de reddingsboei van de lokale papaja

advertisement
facts
series
virusresistente
papaja in
Hawaï
de reddingsboei van de
lokale papaja-industrie
1
VIB
VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) is een non-profit onderzoeksinstituut
in de levenswetenschappen. 1.300 wetenschappers verrichten strategisch
basisonderzoek naar de moleculaire basis van het menselijk lichaam, planten en
micro-organismen. Via een partnerschap met vier Vlaamse universiteiten – UGent,
KU Leuven, Universiteit Antwerpen en Vrije Universiteit Brussel – en een stevig
investeringsprogramma bundelt VIB de krachten van 76 onderzoeksgroepen in
één instituut. Hun onderzoek leidt tot een betere kennis van het leven. Met zijn
technologietransfer streeft VIB ernaar om onderzoeksresultaten te vertalen in
nieuwe economische activiteit en in producten ten dienste van de consument en
de patiënt. VIB ontwikkelt en verspreidt een breed gamma aan wetenschappelijk
onderbouwde informatie over alle aspecten van de biotechnologie. Meer info op
www.vib.be.
V.U.: Jo Bury, VIB vzw, Rijvisschestraat 120, 9052 Gent
februari 2014
facts
series
Papaja
2
facts
series
Virus-resistente papaja
in Hawaï: de reddingsboei van
de lokale papaja-industrie
Inhoud
1.
De papajateelt en het papaja-ringspotvirus
De papajateelt wereldwijd onder vuur
De papaja-industrie op Hawaï
2.
Genetic engineering als
bescherming van de oogst
6
6
8
13
De aanloop naar een succesverhaal
Het wapen gebruikt als verdediging
Een nieuw kenmerk en een nieuwe variëteit
De kracht van biotechnologie
13
13
14
18
3.
19
Een ontwikkeling van de publieke sector
Octrooi overgedragen aan de lokale papaja-organisatie
Goedgekeurd voor milieu en consumptie
19
20
4.
Economische aspecten van
de Hawaïaanse papaja
21
Canada en Japan verdelen de papaja’s
De GGO-papaja in Japan
21
23
5.
24
De biotech-papaja buiten Hawaï
De Hawaïaanse technologie verspreidt zich
China neemt heft in eigen handen
24
25
6.Besluit
26
facts
series
3
Papaja
1
Samenvatting
Papaja wordt voornamelijk geteeld in tropische en subtropische regio’s. Het
vormt een belangrijk bestanddeel van het dieet in ontwikkelingslanden. Het is
ook de bron van het enzym papaïne dat gebruikt wordt in de farmaceutische en
voedingsindustrie. Sinds verschillende decennia wordt de wereldwijde productie
van papaja’s bedreigd door de ringvlekkenziekte veroorzaakt door het papaja
‘ringspot’ virus (PRSV).
PRSV werd voor het eerst gesignaleerd in de Amerikaanse staat Hawaï­in
1945. Sindsdien brak de ringvlekkenziekte uit in alle delen van de wereld waar
papaja geteeld wordt. Hawaï­staat in voor slechts 0,1% van de wereldwijde
papajaproductie. Toch zal het steeds geassocieerd blijven met de vrucht dankzij
het pionierswerk in de ontwikkeling van een PRSV-resistente papaja.
Om te ontsnappen aan het PRSV werd de papajateelt in Hawaï­initieel verlegd
van het eiland Oahu naar Puna. Begin jaren 1990 werd echter ook daar het PRSV
vastgesteld. Tussen 1992 en 1997 daalde de papajaproductie met meer dan
30% en was de lokale papajateelt ten dode opgeschreven. Onderzoekers van
Cornell University (VS) en de Universiteit van Hawaï­ontwikkelden een genetisch
gewijzigde papajavariëteit die resistent is tegen PRSV. Door een opmerkelijk
efficiënte ontwikkelings- en toelatingsprocedure konden de GGO-papaja’s al in
1998 geïntroduceerd worden. In amper vier jaar tijd herstelde de papajaproductie
zich tot het niveau van voor de PRSV-infectie. De Hawaïaanse­papajateelt was
gered. Ondertussen exporteert Hawaï­zijn biotech-papaja’s naar Canada en Japan.
Door de specificiteit van het virus en van het virus-resistentiemechanisme zijn
de Hawaïaanse­GGO-papaja’s vooral resistent tegen het Hawaïaanse­PRSV. De
ontwikkeling heeft echter alle papajatelende landen gestimuleerd en geïnspireerd
om op een gelijkaardige manier virus-resistente papaja’s te ontwikkelen voor de
lokale markt. Resistente papaja’s zijn intussen ontwikkeld in Brazilië, Taiwan,
Jamaica, Indonesië, Maleisië, Thailand, Venezuela, Australië en de Filippijnen.
Sinds 2007 teelt ook China door hen zelf ontwikkelde PRSV-resistente GGOpapaja’s. Het GGO-papaja-areaal besloeg 3550 ha in 2007 en steeg tot 6275 ha in
2012, meer dan 60% van het Chinese papaja-areaal.
facts
series
Papaja
4
Feiten en cijfers
• Wereldwijd werd in 2011 bijna 12 miljoen ton aan papaja geproduceerd op iets meer dan 420 000 ha, goed voor een marktwaarde van 200 miljoen US dollar. Van al het verhandeld fruit is papaja op wereldschaal de derde belangrijkste.
• Papaja wordt geteeld in ongeveer 60 landen, vooral in ontwikkelingslanden, met India als leider gevolgd door Brazilië,
Indonesië­, Nigeria en Mexico.
• Niettegenstaande dat Hawaï­instaat voor slechts 0,1% van de globale papajaproductie en papaja slechts de vijfde grootste
teelt is in Hawaï­, is Hawaï­wereldleider op vlak van onderzoek naar en ontwikkeling van papaja’s.
• Het papaja-ringspotvirus (PRSV) veroorzaakt de meest verspreide en meest destructieve ziekte in de papajateelt. De ringvlekkenziekte leidt tot ernstige kwaliteits- en opbrengstverminderingen en kan zelfs leiden tot volledig verlies van de oogst.
• In 1992 werd PRSV ontdekt in commerciële boomgaarden in Puna, het belangrijkste papaja producerende gebied in Hawaï­. Het
virus verspreidde zich razendsnel en tegen 1998 was de papajaproductie in Puna bijna gehalveerd.
• De publieke sector anticipeerde op het vernietigend effect van PRSV. Onderzoekers van de Universiteit van Hawaï­en van
Cornell ontwikkelden genetisch gewijzigde papaja’s resistent tegen PRSV.
• De virus-resistente GGO-papaja werd in 1998 voor teelt toegelaten in de Verenigde Staten. In vier jaar tijd had de biotechpapaja de achteruitgang van de Hawaïaanse­papaja-industrie gestopt en de productie teruggebracht op het niveau van voor
de PRSV-intrede.
• In 2009 werd de virus-resistente ‘Rainbow’ papaja geteeld op ongeveer 676 hectares in Hawaï­, 77% van het papaja-areaal.
• Canada zette in 2003 het licht op groen voor de import van de Hawaïaanse­GGO-papaja’s, Japan volgde in 2011.
• China ontwikkelde een eigen virus-resistente GGO-papaja. In 2007 werd deze papaja voor het eerst geteeld op 3550 ha.
Vijf jaar later groeide dit areaal tot 6275 ha. In de provincie Guangdong, de belangrijkste papaja producerende regio in China, is
er een adoptie van 95%.
facts
series
5
Papaja
1
De papajateelt en het
papaja-ringspotvirus
Wereldwijd wordt bijna 12 miljoen ton aan papaja­geproduceerd. De productie in de
Verenigde­Staten neemt slechts 0,1% van de wereldproductie in. Toch zal de staat
Hawaï steeds in één adem vernoemd worden met de papaja­teelt en -onderzoek. Hawaï
ontwikkelde en introduceerde immers met succes de eerste genetisch gewijzigde
virus-resistente papaja­’s.
De papajateelt wereldwijd onder vuur
Papaja­wordt in de tropen op grote schaal
geteeld. De vruchten zijn niet alleen een
grote bron van antioxidanten, vitaminen en mineralen, ze zijn ook de bron
van papaïne­. Dit enzym wordt gebruikt
in verschillende industriële processen
(bv. soepel maken van leer) alsook voor
de productie van farmaceutische producten en cosmetica (bv. behandelen
van littekens).1 In 2011 werd wereldwijd
11,8 miljoen ton aan papaja­geproduceerd, goed voor een marktwaarde van
200 miljoen­US dollar.2 Papaja­­ wordt
geteeld in ongeveer 60 landen, vooral in
ontwikkelings­
landen. India is met een
areaal van meer dan 100 000 ha en een
productie van bijna 4,2 miljoen ton de
absolute leider. Qua productie wordt India
gevolgd door Brazilië (1,8 miljoen ton),
Indonesië (0,96 miljoen ton), Nigeria (0,71
miljoen ton) en Mexico (0,63 miljoen ton).2
Van al het verhandeld fruit op wereldschaal is papaja­de derde belangrijkste.
De wereldwijde papaja­
-industrie wordt
bedreigd door twee grote problemen.
Verliezen na de oogst te wijten aan
schimmelinfecties en/of mechanische
beschadiging van de vruchten veroorzaken economische schade. Vaak is de
gebrekkige infrastructuur in de tropen
(gebrek aan gekoelde stockage en afwe-
facts
series
Papaja
6
zigheid van wegennet) de achterliggende
oorzaak. Echter hét grootste probleem
dat zich situeert in de papaja­teelt is het
papaja-­
ringvlekkenvirus (in het Engels
‘papaya ringspot virus’ of afgekort PRSV).
Dit plantenvirus komt wereldwijd voor
overal waar papaja­geteeld wordt.3 Het
veroorzaakt een drastische verlaging van
de opbrengst en kan in het ergste geval
volledige papaja­plantages vernietigen.
De naam ‘ringspot’ komt van de ringvormige vlekken die de ziekte veroorzaakt
op de vruchten van geïnfecteerde papaja­­
planten (Figuur 1).3 PRSV vernietigt de
fotosynthetische capaciteit4 van de
bladeren.5 Besmette planten ontwikkelen een hele reeks symptomen: de
bladeren verbleken en vergelen, de
planten blijven klein en missen een algemene groeikracht. Wanneer de infectie
gebeurt tijdens de eerste maanden na het
planten, produceren de papaja­’s op latere
leeftijd meestal geen vruchten. Infectie
van oudere planten zorgt voor een vertraging en een vermindering van de vruchtzetting. De vruchten zijn daarenboven
kleiner, gevlekt en hebben lagere suikerconcentraties waardoor de kwaliteit van
de papaja­’s drastisch naar beneden gaat.
Figuur 1. Het papajaringspotvirus veroorzaakt
ringvormige vlekken op de
geïnfecteerde papaja’s.
1Evans EA, Ballen FH (2012). An overview of global papaya production, trade and consumption. EDIS document FE913. Beschikbaar via http://edis.ifas.ufl.edu/pdffiles/
FE/FE91300.pdf
2FAOSTAT. Beschikbaar via http://faostat.fao.org/site/567/default.aspx#ancor
3 Gonsalves D (1998). Control of papaya ringspot virus in papaya: a case study. Annual Review of Phytopathology 36, 415-437.
4 Fotosynthese is het biochemisch proces waarbij planten energie uit zonlicht omzetten naar suikers.
5 Lius S et al. (1997). Pathogen-derived resistance provides papaya with effective protection against papaya ringspot virus. Molecular Breeding 3, 161-168.
PRSV is een virus dat voornamelijk
verspreid wordt door bladluizen.6,7 Bij
het opnemen van plantensap uit een
geïnfecteerde plant nemen bladluizen ook viruspartikels op. Tijdens het
bezoek aan gezonde planten zuigen de
bladluizen opnieuw plantensap op en
komen de virussen­in de gezonde plant
terecht. Om verspreiding tegen te gaan
worden papaja­­plantages­ behandeld
met aphiciden­(insecticiden­die werken
tegen bladluizen) en worden aangetaste
planten onmiddellijk vernietigd.8,9
PAPAJA – DE BOTANISCHE DETAILS
Papaja­’s (Carica papaya L.) groeien het best in warme, vochtige, tropische gebieden en zijn
afkomstig uit de tropische regio’s van Zuid-Mexico tot de Andes in Zuid-Amerika.10 Volgens de
botanische kenmerken zijn papaja­’s geen bomen maar meerjarige kruidachtigen.11 Ze worden
tussen de zes à negen meter groot en bestaan uit één enkele stam (zie foto). Papaja­­planten
kunnen tot 10 jaar productief blijven maar in de meeste commerciële plantages worden de
bomen om de drie jaar vervangen.11 Afhankelijk van de papaja­­variëteit en de omstandigheden
start de vruchtzetting van papaja­’s tussen de 6 en 12 maanden na planten. De vruchten zelf
hebben 5 tot 9 maanden tijd nodig om volledig te ontwikkelen.11 Het is dus mogelijk om papaja­’s
in één jaar tijd te oogsten en ieder jaar opnieuw aan te planten. Om werk en de aankoop van
nieuw plantenmateriaal te sparen wordt zo’n eenjarige teelt enkel toegepast wanneer ziekten
en plagen een meerjarige teelt onmogelijk maken.
PLANTENVIRUSSEN
Virussen bestaan uit een hoeveelheid erfelijk materiaal (DNA of RNA12) dat verpakt zit in een omhulsel van eiwitten (mantel­
eiwitten). Ze kunnen zich alleen vermeerderen in door hen geïnfecteerde cellen en hebben de moleculaire machinerie van de
geïnfecteerde cel nodig om hun erfelijk materiaal alsook de manteleiwitten te vermeerderen.
Er bestaan veel verschillende soorten virussen. Sommige besmetten dieren, terwijl andere planten of bacteriën infecteren.
Plantenvirussen zijn ofwel staafvormig (zoals het papaja­-ringspotvirus) of bolvormig. Ze kunnen sterk verschillen van grootte
maar de grootste plantenvirussen zijn nog steeds uiterst klein (een duizendste van een millimeter).
In een typisch infectieproces van dierlijke of bacteriële cellen hecht het virus zich aan een cel om vervolgens zijn erfelijk materiaal
te injecteren of om met de gastheercel te versmelten. Plantencellen hebben echter robuuste celwanden die plantenvirussen­
zonder hulp niet kunnen doordringen. Plantenvirussen worden dan ook vooral bij beschadiging of door een ander organisme
zoals bladluizen overgedragen. De eerste stap in de infectie is de ontmanteling van het virus.13 Aan één zijde wordt een paar
tientallen manteleiwitten verwijderd waardoor het erfelijk materiaal gedeeltelijk bloot komt te liggen. Dat erfelijk materiaal
wordt herkend door de ribosomen van de plant. Ribosomen zijn speciale ontcijferingsmachines die de boodschappen verborgen
in het erfelijk materiaal van het virus vertalen naar de productie van eiwitten. Terwijl de ribosomen het erfelijk materiaal van het
virus vertalen, wordt het virus tegelijk verder ontmanteld.13 Op die manier worden nieuwe manteleiwitten gemaakt en worden
andere eiwitten gemaakt nodig voor de vermenigvuldiging van het virus. Het virus geeft de geïnfecteerde cel dus de opdracht
om nieuwe virussen te maken. Eens het erfelijk materiaal van het virus voldoende vermenigvuldigd is en er voldoende mantel­
eiwit is geproduceerd, wordt het erfelijk materiaal terug ingekapseld door de manteleiwitten. De nieuw gevormde virussen
infecteren op hun beurt nieuwe cellen en als de infectie niet gestopt wordt, kan dit tot de dood van de gastheer leiden.
6 Kalleshwaraswamy CM, Krishna Kumar NK (2008). Transmission efficiency of papaya ringspot virus by three aphid species. Phytopathology 5, 541-546.
7 Tripathi S et al. (2008). Papaya ringspot virus-P: characteristics, pathogenicity, sequence variability and control. Molecular Plant Pathology 9, 269-280.
8 Tecson Mendoza EM (2008). Recent advances in the development of transgenic papaya technology. Biotechnology Annual Review 14, 423-462.
9 Hou L et al. (2012). Farmer’s knowledge on GM technology and pesticide use: evidence from papaya production in China. Journal of Integrative Agriculture 11, 2107-2115.
10http://www.fruit-crops.com/papaya-carica-papaya/
11Morton JF (1987). Papaya. p. 336–346. In: Fruits of warm climates. Published by Julia F. Morton, Miami, FL.
Beschikbaar via http://www.hort.purdue.edu/newcrop/morton/papaya_ars.html
12RNA of ribonucleïnezuur is net zoals DNA opgebouwd uit een lange keten van nucleotiden. In hogere organismen (zoals planten en dieren) wordt het vooral gebruikt
om de informatie die opgeslagen ligt in het DNA over te brengen naar de productie van eiwitten. In afwezigheid van DNA zoals bij vele plantenvirussen kan RNA ook
dienen als drager van de erfelijke informatie. Het kan voorkomen onder de vorm van één of twee strengen.
13Fitchen JH, Beady RN (1993). Genetically engineered protection against viruses in transgenic plants. Annual Review of Microbiology 47, 739-763.
facts
series
7
Papaja
1
HET PAPAJA-RINGSPOTVIRUS – DE MOLECULAIRE DETAILS
PRSV behoort tot de familie van de potyvirussen, de grootste en economisch meest
belangrijke­ plantenvirusfamilie.14,15 Ongeveer 30% van alle plantenvirussen behoren tot
deze familie. Van PRSV bestaan er twee types. Het type P (papaja­-infecterend) veroorzaakt
de ringvlekkenziekte bij papaja­, terwijl het type W (watermeloen-infecterend) vooral economische schade veroorzaakt binnen de komkommerfamilie.16 Het papaja­-ringspotvirus dat
voor het eerst beschreven is in 1949 na de grote schade op Hawaï­werd PRSV-HA gedoopt
en is een typisch type P-virus.16
Elektronenmicroscopische Potyvirussen zijn RNA-virussen (zie kaderstuk ‘Plantenvirussen’, pagina 7). Het genomisch
opname van potyvirussen. RNA bestaat uit één streng van 10 326 nucleotiden­en codeert voor één groot polypeptide
van 3340 aminozuren.17,18 Dat polypeptide wordt vervolgens geknipt tot 11 functionele eiwitten.15 Het RNA zit verpakt in een
mantel die bestaat uit ongeveer 2000 kopijen van éénzelfde manteleiwit.18,19 PRS-virussen zijn ultrakleine draadvormige structuren met een diameter van ongeveer 12 nm 20 en een lengte van 760-800 nm.17 De moleculaire karakterisatie van PRSV is in de
laatste decennia zo gevorderd dat het virus maar weinig geheimen meer kent voor plantenvirologen. Ook de RNA-sequentie en
dus de genetische informatie van de PRS-virussen die voorkomen op Hawaï­en Taiwan zijn volledig gekend.17,18
me
genomisch rna
Illustratie van een draadvormig potyvirus.
Het genomisch RNA is omgeven door manteleiwitten (ME)
De papaja-industrie op Hawaï­
De papaja­
productie van de Verenigde
Staten­staat in vergelijking met de grote
producenten op een laag pitje. De plantages bevinden zich allemaal in de staat
Hawaï­. Volgens de nationale statistieken
was het Hawaïaanse­papaja­-areaal in 2011
iets groter dan 800 ha waarvan er 526 ha
papaja­­bomen geoogst werden.2,21,22 Met
een opbrengst van 24,7 ton per ha produceerde Hawaï­in 2011 dus bijna 13 000 ton
aan papaja­’s. Met deze cijfers staan de
Verenigde Staten slechts in voor 0,1 % van
de wereldwijde papaja­productie. Ondanks­
de kleine schaal is de papaja­voor de landbouwers in Hawaï­van groot belang en
vormt het lokaal de vijfde grootste teelt.
In 2011 telde Hawaï­172 papaja­telers, wat
facts
series
Papaja
8
neerkomt op een gemiddeld areaal van
4,7 ha per bedrijf.21
Op Hawaï­werd PRSV omstreeks 1945 ontdekt op het eiland Oahu, toen de belangrijkste papaja­producerende Hawaïaanse­
regio.3 Vijf jaar later werd de productie van
Oahu verlegd naar de Puna-streek op het
hoofdeiland Hawaï­, die tot dan nog geen
commerciële papaja­productie kende maar
waar PRSV niet heerste. Het papaja­-­areaal
op Puna nam gestaag toe van 260 ha
in 1960 tot 910 ha in 1990. Het contrast
met het besmette Oahu was significant
want daar nam het areaal af van 200 ha in
1940 naar slechts 20 ha in 1990.3
14Provvidenti R, Hampton RO (1992). Sources of resistance to viruses in the Potyviridae. Arch Virol Suppl 5, 189-211.
15Chung BY-W et al. (2008). An overlapping essential gene in the Potyviridae. Proceedings of the National Academy of Sciences USA 105, 5897-5902.
16 Bateson MF et al. (2002). On the evolution and molecular epidemiology of the potyvirus Papaya ringspot virus. Journal of General Virology 83, 2575-2585.
17 Yeh SD et al. (1992). Complete nucleotide sequence and genetic organization of papaya ringspot virus RNA. Journal of General Virology 73, 2531-2541.
18 Wang CH, Yeh SD (1997). Divergence and conservation of the genomic RNAs of Taiwan and Hawaii­strains of papaya ringspot potyvirus. Arch Virol 142, 271-285.
19 Riechmann JL et al. (1992). Highlights and prospects of potyvirus molecular biology. Journal of General Virology 73, 1-16.
20 1 nanometer (nm) is één miljoenste van een millimeter.
21USDA National Agricultural Statistics Service. Hawaii­Farm Facts, July 2012. Beschikbaar via http://www.nass.usda.gov/Statistics_by_State/Hawaii/Publications/
Fruits_and_Nuts/annpapFF.pdf
22USDA National Agricultural Statistics Service. Data te raadplegen via http://www.nass.usda.gov/Statistics_by_Subject/index.php?sector=CROPS
oahu
kauai
honolulu
hawaï
molokai
lanai
maui
puna
hawaï
Tot verbazing van iedereen bleef Puna
voor meer dan 30 jaar gevrijwaard van
PRSV. Het geografisch verschuiven van
een teelt om proberen te ontsnappen
aan virusinfecties is inderdaad effectief op korte termijn. Virussen bewegen
echter­mee met de teelt. Slechts één
PRSV-besmette bladluis of papaja­is voldoende om vroeg of laat ook de nieuwe
teelt te besmetten. Het wordt dan ook
steeds moeilijker om de teelten te verschuiven naar andere plaatsen. In 1992
werd PRSV ontdekt in de Puna papaja­
plantages. Op dat moment groeide 95%
van alle Hawaïaanse­­papaja­’s op Puna.23
Vanuit de overheid werd onmiddel-
lijk een uitroeiings­
programma op punt
gezet waarbij de planten uit besmette
plantages­vernield moesten worden.3 Het
virus bleef zich echter verspreiden en in
1994 gaf de Hawaïaanse­overheid toe dat
de situatie oncontroleerbaar geworden
was. In minder dan drie jaar was één derde van de Puna-plantages geïnfecteerd.3
In 1995 was de eerste schok in de productie merkbaar met een daling van 25% ten
opzichte van 1994. Het volgende jaar daalde de productie terug met 10% (Figuur 2).
In vier jaar tijd (1994-1998) daalde de
opbrengst van 25,5 ton per ha naar 16,8
ton per ha, een daling van bijna 35%.21
In 1998 besliste de Amerikaanse overheid
om de teelt van de genetisch gewijzigde
papaja­­
variëteiten ‘Rainbow’ en ‘Sunup’
toe te laten op Hawaï­(voor meer details
over de ontwikkeling van de GGO-papaja­­
verwijzen we naar Hoofdstuk 2, pagina 13).
De ongeveer 250 papaja­­telers kregen daarmee een middel­om hun papaja­­oogsten te
beschermen tegen PRSV. Deze GGO-papaja ’s die resistent zijn tegen PRSV leverden
onmiddellijk resultaten. In een tijdspanne
van vier jaar stopten ‘Rainbow’ en ‘Sunup’
niet alleen de dramatische achteruitgang
van de papaja­­productie maar de productie
keerde daarenboven terug naar het niveau
van voor de PRSV-infectie (Figuur 2).21
figuur 2
Infectie van Hawaïaanse­papajaplantages met PRSV in 1992 heeft geleid tot een opmerkelijke productiedaling. De GGO-papaja
bracht de opbrengst terug op het oude niveau. Sinds 2002 is er opnieuw een productiedaling merkbaar die te wijten is aan
een blijvende afname van het papaja-areaal, afzetproblemen en ongunstige klimaatomstandigheden.
Bron: National Agricultures Statistics Service (NASS).21
PRSV
ontdekt
op Puna
30000
2000
1800
introductie
van de
GGO-papaja
25000
1600
1400
20000
1200
15000
1000
800
10000
600
5000
productie verse papaja
in ton: linkeras
200
0
areaal
in hectare: rechteras
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
0
400
23Gonsalves D et al. (2012). Assaying for pollen drift from transgenic ‘Rainbow’ to nontransgenic ‘Kapoho’ papaya under commercial and experimental field conditions
in Hawaii­. Tropical Plant Biology 5, 135-160.
facts
series
9
Papaja
1
De introductie van de virusresistente
papaja­­’s was een groot succes en in 1999
werden de ‘Rainbow’ en ‘Sunup’ GGOvariëteiten samen geteeld op 607 ha,
ongeveer 50% van het papaja­-areaal in
Hawaï­.24 In 2000 nam ‘Rainbow’ alleen al
54% van de geoogste arealen in en 40%
van het totale papaja­-areaal op Hawaï­.25
Het aandeel van de GGO-papaja­daalde
eerst om vanaf 2002 gestaag te blijven
toenemen (Figuur 3). In 2009 (laatst
beschikbare cijfers) had de GGO-papaja­
‘Rainbow’ een aandeel van 76% van de
geoogste percelen. Voor de niet GGOpapaja­­variëteit ‘Kapoho’ daalde dit van
49% in 2002 naar 9% in 2009.26
figuur 3
Het aandeel van de GGO-papaja ‘Rainbow’ uitgedrukt in hectare neemt toe zowel in totaal areaal (boven) als geoogst areaal
(onder). Het aandeel van de GGO-papaja ‘Sunup’ zit vervat met niet-GGO variëteiten in ‘andere’. ‘Kapoho’ en ‘Sunrise’ zijn
niet-GGO papaja’s.
Bron: voor 2000-2008 Ref. 25 (/xpap01.pdf - /xpap08.pdf); voor 2009 Ref. 26.
800
figuur 3A
Totaal areaal
700
600
500
400
kapoho
300
rainbow
sunrise
200
andere
100
0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
500
figuur 3B
Geoogst areaal
450
400
350
300
250
200
kapoho
150
rainbow
sunrise
100
andere
50
0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
facts
series
Papaja
10
24 Ferreira SA et al. (2002). Virus coat protein transgenic papaya provides practical control of Papaya ringspot virus in Hawaii­. Plant Disease 86, 101-105.
25National Agricultures Statistics Service (2001). Papaya Acreage Survey Results.
http://www.nass.usda.gov/Statistics_by_State/Hawaii/Publications/Archive/xpap01.pdf
26National Agricultures Statistics Service (2009). Hawaii papayas.
Beschikbaar via http://www.nass.usda.gov/Statistics_by_State/Hawaii/Publications/Fruits_and_Nuts/papaya.pdf
Ondanks het succes van de GGO-papaja­
in het beschermen van papaja­­plantages
tegen­PRSV, daalt de productie sinds
2002. Volgens Stephen Ferreira van het
Departement Plant- en Milieuwetenschappen in Honolulu (Hawaï­
) liggen
verschillende oorzaken hiervan aan de
basis.27 Tijdens de PRSV-crisis op Hawaï­
hebben andere landen de Hawaïaanse­
export overgenomen. Eens de productie
hersteld was, ondervond Hawaï­echter
problemen om haar vroegere markten aan
te spreken. Om de export naar Canada
en Japan te blijven onderhouden, was
Hawaï­verplicht om de niet-GGO papaja­
‘Kapoho’ te blijven produceren. De teelt
van de virus­resistente papaja­’s verlaagde welis­waar de ziektedruk,28 maar toch
werd de teelt van de niet-GGO papaja­’s
steeds moeilijker. De grote productiedaling in 2002 is dan ook vooral te wijten aan
het grote geoogste areaal van de PRSVgevoelige ‘Kapoho’ (Figuur 3B, pagina 10).
In januari 2003 zette Canada zijn deuren
open voor de GGO-papaja­. Het effect op
het geoogste areaal GGO- en niet-GGO
papaja­is duidelijk merkbaar in (Figuur 3B,
pagina 10). Sinds 2004 wordt er meer GGO‘Rainbow’ dan niet-GGO-‘Kapoho’ geoogst.
Ook het totale areaal ‘Kapoho’ neemt
gestaag af sinds 2004 (Figuur 3A, pagina 10).
De tweede productieval in 2004 tot 2006
(Figuur 2 , pagina 9) is voornamelijk te wijten aan ongustige weersomstandigheden, te weinig regen in 2004 en 2005 en te
veel regen in 2006.29 Zowel de GGO- als de
niet-GGO papaja­produceerden opmerkelijk minder in 2004 (Figuur 3B, pagina 10).
Niettegenstaande de forse productie­
dalingen sinds 2007 van de baan zijn, blijft
de de Hawaïaanse­papaja­productie achteruit gaan (Figuur 2 , pagina 9). De verkoop
van de Hawaïaanse­papaja­in de VS en in
Canada­krijgt de laatste jaren grote con-
27 Persoonlijke e-mailcorrespondentie met Dr. Stephen Ferreira
28 Gonsalves D (2004). Transgenic papaya in Hawaii­and beyond. AgBioForum 7, 36-40.
29National Agricultures Statistics Service (2004-2006). Hawaii­fruits. Annual summary. Beschikbaar via
http://www.nass.usda.gov/Statistics_by_State/Hawaii­/Publications/Archive/xfru04.pdf,
http://www.nass.usda.gov/Statistics_by_State/Hawaii/Publications/Archive/xfru05.pdf,
http://www.nass.usda.gov/Statistics_by_State/Hawaii­/Publications/Archive/xfru06.pdf
currentie van Brazilië.27 Bovendien blijft
het grote probleem de afzetmogelijkheden van de GGO-papaja­en de wereldwijde
terughoudendheid voor het eten van voedsel afkomstig van genetisch gewijzigde
planten­. Het was wachten tot december­
2011 vooraleer Japan na het uitvoeren van
een voedselveiligheidsanalyse de import
van de ‘Rainbow’ GGO-papaja­goedkeurde­.
Het initieel optimisme ebde echter vlug
weg. De traditionele groothandelaars en
distributeurs wilden immers­hun reputatie­
niet op het spel zetten door GGO-papaja­
aan te bieden.27 Er werd een alter­natieve
distributielijn opgezet maar na drie verschepingen stopte ook deze export­
.27
Momenteel doet de Hawaïaanse­­papaja­industrie grote inspanningen om de export
naar Japan vlot te trekken maar hoogstwaarschijnlijk zal het nog enkele­jaren
duren vooraleer de GGO-papaja­volledig­
ingeburgerd geraakt.
facts
series
11
Papaja
1
PAPAJAVARIËTEITEN IN HAWAÏ­
Papaja­is gekend voor zijn groot aantal variëteiten. Deze variëteiten verschillen in grootte, smaak, kleur van het vruchtvlees en
zijn aangepast aan lokale klimaat- en bodemomstandigheden. Zo teelt ieder land zijn eigen selectie papaja­’s. De Hawaïaanse­­
papaja­’s zijn meestal peervormig, geel of rood van vruchtvlees en wegen ongeveer 450 g per stuk. Dit in tegenstelling tot de
Mexicaanse papaja­’s die veel groter zijn (tot 40 cm) en makkelijk meer dan 5 kg per stuk kunnen wegen.
Op Hawaï­zijn de meest geteelde variëteiten de volgende:
• Kapoho (Solo): een peervormige papaja­rijk aan suiker met een groengele schil die tijdens het rijpen geel wordt. Het vruchtvlees is diepgeel en heeft perzik-meloen-achtige smaak. Kapoho is het standaard exportproduct maar deze variëteit is
gevoelig voor PRSV.
• Sunrise/Sunup: de Sunrise variëteit is lokaal gekend onder de naam ‘aardbei-papaja­’. Bij rijpheid hebben de vruchten een
gele schil met intens rood-oranje vruchtvlees. De Sunup variëteit is resistent tegen PRSV en is de genetisch gewijzigde
variant van Sunrise.
• Rainbow: een kruisingsproduct van Kapoho Solo met het gele vruchtvlees en Sunup met het rode vruchtvlees. Rainbow
is genetisch aangepast zodat de papaja­variëteit resistent is tegen het PRSV. Het is de meest populaire variëteit onder
de consumenten en wordt ook het meest geteeld op het eiland Hawaï­alsook op de andere eilanden Oahu en Kauai. Qua
uitzicht lijken de vruchten sterk op de Kapoho papaja­’s met goudgeel vruchtvlees.
• K amiya/Laie Gold: Kamiya is in vergelijking met de vorige variëteiten ronder en groter. Ze wordt enkel geteeld op Oahu voor
lokaal gebruik en net zoals Sunrise heeft het vruchtvlees een oranje kleur. Laie Gold, die resistent is tegen PRSV, is de
genetisch­gewijzigde variant van Kamiya.
Bron: http://www.Hawaii­papaya.com/info.htm#why
Een voorbeeld van de Mexicaanse
papaja’s die veel groter zijn dan
de papajavariëteiten die geteeld
worden op Hawaï­
.
facts
series
Papaja
12
2. Genetic engineering als
bescherming van de oogst
De papaja­producerende regio Puna op het eiland Hawaï­kon tot 1992 gevrijwaard worden
van het vernielende papaja­-ringspotvirus. Wetenschappers van de universiteiten van
Cornell (VS) en van Hawaï­zagen het gevaar op Puna afkomen en anticipeerden. In 1984
startten ze de ontwikkeling van een genetisch gewijzigde papaja. Deze GGO-papaja
werd resistent gemaakt tegen het PRSV door de activatie van het immuunsysteem van
de plant.
De aanloop naar een succesverhaal
Om voorbereid te zijn op PRSV-infecties
in Puna startten de universiteit van
Cornell­(onderzoeksgroep rond Dennis­
Gonsalves­
) samen met de universiteit van Hawaï­(onderzoeksgroep rond
Richard­Manshardt) in 1979 een onderzoeksprogramma op. Met dit programma
wilden ze de mogelijkheden van kruisbescherming nagaan.3 Kruisbescherming is
een methode waarbij planten doelbewust
geïnfecteerd worden met milde virussen.
Deze virussen veroorzaken meestal geen
ziekte maar activeren een verdedigings­
mechanisme van de plant waardoor
latere­infecties van virussen die verwant
zijn aan het milde virus beter opgevangen
kunnen worden. De kruisbescherming
tegen­PRSV kende echter amper succes­.3
Cruciaal in deze methode is immers de
beschikbaarheid­van zo’n mild virus dat
op een effectieve manier bescherming
kan bieden tegen PRSV. Bij sommige
papaja­variëteiten slaagde men om een
matige resistentie te creëren waarbij
vooral het ziekteproces uitgesteld kon
worden, maar in vele gevallen was deze
resistentie te zwak of veroorzaakte het
milde virus­toch nog bepaalde ziektesymptomen. Bovendien vraagt deze manier van
bescherming­extra inspanningen van de
teler en een zeer goede opvolging, waardoor de methode­praktisch niet haalbaar
leek.
Het wapen gebruikt als verdediging
In begin jaren 1980 ontdekten onderzoekers van Washington University dat
resistentie­tegen plantenvirussen kon
verkregen worden door een manteleiwit
van het virus (zie kaderstuk ‘Planten­
virussen’, pagina 7) te laten aanmaken
door de planten zelf.30 Dit fenomeen werd
manteleiwit-gemedieerde
resistentie
gedoopt. Oorspronkelijk was het gissen­
naar het achterliggende werkingsmechanisme maar uiteindelijk werd het duidelijk dat de resistentie te wijten was aan
‘post-transcriptionele gene silencing’.31
Deze moeilijke begrippen vragen om extra
duiding die gegeven wordt in het kaderstuk ‘RNA en gene-silencing’, pagina 32.
De papaja-onderzoekers baseerden zich
op deze nieuwe technologie-ontwikkeling en beslisten om het manteleiwit van
het PRSV HA 5-1 te produceren in papaja.
PRSV HA 5-1 was de milde virusvariant
van het sterke PRSV HA virus die gebruikt
werd tijdens de kruisbeschermingsexperimenten (zie vorige paragraaf). Het HA
5-1 gen werd op een mechanische manier
in de papaja­variëteit ‘Sunrise’ gebracht
(zie kaderstuk ‘Agrobacterium­ versus het
genenkanon’, pagina 17). Om onderscheid
te maken met de niet-GGO ‘Sunrise’
werd de genetisch gewijzigde variëteit
‘Sunup’ gedoopt. Twee jaar later konden
de genetisch gewijzigde ‘Sunup’ papaja’s
getest worden in het labo. Uit deze test
bleek dat de transgene papaja’s volledig
beschermd waren tegen het milde PRSV
HA 5-1 virus maar ook tegen­het sterke
PRSV HA virus dat aanwezig is op Hawaï­.
De bescherming tegen PRS-virussen van
buiten Hawaï­was veel onvoorspelbaarder en bleek afhankelijk te zijn van de
leeftijd waarop de papaja­planten geïnfecteerd werden, de gelijkenis­met het PRSV
HA 5-1 virus en de hoeveelheid viraal RNA
(zie Kaderstuk ‘RNA en gene-silencing’,
pagina 32) die geproduceerd werd in de
plant.31 De ‘Rainbow’ variëteit (zie pagina 14)
die minder viraal RNA produceert dan
‘Sunup’ was enkel beschermd tegen
sommige PRS-virussen van buiten Hawaï­
op late leeftijd, terwijl ‘Sunup’ al op jonge
leeftijd beschermd was tegen een breder
gamma aan PRS-virussen. Maar ondanks
de grote hoeveelheid HA 5-1 RNA in ‘Sunup’
bleef ze gevoelig voor virussen die te veel
van PRSV HA 5-1 verschilden (voor meer
informatie zie Kader­stuk ‘RNA en genesilencing’, pagina 32).31
30 Powell Abel P et al. (1986). Delay of disease development in transgenic plants that express the tobacco mosaic virus coat protein gene. Science 232,738-743.
31Tennant P et al. (2001). Papaya ringspot virus resistance of transgenic Rainbow and SunUp is affected by gene dosage, plant development, and coat protein
homology. European Journal of Plant Pathology 107, 645-653.
facts
series
13
Papaja
2
In 1992, het jaar waarin de eerste PRSVinfecties­merkbaar waren in Puna, werden­
de GGO-papaja’s voor het eerst getest
in het veld. Hiervoor werd het zwaar
besmette­eiland Oahu gekozen. Ook in het
veld bleken de Sunup GGO-papaja’s gedurende een tweejarige veldproef volledig
beschermd te zijn tegen PRSV, terwijl
de niet-GGO papaja’s Sunrise en Kapoho­
al na 77 dagen de eerste symptomen
vertoonden­.3
Toen in 1997 de volledige Puna-regio
besmet­was met PRSV stonden de
autoriteiten­voor een belangrijk dilemma.
Ofwel­werden alle papajaplantages in
Puna gerooid en ging men op zoek naar
een andere niet-besmette streek op het
eiland Hawaï­om daar de papaja­productie
vanaf nul op te bouwen; ofwel gaf men de
genetisch gewijzigde papaja­een kans.
Een nieuw kenmerk en een nieuwe variëteit
De virusresistentie werd initieel binnengebracht in de roodvlezige ‘Sunrise’ variëteit. Op dat moment was de dominante
papaja­in de Puna-streek echter de gele
‘Kapoho’ papaja­. Om de telers ook een
virus­
-resistente papaja­te geven met
geel vruchtvlees werd de GGO ‘Sunup’
papaja­gekruist met de niet-GGO ‘Kapoho’
variëteit. De hybride die hieruit voorkwam
was niet alleen virus-resistent maar er
was ineens een nieuwe variëteit geboren,
namelijk ‘Rainbow’. Voor een overzicht
van de verschillende papaja­-variëteiten
verwijzen we naar het kaderstuk ‘Papaja­
variëteiten in Hawaï’ op pagina 12.
facts
series
Papaja
14
In een twee jaar durende veldproef in de
Puna-streek werd de niet-GGO papaja­
‘Sunrise’ zwaar aangetast. De opbrengst
per oogstbeurt van de niet-GGO papaja­
daalde van 419 kg/ha naar 56 kg/ha in
anderhalf jaar tijd. Op jaarbasis werd een
productie gehaald van 5,6 ton per ha. De
GGO-papaja­‘Rainbow’ daarentegen bleef
gedurende de volledige proef ziektevrij,
produceerde constant meer dan 2000 kg
per ha per oogstbeurt en tikte af op 112 ton
per ha per jaar.24 De telers waren bovendien positief verrast door de bijkomende
eigenschappen van de nieuwe kruising. In
vergelijking met de ‘Kapoho’ variëteit kon
‘Rainbow’ vroeger geoogst worden en gaf
het een betere opbrengst.28 Het succes
van de GGO-papaja­’s in Hawaï­is te wijten
aan de virus-resistentie maar ook deels
aan de nieuwe papaja­variëteit.
In 1998 kregen de Hawaïaanse­papaja­
telers de toelating om de ‘Rainbow’ en
‘Sunup’ papaja­’s aan te planten. De telers
stonden open voor de nieuwe ‘Rainbow’
variëteiten en plantten de transgene
papaja­’s massaal aan. De achtergelaten
besmette arealen konden terug in teelt
gebracht worden, de papaja­-industrie in
Puna was gered.
RNA EN GENE SILENCING
figuur 4
Informatie vervat in het
dubbelstrengig­DNA wordt eerst
overgeschreven­ naar enkelstrengig­
RNA om vervolgens­vertaald te
worden­in een eiwit.
dna
rna
Genetische informatie van alle organismen ligt vervat in de opeenvolging van
nucleotiden­(zie Kaderstuk ‘Plantenvirussen’, pagina 7). Als virussen buiten
beschouwing gelaten­worden, kan DNA als universele drager van erfelijke informatie
beschouwd worden. Bij hogere organismen (plant, dier) bestaat DNA uit twee strengen (zie Figuur 4). Iedere cel van een welbepaald organisme bevat hetzelfde DNA. Echter niet in iedere cel is dezelfde informatie nodig. Zo moet een levercel andere eiwitten aanmaken dan een oogcel. Om van welbepaalde informatie naar de productie van
een eiwit te komen, zijn twee stappen nodig (Figuur 4). Eerst wordt het stukje code
(gen) dat nodig is voor de productie van een eiwit overgeschreven (transcriptie) naar
RNA. Deze enkelstreng beweegt van de kern naar het cytoplasma van de cel waar de
code vertaald wordt. RNA wordt omwille van deze reden vaak ‘boodschapper RNA’
genoemd. De vertaling (translatie) van het boodschapper RNA gaat gepaard met de
productie van het eiwit waarvoor het oorspronkelijk stukje DNA codeert.
In dit schema speelt het RNA een cruciale rol. Indien het RNA afgebroken wordt vooraleer het kan vertaald worden, zal de boodschap vervat in het DNA nooit tot de productie van een eiwit leiden. Dit fenomeen wordt ‘Gene silencing’ genoemd, letterlijk
het stilleggen van de functie van een gen door het uitschakelen van het overeenkomstige RNA. Dit fenomeen wordt van nature uit door planten gebruikt in hun verdediging
eiwit
eiwit
tegen­virussen. Het verdedigingssysteem van de plant is gebaseerd op de aanwezigheid van dubbelstrengig RNA. Zoals reeds vermeld is het boodschapper RNA van de
plant opgebouwd uit één streng. Wanneer het virale RNA in de plantencel vermeerderd wordt, zijn er dubbelstrengige RNAmoleculen aanwezig. Dit wordt door de plantencel als niet-eigen beschouwd en ter verdediging breekt ze de dubbelstrengige
RNA’s af. Dit proces activeert een mechanisme dat ook alle gelijkaardige RNA-moleculen afbreekt, ook al komen ze voor als
enkelstreng.32 RNA-silencing kan op deze manier gezien worden als een soort immuunsysteem dat werkt op het niveau van de
genetische code.32 Niet iedere plant is even efficiënt in het uitvoeren van dit systeem en virussen proberen zich op hun beurt te
verdedigen tegen deze aanval. Zo komt het dat papaja­van nature uit gevoelig is voor PRSV.
facts
series
32 Voinnet O (2001). RNA silencing as a plant immune system against viruses. Trends in Genetics 17, 449-459.
15
Papaja
2
RNA EN GENE SILENCING: VERVOLG
Zowel de kruisbescherming van papaja­(zie pagina 13) als de manteleiwit-gemedieerde resistentie vinden hun oorsprong in dit
RNA-afhankelijk silencing mechanisme.33 Bij kruisbescherming zal de initiële infectie met het milde virus het silencing mechanisme activeren. Bij een opeenvolgende infectie zal de plant in staat zijn om viraal RNA dat gelijkaardig is aan dat van het eerste
virus af te breken en dus de infectie te stoppen.
In de GGO-papaja­wordt het RNA silencing proces een beetje geholpen. Het mRNA voor het virale manteleiwit wordt in de
plant in een grote hoeveelheid aangemaakt. Net zoals planten dubbelstrengig RNA beschouwen als vreemd materiaal en het
daarom afbreken, reageren ze ook wanneer een bepaalde RNA-molecule in te grote hoeveelheden aanwezig is. Deze reactie
werd voor het eerst opgemerkt in het onderzoek naar de bloemkleur van Petunia. Om een paarse bloemkleur nog intenser te
maken, brachten Nederlandse en Amerikaanse onderzoekers extra pigmentgenen tot expressie.34,35 Tot hun verbazing kregen
ze planten met minder intens gekleurde bloemen en in sommige gevallen werden er zelfs witte bloemen verkregen. De planten
met witte bloemen hadden zodanig veel pigment-mRNA dat het RNA werd afgebroken vooraleer er pigmenten geproduceerd
konden worden. Hetzelfde principe ligt aan de basis van de virusresistentie van de GGO-papaja­. Het mRNA dat codeert voor
het virale manteleiwit wordt door de plant in grote hoeveelheden aangemaakt waardoor het silencing mechanisme in de plant
wordt geactiveerd en waardoor het RNA van het virale manteleiwit afgebroken wordt (Figuur 5).
figuur 5
Schematische voorstelling van hoe de functie van boodschapper-RNA stilgelegd kan worden zodat er geen eiwit kan gevormd worden.
oorspronkelijk rna
overgeproduceerde rna’s
worden afgebroken
translatie
kleine rna’s kunnen binden
met oorspronkelijk rna
binding induceert rna silencing
functioneel eiwit
geen eiwit
facts
series
Papaja
16
33 Ratcliff FG et al. (1999). Gene silencing without DNA: RNA-mediated cross-protection between viruses. The Plant Cell 11, 1207-1215.
34Van der Krol AR et al. (1990). Flavonoid genes in Petunia: addition of a limited number of gene copies may lead to a suppression of gene expression.
The Plant Cell 2, 291-299.
35Napoli C et al. (1990). Introduction of a chimeric chalcone synthase gene into Petunia results in reversible co-suppression of homologous genes in trans.
The Plant Cell 2, 279-289.
RNA EN GENE SILENCING: VERVOLG
De onderzoekers die de GGO-papaja­’s ontwikkelden merkten in het labo dat hoe meer mRNA voor het manteleiwit er geproduceerd
werd, hoe beter de plant weerstand bood tegen het virus.31 Carica papaya is een diploïde plantensoort, wat wil zeggen dat er van
ieder gen twee vormen (allelen) aanwezig zijn. Als die twee vormen identiek zijn, spreekt men van een homozygoot kenmerk. Dit
is het gemakkelijkst te vergelijken met de bloedgroep van de mens. De mens is ook een diploïde soort. Mensen met de bloedgroep
O zijn homozygoot voor dit kenmerk: beide vormen van het bloedgroepgen hebben het kenmerk O (OO). De bloedgroep AB daarentegen wordt bepaald door het allel A en het allel B. De ‘Sunup’ papaja­is homozygoot voor het virusresistentiekenmerk, het heeft
met andere woorden twee identieke allelen. Maar de ‘Rainbow’ papaja­is een kruisingsproduct tussen de GGO-papaja­‘Sunup’ en
de niet-GGO ‘Kapoho’. Bijgevolg heeft ‘Rainbow’ slechts van één ouder (‘Sunup’) de virusresistentie meegekregen. ‘Rainbow’ produceert hierdoor minder mRNA voor het manteleiwit dan ‘Sunup’ en vertoont een kleinere bescherming tegen PRSV.31
Zoals eerder vermeld werkt het silencing proces op basis van dubbelstrengig RNA. Twee RNA-moleculen moeten dus binden met
elkaar vooraleer het proces geactiveerd wordt (Figuur, pagina 16). Hoe meer die twee moleculen op elkaar gelijken hoe makkelijker
en sterker ze kunnen binden met elkaar en hoe efficiënter het RNA-afbraakproces zal zijn. In Hawaï­werd het manteleiwit van het
PRSV HA 5-1 gebruikt. De GGO-papaja­’s zijn beschermd tegen andere PRS-virussen zolang de DNA-code van het manteleiwit niet
te sterk afwijkt van die van PRSV HA 5-1. Zo zag men dat de GGO-papaja­‘Sunup’ ook bestand was tegen PRS-virussen uit Jamaica
en Brazilië. De bescherming tegen het Thaise PRSV was echter veel minder doeltreffend omdat de DNA-code van het Thaise PRSV
minder sterk gelijkt op dat van PRSV HA5-1 in vergelijking met de Jamaicaanse en Braziliaanse virussen.31
AGROBACTERIUM VERSUS HET GENENKANON
Vandaag de dag zijn er verschillende methoden om planten genetisch te wijzigen.
De meest gekende manier is door gebruik te maken van het natuurlijk­DNAoverdrachtsmechanisme van de bodembacterie Agrobacterium tumefaciens­.
Deze bacterie infecteert in de natuur bepaalde gastheerplanten en brengt
tijdens dat infectieproces een stukje van zijn eigen bacterieel DNA over naar
de plantencel (Figuur 6). Het bewuste bacterieel-DNA wordt stabiel ingebouwd in het planten-DNA en het draagt de informatie voor de synthese
van nopines, moleculen waar Agrobacterium zich mee voedt. Het is één van
de meest intrigerende kunstjes in de evolutie: een bacterie verplicht een
plant om zijn voedsel te produceren door de nodige informatie (‘het menu’)
Agrobacterium tumefaciens cellen vastgehecht
aan een plantencel
in te bouwen in het DNA van de plant. In de loop van de jaren 1970 hebben
moleculair­biologen in dit infectieproces de mogelijkheid gezien om Agrobacterium te gebruiken als DNA-postbode. Wanneer het
stukje bacterieel-DNA (dat normaal ingebouwd wordt in de plant) vervangen wordt door informatie die de mens in een plant wil
brengen, dan brengt Agrobacterium de voor de mens interessante informatie over naar de plant.
figuur 6
Schematische
voorstelling van het
genoverdrachtsmechanisme van
Agrobacterium tumefaciens.
Naast het chromosomaal
DNA heeft de bacterie een
Ti-plasmide (voorgesteld
door rode cirkel). De
genetische informatie
vervat in het T-DNA
(blauw stukje) wordt door
Agrobacterium overgebracht
naar een plantencel waar
het ingebouwd wordt in
het DNA van de plant. Uit
deze genetisch gewijzigde
plantencel wordt dan een
volledige plant gevormd.
Deze plant is identiek aan
de oorspronkelijke plant
maar heeft een extra stukje
genetische informatie.
chromosomaal
dna
t-dna
t-dna
chromosoom
ti plasmide
Agrobacterium
tumefaciens
facts
series
17
Papaja
2
AGROBACTERIUM VERSUS HET GENENKANON: VERVOLG
Naast deze biologische manier bestaat er ook een mechanische manier om DNA in
planten­binnen te brengen. De belangrijkste is de ‘particle acceleration’ methode,
soms ook wel ‘particle bombardment’ of het ‘genenkanon’ genoemd. Hiervoor worden
minuscule­goudbolletjes bedekt met het DNA dat men in de plant wilt introduceren. Die
goudbolletjes worden vervolgens onder hoge druk in het plantenweefsel ‘geschoten’.
Het DNA dringt in sommige gevallen door tot in de celkern waar het in een aantal gevallen spontaan ingebouwd wordt in het DNA van de plant. Deze methode laat meer aan
het toeval over, is minder efficiënt en in vele gevallen worden slechts stukken van het
gewenste DNA in het planten-DNA ingebouwd. Om planten genetisch te wijzigen die
niet geïnfecteerd kunnen worden door Agrobacterium is dit echter nog steeds de meest
succes­volle manier. Via deze methode werden in de late jaren 1980 de Hawaïaanse­­
papaja­’s genetisch aangepast.36 Ondertussen zijn er procedures ontwikkeld om papaja­
genetisch te wijzigen met behulp van Agrobacterium.37 De GGO-papaja­’s die geteeld
worden in China (zie pagina 25) zijn hier een voorbeeld van.38
Het genenkanon waarmee met DNA
gecoate goudbolletjes in plantencellen geschoten kunnen worden.
Hoe geraakt men van een genetisch gewijzigde cel naar een genetisch gewijzigde
plant? In tegenstelling tot mens en dier, hebben planten de unieke eigenschap dat ze
uit één enkele plantencel een nieuwe plant kunnen maken. Wanneer men dus één plantencel genetisch kan wijzigen (met
Agrobacterium­ of met het ‘genenkanon’) dan kan men hieruit een volledige, genetisch gewijzigde plant laten groeien. Soms
gebeurt­dit spontaan, in de meeste gevallen moet het proces echter gestuurd worden door het toevoegen van plantenhormonen
die zorgen voor de aanmaak van scheuten en wortels.39
De kracht van biotechnologie
De ontwikkeling van de virus-resistente
GGO-papaja­
’s laat zien dat door het
gebruik­van biotechnologie planten in
bepaalde­gevallen op een efficiëntere
manier kunnen verbeterd worden dan
via conventionele plantenveredeling.
Door het uitvoeren van kruisingen is men
beperkt­tot de genetische informatie
beschikbaar­binnen een plantensoort.
In het geval van PRSV is genetische
informatie die resistentie levert niet
aanwezig in papaja­(Carica papaya).40 In
de Vasconcellea­ papaja­is deze resistentie
facts
series
Papaja
18
tegen­het PRSV wel gekend. De
Vasconcellea­ papaja­behoort­tot dezelfde
plantenfamilie als de Carica­ papaja­
maar tot een ander genus­.41 Sinds 1958
probeert men om de PRSV-resistentie­uit
Vasconcellea naar Carica over te brengen
via intergenerische kruisingen (tussen
genera).40 Dergelijke kruisingen­verlopen
uiterst inefficiënt en vragen naast het
ontwikkelen van speciale procedures en
laboratoriumtechnieken vooral heel veel
geluk. Gedurende meer dan 50 jaar kon
men enkel onvruchtbare nakomelingen
genereren.
Recent
rapporteerden
Filipijnse en Australische onderzoekers
een eerste vruchtbare, klassiek veredelde
Carica papaja­plant die resistent is tegen
PRSV.40 Ondanks de uiterst belangrijke
bijdrage die klassieke veredeling­gedaan
heeft en in de toekomst zal blijven doen,
kwam de klassieke veredeling voor de
aangetaste Hawaïaanse­ papaja­plantages
schromelijk te laat.
36Fitch MMM et al. (1990). Stable transformation of papaya via microprojectile bombardment. Plant Cell Reports 9, 189-194.
37 Fitch MMM et al. (1993). Transgenic papaya plants from Agrobacterium-mediated transformation of somatic embryos. Plant Cell Reports 12, 245-249.
38Chen G et al. (2001). Cloning of the papaya ringspot virus (PRSV) replicase gene and generation of PRSV-resistant papayas through the introduction of the PRSV
replicase gene. Plant Cell Reports 20, 272-277.
39Fitch MMM, Manshardt R (1990). Somatic embryogenesis and plant regeneration from immature zygotic embryos of papaya (Carica papaya L.).
Plant Cell Reports 9, 320-324.
40 Siar SV et al. (2011). Papaya ringspot virus resistance in Carica papaya via introgression from Vasconcellea quercifolia. Euphytica 181, 159-168.
41Genus of geslacht is een taxonomische indeling in de biologie. Zo behoren het paard en de ezel tot een andere soort maar wel tot hetzelfde genus.
De Carica en Vasconcellea papaja’s zijn taxonomisch nog een stap verder van elkaar verwijderd.
3. Een ontwikkeling van
de publieke sector
De ontwikkeling van de virus-resistente GGO-papaja­was een belangrijke stap in de
strijd tegen PRSV. De transgene papaja­bij de teler krijgen was echter minstens even
belangrijk. Deze laatste stap behelsde het verkrijgen van licenties en de toelating voor
zowel teelt als consumptie. Door een ongeziene efficiëntie en vooruitziendheid slaagde
de Hawaïaanse­papaja­-organisatie erin om drie jaar na de eerste veldproef de GGOpapaja­zaden bij de telers te krijgen.
Octrooi overgedragen aan de lokale papaja-organisatie
Wanneer een bepaalde innovatie,
technologie of product ontwikkeld wordt,
kan aan de ontwikkelaar een intellectueel
eigendomsrecht worden toegekend.
Hiervoor moet de ontwikkelaar of
uitvinder een octrooi aanvragen bij de
bevoegde instanties waarin hij haarfijn
uitlegt welke uitvinding hij/zij gedaan
heeft. Wanneer het octrooi wordt
toegekend, geeft het de uitvinder het
recht andere partijen te verbieden om
het product te maken, te gebruiken, te
importeren, te verkopen of het te koop
aan te bieden. Deze bescherming geldt
enkel in de landen waar het octrooi werd
toegekend en duurt doorgaans 20 jaar.
Het heeft voornamelijk tot doel om de
uitvinder de mogelijkheid te bieden zijn
investeringskosten terug te verdienen.
Afhankelijk van het land waar het octrooi
wordt aangevraagd, kan een octrooi
genomen­worden op een product, technologie, methode, gebruik van moleculen, … Wanneer iemand voor commerciële
doeleinden een beschermde technologie
wil gebruiken of een beschermd product
nodig heeft tijdens het ontwikkelingsproces, kan een overeenkomst (licentie)
gesloten worden waarbij het product,
de technologie of deel van de technologie
toch gebruikt mag worden in ruil voor een
(financiële) compensatie.
Octrooien gelden echter niet wanneer
het beschermd product gebruikt wordt
voor onderzoeksdoeleinden*. De onderzoeksgroepen die de Hawaïaanse­GGOpapaja­ontwikkelden, konden dus vrij
gebruik maken van geoctrooieerde technologie en/of genetische onderdelen. Dit
vrij gebruik hield echter op toen de GGOpapaja­commercieel zou verdeeld worden­.
Niettegenstaande de onderzoekers de
intellectuele eigendomsrechten op de
virus-resistente papaja­overdroegen aan
het Papaja­Administratief Comité (PAC),42
kon het PAC de resistente GGO-papaja­
niet commercieel introduceren omdat
bepaalde componenten en technologieën
waarmee de GGO-papaja­ontwikkeld was,
beschermd waren door andere partijen.43
PAC wou de mogelijkheid hebben om
de transgene papaja’s kosteloos aan
te bieden aan de lokale telers. Om dit te
bekomen, moesten licenties verkregen
worden op de beschermde onderdelen
van het GGO-papaja­
productieproces.
Meer specifiek ging het over het gebruik
van de technologie om plantencellen via
beschietingen genetisch te wijzigen (zie
kaderstuk ‘Agrobacterium vs het genenkanon’, pagina 18) en van de uitvinding
om planten virus-resistent te maken
door virusgenen tot expressie te brengen. Verder waren ook bepaalde genetische componenten zoals het gebruikte
PRSV-manteleiwit, de selectiemerker
(het antibioticum­
resistentiegen NPTII)
en het GUS-­reportergen beschermd, alsook bepaalde sequenties (5’ UTR) voor
een efficiënte expressie van de genen in
planten.3 Om blijvende financiële tegemoetkomingen te voorkomen onder de
vorm van royalties afhankelijk van het
volume verdeeld planten­materiaal, wou
PAC bovendien met een éénmalige bijdrage alle licenties bekomen­.43
Door de beperkte papaja­teelt in de VS,
de crisis waarin de Hawaïaanse­papajaindustrie­zich verkeerde en het feit dat
geen enkele octrooihouder zelf betrokken was in een onafhankelijke ontwikkeling van een PRSV-resistente papaja, was
er een zekere ‘goodwill’ bij de octrooihouders en met de hulp van de USDA
slaagde PAC er uiteindelijk in om alle
licenties tegen redelijke voorwaarden
te verkrijgen.3,43 PAC anticipeerde hierop
42 Het PAC is een organisatie die in het leven geroepen is door de USDA om de Hawaïaanse­papaja-industrie te helpen met de marketing van de papaja.
43Goldman M (2007). The IP management of the PRSV-resistant papayas developed by Cornell University and the University of Hawaii­and commercialized in Hawaii­.
In Intellectual Property Management in Health and Agricultural Innovation: A Handbook of Best Practices (eds. A Krattiger, RT Mahoney, L Nelsen, et al.).
MIHR: Oxford, UK, and PIPRA: Davis, VS. Beschikbaar online via www.ipHandbook.org
*De octrooiwetgeving in de Verenigde Staten is strikter dan in Europa, waardoor er soms beperkingen kunnen gesteld worden, zelfs voor onderzoeksdoeleinden.
facts
series
19
Papaja
3
en vroeg al tijdens de onderhandelingsfase aan het Hawaï­aans landbouwkundig
onderzoekscentrum (Hawaii­Agricultural
Research Center) om de ‘Rainbow’-zaden
te vermeerderen­. Eén maand nadat het
laatste licentie-akkoord gesloten werd,
had het onderzoekscentrum al voldoende zaden om 400 ha transgene papaja­
plantages aan te leggen.3 De zaden werden in mei 1998 door PAC gratis verdeeld
onder de Hawaïaanse­papaja­telers.
Aan de gratis verdeling van de GGOpapaja­
’ s werd er echter een aantal
beperkingen opgelegd. Zo was de teelt
van de Hawaïaanse­ GGO-papaja­ enkel
toegelaten op Hawaï­. De papaja­’s zelf
mochten wel verkocht worden buiten
Hawaï­wat essentieel was voor de
exportactiviteiten. 3 PAC verplichtte
ook de telers om een bijscholingscursus te volgen rond de teelt van de
GGO-papaja­.
© wikimedia commons:Ramon F. Velasquez
Goedgekeurd voor milieu en consumptie
Voor het op de markt brengen van
een genetisch gewijzigd gewas in de
Verenigde­Staten moeten eerst de
bevoegde instanties hun goedkeuring
geven. Voor de GGO-papaja­was groen
licht nodig van zowel APHIS (Animal and
Plant Health Inspection Service), EPA
(Environmental Protection Agency) als
FDA (Food and Drug Administration).
De bezorgdheid van APHIS lag vooral bij
mogelijke effecten van de geproduceerde
manteleiwitten op andere plantenvirussen en de aanwezigheid van kleine RNA’s
als gevolg van het RNA silencing proces
(zie Kaderstuk ‘RNA en gene silencing’
pagina 15). Een inkomend virus X zou de
PRSV-manteleiwitten kunnen gebruiken
waardoor virus X op een andere manier
overgedragen zou kunnen worden. Alternatief zou het inkomend virus X het gen
dat zorgt voor de productie van het PRSVmanteleiwit of een stuk van het gen
kunnen­gebruiken waardoor er een nieuw
virus kan ontstaan. Beide bezorgdheden
konden weerlegd worden door het feit dat
facts
series
Papaja
20
de PRSV-manteleiwitten van nature aanwezig zijn in alle door PRSV-geïnfecteerde
planten en dat er dus geen nieuwe situatie
gecreëerd wordt. Een derde bezorgdheid
was dat de nieuwe informatie verspreid
kon worden naar wilde papaja­
rassen
waardoor deze een selectief voordeel
zouden krijgen en zouden kunnen gaan
woekeren. In Hawaï­bestaan er echter
geen wilde papaja­variëteiten en ook waar
geen PRSV-infecties zijn, kan papaja­niet
als een woekerende plant gezien worden.
APHIS gaf zijn goedkeuring in november
1996.3
Volgens de definitie van het EPA zou het
manteleiwit als een pesticide bestempeld moeten worden gezien het resistentie geeft tegen plantenvirussen. Het
manteleiwit zou dus theoretisch alle
risico-analyses moeten ondergaan voor
een pesticide. Het manteleiwit is echter
zoals eerder vermeld aanwezig in alle
PRSV-geïnfecteerde papaja­’s die ondanks
de vlekken op de vruchten geconsumeerd
worden zonder dat er ooit gezondheids-
effecten gerapporteerd zijn.3 Bovendien
lagen de concentraties van het mantel­
eiwit in de GGO-papaja­veel lager dan in
geïnfecteerde niet-GGO papaja­
’s. Ook
argumenteerden de aanvragers dat er
geen evidenties zijn dat manteleiwitten
van welk plantenvirus dan ook allergene
reacties zouden opwekken of andere
negatieve invloeden zouden hebben op de
volksgezondheid. In augustus 1997 zette
EPA het licht op groen.
Ook de FDA die vooral analyseerde in hoeverre de GGO-papaja­nutritioneel afweek
van de niet-GGO papaja­gaf een positief
advies om de biotech-papaja­te commercialiseren. Door deze toelatingsprocedures
al op te starten voordat het gewas klaar
was om op de markt te brengen, spaarde
Hawaï­opnieuw tijd uit en in september­
1997 waren alle noodzakelijke procedures
positief afgerond.
4. Economische aspecten van
de Hawaïaanse­papaja
De Hawaïaanse­papaja­-industrie levert slechts 0,1% van de wereldwijd geproduceerde
papaja­’s. Toch stond in 2012 de export van de papaja­’s in voor meer dan 23 miljoen US
dollar. Canada en Japan zijn al decennialang de grootste afnemers.
Canada en Japan verdelen de papaja’s
Het grootste deel van de Hawaïaanse­
export bestaat uit de virus-resistente
‘Rainbow’ en de niet-genetisch gewijzigde ‘Kapoho’ en ‘Sunrise’ papaja­
’s.
De Verenigde­Staten exporteren verse
papaja­vooral naar Canada, Japan en
Hong Kong.44,45 In de eerste helft van de
jaren 1990 was Japan de grootste impor-
teur van Hawaïaanse­papaja­’s; ruim 60%
van de export ging naar Japan en ongeveer 30% naar Canada. In 1996 piekte de
export naar Japan tot 15 miljoen US Dollar
(Figuur 7). Na de introductie van de GGOpapaja­in 1998 veranderde dit drastisch.
Het aandeel van de export naar Japan nam
sterk af terwijl er voor Canada een tegen-
gesteld patroon te zien was (Figuur 7).
Tussen­2010 en 2012 had Canada als
grootste afnemer van de Hawaïaanse­
papaja­’s een aandeel van 83% gevolgd
door Japan (6,3%), Hong Kong (4,2%) en
overige landen zoals China­en Mexico.45
figuur 7
Exportcijfers van de Hawaïaanse­papaja in miljoen US dollar. Na de introductie van de GGO-papaja in Hawaï­neemt de import
door Japan sterk af. In 2003 stelt Canada zijn markt open voor de GGO-papaja waarna de export naar Canada extra toeneemt.45
Export in miljoen US dollar
25
introductie
ggo-papaja
in hawaï
canada
stelt
grenzen
open
20
15
10
totaal
alle landen
canada
5
japan
44Evans EA et al. (2012). An overview of US papaya production, trade, and consumption. EDIS document FE914.
Beschikbaar via http://edis.ifas.ufl.edu/pdffiles/FE/FE91400.pdf
45Government of Canada. Trade Data Online. Beschikbaar via https://www.ic.gc.ca/eic/site/tdo-dcd.nsf/eng/Home
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
0
facts
series
21
Papaja
4
Samen met de introductie van de biotechpapaja­verloor Hawaï­zijn toegang tot de
Japanse markt. Topimporteur Japan weigerde immers de GGO-papaja­te importeren als
gevolg van een grote terughoudendheid voor
genetisch gewijzigd voedsel. Bovendien was
er ongerustheid over eventuele vermenging
tussen GGO- en niet-GGO papaja­’s.44 Tussen
1996 en 2010 nam de export naar Japan af
met gemiddeld 1 miljoen US dollar per jaar.44
facts
series
Papaja
22
De terugval in export werd opgevangen
door Canada. In 2003 stelde Canada zijn
markt open voor de biotech-papaja­28 en
sindsdien namen de exportcijfers toe van
14,2 miljoen US dollars in 2003 naar 23,5
miljoen in 2012 (Figuur 7, pagina 21).45 Daar
waar de import van Hawaïaanse­papaja­
’s tussen 2000 en 2003 goed was voor
gemiddeld 6,5 miljoen US dollar bedroeg
ze in 2012 bijna 20 miljoen US dollar.45
De GGO-papaja in Japan
Volgens de officiële importcijfers van
Japan kwam de jaarlijkse import van
papaja­’s tussen 2005 en 2008 ongeveer
overeen met 11 miljoen US dollar (uit alle
delen van de wereld). Niettegenstaande
de import van papaja’s de laatste jaren
daalt, was het sinds 2009 nog steeds
goed voor meer dan 6,5 miljoen US dollar.46­
Ongeveer 1 miljoen US Dollar was afkomstig van Hawaï­(Figuur 7, pagina 21).
Japan. Na het evalueren van alle voedselveiligheids- en milieuaspecten werd op 1
december 2011 de import van de Rainbow
papaja­’s toegelaten in Japan.47,48
De introductie van de biotech-papaja­ging
gepaard met een educatieprogramma en
op initiatief van de Hawaïaanse­papajaindustrie worden de individuele GGOpapaja’s gelabeld met het Japans onderschrift ‘idenshi kumikae’ of ‘genetisch
gewijzigd’.47
Vóór de introductie van de GGO-papaja
stond Hawaï­in voor 97% van de aanvoer
voor Japan. Die export had een waarde
van 12,8 miljoen US dollar. De Filippijnen
die tot dan toe amper bijdroegen aan de
Japanse import konden gegarandeerde
niet-GGO papaja’s leveren en namen
geleidelijk aan de import uit Hawaï­over
(zie Figuur 8).46
Niettegenstaande de
export
van
de
Amerikaanse
papaja
naar Japan op een
historisch dieptepunt zit, hebben de
Hawaïaanse­­GGO-papajatelers vanaf nu
de mogelijkheid om hun marktaandeel in
Japan terug op te krikken. De realisatie­
hiervan zal echter afhangen van de
bereidheid van de Japanse consument
om de genetisch gewijzigde papaja­te
consumeren (zie pagina­11).
In 1999 begon de Hawaïaanse­papaja­
-industrie met de procedure om de biotech-papaja­te kunnen exporteren naar
figuur 8
japanse papaja-import in ton. Na de introductie van de GGO-papaja neemt de Japanse import van de Hawaïaanse­papaja af ten
gunste van de Filipijnse papaja.46
8000
7000
introductie
ggo-papaja
in hawaï
import in ton
6000
5000
4000
3000
2000
1000
vs
filippijnen
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
0
overige
46Trade Statistics of Japan. Ministry of Finance. Beschikbaar via http://www.customs.go.jp/toukei/srch/indexe.htm. De ‘commodity code’ van verse papaja’s is 08072.
47USDA Foreign Agricultural Service (2011). GAIN Report number JA1048.
Beschikbaar via http://gain.fas.usda.gov/Recent%20GAIN%20Publications/Japan%20approved%20GM%20papaya_Tokyo_Japan_12-19-2011.pdf
48USDA News Release No. 0005.12
Beschikbaar via http://www.usda.gov/wps/portal/usda/usdamediafb?contentid=2012/01/0005.xml&printable=true&contentidonly=true
facts
series
23
Papaja
5
5. De biotech-papaja
buiten Hawaï­
Ondanks de minimale impact van Hawaï­op de wereldwijde papaja­productie, ontpopte
Hawaï­zich tot pionier inzake PRSV-resistentie. Landen zoals China, Thailand, Taiwan,
de Filippijnen, Australië, Jamaica, volgden het voorbeeld van Hawaï­en ontwikkelden
hun eigen PRSV-resistente papaja­’s.
De Hawaïaanse­technologie verspreidt zich
Sinds verschillende tientallen jaren zet
PRSV zijn verwoestende tocht verder
door papaja­producerende regio’s. In India,
het papaja­producerende land bij uitstek,
werd PRSV in 1958 gedetecteerd waarna
het zich verspreidde vanuit West-India
naar verschillende regio’s. PRSV is er verantwoordelijk voor oogstverliezen van 85
tot 90%.49,50 In 1975 werd PRSV gedetecteerd in Taiwan. Drie jaar later was 44%
van het papaja­-areaal onbruikbaar geworden voor papaja­teelt en in 1980 was de
ringvlekkenziekte over het volledig eiland
verspreid.51 In 1982 werd PRSV gesignaleerd op de Filippijnen, in 1990 in Thailand
en 2 jaar later in Vietnam. In de meeste
met virus besmette gebieden is het stopzetten van de productie en het hervatten
op een andere plaats de enige manier om
nog papaja­’s te telen.
Taiwan is echter een klein eiland en er
zijn weinig mogelijkheden om de papaja­industrie te verleggen.3 Het vernietigende
effect van PRSV verplichtte de Taiwanese­
telers om papaja­te groeien als éénjarig
gewas. Na de eerste oogst worden alle
planten vernietigd en moet er opnieuw
aangeplant worden. Dit gaat gepaard met
hogere productiekosten en een kleinere
oogst.3
facts
series
Papaja
24
In 2003 publiceerden onderzoekers van
de ‘National Chung Hsing University’ en
het Taiwanees landbouwkundig onderzoeksinstituut de ontwikkeling van een
transgene papaja­resistent tegen het
Taiwanees PRSV.52 De Taiwanese GGOpapaja­is niet alleen beschermd tegen
PRS-virussen afkomstig van Taiwan
maar ook tegen PRSV van Hawaï­, Thailand en Mexico.52 De Taiwanese GGOpapaja­wordt echter nog niet op commerciële wijze geteeld. Hetzelfde geldt
voor de virus-resistente GGO-papaja­’s uit
Brazilië, Indonesië, Maleisië, Australië, de
Filippijnen, Thailand en Vietnam.8,53 In de
meeste landen zijn de planten succesvol
getest in het veld maar is het wachten op
de toelating tot commercialisatie.1,8
Tijdens de beginjaren 1990 werd ook de
Jamaicaanse papaja­
-industrie opgeschrikt door infecties met PRSV. Het
had ook hier desastreuze gevolgen op
het gezinsinkomen van de papaja­telers
49Srinivasulu M, Sai Gopal DVR (2011). Coat protein sequence comparison of south Indian isolates of Papaya ringspot virus with other Indian subcontinent isolates.
Phtyopathol Mediterr 50, 359-367.
50 Jain RK et al. (2004). Variability in the coat protein gene of Papaya ringspot virus isolates from multiple locations in India. Archives of Virology 149, 2435-2442.
51 Kiritani K, Su H-J (1999). Papaya ring spot, banana bunchy top, and citrus greening in the Asia and Pacific region : occurrence and control strategy. JARQ 33, 23-30.
52Bau H-J et al. (2003). Broad-spectrum resistance to different geographic strains of Papaya ringspot virus in coat protein gene transgenic papaya.
Phytopathology 93, 112-120.
53 Lines RE et al. (2002). Genetically engineered immunity to Papaya ringspot virus in Australian papaya cultivars. Molecular Breeding 10, 119-129.
en op de distributie. Er wordt geschat
dat het Jamaicaanse papaja­-areaal door
de PRSV-infecties daalde met meer dan
50%, van 400 ha in midden 1990 tot
180 ha in 2008.54 In vergelijking met de
gemiddelde jaarlijkse productie van
15 300 ton in de periode tussen 1993 en
1998 daalde de productie naar 5800 ton
in 2011.2
De Universiteit van Cornell snelde toe
en er werd een GGO-papaja­ontwikkeld
op basis van de manteleiwitten van de
Jamaicaanse PRSV-variant.55 De GGOpapaja­kon al in 1998 getest worden in het
veld maar omdat het nodige wettelijke
kader voor commercialisatie afwezig is in
Jamaica konden er tot op vandaag geen
verdere stappen gezet worden.55
Een gelijkaardig verhaal is te zien in
Venezuela­. Al in 1992 zocht de Universiteit­
van Los Andes (Venezuela) contact­
met de Universiteit van Cornell. De
samenwerking­resulteerde in GGOpapaja­
’s resistent tegen Venezolaanse
PRS-virussen56­maar tot nu toe moeten
Venezolaanse telers het stellen zonder
een virus-resistente papaja­.
China neemt heft in eigen handen
In China werd de ringvlekkenziekte op
papaja­voor het eerst gerapporteerd in de
provincie Guangdong in 1959. Van daar verspreidde het zich naar de andere papaja­
producerende provincies.8 Gedreven door
het succes in Hawaï­, startten onderzoekers van de Zuid-Chinese Universiteit­
voor Landbouw een gelijkaardig onderzoeksproject op. In plaats van het PRSVmanteleiwit tot expressie te brengen
in transgene papaja­, kozen de Chinese
onderzoekers voor het viraal replicase
gen. De GGO-papaja­‘Huanong 1’ werd in
2006 na verschillende veldproeven­goed-
gekeurd voor teelt en commercialisatie
door de Chinese bioveiligheidscommissie.57
De Huanong 1 planten zijn enkel verkrijgbaar bij een Chinees zaadbedrijf die ze als
kleine plantjes verkoopt.1
Net zoals in Hawaï­herstelde de GGOpapaja­de papaja­
productie in China.
Bovendien is ze in China verantwoordelijk voor de blijvende stijging van de
productie. In 2009 produceerden de vier
papaja­producerende provincies meer dan
vóór de PRSV infecties uitbraken. Met de
stijgende productie ging een ook opmerkelijke daling van de import van buiten-
landse papaja­’s gepaard. In 2009 bedroeg
de import slecht één zesde van de import
in 2006 (Figuur 9).57
In de provincie Guangdong, de belangrijkste provincie voor papaja­teelt in China
was er in 2012 een adoptie van 95%.58 Van
de 4500 hectare werd er 4275 ha PRSVresistente GGO-papaja­geteeld. Op het
eiland Hainan werd bijkomend 2000 ha
aan biotech-papaja­geteeld, 40% van het
5000 ha groot papaja­-areaal op Hainan.58
figuur 9
Na de introductie van de virus-resistente GGO-papaja in 2007 valt de Chinese import van papaja’s volledig terug.57
Chinese papaja-import in 1000 US dollar
3000
introductie
ggo-papaja
in china
2500
2000
1500
1000
500
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1192
0
54 USDA Foreign Agricultural Service (2008). GAIN Report number JM8007. Beschikbaar via http://www.fas.usda.gov/gainfiles/200807/146295191.pdf
55Fermin G, Tennant P (2011). Opportunities and constraints to biotechnological applications in the Caribbean: transgenic papayas in Jamaica and Venezuela.
Plant Cell Reports 30, 681-687.
56 Fermin G et al. (2004). Engineered resistance against Papaya ringspot virus in Venezuelan transgenic papayas. Plant Disease 88, 516-522.
57Lin-ke H et al. (2012). Farmer’s knowledge on GM technology and pesticide use: evidence from papaya production in China.
Journal of Integrative Agriculture 11, 2107-2115.
58James C (2012). Global status of commercialized biotech/GM crops:2012. ISAAA Brief 44.
facts
series
25
Papaja
6
Besluit
Genetisch gewijzigde gewassen worden
vaak in één adem vernoemd met multinationals en met grootschalige teelten.
Het verhaal van de GGO-papaja toont
aan dat dit niet noodzakelijk zo hoeft te
zijn. De Hawaïaanse­GGO-papaja werd
ontwikkeld door de publieke sector en
de intellectuele­eigendom werd overgedragen aan de lokale papaja-industrie.
facts
series
Papaja
26
De GGO-papaja wordt sinds 1998 geteeld
om het hoofd te kunnen bieden aan het
papaja-ringspotvirus, een ziekteverwekker die niet alleen zorgt voor grote
opbrengstverliezen maar bovendien
commerciële papajateelt onmogelijk kan
maken. Dankzij het inzetten van de GGOpapaja is de teelt op Hawaï­kunnen blijven
bestaan. Dit succesverhaal inspireerde
veel papaja-producerende landen om een
gelijkaardige oplossing te zoeken voor de
lokale papajavirussen. Tot nu toe wordt
de virus-resistente GGO-papaja enkel
in Hawaï­en in China geteeld maar meer
landen staan klaar om een biotech-papaja
in te zetten in de strijd tegen het papajaringspotvirus.
gedrukt op 100 % gerecycleerd papier
facts
series
27
Papaja
Meer info:
www.vib.be/plantenbiotech
Download