Hoofdpunten uit hoofdstuk 2 Opslag

advertisement
Hoofdpunten uit hoofdstuk 2 Opslag
In magazijnen kennen een tweetal vormen van voorraden
n.l.
Bulkvoorraad - bulk voorraad is een voorraad waar alleen
grote partijen van een artikel worden opgeslagen.
Voordelen:
 hoge vullingsgraad
 Orderverzamelen gaat snel omdat de afstanden klein zijn in
het orderpickmagazijn
Nadelen:
 langere wachttijden kunnen ontstaan indien voorraad niet
tijdig wordt aangevuld.
 Hogere kosten door extra werk (aanvullen werkvoorraad
Werkvoorraad - wordt aangevuld vanuit de bulkvoorraad.
Vanuit deze voorraad worden de orders gelopen.
Opslagsysteem
Vrije locatiesysteem:
Goederen kunnen op elke lege plaats in het magazijn geplaatst
worden. Hiervoor heb je een computer nodig, veelal bedrijven
met een wisselende goederen (seizoenen) maken gebruik
hiervan, ruimtebesparend. Je kan de goederen plaatsen daar
waar je maar wilt (kenmerken). Je kan ook makkelijk FIFO
werken. Een goede registratie is onontbeerlijk voor deze vorm
van opslag.
Vaste locatiesysteem:
Goederen liggen op een vaste plaats in het magazijn voor elk
artikel is ruimte gereserveerd, voor bedrijven met een
nauwelijks wisselend goederenaanbod. Voordeel alles heeft een
vast plek, iedereen weet waar het ligt. Nadeel o.a. je het veel
ruimte nodig omdat je niet alle ruimte benut. Wanneer een
artikel niet voorradig is dan blijft de (gereserveerde) ruimte
leeg. Je moet dus met het indelen van deze goederen altijd
rekening houden met de maximale voorraad.
Semi-vrijelocatiesysteem:
Een mix tussen beide systemen, het bedrijf hanteert vast
locatie systeem voor goederen die altijd in het artikelbestand
staat en vrije locatie voor goederen die tijdelijk in het
artikelbestand zitten.
Opslag sectoren:
Snellopers - goederen die een hoge vraagfrequentie hebben
Deze worden veelal in het begin van de gang gezet. Hierdoor
zijn de loopafstanden korter en kost dus minder tijd (geld).
Normaallopers - goederen met een gemiddelde
vraagfrequentie. De goederen komen met regelmaat terug op
orders - staan over het algemeen ergens in het midden van het
magazijn.
Langzaamlopers - goederen met een lage vraagfrequentie.
Goederen staan veelal achter in het magazijn (lange
loopafstanden).
Daarna onderverdeling in:
Artikelcodesysteem: Alle artikelen worden voorzien van een
artikelcode, een artikelcode wordt gebruikt om vergissing in
artikelnamen te voorkomen en administratieve vereenvoudiging
Groepsysteem: Artikelen die tot dezelfde groep behoren
worden bij elkaar opgeslagen, denk eens aan meubels, banken
bij banken. Stoelen bij stoelen.
Projectsysteem: Artikelen voor een zelfde project worden bij
elkaar opgeslagen. Bij meubelen heb je het over Commissie
(klantnaam). Wanneer een klant die een complete inrichting
koopt zal die vaak bij diverse leveranciers besteld wordt. Bij
binnenkomst zullen echter de goederen zoveel mogelijk bij
elkaar worden opgeslagen, dit vergemakkelijkt het uitleveren
Sectiesysteem: In een groothandel met veel verschillende
soorten goederen, kan worden gewerkt met secties,
levensmiddelen bij levensmiddelen, drogisterijen bij
drogisterijen.
Vraagfrequentie of raakfrequentie: hoe vaak komen de
artikelen voor op een orderbon.
Omloopsnelheid: hoe lang ligt het artikel op voorraad? Hoe
langer op voorraad hoe lager de omloopsnelheid.
Hoge omloopsnelheid hoeft niet te betekenen dat het artikel
een hoge vraagfrequentie heeft. De artikelen kunnen met grote
hoeveelheden op orders voor komen zodat de voorraad na een
aantal uitgeleverde orders leeg is.
ABC analyse
 A artikelen 20/80 - 20% van de artikelen zorgen voor 80 %
van de omzet.
 B artikelen - bij 20/80 zorgt 15% van de omzet
 C artikelen 5 % van de omzet
Je kunt het magazijn ook op deze wijze indelen
Zie voorbeeld bij hoge omloopsnelheid.
Indeling naar fysieke eigenschappen:
Gevaarlijk (plofhok)
Groot/lang (langgoed stelling)
Zwaar (extra zware stellingen)
Kostbaar dervinggevoelig (kluis)
Diepvries (diepvries)
Verse artikelen (koelhuis)
De eigenschappen van de goederen bepalen hoe de goederen
worden opgeslagen.
Gevaarlijke stoffen mogen niet zomaar opgeslagen worden.
Hiervoor heb je een vergunning nodig.
Je moet dan voldoen aan een aantal voorwaarden:
Voorwaarden:
 Deskundigheid - geschoold (omgang met stoffen)
 Bedrijfsrampenplan - calamiteitenplan (wat te doen bij
calamiteiten
 Betrouwbare voorraad administratie - hulpdiensten
dienen snel te kunnen zien welke stoffen in het magazijn
voorraadig zijn
 Bouwkundige aanpassingen - het gebouw aanpassen
(plofhok, branddeuren, compartimentering (het indelen van
het grote magazijn in kleine gedeeltes)
 Procedures voor opslag - opslagplaatsen voorzien van
waarschuwingsborden
Conditionering van goederen houdt in dat in een speciale
ruimte geplaatst worden om de eigenschappen van de
goederen te waarborgen (koelen, vriezen, stofvrij.
Conditioneren is eigenlijk afschermen van de andere voorraad,
of beschermen van de rest voorraad.
Wanneer je doet aan conditionering van goederen houdt dit
veelal in dat er een bouwkundige aanpassing nodig is in het
pand (vrieshuis - extra geïsoleerd)
Je begrijpt welk dat dit conditioneren hoge kosten met zich
meebrengt.
Om goederen te handelen zijn er afspraken nodig. Deze zijn bij
jullie vastgelegd in het "handboek distributie"
In een opslagplan geeft een planner aan waar welke goederen
opgeslagen moeten worden. Dit noemen ze een
voorkeurslocatie. Hij deelt de goederen in naar o.a.
vraagfrequentie, omloopsnelheid of eigenschappen van de
goederen.
Ik noem met name in het voorgaande stukje "voorkeurslocatie"
het kan n.l. zo zijn dat de goederen toch niet passen op deze
locatie. Het plan moet dan worden bijgesteld. Kan zowel door
degene die de goederen wegzet als door de planner.
Als opslagplanner ben je verantwoordelijk voor de opslag. Hij
zal dan ook met regelmaat de goederen in het magazijn
controleren.
Download