Artrose van de Schouder (=slijtage) Oorzaak Symptomen Diagnose Behandeling Hoewel de meeste mensen denken dat de schouder uit één gewricht bestaat, is dit niet het geval: in feite zijn er drie gewrichten. Eén gewricht wordt gevormd door het sleutelbeen (clavicula) en het dak van het schouderblad (acromion). Dit heet het acromioclaviculaire gewricht (AC-gewricht). Waar de kop van het bovenarm bot (humerus) draait in de kom (glenoid) van het schouderblad (scapula) wordt het glenohumerale gewricht genoemd. Tenslotte beweegt het schouderblad over de romp (thorax) en dit is het scapulothoracale gewricht. De eerste twee gewrichten kunnen slijten; we spreken dan van artrose. Om artrose goed te behandelen moet uw arts weten welk gewricht van de schouder is aangedaan en wat de oorzaak van deze slijtage is. Artrose van het kogelgewricht Artrose van het gewricht tussen sleutelbeen en schouderdak Oorzaak Er zijn drie oorzaken van artrose van de schouder: Ouderdomsslijtage (=Osteoartrose) Ouderdomsslijtage, ofwel osteoartrose, is een ouderdomsziekte waarbij jarenlang gebruik van het gewricht de glijlaag (kraakbeen) van de bewegende delen langzaam doet verdwijnen. Meestal begint dit pas na het 50e levensjaar of soms nog veel later. Het optreden hangt af van de kwaliteit van het kraakbeen, zoals dat bij uw geboorte is aangelegd en van het gebruik van de schouder in uw leven. Reuma (=Reumatoïde Artritis) Reuma is een chronische ontstekingsziekte dat ieder gewricht in uw lichaam kan aantasten. Vaak is er wel een voorkeur voor sommige gewrichten. Ook de schouder kan worden aangetast. Hierbij verdwijnt het kraakbeen, maar ook de spieren en pezen rondom het gericht gaan kapot. Slijtage na schade/ongeval (Posttraumatische Artrose) Na een ongeval of een andere beschadiging van het gewricht, kunnen de bewegende delen zodanig slecht meer passen dat de glijlaag langzaam wegschuurt. Berucht is de artrose na een botbreuk (fractuur) van de schouder en na veelvuldige luxaties (uit de kom gaan). Wanneer de pezen rondom het schoudergewricht (rotatoren manchet) stuk gaan, passen de bewegende delen ook niet goed meer en kun je ook eenzelfde slijtage krijgen (cuff artropathie). Symptomen Een van de eerste dingen die u merkt bij beginnende artrose van de schouder is pijn. De pijn wordt erger bij bewegen en neemt langzaam toe in de tijd, tegelijk met het toenemen van de artrose. Bij artrose van het schouder kop-kom gewricht (gleno-humeraal gewricht) is de pijn meer diep in de schouder gelokaliseerd. Bij artrose van het sleutelbeen-schouderblad gewricht (acromio-claviculair gewricht) is de pijn meer boven op en aan de voorzijde van de schouder gelokaliseerd. Bij reuma zijn meestal beide gewrichten aangedaan en voelt u de pijn overal in de schouder. Bewegingsbeperking is een tweede belangrijk symptoom. Het wordt bijvoorbeeld steeds moeilijker met uw hand op de rug of zelfs boven het hoofd te reiken. Soms kun je zelfs schurende en krakende geluiden horen bij bewegingen van de schouder. Wanneer de slijtage toeneemt kan iedere beweging van de schouder pijn doen. Zelfs in rust, bijvoorbeeld ‘s-nachts, is er pijn. Diagnose Lichamelijk onderzoek (bewegingsonderzoek) en röntgenfoto’s zijn belangrijk om op een juiste wijze de diagnose artrose te kunnen stellen. Bij het lichamelijk onderzoek zal uw arts vooral letten op: Spierzwakte (atrofie) Pijnlijke plekken bij aanraken Beweeglijkheid van de schouder, zowel met hulp (passief) als door u zelf uitgevoerd (actief) Tekenen van beschadiging van spieren, pezen of banden rondom het schouder gewricht Tekenen van eerdere letsels Het meedoen van het andere schouder gewricht (kan een teken zijn van reuma) Hoorbaar kraken bij beweging van het schouder gewricht Pijn wanneer er druk op het schouder gewricht gezet wordt Röntgen foto’s van een versleten schouder tonen versmalling van de gewricht spleet, veranderingen in het bot (cysten) en aangroei aan de rand van het bot (osteofyten). Een verdovende injectie in het gewricht waarbij de pijn enkele uren weg is, steunt de diagnose artrose. Behandeling Niet-operatieve behandeling (=conservatief) Zoals bij alle vormen van artrose, waar dan ook in het lichaam, zal de eerste behandeling niet-operatief zijn, meestal gesteund met oefentherapie. Andere mogelijke behandelingen zijn: Rust, of in ieder geval minderen van alle activiteiten die de pijn doen verergeren. Fysiotherapie Warmte Ontsteking remmende medicijnen: niet-steroïde anti-inflammatoire drugs (NSAID’s), zoals paracetamol of ibuprofen IJspakkingen op de schouder Medicijnen tegen reuma, mits reuma de oorzaak is van de artrose, zoals bijvoorbeeld methotrexaat of injecties corticosteroïden Voeding supplementen zoals glucosamine en chondroitine, hoewel de werking hiervan zeker niet onomstotelijk is vastgesteld Operatieve Behandeling Indien niet-operatieve behandeling niet meer of onvoldoende helpt dan zijn er operatieve mogelijkheden. Bedenk dat aan iedere operatie risico’s kleven en dat er complicaties kunnen optreden. Uw orthopedisch chirurg zal u hierover informeren. Vanzelfsprekend probeert hij/zij deze risico’s tot een minimum te beperken. Denk hierbij aan de moderne operatie technieken zoals deze toegepast worden in ons ziekenhuis, het gebruik van antibiotica waar nodig en gerichte nabehandeling op de verpleegafdeling en bij de fysiotherapeut. Artrose van het kogelgewricht van de schouder kan behandeld worden met een schouder prothese. Afhankelijk van de situatie kan hierbij zowel de kop als de kom worden vervangen (= totale schouder prothese) als allen de kop (= hemi-schouder prothese). U leest hier in een aparte folder over schouder prothesen meer over. Totale schouder prothese De meest toegepaste operatie bij artrose van het gewricht tussen sleutelbeen en dak van het schouder is het inkorten van het sleutelbeen. Hierbij wordt ofwel via een kijkoperatie ofwel via een kleine snede een centimeter van het uiteinde van het sleutelbeen bot verwijderd. Operatieve behandeling van de schouder helpt vaak zeer goed om de pijn te verminderen. De beweeglijkheid, daarentegen, wordt meestal niet, of hooguit iets, beter. Laatst bijgewerkt: maart 2012.