De regionale overheid p. 202-203

advertisement
De regionale overheid p. 202-203
Even herhalen:
Welke
overheden zijn er in ons land? Laat ons beginnen bij
die overheid die het dichtst bij ons staat.
→ de gemeentelijke overheid
Welke
overheden ken je nog? Denk aan het niveau.
→ de provinciale overheid
→ de regionale overheid
→ de federale overheid
Wanneer
spreken we over de federale overheid?
→ de overheid van heel België
Wanneer spreken we over de regionale overheid?
→ de overheid van de gemeenschappen en gewesten
Gemeenschappen en gewesten

Hoeveel gemeenschappen en gewesten zijn er in
België?
→ 3 gemeenschappen en 3 gewesten
 Waarop heeft men zich gebaseerd om België op te delen
in 3 gemeenschappen?
→ de taal
→ De bevolking spreekt 3 talen. Vandaar dat de
gemeenschap een persoonsgebonden overheid is.
 Waarop heeft men zich gebaseerd om België op te delen
in 3 gewesten?
→ geografische verdeling (van noord naar zuid)
→ Daarom is een gewest een gebiedsgebonden
overheid.
Laat ons de deelgebieden eens op de Belgische kaart
bekijken:
Al deze deelgebieden zijn zelfstandig. Zij hebben een eigen parlement en
een eigen regering. Enkel de Vlamingen besturen hun gemeenschap en
gewest met één parlement en één regering.
Hoeveel parlementen en regeringen zijn er dan binnen de regionale
overheid?
→ 5 parlementen en 5 regeringen

De gemeenschappen zijn verantwoordelijk voor
zaken die direct betrekking hebben op mensen,
zoals onderwijs, welzijn, sport, media en cultuur.
 De gewesten zijn bevoegd voor ruimtelijke
ordening en stedenbouw, economie,
werkgelegenheid, landbouw, openbare werken,
vervoer, buitenlandse handel, gemeente- en
provinciewet.
Maak nu eerst de oefening op p. 203. Dit doe je individueel.

Om het niet onnodig moeilijk te maken, wordt op
het niveau van de gemeenschappen en
gewesten enkel gesproken over de Vlaamse
overheid: het Vlaamse Parlement en de
Vlaamse Regering.

Dit is de Vlaamse regering anno 2009:
Uit hoeveel ministers bestaat onze regering?
→ 9 ministers (De Vlaamse regering = de uitvoerende macht)
We gaan eens kijken of jullie onze Vlaamse ministers kennen.
Oefening (kopie): Noteer de juiste naam bij de juiste foto.
Weet je ook van welke politieke partij hij of zij is? Ken je ook
zijn of haar bevoegdheid? Voer deze opdracht uit samen
met je buur. Veel succes!
Kris Peeters
Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams
minister van Economie,
Buitenlands Beleid, Landbouw
en Plattelandsbeleid
CD&V
Freya Van den Bossche
Vlaams minister van Energie,
Wonen, Steden en Sociale Economie
Sp.a
Pascal Smet
Vlaams minister van Onderwijs,
Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel
Sp.a
Ingrid Lieten
Viceminister-president van de Vlaamse Regering
en Vlaams minister van Innovatie,
Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding
Sp.a
Philippe Muyters
Vlaams minister van Financiën,
Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport
NV-A
Joke Schauvliege
Vlaams minister van Leefmilieu,
Natuur en Cultuur
CD&V
Jo Vandeurzen
Vlaams minister van Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin
CD&V
Hilde Crevits
Vlaams minister van Mobiliteit
en Openbare Werken
CD&V
Geert Bourgeois
Viceminister-president van de Vlaamse Regering en
Vlaams minister van Bestuurszaken,
Binnenlands Bestuur, Inburgering,
Toerisme en Vlaamse Rand
NV-A
Kennen jullie dit gebouw?
Het Vlaamse Parlement = de wetgevende
macht
 Hoeveel
leden telt het Vlaamse parlement?
→ 124 leden
 Wie is de voorzitter van het Vlaamse
parlement?
→ Jan Peumans (NV-A)
In het parlement maakt men wetten. Deze
wetten worden decreten genoemd.
Ik wil jullie tot slot nog mee laten genieten
van een filmpje i.v.m. onze Vlaamse
minister van financiën en begroting.
http://www.youtube.com/watch?v=hpjZDQShFU
Download