Dia 7

advertisement
Modelleren van de context
-
Organisatiemodel
Taakmodel
Agentmodel
Zelftoets
deels gebaseerd op boek en slides
‘The CommonKADS Methodology’
1
Kennis functioneert altijd
binnen een organisationele
context
• Modelleren van de context: Waarom?
• De rol van het organisatie-, taak- en agentmodel
• Stappen en technieken van kennisgeorienteerd
analyseren van bedrijfsprocessen
• Illustraties: casus ijsproducten, casus huisvesting
Contextmodelleren
2
Waarom contextmodelleren?
• Vaak moeilijk om te identifceren waar (kennis)technologie
een meerwaarde heeft
• Een laboratorium is anders dan de echte wereld
• Acceptatie bij gebruikers is essentieel
• Het in de praktijk zetten als doorgaand proces is niet
vanzelfsprekend
• Vaak niet duidelijk welke aanvullende maatregelen te
nemen
Contextmodelleren
3
Doelen voor contextmodelleren
• Identificeer problemen en kansen (‘opportunities’)
• Bepaal oplossingen met bijbehorende haalbaarheid
(‘feasibility’)
• Verbeter taken en taakgerelateerde kennis
• Maak een plan voor de benodigde veranderingen in de
organisatie
Contextmodelleren
4
Rol van kennissystemen
•
•
•
•
automatisering is niet de insteek van een KS
taken zijn over het algemeen complex
beter uitgangspunt: KS als procesverbeterings-‘tool’
typische rol van een KS: actieve intelligente assistent
Contextmodelleren
5
Proces van contextmodelleren
• Stap 1: Uitvoeren van een studie naar ‘scoping’ en
haalbaarheid (‘feasibility’)
– Tool: Organizatiemodel (OM)
• Stap 2: Uitvoeren van een studie naar ‘impact’ en
verbeteringen (‘improvement’)
– Tool: Taakmodel en agentmodel (TM, AM)
– inzoomen op en verfijnen van het
organisatiemodel
• Elke van deze bestaat uit een analysedeel en een
constructief besluitvormingsdeel (‘decision-making’)
Contextmodelleren
6
Stap 1: studie naar ‘scoping’ en
haalbaarheid
• Stap 1a: analyse
– identificeer probleem/kansgebieden en potentiële
oplossingen
– zet ze in een breder organisationeel perspectief
• Stap 1b: synthese
– Beslis over economische, technische en
projecthaalbaarheid
– Selecteer het meest veelbelovende aandachtsgebied
(‘focus’) en de meest veelbelovende doeloplossing
(‘target’)
Contextmodelleren
7
Stap 2: studie van ‘impact’ en
verbeteringen
• Stap 2a: analyse
– bestudeer relaties tussen de taak, betrokken agenten en
gebruik van kennis voor een succesvolle ‘performance’
– welke verbeteringen kunnen hier behaald worden?
• Step 2b: synthese
– beslis over organisationele maatregelen en
veranderingen in taken
– zorg voor organisationele acceptatie en integratie van
een kennissysteemoplossing
Contextmodelleren
8
Drie contextmodellen
• ‘scope’ en haalbaarheidstudie
– organisatiemodel (OM)
– beschrijving en analyse van de bredere
organisationele omgeving
• ‘impacts’ en verbeteringenstudie
– taakmodel (TM) en agentmodel (AM)
– meer gefocust en verder gedetailleerd
– zoomt in op het relevante deel van de organisatie
– TM: taak samen met de kennis direct gerelateerd
aan het probleem
– AM: agenten betrokken in TM-taken
Contextmodelleren
9
‘Worksheets’
• Modelleerproces wordt ondersteund dmv ‘worksheets’
– Organisatiemodel: 5 ‘worksheets’
– Taakmodel: 2 ‘worksheets’
– Agentmodel: 1 ‘worksheet’
– Samenvatting: 1 ‘worksheet’
• Bedoeld als ‘checklist’ en informatie-archief
• Moeten flexibel gebruikt worden
Contextmodelleren
10
Hoe een kennisintensieve
organisatie te analyseren?
• beschrijf organisatie-aspecten:
– kansen/problemen-portfolio
– bedrijfscontext, doelen, strategie
– interne organisatie:
• structuur
• processen
• mensen (personeel: functionele rollen)
• macht en cultuur
• ‘resources’ (kennis, ondersteunende systemen,
apparatuur,…)
• doe dit voor zowel de huidige als de toekomstige
organisatie
– vergelijking, en eerste beslissingen waar naar toe
Contextmodelleren
11
Worksheets organisatiemodel
Organization Model
OM-1
OM-2
Problems
&
Opportunities
Organization
Focus Area
Description:
General
Context
(Mission,
Strategy,
Environment,
CSF's,...)
Structure
Process
OM-3
OM-4
Process
Breakdown
People
Culture & Power
Resources
Potential
Solutions
Contextmodelleren
Knowledge
Knowledge
Assets
12
OM-1: identificatie van
problemen en kansen
• ‘shortlist’ van gesignaleerde problemen / kansen
• organisationele context = het invariante deel
– missie, visie, doelen van de organisatie
– belangrijke externe factoren
– strategie van de organisatie, waardeketen
• opsomming mogelijke oplossingen
– van de gesignaleerde problemen / kansen
– verenigbaar met de organisationele context
• technieken: interviews en ‘brainstorming’
Contextmodelleren
13
Casus: productontwikkeling van ijs
• Unilever wereldwijd voeding/persoonlijke verzorging
• Eerste analysestap via ‘worksheet’ OM-1:
– Gesignaleerde issues mbt problemen/kansen:
• Versnellen van ‘time to market’ van nieuwe
ijsproducten
• Gebruik van kennis tav ‘best-practices’ door het
gehele bedrijf
Product
– Visie:
formulation
Manufacturing
Product properties
(physical, sensory)
Marketing
Production
processes
Feedback learning loop
Contextmodelleren
Consumer
preferences
14
OM-1 voor huisvesting
Organisatiemodel
Problemen en kansen‘Worksheet’
OM-1
Problemen en kansen Beoordelingen nemen te veel tijd
Er is onvoldoende tijd voor urgente zaken
Organisationele
context
Missie: transparante procedure, duidelijke
verantwoordelijkheden aanvrager
Externe actoren: gemeenteraad, publieke
opinie, nationale wet- en regelgeving …
Strategie: verbreed ‘scope’ van de markt
Oplossingen
1.
2.
Contextmodelleren
Geautomatiseerd beoordelingssysteem
Programma om beoordelaars te
trainen in de behandeling van
urgentiegevallen
15
Casus huisvesting
• Lokale overheidsinstelling is verantwoordelijk voor de
toekenning van woningen aan aanvragers
• Transparente toekenningsprocedure
– tweewekelijks magazine met het huizenaanbod
– publicatie van resultaten
• Gedeeltelijk geautomatiseerd proces
• Bestaande databases van aanvragers en woningen
Contextmodelleren
16
Problemen en kansen
• Twee zijden van dezelfde medaille
• Kans:
– een deel van het bedrijfsproces waarin het zinvol lijkt
kennistechnologie te introduceren
• Probleem:
– een kans die momenteel als probleem van de
organisatie wordt gezien 
Contextmodelleren
17
Organisatiegrenzen
• Soms moeilijk om de ‘scope’ van wat de organisatie is te
definiëren
• Voorbeeld in het domein van huisvesting:
– ‘baseline’ van organisatie: ‘assignment office’
– omvat het aanvragers?
– omvat het verhuurbedrijven?
• Bepaal de variërende en invariante delen
– vanuit het standpunt van ontwikkelaar worden
invariante delen als stabiel aangenomen
Contextmodelleren
18
OM-2: variërende aspecten
• heeft betrekking op een enkel probleem/kansgebied van
OM-1
• beschrijft het deel van de organisatie dat er bij betrokken is
• beschrijft de aspecten die kunnen veranderen of beïnvloed
kunnen worden door een kennissysteemoplossing
Contextmodelleren
19
Variërende aspecten OM-2
(1)
• structuur
– structuurdiagram van departmenten, groepen, eenheden
• proces
– ontbonden in taken en afhankelijkheden
– verder gedetailleerd in ‘worksheet’ OM-3
• mensen
– personeelsleden die betrokken zijn als actoren of
belanghebbenden (‘stakeholders’)
• besluitvormers, ‘providers’, gebruikers, klanten
– geen echte mensen maar functionele rollen
Contextmodelleren
20
Variërende aspecten OM-2
(2)
• ‘resources’
– informatiesystemen
– uitrusting (apparatuur) en materialen
– niet-kennisgerelateerde vaardigheden en competenties
• Kennis
– speciale ‘resource’ in deze context
– gedetaileerd in ‘worksheet’ OM-4
• cultuur en macht
– ongeschreven regels van het spel, manieren van werken
en communiceren, informele verhoudingen
Contextmodelleren
21
OM-2: ijs organisatie-analyse
• Voorbeeld: deel van OM-2 analyse:
– Structuur
General
director
Technical
director
Logistics
Technical Dept.
management management
Ice Cream
development
Contextmodelleren
Personnel Marketing Finance
director & Sales director
director
Development Dept.
management
Quality
assurance
Manufacturing
management
Coldstore
& Warehouse
management
Information
& IT
management
Packaging
design
22
Structuur en personeel huisvesting
beleids
afdeling
statistische analyst
beleidsmedewerker
directoraat
directeur
adjunct-directeur
publieke
dienstverlening
magazine editor
magazine producent
voorlichter
Contextmodelleren
woning
toekenning
data invoer
toekenner
computer
ondersteuning
DB administrateur
systeemanalyst
23
Proces huisvesting
primaire
proces
data invoer
van aanvragen
secondaire
proces
magazine
productie
aanvraag
beoordeling
:residence
assignments
woning
toekenning
statistische
analyse
beleids
informatie
Contextmodelleren
24
Rest van OM-2 voor huisvesting
Organisatiemodel
Variërende aspecten: ‘worksheet’ OM-2
‘Resources’
Bestaande database van aanvragers en woningen
Prioriteitscalculator voor de berekening van een
prioriteitenlijst van aanvragers voor woningen
Kennis
Beoordelingscriteria: kennis voor het beoordelen
van de correctheid van individuele aanvragen
Toekenningsregels: kennis gebruikt voor het
selecteren van een aanvraag voor een bepaalde
woning
Urgentieregels: speciale reguleringen en regels
voor urgent gevallen (bijv. gehandicapten)
Cultuur en macht
Hiërarchische organisatie
Werknemers kijken enigszins verontrust naar
toekomst
Managementstijl: achtergrond als ambtenaar
Contextmodelleren
25
OM-3: Procesopdeling
• Belangrijk element => beschreven in meer details
• Invullen voor elke taak in de procesbeschrijving
• OM-3 elementen:
– Taak: naam + ‘identifier’
– Uitgevoerd door: agent (mens of ‘resource’)
– Waar?: locatie in structuur
– Benodigde kennis: opsomming van ‘knowledge assets’
– Kennisintensief?: ja/nee
– Significantie: qualitatieve waarde, bijv. op vijfpuntschaal
Contextmodelleren
26
OM-3 procesopdeling van
ijsvoorbeeld
• In de ontwikkeling van ijsproducten zijn de belangrijke
deelprocessen:
– generatie van productideeën
– haalbaarheidfase
– planning van productie en verkoop
– implementatie en uitrol
– ‘post-launch review’
• Alle deelprocessen zijn kennisintensief, maar
haalbaarheid- en planningfase in het bijzonder
Contextmodelleren
27
Voorbeeld OM-3 voor huisvesting
Taak
Uitgevoerd
door
Waar
‘Knowledge
asset(s)’
KI?
Significantie
1. Magazine
productie
Magazine
editor
Publieke
dienstverlening
-
Nee
3
2. Datainvoer van
aanvragen
Datatypiste /
automatische
invoer
Woningtoekenning
-
Nee
2
3. Aanvraagbeoordeling
Toekenner
Woningtoekenning
Beoordelingscriteris
Ja
5
4. Woningtoekenning
Toekenner
Woningtoekenning
Beoordelingsen
urgentieregels
Ja
5
Contextmodelleren
28
OM-4: ‘Knowledge Assets’
• verdere uitwerking van het kennisaspect van OM-2
• grove beschrijving
– verder verfijnd in taakmodel en kennismodel
• elementen:
– ‘Knowledge Asset’: Naam (OM-3)
– In bezit van: Agent (OM-3)
– Gebruikt in: Taak ID (OM-3)
– Juiste vorm? Juiste plaats? Juiste tijd? Juiste kwaliteit?
• ja/nee + commentaar
Contextmodelleren
29
OM-4: ‘knowledge assets’
in ijsvoorbeeld
Contextmodelleren
30
‘Knowledge asset’ huisvesting
• ‘Knowledge asset’:
– “algemene woningapplicatie normen”
• juiste vorm?
– nee, zouden ook in digitale vorm moeten
• juiste plaats, tijd en kwaliteit?
– ja
Contextmodelleren
31
Inhoud haalbaarheiddocument
Een uitwerking van ‘worksheet’ OM-1
Voor elk probleem/kansgebied: OM-2
Voor elke taak: OM-3
Voor elke ‘knowledge asset’: OM-4
Voor elke voorgestelde oplossing: beslissing om te
"automatiseren" ja/nee plus redenen
– ‘worksheet’ OM-5: checklist for deze beslissing
• Voorgestelde acties
•
•
•
•
•
Contextmodelleren
32
‘Business feasibility’
• verwachte opbrengst
– tastbaar (economische) en niet-tastbaar
• verwachte meerwaarde
• verwachte kosten
• vergelijking met mogelijke alternatieve oplossingen
• benodigde organisationele veranderingen
• economische en bedrijfsrisico’s en onzekerheden
Contextmodelleren
33
Technische haalbaarheid
• complexiteit van de kennis en het redeneerproces
– beschikbaarheid van ‘state-of-the-art’ methodes
– is het al eerder gedaan?
• kritische aspecten die er bij betrokken zijn
– tijd, kwaliteit, benodigde ‘resources’
• meetbare succesfactoren
– testen van validiteit, kwaliteit en ‘performance’
• complexiteit van gebruiker-systeeminteractie
– beschikbaarheid van ‘state-of-the-art’ methodes
Contextmodelleren
34
Projecthaalbaarheid
• ‘commitment’ van agenten en belanghebbenden
• beschikbaarheid van ‘resources’: tijd, budget, uitrusting
(apparatuur) en personeel
• beschikbaarheid van kennis en andere competenties
• realistische verwachtingen
• goede projectorganisatie en externe communicatie
Contextmodelleren
35
Voorgestelde acties
• aanbeveling van concrete stappen om actie te ondernemen
– Opsomming van aandachtsgebieden (‘focus’)
– Oplossing voor aandachtsgebied
– Verwachte resultaten en voordelen
– Benodigde projectacties
– Wanneer herbezien?
Contextmodelleren
36
‘Feasibility’ huisvesting
• Automatiseren van toekenningstaak
– haalbaar vanuit alle perspectieven
• Acties
– bouwen van een applicatie
– veranderingen van banen binnen de afdeling
woningtoekenning
– verzorgen van aanvullende training
– bekijk ook overdracht van ‘resources’ naar ICT-afdeling
Contextmodelleren
37
Casus: social security services
(SSS)
• Probleem:
wet- en regelgeving zijn zeer complex
=> lange tijd om tot beslissing te komen => achterstand
(‘backlog’)
=> sociale onrust => krantenkoppen in dagbladen
• Oplossing (van te voren geformuleerd door SSS
management):
kennissyteem bevat de wettelijke besluitvormingskennis
=> achterstand verminderd
Contextmodelleren
38
SSS ‘scope’ en ‘feasibility’
besluitvorming
• Oplossing: KS voor het oplossen van ‘backlog’ probleem
– ‘Business feasibility’
• lost het probleem niet op, taaklast vooral in
archiveren
• vereist organisationele veranderingen
• status van mensen zal veranderen
– Technische/project haalbaarheid
• ‘state-of-the-art’ werk
– Voorgestelde acties
• bijsturing van het project naar het vereenvoudigen
van procedures voor archiveren en rapporteren
Contextmodelleren
39
Volgende stap contextmodelleren :
inzoomen op taken
•
•
•
•
•
•
•
•
Taak = onderdeel van een bedrijfsproces
doelgeoriënteerde en waardetoevoegende activiteit
krijgt input en geeft gewenste output
op een gestructureerde en gecontroleerde manier
gebruikt ‘resources’
vereist en levert kennis en vaardigheden
voldoet aan kwaliteits- en performancekriteria
uitgevoerd door verantwoordelijke en toerekenbare agenten
Contextmodelleren
40
Aspecten van taakmodel
Information
Systems (3D)
View
Objects
Structure
(Data)
Managerial
View
Agents
(Sub)Function
and Flow
Time and
Control
TASK
MODEL
Performance
and Quality
Knowledge and
Competences
Resources
Goal and
Value
Contextmodelleren
41
TM-1: Taakanalyse
• zoomt in op een taak
– meer gedetaileerde beschrijving dan OM-3
• link naar analysemethoden van bedrijfsprocessen
– taak is onderdeel van een bedrijfsproces
• link naar methoden van software engineering
– afhankelijkheden en ‘flow’
– data, functie, ‘control view’ op taak
Contextmodelleren
42
Taakbeschrijving: intern
• data-afhankelijkheden en data ‘flow’
– voorafgaande taak, opvolgende taken
• objecten die gebruikt worden
– eenvoudig informatiemodel
• timing & controle
– frequentie, duur, wanneer uitgevoerd
• constraints: pre- and post-conditions
Contextmodelleren
43
TM-1: ‘Top-level’ taakmodel
• Vul TM-componenten in (zie TM Figuur)
– Vb: taakdecompositie en ‘flow’ van haalbaarheidfase
– Geeft een eerste versie van de taak van het kennismodel
Marketing
brief
Develop
product
concept
Product
description
Produce
product
prototypes
Product
prototypes
Final
product
specification
Contextmodelleren
(Iteratively) Revise
product description
and/or prototypes
Discuss
results with
marketing
Carry out
prototype tests
44
Data ‘flow’ huisvesting
datainvoer
checken
aanvrager
Legenda
aanvrager
data
aanvraag
(externe)
actor
database van
woningen &
aanvragers
beoordeling
aanvraag
correcte
aanvragen
processing
functie
relevante
aanvragen
verhuur
bedrijf
vrije woningen
toekennen
data opslag
toekenning
toekenningen
Contextmodelleren
datastroom
45
Controle ‘flow’ huisvesting
data-invoer
checken
[data = incorrect]
aanvraag ontvangen
voor deadline
vuilnisbak
[data = correct]
[beslissing = ongeschikt]
beoordeling
verder
verwerken
[beslissing = geschikt]
Contextmodelleren
46
Taakbeschrijving: extern
• doel en waarde
• betrokken agenten
• kennis:
– lijst van ‘knowledge items’ verder uitgewerkt in TM-2
• andere competenties en vaardigheden
• ‘resources’
– verfijning van OM-2
• kwaliteit en ‘performance’:
– maatstaven voor het meten van de taakuitvoering
Contextmodelleren
47
TM-2: beschrijving ‘knowledge item’
• In bezit van: Agent
• Gebruikt in: Taak ID
• Domein
– specialistisch werkveld, discipline, tak van wetenschap,
professionele gemeenschap
• Beschrijf aard, vorm en beschikbaarheid
– geef aan wanneer het een ‘bottleneck’ betreft
Contextmodelleren
48
Karakterisatie van ‘knowledge
items’
• Aard
– formeel, strikt; empirisch, quantitatief; heuristisch,
vuistregels, .....
• Vorm
– in het hoofd, op papier, electronisch, actievaardigheden,
...
• Beschikbaarheid
– beperkingen mbt tijd, ruimte, toegang, kwaliteit, vorm
Contextmodelleren
49
TM-2: Detaillering van ‘knowledge
items’ & ‘bottlenecks’
Casus ijs:
• ‘Knowledge item’: wensen
van consumenten
• Bottlenecks:
– Aard: onvolledig, tacit,
hard te verifiëren
– Vorm: voornamelijk in
hoofd van marketeers
– Beschikbaarheid:
beperkingen mbt
ruimte en kwaliteit
Contextmodelleren
50
Agentmodel
• OM en TM => perspectief van proces/taak
• AM: perspectief van individuele agenten
– personeel, softwaresystemen
• voor een groot deel: herschikken van informatie al
beschikbaar in andere ‘worksheets’
– één enkele ‘worksheet’
• gezichtspunt agent bruikbaar voor het bepalen van ‘impact’
– zie attitudematrix (verderop)
• belangrijke input voor communicatiemodel
Contextmodelleren
51
Agent ‘worksheet’ AM-1:
de toekenner-agent
Naam
Toekenner
Organisatie
Departement woningtoekenning
Betrokken in
3. Aanvraagbeoordeling
4. Woningtoekenning
Communiceert met
Bestaande database
Prioriteitscalculator
Kennis
Beoordelingscriteria
Toekenningsregels
Urgentieregels
Andere competenties
Vaardigheid om problematische, nietstandaard gevallen te behandelen
Verantwoordelijkheden
& ‘constraints’
Zorgdragen dat mensen gelijk behandeld
worden. (Voortrekken is in het verleden een
probleem geweest.)
Contextmodelleren
52
Laatste stap: document van
‘impacts’ en verbeteringen
• checklist in ‘worksheet’ OTA-1
• maatregelen voor verbeteringen gaan samen met het
ontwikkelen van een kennissysteemoplossing
• belangrijke ‘issues’ voor besluitvorming:
– aanbevolen organisationele veranderingen
– maatregelen voor specifieke taken en/of personen
– verbeteringen mbt gebruik en beschikbaarheid van
kennis
– is het verwachte resultaat voldoende?
– verdere aanbevelingen
Contextmodelleren
53
‘Impact’ en veranderingen (1):
Organisatie als geheel
•
•
•
•
•
•
Structuur
Proces
‘Resources’
Mensen
Kennis
Cultuur en macht
Contextmodelleren
54
‘Impact’ en veranderingen (2) :
Taak/Agent-specifiek
• vergelijking: toekomstige en huidige modellen
• impact and change types:
– overzicht van de taak
– benodigde ‘resources’
– ‘performance’-en kwaliteitskriteria
– personeel, betrokken agenten
– individuele posities, verantwoordelijkheden, authoriteit,
‘constraints’ in de taakuitvoering
– kennis en competenties
– communicatie
Contextmodelleren
55
Voorgestelde acties
• verbeteringen/veranderingen in de organisatie
• bijbehorende maatregelen
– training, facilititeiten
• verdere projectacties
• wanneer herbezien
Contextmodelleren
56
OTA-1: beslissingen over
‘impact’ en verbeteringen
• casus ijs: ‘processing’-scenario scoort het hoogst
• voorgestelde acties:
• Ontwikkel een ‘processing’-KBS module
• Archiveer eerdere formuleringen
• Gestructureerd knowledge management voor
kennisdelen
Contextmodelleren
57
Attitudes en ‘commitments’ van
actoren en belanghebbenden
• Belangrijke richtlijn: betrek altijd de atttude van actoren en
belanghebbenden mbt veranderingen
• Vraag jezelf af: is er voldoende basis om de voorgestelde
veranderingen succesvol uit te voeren?
• Techniek: stakeholder attitude matrix
•
(EMS case, IEEE Intell. Syst. 1997)
Stakeholder/Solution
Specialist
Huisarts
EMS-personeel
SQ
o
o
I
+
+
+
II
+
o
+
III
+
+
IV
+
+
V
+
-
VI
+
-
Consument
-
+
+
+
+
o
+
(SQ = status quo)
Contextmodelleren
58
Samenvatting
• Organisationele aspecten: kritische succesfactor
• De voorziene systemen moeten goed geintegreerd worden
• Stap 1: portfolio van oplossingen + ‘feasibility’
– organisatiemodel
– ‘feasibility’-document
• Stap 2: inzoomen en bepalen veranderingen/maatregelen
– beschrijving van taak, ‘knowledge items’ en agenten
– plannen van organisationele veranderingen
• Contextanalyse is breder toepasbaar
Contextmodelleren
59
OM-1
worksheet:
Gehele proces in kaart
St art
problems,
solutions,
context
OM-3
worksheet:
OM-2
worksheet:
description of
organization
focus area
process
breakdown
OM-5
worksheet:
Int egrat e
Ref ine
Ref ine
OM-4
worksheet:
Int egrat e
[ If inf easible]
St op
Judge
Feasibility
(Decision
Document)
knowledge
assets
[ If f easible]
TM-1
worksheet:
TM-2
worksheet:
AM-1
worksheet:
task
analysis
knowledge item
analysis
agent
model
OTA-1
worksheet:
Int egrat e,
comparing bot h t he
old and new sit uat ions
Contextmodelleren
Assess Impacts & Changes
(Decision Document)
Cont ext
Analysis
Ready
60
ZELFTEST (VORIGE WEEK)
Vraag 1
Op welk niveau bevindt het ‘knowledge model’ zich?
A) Artefact layer
B) Concept layer
C) Context layer
Vraag 2
Is een kennissysteem een voorbeeld van een expertsysteem?
A) Ja
B) Nee
Vraag 3
Is de ‘transfer view’ onderdeel van de CommonKADS
methode?
A) Ja
B) Nee
Vraag 4
Wat heeft meer waarde?
A) de applicatie
B) de kennis
ZELFTEST (DEZE WEEK)
Vraag 1
Is een agentmodel onderdeel van de ‘scoping’ en
haalbaarheidstudie?
A) Ja
B) Nee
Vraag 2
Is er verschil tussen een ‘knowledge asset’ en een ‘knowledge
item’?
A) Nee, de termen zijn voor elkaar inwisselbaar
B) Ja, een ‘knowledge asset’ bevindt zich op een hoger
abstractieniveau dan een ‘knowledge item’
C) Ja, een ‘knowledge asset’ bevindt zich op een lager
abstractieniveau dan een ‘knowledge item’
Vraag 3
De complexiteit van gebruiker-systeeminteractie is onderdeel
van:
A)
B)
C)
D)
‘Business feasibility’
Technische haalbaarheid
Projecthaalbaarheid
Geen van bovenstaande
Vraag 4
Een studie van ‘impact’ en verbeteringen is een voorbeeld van
een
A)
B)
C)
D)
Analysetaak
Synthesetaak
Zowel analysetaak als synthesetaak
Noch analysetaak noch synthesetaak
Werkcolleges
1.
bestuderen gehele practicumopdracht, werken aan opdracht 1 en
opstarten opdracht 2
2. afronden opdracht 1, werken aan
opdracht 2
3.
4.
5.
6.
7.
8.
afronden opdracht 2, opstarten opdracht 3
werken aan opdracht 3, verwerken feedback opdracht 2 (aanwezigheid
verplicht)
afronden opdracht 3, opstarten opdracht 4
werken aan opdracht 4, verwerken feedback opdracht 3 (aanwezigheid
verplicht)
afronden opdracht 4, opstarten opdracht 5 en 6
werken aan opdracht 5 en 6, verwerken feedback opdracht 4
(aanwezigheid verplicht)
Deadlines
• Wo 11 feb 2015: opdracht 1 (23.59 uur)
•
Wo 18 feb 2015: opdracht 2 (23:59 uur)
•
Wo 4 mrt 2015: opdracht 3 (23:59 uur)
•
Wo 25 mrt 2015: opdracht 4 (23:59 uur)
•
Ma 6 apr / wo 8 apr 2015: presentatie
•
Wo 15 apr 2015: eindrapport (18:00 uur)
Download