Opdrachten stellen bij simulaties Inhoud Inleiding Simulatie de regenboog (voor bovenbouw havo-vwo) Simulatie de regenboog (voor bovenbouw havo-vwo) in verbeterde versie Inleiding Op het worldwideweb zijn tegenwoordig vele zeer goede simulaties van natuurkundige verschijnselen te vinden. Een aantal scholen hebben mooie verzamelingen die toegankelijk zijn voor iedereen. 1. Het Walburgcollege http://www.virtueelpracticumlokaal.nl/ 2. Het Vituscollege te Bussum www.vituscollege.nl doorklikken via >bussum >vaklokaal >natuurkunde >appletmenu En dat zijn lang niet de enige verzamelingen. Jammer genoeg is niet altijd even veel aandacht besteed aan de opdrachten bij de simulatie, terwijl de simulatie zelf wel van goede kwaliteit is. In dit artikel geven we aanwijzingen voor het maken en gebruiken van opdrachten bij simulaties aan de hand van een simulatie over de regenboog voor bovenbouw havo-vwo. Simulatie de regenboog (voor bovenbouw havo-vwo) Een mooie simulatie om het ontstaan van de regenboog te begrijpen is te vinden op de website van het Walburgcollege, is gemaakt door Fu-Kwun Hwang en in het Nederlands bewerkt door Henk Russeler. zie http://www.virtueelpracticumlokaal.nl/ >optica > regenboog Voorbeeld De regenboog (de simulatie met wit licht) Voorbeeld De regenboog (Tekst bij de simulatie) Een van de mooiste natuurkundige verschijnsels is de regenboog. Tal van 1 spreekwoorden en verhalen gaan over de regenboog. De jonge onderzoeker valt al snel op de regenboog altijd voor hem/haar staat, terwijl de zon juist achter de waarnemer staat en meestal regent het. Wat gebeurt er nu precies met dat witte licht dat in een regendruppel terechtkomt? De witte cirkel stelt een water druppel in atmosfeer voor. Het rode licht komt van links. 50%| en 50%+ betekent dat de invallende lichtstraal ongepolariseerd is. We kunnen het gepolariseerde licht wiskundig voorstellen als een optelling van twee gepolariseerde golven waarvan de uitwijkingen loodrecht op de voortplantingsrichting staat en de twee golven staan loodrecht op elkaar. In dit geval: 50% | in de richting evenwijdig aan het beeldscherm en 50% + loodrecht op het beeldscherm. Als je in het gekleurde blok klikt, kun je de invallende lichtstraal van kleur veranderen. Als je in het gekleurde blok klikt, kun je de invallende lichtstraal van kleur veranderen. De invallende lichtstraal valt uiteen in vier stralen: 1. Een gedeelte van de invallende lichtstraal wordt teruggekaatst de atmosfeer in. Deze is aangeduid met het getal 1 net voordat de lichtstraal het "venster" verlaat. De intensiteit van het gepolariseerde licht (voor beiden richtingen) is in het grijs naast de lichtstraal weergegeven. 2. Een gedeelte van het rode licht wordt gebroken en komt in de regendruppel terecht. Deze lichtbundel kan na een breking ook in de atmosfeer terechtkomen (nr2). 3. Het gedeelte van het licht dat binnen de druppel weerkaatst wordt, kan in tweede instantie de atmosfeer in gebroken worden: lichtstraal nummer 3. 4.Het allerlaatste gedeelte treedt na twee keer weerkaatsing in de druppel uit: straal nummer 4. Het meeste licht treedt bij de eerste keer breking (nr 2) uit de druppel. De lichtstraal wordt gebroken volgens de wet van Snellius: sin (hoek van inval) / sin (hoek van breking) = n met n de brekingsindex van water. 2 De Wet van Snellius en de Wet van Terugkaatsing worden uitgebreid uitgelegd in een andere animatie: terugkaatsing en breking van vlakke golven . Aanwijzingen voor de animatie. 1) Klik en sleep met de invallende lichtstraal en bekijk hoe de relatieve intensiteit verandert. 2) Om een geheel witte lichtstraal op de regendruppel te laten vallen, moet het witte vakje aangeklikt worden. 3) Links in het venster staan de volgende grootheden met hun waarden aangegeven: R is de straal van de druppel. b is de verticale afstand van de invallende lichtstraal tot het midden van de druppel. i: hoek van inval r: hoek van breking. 4) Als het licht van de regenboog op je netvlies valt, komt het rode licht van hoger gelegen druppels vergeleken met het blauwe licht. Je ziet een cirkelboog van kleuren met rood aan de buitenkant en blauw aan de binnenkant. Klik het gekleurde vakje aan om dit zichtbaar te maken. 5) Verder is te zien dat de regenboog uit gedeeltelijk gepolariseerd licht bestaat. In de grafiek is ook de intensiteit van de lichtstralen 3 en 4 te zien t.o.v. de hoek. Klik op de ^ of op v knop om de verticale schaal te veranderen. 6) Links naar gelijkluidende websites: http://www.geocities.com/SiliconValley/Lakes/3015/physicsRef.html http://www.fis.unipr.it/~coisson/fo/foweb.html http://cccsrv.trevano.ch/physics.html http://wwwhermes.desy.de/erlangen/ws9697/rain.html http://www.phys.latech.edu/users/sawyer/phys202_webres.html http://www.physik.uni-regensburg.de/exlinks/ausbildung.html Op- of aanmerkingen? Ze Auteur: Fu-Kwun Hwang zijn altijd welkom! Nederlandse bewerking: Henk Russeler Schrijf naar [email protected] Laatste keer aangepast: 07/14/2003 15:21:04 Vakdidactische reflectie Nadere beschouwing van de tekst bij de simulatie leert ons twee dingen: 1) Door de goed gekozen lay-out kan de leerling tegelijkertijd de simulatie op het scherm zien en de tekst bij de simulatie lezen. De leerling hoeft niet heen en weer te scrollen. Het lezen van de opdrachten van het scherm heeft echter weinig meerwaarde. Bovendien wordt niet aangegeven hoe aantekeningen of antwoorden moeten worden opgeschreven. Ons voorstel is dan ook om bij simulaties wel een downloadbaar opdrachtenblad toe te voegen, maar de leerlingen te laten werken met de uitdraai van die opdrachten. De opdracht kan de vorm van een werkblad hebben, maar en 3 kan ook in een schrift gewerkt worden. De simulatie kan dan beeldvullend zijn. 2) De tekst bij de simulatie bevat correcte en wezenlijke informatie, maar het ontbreekt aan een duidelijke didactisch verantwoorde volgorde. Toch laat de tekst zich met knippen en plakken, en met de juiste aanvullingen gemakkelijk gebruiken voor een opdrachtenblad met didactische volgorde. In het onderstaande voorbeeld is de tekst anders ingedeeld volgens een te verantwoorden volgorde in het leerproces. Simulatie de regenboog (voor bovenbouw havo-vwo) in verbeterde versie Regenboog (opdracht) Inleiding Soms gebeurt het dat het regen en dat tegelijkertijd de zon schijnt. Als je geluk hebt zie je dan een regenboog. De regenboog staat altijd tegenover de zon aan de hemel Als je naar de regenboog kijkt heb je de zon in de rug. De kijkhoek waaronder je de boog ziet is 52 graden. De kleuren van binnen naar buiten zijn rood, oranje, geel, groen, blauw. In deze simulatie werk je aan de onderzoeksvraag: o Hoe ontstaat de regenboog? Waar hoort het bij? Dit opdrachtenblad hoort bij de vakcursus Licht en geluid. In Physics, 6e druk wordt i § 26.5 Kleurenschifting en de regen boog (pag 785-787) aandacht besteed aan het ontstaan en de eigenschappen van een regenboog. Hier staat een prachtige foto van ee regnboog en van kleurschifting bij een prisma. Dit opdrachtblad sluit daarbij aan en is bedoeld voor studenten aan de lerarenopleiding natuurkunde. De simulatie De simulatie is te vinden op: www.virtueelpracticumlokaal.nl doorklikken >optica >regenboog 4 De kleur van het licht kun je veranderen door te klikken op één van de gekleurde vakje links bovenin. Er is rood, groen, blauw of wil licht beschikbaar. Klik met de linkermuis op het witte vakje onder de rood, groen en blauw gekleurde vakjes. De lichtstraal wordt nu wit. De witte cirkel stelt een waterdruppel in atmosfeer voor. Het witte licht komt van links en valt op de druppel. Bij ieder uittreepunt wordt een gedeelte gereflecteerd en een gedeelte gebroken. De uitredende lichtbundels zijn gekleurd, terwijl de divergentie van die bundel steeds groter wordt. Bedienen en aflezen Links in het venster staan de volgende grootheden met hun waarden aangegeven: o b o o R i de verticale afstand van de invallende lichtstraal tot het midden van de druppel. (deze kun je instellen door met de muis te slepen!) is de straal van de druppel. hoek die de invallende lichtstraal maakt van met de normaal van de regendruppel. Verkennen 1) Bekijk de situatie dat een witte lichtstraal op de regendruppel valt. Beschrijf in ieder uitreepunt 1, 2, 3 en 4 wat er gebeurt . 2) Om te verklaren hoe je een regenboog kunt zien, maak je een tekening van een waarnemer, de zon, en twee druppels boven elkaar. a) Leg uit waarom je de regenboog ziet als boog b) Verklaar de volgorde van de kleuren. Verdiepen (wit licht) 3) Wat verandert er als de verticale afstand b verandert? Verdiepen (rood licht) 4) Klik op het rode vakje waardoor de lichtstraal een rode kleur krijgt. Je kunt nu ook 5 gegevens aflezen over de polarisatiegraag van de lichtstralen. De invallende lichtstraal is willekeurig gepolariseerd (50% ║ en 50%┴ ). De uitredende lichtstralen zijn gepolariseerd. Hoe zie je dat in de simulatie? Wat merk je daarvan in het echt? 5) In de grafiek is de intensiteit van de uitredende lichtstralen 3 en 4 te zien t.o.v. de hoek. (Door te klikken op < ^ > of op < v > kun je de verticale schaal veranderen). Hoe verandert de relatieve intensiteit van de derde uitgetreden lichtstraal als de verticale afstand b verandert.? Achtergrondinformatie 6) Ga na dat je met behulp van de onderstaande theorie de gesimuleerde verschijnselen kunt begrijpen en toelichten Breking Licht dat van het ene medium naar het andere medium gaat verandert van voortplantingsrichting. We zeggen dat een lichtstraal wordt gebroken op het grensvlak van het ene en het andere medium. Hiervoor geldt de brekingsregel voor licht ook wel wet van Snellius genoemd. n sin i sin r waarin: i = hoek van inval (tussen invallende lichtstraal en de normaal) n = hoek van breking (tussen doorgaande lichtstraal en normaal) n = brekingsindex van medium 1 naar medium 2 Polarisatie Polarisatie van licht merk je als je een polaroid zonnebril gebruikt. De hinderlijke schitteringen 6 bij reflecties tegen het wateroppervlak verdwijnen omdat de zonnebril een gedeelte van het gepolariseerde licht tegenhoudt. Als we licht voorstellen als een transversale golf dat is een golf lineair gepolariseerd als het vlak van trilling niet verandert. Je noemt dit horizontaal of vertikaal gepolariseerd licht. Willekeurig gepolariseerd licht (ook wel ongepolariseerd licht genoemd) bestaat voor gelijke delen uit horizontaal gepolariseerd licht en vertikaal gepolariseerd licht. Dit wordt aangegeven met : 50 % ║en 50% ┴. ║betekent evenwijdig aan het beeldscherm en ┴ betekent loodrecht op het lichtscherm. Een lineair polarisatiefilter houdt het licht dat in de ene richting gepolariseerd is tegen en laat het licht dat in de andere richting gepolariseerd is door. Links naar websites met aanvullende informatie a. b. c. d. e. f. http://www.geocities.com/SiliconValley/Lakes/3015/physicsRef.html http://www.fis.unipr.it/~coisson/fo/foweb.html http://cccsrv.trevano.ch/physics.html http://www-hermes.desy.de/erlangen/ws9697/rain.html http://www.phys.latech.edu/users/sawyer/phys202_webres.html http://www.physik.uni-regensburg.de/exlinks/ausbildung.html Bronvermelding Op- of aanmerkingen? Ze zijn altijd welkom! Auteur: Fu-Kwun Hwang Nederlandse bewerking: Henk Russeler Schrijf naar [email protected] Laatste keer aangepast: 07/14/2003 15:21:04 Eindredactie opdrachtenblad Hans Poorthuis, [email protected], Opdrachtenblad aangepast 10 september 2004 Tekstelementen van de opdracht Kenmerken van deze didactische opzet zijn de indeling en de volgorde van de tekstelementen. Titel Inleiding (met richtvraag) Waar hoort het bij? De simulatie Bedienen en aflezen Verkennen Verdiepen (wit licht) Verdiepen (rood licht) Achtergrondinformatie 7 Leerfasen werkelijkheidsgerichte didactiek Deze indeling in tekstelementen past bij de leerfasen volgens werkelijksheidsgerichte didactiek. Bij werkelijkheidsgerichte didactiek start het leren in de omgeving (concrete ervaring), komt uit bij begripsvorming (abstracte theorie) en gaat weer terug naar de omgeving (toepassing van abstracte theorie in de omgeving). Door het problematiseren van een verschijnsel uit de directe omgeving wordt behoefte aan kennis waarmee het waargenomen verschijnsel kan worden begrepen, opgeroepen. (voorbeeld De regenboog). Bouwstenen voor het begrijpen van dit verschijnsel worden aangereikt door onderzoek van dit verschijnsel in het laboratorium (kleurschifting bij een prisma) Vanuit de theorie wordt dit samengevat in enkele regels over kleurschifting (brekingsregel voor diverse kleuren licht wet van Snellius). Gewapend met deze concepten en regels ga je terug naar het oorspronkelijke verschijnsel (de regenboog) De nieuwe opgedane kennis wordt wendbaar als je het ook toepast op andere situaties (bijvoorbeeld Chromatische abberatie = kleurschifting bij lenzen) In schema ziet dit er als volgt uit Regenboog orienteren verwerven Brekings regel Hoofd Vakregel leerproces Kleurschifting bij lenzen Kleurschifting Bij prisma Laboratorium Schoolvoorbeeld Omgeving praktijkvoorbeeld 8 verwerken toepassen