shakespeare en Jonson . Er wa ¬
ren geen vernieuwingen in de theaterbouwkunst of de manier van
spelen die de belangstelling voor de theaterkunst nieuw leven kon den inblazen . De theaters raakten in verval . Het nieuwste , The For-
88
%
90 Rondreizende acteurs op een toneel dat
zij opgebouwd hebben
op een marktplein , ca .
1651- 76 . Hoewel dit
waarschijnlijk de om standigheden in Frank rijk in het midden van
de zeventiende eeuw
laat zien , gaat het wel licht op voor heel
3
Europa
tune , was in 1600 gebouwd . The Hope , die in 1613 openging , was
niets anders dan een oude berekuil die tot theater was omgebouwd .
De prive- theaters trokken een beperkt publiek , de stukken aan het
hof waren bedoeld voor de naaste omgeving van de monarch . In de
bewaard gebleven stukken kunnen we een duidelijke verandering
van stijl ontdekken . In de handen van de schrijvers Beaumont en
Fletcher , die hun samenwerking in 1608 begonnen , raakten wat
Shakespeare verstond onder ‘high tragedy ’ en ‘low comedy’ , ver mengd met avonturenverhalen , of werden deze totaal overboord gegooid ten gunste van pastorales zoals The Faithfull Shepherdess . De sa ¬
tire van Jonson werd tandeloos en ontaardde in de milde bespotting
van de burger en zijn vrouw in The Knight of the Burning Pestle . Dit
soort stukken was bedoeld om een elitepubliek te vermaken , dat zeer
89
sterk verschilde van het staande publiek in The Globe dat genoten
had van de aardse grappen van Shakespeare’ s ‘clowns ’ en het venijn van Jonsons Volpone . Het enige opvallende talent dat naar voren trad voordat de burgeroorlog in 1642 uitbrak , was John
Webster , wiens The White Devil en The Duchess of Malfi krachtige
Italiaans- Renaissancistische tragedies waren , vol politiek gekonkel
en geschreven in schitterende , gepassioneerde verzen en uiterst
realistisch gespeeld .
Toen de oorlog uiteindelijk uitbrak , was het theater het eerste
slachtoffer . De theaters werden gesloten en acteren werd verboden .
De acteurs verspreidden zich om dienst in het leger te nemen of een
ander bestaan op te bouwen . De Puritein , die Ben Jonson zo scherp
getekend had in zijn Bartholomew Fair , had gezegevierd en Londen
zou tot 1660 officieel verstoken blijven van theater , hoewel er soms
clandestiene voorstellingen van korte stukken gegeven werden . En III . 89 kele daarvan werden later in The Wits gepubliceerd , waarvan het titelblad acteurs toont op een toneel dat lijkt op dat van The Globe ,
maar van voetlichten voorzien is , een opvallende vernieuwing .
De Engelse theatertraditie had veel tijd nodig om te herstellen van
de schok van achttien jaar zonder theater . De mensen waren niet
meer gewend om naar het theater te gaan , de oude garde acteurs
was bijna spoorloos verdwenen en toen het theater in 1660 zijn activiteiten hervatte , ontbrak het sterke gevoel van continuiteit dat bijvoorbeeld het Franse theater kenmerkt ; hoewel Frankrijk , en via
Frankrijk Spanje , grote invloed zou hebben op het nieuwe Engel ¬
se toneel .
90
>
Download