OPERATIE AAN DE PLASBUIS (URETHROTOMIE) FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Zoals u van de uroloog heeft vernomen, heeft u een ringvormige vernauwing (urethrastrictuur) in uw plasbuis. In overleg met uw arts zal dit worden verholpen middels een operatieve verwijding, die 'urethrotomie' wordt genoemd. Uw uroloog heeft u verteld wat u bij zo'n operatie kunt verwachten. In deze folder staan aanwijzingen over de wijze waarop u zich op de behandeling moet voorbereiden en vindt u informatie over het verloop van de behandeling. Andere vormen van behandeling Naast de urethrotomie is het in een aantal gevallen mogelijk om de vernauwing in de plasbuis met speciale instrumenten op te rekken. Nadeel hiervan is dat de kans op terugkeren van de vernauwing veel groter is en dat het oprekken vaker moet gebeuren (pijnlijk). Bij vaak terugkeren van de vernauwing kan zelfcatheterisatie aangeleerd worden om dit voor te zijn. In een enkel geval is het noodzakelijk om de vernauwing van de plasbuis door middel van een open operatie (urethraplastiek) vanuit het kruis te behandelen. In uw geval is echter, in onderling overleg, besloten tot een eenvoudige inwendige ingreep via de plasbuis (urethrotomie). De voorbereiding U krijgt van het Opnamebureau een oproep. Voordat u geopereerd wordt, vinden vaak enkele onderzoeken plaats tijdens het Pre-operatief Spreekuur(POS), waarvoor u een afspraak heeft ontvangen. Het onderzoek kan bestaan uit het meten van uw bloeddruk, hartslag en gewicht. Een anesthesioloog bespreekt met u: mogelijkheden van verdoven, algehele narcose of plaatselijke verdoving door middel van een ruggenprik, eventueel gecombineerd met een slaapmiddel op verzoek; uw gezondheidstoestand; eventueel aanvullende onderzoeken zoals een consult van de internist, bloed- en urineonderzoek, het maken van een hartfilm of een röntgenfoto van uw borstkas. Belangrijk Het is belangrijk dat u ruim van tevoren gestopt bent met het gebruik van bloedverdunnende medicijnen, zoals ascal, aspirine, marcoumar, sintrommitis, acenocoumarol, acetosal, persantin, en dergelijke. Meestal is dit op de polikliniek en/of opnamebureau al met u geregeld. Mocht dit vergeten zijn, maakt u dit dan zo spoedig mogelijk kenbaar. De opname In het algemeen wordt u de ochtend van de ingreep nuchter opgenomen. Afhankelijk van uw leeftijd en of conditie eerder. De verpleegkundige maakt u wegwijs op de afdeling. Nog enkele vragen worden aan u gesteld, en de gang van zaken rond de ingreep wordt nog eens besproken. Mogelijk zijn er nog enkele verpleegkundige voorbereidingen nodig en komt de arts nog langs. De operatie Bij een urethrotomie wordt de ringvormige vernauwing gekliefd via de plasbuis met een speciaal hiervoor ontwikkeld mesje. De operatie wordt onder narcose of met een ruggeprik uitgevoerd. Na de operatie Na de operatie heeft u een catheter en een urinezak. Soms is er om de penis een verband aangelegd. Dit alles om te verhinderen dat een bloeduitstorting in de penis (plasbuis) optreedt. Wanneer de catheter wordt verwijderd, is afhankelijk van de ernst van de vernauwing. Nadat de catheter verwijderd is, gaat het plassen aanvankelijk nog niet zo goed, omdat de plasbuis van binnen nog opgezet is. De plas is schrijnend, doordat de urine de wond in de plasbuis passeert. Dit gevoel verdwijnt betrekkelijk snel, zeker wanneer u de eerste dagen flink drinkt. In het begin zijn er vrijwel altijd nog wat bloed en stolseltjes in de urine. Dit wordt geleidelijk minder. Toch kan het vaak nog weken duren eer alle stolseltjes verdwenen zijn. Ook kan het voorkomen dat een eenmaal heldere urine plots weer bloedsporen vertoont (loskomen van wondkorstjes). Wanneer u op zo'n dag wat extra drinkt, verdwijnt dit bloed weer vanzelf. Mogelijke risico’s en complicaties Nabloeding Een enkele keer komt het voor, dat er bloed uit de plasbuis gaat stromen wanneer de catheter verwijderd is. Meestal is het dan voldoende om weer een catheter voor één of twee dagen te plaatsen. Catheterproblemen Het komt vrij regelmatig voor, dat de blaas wordt gehinderd door het feit dat de catheter aanwezig is. Blaaskrampen (pijnlijke aandrang) met lekkage langs de catheter kunnen daarvan het gevolg zijn. Deze blaaskrampen zijn met medicijnen goed te verhelpen. Als het verantwoord is, wordt de catheter om deze reden soms wat eerder verwijderd dan gebruikelijk. Incontinentie Incontinentie is maar zelden een gevolg van urethrotomie. Meestal het gevolg van het feit dat de urine nu gemakkelijk door de plasbuis kan passeren. Met enige oefeningen van de sluitspier en de bekkenbodem is dit meestal snel te verhelpen. Urineweginfectie Deze infectie komt niet vaak voor en reageert goed op een eenvoudige antibioticakuur. Geen nadelig effect op de sexualiteit Veel mannen verkeren in de mening dat ingrepen via de plasbuis impotentie kunnen veroorzaken. Dat is beslist niet het geval. Een urethrotomie heeft geen invloed op de erectie en het sexuele leven. Wel komt het voor dat mannen door de operatie psychisch geremd worden in hun sexualiteit, bijvoorbeeld omdat zij de operatie als een wel erg duidelijk teken van veroudering beschouwen. Na ontslag Afhankelijk van de ernst van de vernauwing gaat u met of zonder catheter naar huis. Het is belangrijk, dat u goed blijft drinken gedurende de eerste weken. Het is niet wenselijk de eerste drie weken gebruik te maken van de fiets, motor, of bromfiets. Het is eveneens niet verstandig om de eerste drie weken sexuele gemeenschap te hebben. Daarna voorzichtig zijn. Immers, de wond die zich binnen dicht bij het kruis bevindt, moet de rust krijgen om te genezen. Het met mate gebruiken van alcohol kan geen kwaad. Controle Bij ontslag krijgt u meestal een afspraak mee voor het eerste polikliniekbezoek. Om te beoordelen hoe het plassen gaat, wordt u verzocht om met een gevulde blaas te komen, zodat een flowmetrie (urinestraalmeting) en onderzoek van de urine kan volgen. Soms wordt met de echo gekeken of er urine in de blaas achterblijft (residu). Zo nodig wordt dit onderzoek na 3 tot 6 maanden herhaald. Niet vergeten Zijn uw gegevens gewijzigd? Geef dit dan vóór uw afspraak door bij de Inschrijfbalie op de begane grond. Vragen In deze folder hebben we alleen de meest belangrijke vragen beantwoord. Als iets u niet duidelijk is, vraagt u dit dan aan de assistente. U kunt ook telefonisch contact opnemen met de polikliniek Urologie via telefoon 010 - 893 0000. Indien gewenst kan er een afspraak gemaakt worden voor een aanvullend gesprek. Juni 2010 6050241