Modelleren van de context - Organisatiemodel Taakmodel Agentmodel Zelftoets deels gebaseerd op boek en slides ‘The CommonKADS Methodology’ 1 Kennis functioneert altijd binnen een organisationele context • Modelleren van de context: Waarom? • De rol van het organisatie-, taak- en agentmodel • Stappen en technieken van kennisgeorienteerd analyseren van bedrijfsprocessen • Illustraties: casus ijsproducten, casus huisvesting Contextmodelleren 2 Waarom contextmodelleren? • Vaak moeilijk om te identifceren waar (kennis)technologie een meerwaarde heeft • Een laboratorium is anders dan de echte wereld • Acceptatie bij gebruikers is essentieel • Het in de praktijk zetten als doorgaand proces is niet vanzelfsprekend • Vaak niet duidelijk welke aanvullende maatregelen te nemen Contextmodelleren 3 Doelen voor contextmodelleren • Identificeer problemen en kansen (‘opportunities’) • Bepaal oplossingen met bijbehorende haalbaarheid (‘feasibility’) • Verbeter taken en taakgerelateerde kennis • Maak een plan voor de benodigde veranderingen in de organisatie Contextmodelleren 4 Rol van kennissystemen • • • • automatisering is niet de insteek van een KS taken zijn over het algemeen complex beter uitgangspunt: KS als procesverbeterings-‘tool’ typische rol van een KS: actieve intelligente assistent Contextmodelleren 5 Proces van contextmodelleren • Stap 1: Uitvoeren van een studie naar ‘scoping’ en haalbaarheid (‘feasibility’) – Tool: Organizatiemodel (OM) • Stap 2: Uitvoeren van een studie naar ‘impact’ en verbeteringen (‘improvement’) – Tool: Taakmodel en agentmodel (TM, AM) – inzoomen op en verfijnen van het organisatiemodel • Elke van deze bestaat uit een analysedeel en een constructief besluitvormingsdeel (‘decision-making’) Contextmodelleren 6 Stap 1: studie naar ‘scoping’ en haalbaarheid • Stap 1a: analyse – identificeer probleem/kansgebieden en potentiële oplossingen – zet ze in een breder organisationeel perspectief • Stap 1b: synthese – Beslis over economische, technische en projecthaalbaarheid – Selecteer het meest veelbelovende aandachtsgebied (‘focus’) en de meest veelbelovende doeloplossing (‘target’) Contextmodelleren 7 Stap 2: studie van ‘impact’ en verbeteringen • Stap 2a: analyse – bestudeer relaties tussen de taak, betrokken agenten en gebruik van kennis voor een succesvolle ‘performance’ – welke verbeteringen kunnen hier behaald worden? • Step 2b: synthese – beslis over organisationele maatregelen en veranderingen in taken – zorg voor organisationele acceptatie en integratie van een kennissysteemoplossing Contextmodelleren 8 Drie contextmodellen • ‘scope’ en haalbaarheidstudie – organisatiemodel (OM) – beschrijving en analyse van de bredere organisationele omgeving • ‘impacts’ en verbeteringenstudie – taakmodel (TM) en agentmodel (AM) – meer gefocust en verder gedetailleerd – zoomt in op het relevante deel van de organisatie – TM: taak samen met de kennis direct gerelateerd aan het probleem – AM: agenten betrokken in TM-taken Contextmodelleren 9 ‘Worksheets’ • Modelleerproces wordt ondersteund dmv ‘worksheets’ – Organisatiemodel: 5 ‘worksheets’ – Taakmodel: 2 ‘worksheets’ – Agentmodel: 1 ‘worksheet’ – Samenvatting: 1 ‘worksheet’ • Bedoeld als ‘checklist’ en informatie-archief • Moeten flexibel gebruikt worden Contextmodelleren 10 Hoe een kennisintensieve organisatie te analyseren? • beschrijf organisatie-aspecten: – kansen/problemen-portfolio – bedrijfscontext, doelen, strategie – interne organisatie: • structuur • processen • mensen (personeel: functionele rollen) • macht en cultuur • ‘resources’ (kennis, ondersteunende systemen, apparatuur,…) • doe dit voor zowel de huidige als de toekomstige organisatie – vergelijking, en eerste beslissingen waar naar toe Contextmodelleren 11 Worksheets organisatiemodel Organization Model OM-1 OM-2 Problems & Opportunities Organization Focus Area Description: General Context (Mission, Strategy, Environment, CSF's,...) Structure Process OM-3 OM-4 Process Breakdown People Culture & Power Resources Potential Solutions Contextmodelleren Knowledge Knowledge Assets 12 OM-1: identificatie van problemen en kansen • ‘shortlist’ van gesignaleerde problemen / kansen • organisationele context = het invariante deel – missie, visie, doelen van de organisatie – belangrijke externe factoren – strategie van de organisatie, waardeketen • opsomming mogelijke oplossingen – van de gesignaleerde problemen / kansen – verenigbaar met de organisationele context • technieken: interviews en ‘brainstorming’ Contextmodelleren 13 Casus: productontwikkeling van ijs • Unilever wereldwijd voeding/persoonlijke verzorging • Eerste analysestap via ‘worksheet’ OM-1: – Gesignaleerde issues mbt problemen/kansen: • Versnellen van ‘time to market’ van nieuwe ijsproducten • Gebruik van kennis tav ‘best-practices’ door het gehele bedrijf Product – Visie: formulation Manufacturing Product properties (physical, sensory) Marketing Production processes Feedback learning loop Contextmodelleren Consumer preferences 14 OM-1 voor huisvesting Organisatiemodel Problemen en kansen‘Worksheet’ OM-1 Problemen en kansen Beoordelingen nemen te veel tijd Er is onvoldoende tijd voor urgente zaken Organisationele context Missie: transparante procedure, duidelijke verantwoordelijkheden aanvrager Externe actoren: gemeenteraad, publieke opinie, nationale wet- en regelgeving … Strategie: verbreed ‘scope’ van de markt Oplossingen 1. 2. Contextmodelleren Geautomatiseerd beoordelingssysteem Programma om beoordelaars te trainen in de behandeling van urgentiegevallen 15 Casus huisvesting • Lokale overheidsinstelling is verantwoordelijk voor de toekenning van woningen aan aanvragers • Transparente toekenningsprocedure – tweewekelijks magazine met het huizenaanbod – publicatie van resultaten • Gedeeltelijk geautomatiseerd proces • Bestaande databases van aanvragers en woningen Contextmodelleren 16 Problemen en kansen • Twee zijden van dezelfde medaille • Kans: – een deel van het bedrijfsproces waarin het zinvol lijkt kennistechnologie te introduceren • Probleem: – een kans die momenteel als probleem van de organisatie wordt gezien Contextmodelleren 17 Organisatiegrenzen • Soms moeilijk om de ‘scope’ van wat de organisatie is te definiëren • Voorbeeld in het domein van huisvesting: – ‘baseline’ van organisatie: ‘assignment office’ – omvat het aanvragers? – omvat het verhuurbedrijven? • Bepaal de variërende en invariante delen – vanuit het standpunt van ontwikkelaar worden invariante delen als stabiel aangenomen Contextmodelleren 18 OM-2: variërende aspecten • heeft betrekking op een enkel probleem/kansgebied van OM-1 • beschrijft het deel van de organisatie dat er bij betrokken is • beschrijft de aspecten die kunnen veranderen of beïnvloed kunnen worden door een kennissysteemoplossing Contextmodelleren 19 Variërende aspecten OM-2 (1) • structuur – structuurdiagram van departmenten, groepen, eenheden • proces – ontbonden in taken en afhankelijkheden – verder gedetailleerd in ‘worksheet’ OM-3 • mensen – personeelsleden die betrokken zijn als actoren of belanghebbenden (‘stakeholders’) • besluitvormers, ‘providers’, gebruikers, klanten – geen echte mensen maar functionele rollen Contextmodelleren 20 Variërende aspecten OM-2 (2) • ‘resources’ – informatiesystemen – uitrusting (apparatuur) en materialen – niet-kennisgerelateerde vaardigheden en competenties • Kennis – speciale ‘resource’ in deze context – gedetaileerd in ‘worksheet’ OM-4 • cultuur en macht – ongeschreven regels van het spel, manieren van werken en communiceren, informele verhoudingen Contextmodelleren 21 OM-2: ijs organisatie-analyse • Voorbeeld: deel van OM-2 analyse: – Structuur General director Technical director Logistics Technical Dept. management management Ice Cream development Contextmodelleren Personnel Marketing Finance director & Sales director director Development Dept. management Quality assurance Manufacturing management Coldstore & Warehouse management Information & IT management Packaging design 22 Structuur en personeel huisvesting beleids afdeling statistische analyst beleidsmedewerker directoraat directeur adjunct-directeur publieke dienstverlening magazine editor magazine producent voorlichter Contextmodelleren woning toekenning data invoer toekenner computer ondersteuning DB administrateur systeemanalyst 23 Proces huisvesting primaire proces data invoer van aanvragen secondaire proces magazine productie aanvraag beoordeling :residence assignments woning toekenning statistische analyse beleids informatie Contextmodelleren 24 Rest van OM-2 voor huisvesting Organisatiemodel Variërende aspecten: ‘worksheet’ OM-2 ‘Resources’ Bestaande database van aanvragers en woningen Prioriteitscalculator voor de berekening van een prioriteitenlijst van aanvragers voor woningen Kennis Beoordelingscriteria: kennis voor het beoordelen van de correctheid van individuele aanvragen Toekenningsregels: kennis gebruikt voor het selecteren van een aanvraag voor een bepaalde woning Urgentieregels: speciale reguleringen en regels voor urgent gevallen (bijv. gehandicapten) Cultuur en macht Hiërarchische organisatie Werknemers kijken enigszins verontrust naar toekomst Managementstijl: achtergrond als ambtenaar Contextmodelleren 25 OM-3: Procesopdeling • Belangrijk element => beschreven in meer details • Invullen voor elke taak in de procesbeschrijving • OM-3 elementen: – Taak: naam + ‘identifier’ – Uitgevoerd door: agent (mens of ‘resource’) – Waar?: locatie in structuur – Benodigde kennis: opsomming van ‘knowledge assets’ – Kennisintensief?: ja/nee – Significantie: qualitatieve waarde, bijv. op vijfpuntschaal Contextmodelleren 26 OM-3 procesopdeling van ijsvoorbeeld • In de ontwikkeling van ijsproducten zijn de belangrijke deelprocessen: – generatie van productideeën – haalbaarheidfase – planning van productie en verkoop – implementatie en uitrol – ‘post-launch review’ • Alle deelprocessen zijn kennisintensief, maar haalbaarheid- en planningfase in het bijzonder Contextmodelleren 27 Voorbeeld OM-3 voor huisvesting Taak Uitgevoerd door Waar ‘Knowledge asset(s)’ KI? Significantie 1. Magazine productie Magazine editor Publieke dienstverlening - Nee 3 2. Datainvoer van aanvragen Datatypiste / automatische invoer Woningtoekenning - Nee 2 3. Aanvraagbeoordeling Toekenner Woningtoekenning Beoordelingscriteris Ja 5 4. Woningtoekenning Toekenner Woningtoekenning Beoordelingsen urgentieregels Ja 5 Contextmodelleren 28 OM-4: ‘Knowledge Assets’ • verdere uitwerking van het kennisaspect van OM-2 • grove beschrijving – verder verfijnd in taakmodel en kennismodel • elementen: – ‘Knowledge Asset’: Naam (OM-3) – In bezit van: Agent (OM-3) – Gebruikt in: Taak ID (OM-3) – Juiste vorm? Juiste plaats? Juiste tijd? Juiste kwaliteit? • ja/nee + commentaar Contextmodelleren 29 OM-4: ‘knowledge assets’ in ijsvoorbeeld Contextmodelleren 30 ‘Knowledge asset’ huisvesting • ‘Knowledge asset’: – “algemene woningapplicatie normen” • juiste vorm? – nee, zouden ook in digitale vorm moeten • juiste plaats, tijd en kwaliteit? – ja Contextmodelleren 31 Inhoud haalbaarheiddocument Een uitwerking van ‘worksheet’ OM-1 Voor elk probleem/kansgebied: OM-2 Voor elke taak: OM-3 Voor elke ‘knowledge asset’: OM-4 Voor elke voorgestelde oplossing: beslissing om te "automatiseren" ja/nee plus redenen – ‘worksheet’ OM-5: checklist for deze beslissing • Voorgestelde acties • • • • • Contextmodelleren 32 ‘Business feasibility’ • verwachte opbrengst – tastbaar (economische) en niet-tastbaar • verwachte meerwaarde • verwachte kosten • vergelijking met mogelijke alternatieve oplossingen • benodigde organisationele veranderingen • economische en bedrijfsrisico’s en onzekerheden Contextmodelleren 33 Technische haalbaarheid • complexiteit van de kennis en het redeneerproces – beschikbaarheid van ‘state-of-the-art’ methodes – is het al eerder gedaan? • kritische aspecten die er bij betrokken zijn – tijd, kwaliteit, benodigde ‘resources’ • meetbare succesfactoren – testen van validiteit, kwaliteit en ‘performance’ • complexiteit van gebruiker-systeeminteractie – beschikbaarheid van ‘state-of-the-art’ methodes Contextmodelleren 34 Projecthaalbaarheid • ‘commitment’ van agenten en belanghebbenden • beschikbaarheid van ‘resources’: tijd, budget, uitrusting (apparatuur) en personeel • beschikbaarheid van kennis en andere competenties • realistische verwachtingen • goede projectorganisatie en externe communicatie Contextmodelleren 35 Voorgestelde acties • aanbeveling van concrete stappen om actie te ondernemen – Opsomming van aandachtsgebieden (‘focus’) – Oplossing voor aandachtsgebied – Verwachte resultaten en voordelen – Benodigde projectacties – Wanneer herbezien? Contextmodelleren 36 ‘Feasibility’ huisvesting • Automatiseren van toekenningstaak – haalbaar vanuit alle perspectieven • Acties – bouwen van een applicatie – veranderingen van banen binnen de afdeling woningtoekenning – verzorgen van aanvullende training – bekijk ook overdracht van ‘resources’ naar ICT-afdeling Contextmodelleren 37 Casus: social security services (SSS) • Probleem: wet- en regelgeving zijn zeer complex => lange tijd om tot beslissing te komen => achterstand (‘backlog’) => sociale onrust => krantenkoppen in dagbladen • Oplossing (van te voren geformuleerd door SSS management): kennissyteem bevat de wettelijke besluitvormingskennis => achterstand verminderd Contextmodelleren 38 SSS ‘scope’ en ‘feasibility’ besluitvorming • Oplossing: KS voor het oplossen van ‘backlog’ probleem – ‘Business feasibility’ • lost het probleem niet op, taaklast vooral in archiveren • vereist organisationele veranderingen • status van mensen zal veranderen – Technische/project haalbaarheid • ‘state-of-the-art’ werk – Voorgestelde acties • bijsturing van het project naar het vereenvoudigen van procedures voor archiveren en rapporteren Contextmodelleren 39 Volgende stap contextmodelleren : inzoomen op taken • • • • • • • • Taak = onderdeel van een bedrijfsproces doelgeoriënteerde en waardetoevoegende activiteit krijgt input en geeft gewenste output op een gestructureerde en gecontroleerde manier gebruikt ‘resources’ vereist en levert kennis en vaardigheden voldoet aan kwaliteits- en performancekriteria uitgevoerd door verantwoordelijke en toerekenbare agenten Contextmodelleren 40 Aspecten van taakmodel Information Systems (3D) View Objects Structure (Data) Managerial View Agents (Sub)Function and Flow Time and Control TASK MODEL Performance and Quality Knowledge and Competences Resources Goal and Value Contextmodelleren 41 TM-1: Taakanalyse • zoomt in op een taak – meer gedetaileerde beschrijving dan OM-3 • link naar analysemethoden van bedrijfsprocessen – taak is onderdeel van een bedrijfsproces • link naar methoden van software engineering – afhankelijkheden en ‘flow’ – data, functie, ‘control view’ op taak Contextmodelleren 42 Taakbeschrijving: intern • data-afhankelijkheden en data ‘flow’ – voorafgaande taak, opvolgende taken • objecten die gebruikt worden – eenvoudig informatiemodel • timing & controle – frequentie, duur, wanneer uitgevoerd • constraints: pre- and post-conditions Contextmodelleren 43 TM-1: ‘Top-level’ taakmodel • Vul TM-componenten in (zie TM Figuur) – Vb: taakdecompositie en ‘flow’ van haalbaarheidfase – Geeft een eerste versie van de taak van het kennismodel Marketing brief Develop product concept Product description Produce product prototypes Product prototypes Final product specification Contextmodelleren (Iteratively) Revise product description and/or prototypes Discuss results with marketing Carry out prototype tests 44 Data ‘flow’ huisvesting datainvoer checken aanvrager Legenda aanvrager data aanvraag (externe) actor database van woningen & aanvragers beoordeling aanvraag correcte aanvragen processing functie relevante aanvragen verhuur bedrijf vrije woningen toekennen data opslag toekenning toekenningen Contextmodelleren datastroom 45 Controle ‘flow’ huisvesting data-invoer checken [data = incorrect] aanvraag ontvangen voor deadline vuilnisbak [data = correct] [beslissing = ongeschikt] beoordeling verder verwerken [beslissing = geschikt] Contextmodelleren 46 Taakbeschrijving: extern • doel en waarde • betrokken agenten • kennis: – lijst van ‘knowledge items’ verder uitgewerkt in TM-2 • andere competenties en vaardigheden • ‘resources’ – verfijning van OM-2 • kwaliteit en ‘performance’: – maatstaven voor het meten van de taakuitvoering Contextmodelleren 47 TM-2: beschrijving ‘knowledge item’ • In bezit van: Agent • Gebruikt in: Taak ID • Domein – specialistisch werkveld, discipline, tak van wetenschap, professionele gemeenschap • Beschrijf aard, vorm en beschikbaarheid – geef aan wanneer het een ‘bottleneck’ betreft Contextmodelleren 48 Karakterisatie van ‘knowledge items’ • Aard – formeel, strikt; empirisch, quantitatief; heuristisch, vuistregels, ..... • Vorm – in het hoofd, op papier, electronisch, actievaardigheden, ... • Beschikbaarheid – beperkingen mbt tijd, ruimte, toegang, kwaliteit, vorm Contextmodelleren 49 TM-2: Detaillering van ‘knowledge items’ & ‘bottlenecks’ Casus ijs: • ‘Knowledge item’: wensen van consumenten • Bottlenecks: – Aard: onvolledig, tacit, hard te verifiëren – Vorm: voornamelijk in hoofd van marketeers – Beschikbaarheid: beperkingen mbt ruimte en kwaliteit Contextmodelleren 50 Agentmodel • OM en TM => perspectief van proces/taak • AM: perspectief van individuele agenten – personeel, softwaresystemen • voor een groot deel: herschikken van informatie al beschikbaar in andere ‘worksheets’ – één enkele ‘worksheet’ • gezichtspunt agent bruikbaar voor het bepalen van ‘impact’ – zie attitudematrix (verderop) • belangrijke input voor communicatiemodel Contextmodelleren 51 Agent ‘worksheet’ AM-1: de toekenner-agent Naam Toekenner Organisatie Departement woningtoekenning Betrokken in 3. Aanvraagbeoordeling 4. Woningtoekenning Communiceert met Bestaande database Prioriteitscalculator Kennis Beoordelingscriteria Toekenningsregels Urgentieregels Andere competenties Vaardigheid om problematische, nietstandaard gevallen te behandelen Verantwoordelijkheden & ‘constraints’ Zorgdragen dat mensen gelijk behandeld worden. (Voortrekken is in het verleden een probleem geweest.) Contextmodelleren 52 Laatste stap: document van ‘impacts’ en verbeteringen • checklist in ‘worksheet’ OTA-1 • maatregelen voor verbeteringen gaan samen met het ontwikkelen van een kennissysteemoplossing • belangrijke ‘issues’ voor besluitvorming: – aanbevolen organisationele veranderingen – maatregelen voor specifieke taken en/of personen – verbeteringen mbt gebruik en beschikbaarheid van kennis – is het verwachte resultaat voldoende? – verdere aanbevelingen Contextmodelleren 53 ‘Impact’ en veranderingen (1): Organisatie als geheel • • • • • • Structuur Proces ‘Resources’ Mensen Kennis Cultuur en macht Contextmodelleren 54 ‘Impact’ en veranderingen (2) : Taak/Agent-specifiek • vergelijking: toekomstige en huidige modellen • impact and change types: – overzicht van de taak – benodigde ‘resources’ – ‘performance’-en kwaliteitskriteria – personeel, betrokken agenten – individuele posities, verantwoordelijkheden, authoriteit, ‘constraints’ in de taakuitvoering – kennis en competenties – communicatie Contextmodelleren 55 Voorgestelde acties • verbeteringen/veranderingen in de organisatie • bijbehorende maatregelen – training, facilititeiten • verdere projectacties • wanneer herbezien Contextmodelleren 56 OTA-1: beslissingen over ‘impact’ en verbeteringen • casus ijs: ‘processing’-scenario scoort het hoogst • voorgestelde acties: • Ontwikkel een ‘processing’-KBS module • Archiveer eerdere formuleringen • Gestructureerd knowledge management voor kennisdelen Contextmodelleren 57 Attitudes en ‘commitments’ van actoren en belanghebbenden • Belangrijke richtlijn: betrek altijd de atttude van actoren en belanghebbenden mbt veranderingen • Vraag jezelf af: is er voldoende basis om de voorgestelde veranderingen succesvol uit te voeren? • Techniek: stakeholder attitude matrix • (EMS case, IEEE Intell. Syst. 1997) Stakeholder/Solution Specialist Huisarts EMS-personeel SQ o o I + + + II + o + III + + IV + + V + - VI + - Consument - + + + + o + (SQ = status quo) Contextmodelleren 58 Samenvatting • Organisationele aspecten: kritische succesfactor • De voorziene systemen moeten goed geintegreerd worden • Stap 1: portfolio van oplossingen + ‘feasibility’ – organisatiemodel – ‘feasibility’-document • Stap 2: inzoomen en bepalen veranderingen/maatregelen – beschrijving van taak, ‘knowledge items’ en agenten – plannen van organisationele veranderingen • Contextanalyse is breder toepasbaar Contextmodelleren 59 OM-1 worksheet: Gehele proces in kaart St art problems, solutions, context OM-3 worksheet: OM-2 worksheet: description of organization focus area process breakdown OM-5 worksheet: Int egrat e Ref ine Ref ine OM-4 worksheet: Int egrat e [ If inf easible] St op Judge Feasibility (Decision Document) knowledge assets [ If f easible] TM-1 worksheet: TM-2 worksheet: AM-1 worksheet: task analysis knowledge item analysis agent model OTA-1 worksheet: Int egrat e, comparing bot h t he old and new sit uat ions Contextmodelleren Assess Impacts & Changes (Decision Document) Cont ext Analysis Ready 60 ZELFTEST (VORIGE WEEK) Vraag 1 Op welk niveau bevindt het ‘knowledge model’ zich? A) Artefact layer B) Concept layer C) Context layer Vraag 2 Is een kennissysteem een voorbeeld van een expertsysteem? A) Ja B) Nee Vraag 3 Is de ‘transfer view’ onderdeel van de CommonKADS methode? A) Ja B) Nee Vraag 4 Wat heeft meer waarde? A) de applicatie B) de kennis ZELFTEST (DEZE WEEK) Vraag 1 Is een agentmodel onderdeel van de ‘scoping’ en haalbaarheidstudie? A) Ja B) Nee Vraag 2 Is er verschil tussen een ‘knowledge asset’ en een ‘knowledge item’? A) Nee, de termen zijn voor elkaar inwisselbaar B) Ja, een ‘knowledge asset’ bevindt zich op een hoger abstractieniveau dan een ‘knowledge item’ C) Ja, een ‘knowledge asset’ bevindt zich op een lager abstractieniveau dan een ‘knowledge item’ Vraag 3 De complexiteit van gebruiker-systeeminteractie is onderdeel van: A) B) C) D) ‘Business feasibility’ Technische haalbaarheid Projecthaalbaarheid Geen van bovenstaande Vraag 4 Een studie van ‘impact’ en verbeteringen is een voorbeeld van een A) B) C) D) Analysetaak Synthesetaak Zowel analysetaak als synthesetaak Noch analysetaak noch synthesetaak Werkcolleges 1. bestuderen gehele practicumopdracht, werken aan opdracht 1 en opstarten opdracht 2 2. afronden opdracht 1, werken aan opdracht 2 3. 4. 5. 6. 7. 8. afronden opdracht 2, opstarten opdracht 3 werken aan opdracht 3, verwerken feedback opdracht 2 (aanwezigheid verplicht) afronden opdracht 3, opstarten opdracht 4 werken aan opdracht 4, verwerken feedback opdracht 3 (aanwezigheid verplicht) afronden opdracht 4, opstarten opdracht 5 en 6 werken aan opdracht 5 en 6, verwerken feedback opdracht 4 (aanwezigheid verplicht) Deadlines • Wo 11 feb 2015: opdracht 1 (23.59 uur) • Wo 18 feb 2015: opdracht 2 (23:59 uur) • Wo 4 mrt 2015: opdracht 3 (23:59 uur) • Wo 25 mrt 2015: opdracht 4 (23:59 uur) • Ma 6 apr / wo 8 apr 2015: presentatie • Wo 15 apr 2015: eindrapport (18:00 uur)