OPENVLD PRIORITEITEN EN DE BIJZONDERE FINANCIERINGSWET 1. Vaststellingen (uitgangspunten) a. In vergelijking met de andere federale landen beschikken in België de gemeenschappen en de gewesten over ruime materiële bevoegdheden, maar inzake financiële autonomie kan eenzelfde zienswijze niet worden verdedigd. Het financieringslandschap van de Belgische federale staatsordening wijst op een substantieel onevenwicht tussen de uitgavenbevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten en hun eigen financiële verantwoordelijkheid. Ook is er geen direct verband tussen de federale belastingopbrengsten en de financiële middelen toegewezen aan de gemeenschappen en gewesten. b. De federale overheid dient heden te zeer in te staan voor de financiële lasten die de gemeenschappen en de gewesten veroorzaken, waardoor deze nog amper over de vereiste financiële middelen beschikt om zijn kerntaken uit te oefenen. Aan dit laatste euvel alsmede aan voormeld onevenwicht kan er doorheen volgende beleidsopties worden geremedieerd: 2. Standpunt OpenVld OpenVld wenst doorheen de volgende maatregelen te remediëren aan voormelde vaststellingen: I. Personenbelasting Inzake de personenbelasting dient een nieuwe regeling door de volgende krachtlijnen te worden beheerst: Er wordt vertrokken van een verhouding waarbij 30% van de personenbelasting federaal blijft en 70% onder de verantwoordelijkheid van de gewesten komt. De gemeenschappen worden in hoofdzaak gefinancierd vanuit de gewesten De woonplaats wordt als criterium naar voor geschoven. Er wordt evenwel in een correctie ten voordele van het gewest op basis van de werkplaats voorzien. Dit beginsel dient van toepassing te zijn voor alle gewesten maar zal in de praktijk hoofdzakelijk het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ten goede komen. Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zal “Beliris” behouden blijven, en dit als financiering voor de mobiliteitswerken. Een solidariteitsmechanisme zal behouden blijven, maar het zal worden ingesteld tussen de gewesten. Dit mechanisme dient een objectief en doorzichtig karakter te vertonen. In zover deze regeling niet wordt aanvaard, dient OpenVld er toe te streven dat de huidige toegekend ruimte voor kortingen op belastingen, namelijk 6,75% van de in elk Gewest gelokaliseerde opbrengst van de personenbelasting, moet worden opgetrokken tot minimaal 10%. 317508137 Pagina 1 van 4 In beide voorstellen dient er sowieso te worden verholpen aan de volgende knelpunten: het door het Rekenhof te concipiëren evaluatiemodel vertoont een overbodig karakter; Het optreden van de gewesten op grond van artikel 6, § 2, eerste lid, 4° Bijz. Fin. W. is gebonden aan voorwaarden, met name het moet inzonderheid gaan om “algemene” belastingsverminderingen of – vermeerderingen, “die verbonden zijn aan de bevoegdheden van de gewesten”. Deze voorwaarden beperken de gewesten in hun optreden, en dienen derhalve te worden op te heven of te worden vervangen dor een ruimere omschrijving. II. Vennootschapsbelasting De gewesten zijn grotendeels bevoegd voor het economisch beleid. Ze missen echter het belangrijkste beleidsinstrument: de vennootschapsbelasting. Bovendien delen ze niet in de vruchten van een goed economisch beleid door middel van een deelname in de belasting op de winst van de vennootschappen. Een optimale toewijzing van fiscale verantwoordelijkheden vereist in eerste instantie dat de gewesten moeten kunnen delen in de opbrengst van de vennootschapsbelasting. Inzake de vennootschapsbelasting dient een nieuwe regeling door de volgende krachtlijnen te worden beheerst: 30% van de op het federaal niveau geïnde vennootschapsbelasting wordt aan de gewesten overgeheveld. De gewesten verkrijgen, naar analogie met de personenbelasting, de mogelijkheid om kortingen toe te staan op de hen in dit verband overgehelde budgettaire massa. Deze door de gewesten verleende kortingen worden toegestaan op het federaal tarief. III. De pensioenen van de ambtenaren. He huidige responsabiliseringsbijdrage is ongewijzigd gebleven sinds 2002, terwijl de pensioenen tussen 2003 en 2007 gestegen zijn met ongeveer 2.3 miljard euro, tot 4,5 miljard in 2007. Bijgevolg is het aandeel van de federale staat nog sterker gestegen tot 3.7 miljard in 2007. In 2007 stond de federale overheid in voor ca. 80% van de totale kost. In zoverre de lokale besturen erbij zouden worden geteld, wordt er 5.8 m in plaats van 4.5 miliard bekomen. Een deel van deze stijging vloeit voort uit de stijging van de perequatiekosten. Deze kosten bedroegen 481 miljoen in 2006, wat goed is voor een stijging van haast 250 miljoen tussen 2003 en 2006. Voor de periode 2003-2006, bedroeg de perequatiekost voor de federale overheid 1.45 miljard. 317508137 Pagina 2 van 4 De beslissingen van de gemeenschappen en gewesten met betrekking tot de evolutie van het aantal ambtenaren of tot loonsverhoging hebben alzo budgettaire gevolgen voor de overheidsfinanciën van de federale staat. Voor Open Vld dienen de gemeenschapen en de gewesten vanaf het begrotingsjaar 2009 zelf in te staan voor de meerkosten die de pensioenen van hun ambtenaren met zich meebrengen. Daarnaast moet ook een deel van de historische last door de gemeenschappen en gewesten zelf worden gedragen. Vandaar dat een oplopend schema van 300 miljoen in 2009 tot 900 miljoen in 2011 moet worden voorzien. IV. Beperking van de transfers bevoegdheidsoverdrachten van financiële middelen bij nieuwe Een nieuwe bevoegdheidsoverdracht naar de gemeenschappen en de gewesten zou slechts gepaard gaan met een beperkte overdracht van de daarmee overeenstemmende financiële middelen. Dit beduidt dat de gemeenschappen en gewesten hun eigen uitgaven zouden moeten verminderen of hun inkomsten zouden moeten doen stijgen om een doelstelling aan te houden opgenomen in het stabiliteitsprogramma voor de periode 2007-2010. Een dergelijke oplossing wordt aanbevolen door de Hoge Raad voor Fincanciën. V. Gemeenschaps- en gewestbevoegdheden gefinancierd door de federale overheid Momenteel komt de federale staat financieel tussenbeide in tal van domeinen die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten behoren. Men denkt bijvoorbeeld aan: Promotie van het wetenschapsbeleid grootstedenbeleid Preventie contracten, stadswachten, drugsplannen Nationale Loterij OCMW’s en socioculturele participaties De gemeenschappen en gewesten dienen zelf financieel in te staan voor de aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren. De federale overheid beëindigd op een al dan niet gefaseerde wijze de financiering van die aangelegenheden. 317508137 Pagina 3 van 4 317508137 Pagina 4 van 4