Werkcollege Kraambed 19- 04- 2012 Start: De start van het kraambed vindt plaats na de geboorte van de placenta. Doel: het doel van de kraamvisites is risicoselectie door de zorgverlener(s), support voor de moeder vader en eventuele broertjes en zusjes. De zorgverlener (meestal de VK) kan doorverwijzen m.b.v. de sociale kaart: HA, GYN, CB, GGD, CRISISDIENST. Eind: Het kraambed duurt meestal 8 dagen, kan verlengd worden tot 10 indien nodig. In de eerste uren pp kan de kraamvrouw last krijgen van rillingen. Het kan komen door emoties, kou, spanning, honger of naweeën, maar ook door een milde transfusiereactie van tijdens een baring opgetreden foetomaternale transfusie. Op gang komen lactatie ONTZWANGERING hormonale veranderingen Emotionele verandering aanpassen aan ouderschap Lichaam verandert (gaat terug in oude staat) N.B.: denk ook aan de vader, vooral na een traumatische bevalling! Hoe kan de kraamvrouw het beste plassen? 1. Zitten op WC en plassen 2. Opstaan en even uitstrekken 3. Nog aandrang? Zitten en uitplassen! Als het plassen niet zo wil lukken, kun je de kraamvrouw in ieder geval aanraden om veel (water) te drinken. Als plassen zeer doet door een hechting of een schaafwond op de labia, kan de kraamvrouw in de douche plassen: douche aan, en plassen ‘in’ de douchestraal (zodat urine meteen gemengd wordt). Bij vrouwen die tijdens de baring gekatheteriseerd zijn is de kans op cystitis groter. Een gewassen (schone) plas is moeilijk te verkrijgen vanwege mogelijk bloedverlies. De kraamvrouw moet binnen 6 uur pp eigenlijk wel geplast hebben, met een uitloop naar 8 -12 uur. Veel drinken en wat eten kan helpen. Let ook op een mogelijke retentieblaas (overloop!). Nadat de blaas leeg is gemaakt d.m.v. een katheter kun je de vochtbalans bepalen. Alles erin = alles eruit. Hoe zit het met bloedverlies pp? Tot aan 6 weken pp kan er bloedverlies optreden (lochia). Dit bloedverlies is de eerste tijd pp (meestal) het hevigst. De kleur van het bloedverlies kan variëren, en het verliezen van stolsels is ook zeker geen uitzondering (soms hebben stolsels de grootte van een vuist). De kraamvrouw zal soms ook ’s nachts uit bed moeten vanwege het bloedverlies, het is dan belangrijk dat (de eerste tijd pp) iemand met haar meeloopt naar de badkamer. Met het bloedverlies kunnen ook naweeën gepaard zijn, deze zijn vaak erger bij multiparae. Mastitis In de volksmond wordt mastitis aangeduid als borstontsteking. De kraamvrouw kan echt goed ziek worden door mastitis. De borst is vaak plaatselijk ontstoken (rode, harde bult), en het ontstaat doordat stafylokokken via laesies in de tepel de borst binnenkomen. Het is belangrijk om de baby vaak aan te leggen in een geval van borstontsteking, en alleen te voeden met een warme borst. Tussen de voeding door mag de borst wel gekoeld worden. Hechting van ruptuur en epi De verloskundige controleert een hechting op: o o o o Mooi aangesloten gehechte delen Eventuele bloedingen (moet in principe niet zo zijn) Of de hechting niet ontstoken is (bijvoorbeeld door een allergie op het hechtmateriaal). Of de plek oedemateus is. Lees van tevoren altijd even het dossier/ bevalverslag om te weten of, en met wat voor hechtingen je te maken hebt! Complicaties (m.b.t. hechtingen): Oedeem/ hematoom op dag 1, 2 of 3 Bloeden op dag 1 Hemorroïden Verkleving labia vanaf dag 2. Advies: gaasje met beetje vaseline tussen de labia. Trekkende hechting vanaf dag 2-3. Wijken vanaf dag 2-3 (?) Spoelen of een (desinfecterend) badje? Alleen als de wond zo vies is dat deze niet meer kan genezen. In alle andere gevallen is spoelen met lauwe kamillethee genoeg. Cardiovasculaire veranderingen pp Stollingsfactoren stijgen tijdens de zwangerschap. In kraambed wordt deze waarde weer normaal, tenzij we met pathologie te maken hebben. Direct pp treedt een daling van fibrinogeen op (door verbruik), daarna wordt de hoeveelheid vlot weer op peil gebracht door het lichaam. Trombose Treedt vaak eind van de 1e, of begin van de 2e week op. Advies: kraamvrouw vooral laten lopen: liefst iedere 3 uur een (klein) rondje. Overigens geven spataderen tijdens de zwangerschap (of opgetreden tijdens de baring) GEEN verhoogde kans op trombose. Bekkenbodem Vooral oefeningen doen! (en niet tijdens het plassen). Perineum Cliënten komen vaak met de klacht dat ‘het’ er anders uitziet of dat seks niet meer hetzelfde voelt. De vagina verandert door een bevalling. Ten eerste is het belangrijk de cliënte te vertellen dat het perineum en de vulva (waarschijnlijk) nooit meer hetzelfde worden als voorheen. Het is als zorgverlener wel belangrijk om op afwijkingen te letten: incontinentie, hechtingen, blaasjes, fistels etc.). Bloedcirculatie Bij een cliënte met een hypertensie in de zwangerschap, moet binnen 48 uur pp de bloeddruk weer gemeten zijn. Cliënte veel laten plassen kan helpen om de RR weer lager te krijgen. Sepsis Wordt veroorzaakt door hem. Strep. Groep A GAS of kraamvrouwenkoorts Klassiek: eerste symptomen op 1-2e dag. Temperatuur boven 38°C in het vroege kraambed is alarmerend. Het ziektebeeld kan er als volgt uit zien: - malaise - hoofdpijn - zeer pijnlijke en gecontraheerde uterus - hypertensie Endometritis Klassiek: eerste symptomen op dag 3-4 Koorts boven de 38°C Uterus pijnlijk als er op gedrukt word Verminderde lochia Indien de temperatuur niet daalt: antibiotica als medicatie voorschrijven. Salpingitis Klassiek: eerste symptomen na 5e dag (onderbuikpijn en hoge koorts) Het is een Endometritis die ‘opstijgt’ naar de tubae en daar leidt tot Salpingitis. Salpingitis is altijd dubbelzijdig (beide tubae). Salpingitis kan ook worden veroorzaakt door Chlamydia trachomatis. Dit ziektebeeld is minder ernstig, maar kan ook leiden tot onvruchtbaarheid. Psychische veranderingen (30)50-70% van de kraamvrouwen heeft last van de babyblues na de geboorte van hun kind. Het is belangrijk om als zorgverlener je af te vragen wat nog normaal is, en hier op in te spelen. Hechting aan kind Door een traumatische bevalling (een medische bevalling; pijnstilling, vacuümextractie), een sectio of door overige reden kan de hechting met een kind en zijn/ haar moeder niet goed verlopen. Het is voor de kraamvrouw (en partner) belangrijk dat zijn hun verhaal kwijt kunnen (misschien zelfs opschrijven) en de verloskundige kan helpen met het herstellen of opbouwen van de band. Ze kan de kraamvrouw adviseren om het kindje uit te kleden, en samen weer (bloot) onder de dekens te gaan liggen. Zo kunnen moeder en kind eigenlijk het moment na de bevalling over doen, maar dan in alle rust.