Naam:…………………………………………………………………….. Datum:……………………………………………Nr.:……………….. Werkbundel Wereldoriëntatie 1 Werkbundel Wereldoriëntatie Mijn zintuigen Overal om ons heen komen we in contact met heel wat informatie. Je zintuigen nemen deze informatie of prikkels op. Ze geven ze door aan de zenuwen. Die brengen de boodschap op hun beurt over aan de hersenen. Je hersenen ‘lezen’ deze informatie en herkennen geluiden, beelden en geuren die je zintuigen hebben binnengebracht. Mensen hebben vijf verschillende zintuigen. Zo kunnen ze zien, horen, voelen en ook proeven en ruiken. Kruis aan. Welk zintuig gebruik je voor deze activiteiten? HOREN Een appel eten Op de computer werken …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… ZIEN PROEVEN RUIKEN VOELEN 2 HOEK 1 ZIEN Zien doe je met je ogen. Lees eerst deze tekst, voer dan het proefje uit! Een oog ziet er zo uit. 1. De pupil is een opening in de iris die het licht opvangt van buiten. 2. De iris is een gekleurde ring rond de pupil. Deze kleine spiertjes laten de pupil groter of kleiner worden. 3. De lens stuurt het licht door naar het netvlies. 4. Het netvlies vangt het licht op en zet het om in beelden. 5. De oogzenuw stuurt de beelden door naar de hersenen. 6. Het oogwit is een stevig wit vlies dat het oog beschermt. 7. Het hoornvlies is een stukje oogwit vooraan dat doorschijnend is. Proef 1 Ga allebei voor het raam staan en kijk naar buiten. 1 leerling houdt 30 tellen zijn hand voor zijn rechteroog. Na 30 tellen haalt de persoon zijn hand weg van het oog. De andere persoon kijkt goed naar de pupil van het oog. 3 Wat gebeurt er? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Verklaring Via je pupil komt het licht terecht in je oogbol. Als er veel licht is, wordt de pupil kleiner. Zo komt er minder licht in het oog en wordt je oog beschermd. In het donker wordt de pupil weer groter. Proef 2 Sommige beelden kun je op verschillende manieren bekijken. In minder dan een seconde zie je opeens een ander beeld verschijnen! Bekijk aandachtig deze vier tekeningen. Je kunt er telkens twee verschillende tekeningen in terugvinden. Lukt het je? 4 HOEK 2 HOREN Lees eerst deze tekst, voer daarna het proefje uit. Horen doe je met je oren. Zo ziet je oor eruit. 1. De oorschelp vangt geluiden op. 2. De gehoorgang is een buis met haartjes en kleiren die oorsmeer aan maken. Oorsmeer houdt het vuil tegen. 3. Het trommelvlies laat de kleine gehoorbeentjes trillen bij geluid. 4. Het slakkenhuis is gevuld met vloeistof en geeft trillingen door aan de gehoorzenuw. 5. De gehoorzenuw stuurt trillingen door naar de hersenen. Proef 1 De oorschelp vangt geluiden op. De oorschelp vormt het deel van je oren dat je kunt zien. De oorschelpen zijn bij iedereen een beetje anders gevormd. Kijk maar even naar elkaars oren en vergelijk! 5 Proef 2 Luisteropdracht Leopold Mozart(1719-1787) Speelgoedsymfonie (mars) Test je gehoor! Speel de Cd af op de Cd-speler en duid op het werkblad aan hoeveel maal je de koekoek hoort. Zet telkens een kruisje bij het prentje. Vergelijk binnen je groepje. Hebben jullie evenveel prentjes aangeduid? Het is soms moeilijk om verschillende geluiden te onderscheiden! 6 Extra proef: pas op voor je oren! Je kunt je oren beschadigen door lange tijd te luisteren naar lawaai. De sterkte van geluid wordt uitgedrukt in decibel. Bekijk de thermometer. Hij geeft aan wanneer het de aantal decibels zodanig hoog zijn dat ze je oren beschadigen! Geef de geluiden de juiste kleur: Groen= ok Geel= opletten Rood= gevaarlijk luid Bekijk de tekeningen in het kader. Welke activiteit is schadelijk voor je oren? Kleur de bolletjes in de juiste kleur: groen, geel of rood. Overleg samen! 7 HOEK 3 PROEVEN Je tong en neus werken samen om eten en drinken te proeven. De tong kent vier smaken: zout, zuur, bitter en zoet. Het is een misvatting dat er verschillende smaakzones op de tong zijn. De vier basissmaken worden over de hele tong herkend. Een smaak herkennen doe je met je smaakpapillen. Dit zijn kleine smaakorgaantjes die op je tong zitten. Proef Een leerling doet de blinddoek aan en knijpt zijn neus dicht. Op tafel staan drie glaasjes. De andere leerling laat hem van de drie verschillende glaasje proeven. Wat merk je? Kan de geblinddoekte persoon raden wat hij drinkt? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Hoe komt dit denk je? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Zonder je neus kan je tong wel zeggen dat iets zoet of zuur is. Maar het is moeilijker om meer uitleg te geven. Je tong en neus werken dus prima samen. Probeer maar eens iets te eten dat je normaal niet lust, maar dan met je neus dicht. Wedden dat je er maar weinig van proeft! 8 HOEK 4 VOELEN Leest eerst dit tekstje. Voer daarna het proefje uit. Voelen doe je met je huid. Als iets tegen je huid komt, geven de zenuwen dat door aan de hersenen. Zo weet je wat en waar je iets voelt. 1. De opperhuid is een beschermlaag. 2. De lederhuid is een laag met zenuwcellen, bloedvaten en haarwortels. Proef Een leerling doet de blinddoek om. Er liggen 5 genummerde plankjes op tafel bekleedt met een soort materiaal of stof. Wrijf voorzichtig met het plankje over de hand van de geblinddoekte leerling. Kan hij raden met welk plankje er over zijn hand is gewreven? Duid het plankje aan! Herhaal dit vijf keer! Hoeveel juiste plankjes heeft de persoon aangeduid? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 9 Extra proef 1 Geef elkaar een gezichtsmassage ! Ga beiden op het matje zitten. Eén leerling ligt neer op het matje. De andere persoon geeft de massage. Doe het volgende: ◊ Leg je handen langs beide kanten van het gezicht. Richt je vingertoppen naar beneden. ◊ Maak met je duim langzaam cirkeltjes op de huid. ◊ Maak nu ook met je andere vingers cirkeltjes op de huid. ◊ Beweeg je handen naar onder tot aan de kin, ga daarna terug naar boven. Extra 2 Op tafel staat er een ‘voeldoos’. Steek om de beurt je hand in de doos. Kunnen jullie samen raden wat er allemaal in de doos zit? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 10 HOEK 5 RUIKEN We doen ontzettend veel met onze neus ! Zo kan ruiken je leven beschermen. Denk maar aan brandlucht of het opmerken van bedorven voedsel zoals zure melk. Proef Op tafel staan 8 genummerde potjes. Ruik beide aan alle potjes zonder naar de correctiesleutel te kijken. Kunnen jullie raden welke geur er in het potje zit? Draai nu de correctiesleutel om. Hoeveel had je er juist? Kleur per goed antwoord een neusje. Juist? 1 …………………………………………………………………………………………………………………. 2 …………………………………………………………………………………………………………………… 3 …………………………………………………………………………………………………………………… 4 …………………………………………………………………………………………………………………… 5 …………………………………………………………………………………………………………………… 6 …………………………………………………………………………………………………………………… 7 …………………………………………………………………………………………………………………… 8 …………………………………………………………………………………………………………………… 11 Extra: Lekker geuren! Welke geuren vind jij erg lekker? Welke geuren vind jij helemaal niet lekker? 12 Wist je dat…. Klaar? Hier lees je een aantal wist-je-dat-jes over de zintuigen! Wist je dat… een ongeboren baby van 5 maanden al kan ruiken? Wist je dat… vliegen en vlinders met hun poten ruiken? Zo weten ze als iets eetbaar is. Wist je dat… een haai een zeer goede neus heeft? Hij kan bloed ruiken op een kilometer afstand! Wist je dat… je elk jaar reukcellen verliest? Op je twintigste ben je al een vijfde van je reukcellen kwijt! Wist je dat… katten de smaak zoet niet kennen? Zij smaken geen zoet. Honden zijn er vaak wel gek op. Wist je dat… baby’s en jonge kinderen alles beter smaken dan volwassenen? Zij hebben namelijk ook smaakpapillen langs de binnenkant van hun wangen. Wist je dat… bruin de meest voorkomende kleur van de iris is? 13 Wist je dat… je in totaal een half uur per dag met je ogen knippert? Als je met je ogen knippert, glijden je oogleden bliksemsnel op en neer over de gevoelige bovenste laag van je oog. Tegelijkertijd wassen ze ziektekiemen en stoffen uit je ogen. Wist je dat… het knipperen van je ogen slechts een derde van een seconde duurt? Wist je dat… je huid het dikst is aan je handpalmen en voetzolen, ongeveer 3 mm? Op de meeste andere plaatsen is de huid 2 mm dik. Aan de oogleden slechts 1 mm. Wist je dat… het heel gevaarlijk is om een voorwerp in je oor te stoppen, omdat je zo je trommelvlies kan beschadigen? Wist je dat… de huid op je bips het minst gevoelig is? De huid op je vingertoppen is dan weer het meest gevoelig. Daar zitten heel veel zenuwen! Wist je dat… zweet eigenlijk geen geur heeft? Je begint pas te stinken door bacteriën die op de huid zitten. Wist je dat… jouw vingerdruk uniek is? Niemand op onze aarde heeft dezelfde afdruk als jij. Hetzelfde geldt voor je kleur van ogen. Wist je dat… mensen onder water niet goed kunnen horen? Onze oren kunnen trillingen onder water niet goed opvangen. Wist je dat… in één maand tijd je hele huid vernieuw wordt? Wist je dat… je huid het zwaarste lichaamsdeel is?