CURSSUS 2014-2015 1) B De functie van de

advertisement
Uitwerking LES 18
1) B
N –CURSSUS
2014-2015
De functie van de stuurtrap in een FM-zender is het:
A) opwekken van de zendfrequentie (is de functie van de -kristal- oscillator)
B) uitsturen van de eindtrap (levert het vermogen om de eindtrap aan te sturen)
C) moduleren van de draaggolf (is de functie van de FM modulator/mixer)
2) C
Door frequentievermenigvuldiging van een frequentie gemoduleerd signaal:
A) wordt de frequentiezwaai kleiner (niet kleiner en ook niet gelijk)
B) blijft de frequentiezwaai gelijk (niet gelijk en ook niet kleiner)
C) wordt de frequentiezwaai groter (evenredig groter met de vermenigvuldiging)
3) B
Aan een frequentieverdrievoudiger wordt een signaal toegevoegd met een zwaai van 1KHz.
De zwaai van het uitgangssignaal zal zijn:
A) 1/3 KHz (niet kleiner en ook niet gelijk)
B) 3 KHz (hierbij wordt de frequentie zwaai evenredig groter)
C) 1 KHz (niet gelijk en ook niet kleiner)
4) B
In en 2 meter FM zender worden drie frequentie vermenigvuldigtrappen toegepast:
Deze trappan vermenigvuldigen 2 maal, 3maal en 3 maal.
De oscillatorfrequentie is ongeveer:
A) 24MHz ( 24 x 18 = 432 MHz)
B) 8 MHz (2mtr = 144 MHz/( 2 x 3 x 3) = 144/18 = 8 MHz)
C 12 MHz ( 12 x 18 = 216 MHz)
5) B
In een 2 meter FM zender wordt door frequentie vermenigvuldiging de frequentiezwaai:
A) gestabiliseerd ( geen voorstelling van, onjuist)
B) vergroot (hierbij wordt de frequentie zwaai evenredig groter met de verm factor)
C beperkt (niet kleiner of gelijk en ook niet beperkt)
6) B
Dit is het blokschema van een FM zender.
Het met + gemerkte blokje is de :
1
2
A) oscillator (en FM modulator gecombineerd links boven blok –1- )
B) voeding (met ingang rechts 230 V ~ en uitgang naar de verschillende blokken)
C) LF versterker (-2- na de microfoon links onder)
PA4TON ©
1
Uitwerking LES 18
7) A
N –CURSSUS
2014-2015
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Wat is juist:
A) blok 4 is een vermenigvuldiger en blok 6 de eindtrap. (goed zie onder)
B) blok 4 is de oscillator en blok 6 de modulator
C) blok 4 is een MF versterker en blok 8 de eindtrap
(1) Oscillator (2) modulator (3,4) vermenigvuldigers (5) stuurtrap (6) eindtrap
(7) Laagfrequent microfoon versterker
8) A
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Het blokje gemerkt met X stelt voor de:
1
2
4
5
3
A) vermenigvuldiger (blok X)
B) een oscillator (blok 1)
C) een modulator (blok 2)
(3) Laagfrequentversterker (4) stuurtrap
9) B
(5) eindtrap
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Het blokje gemerkt met X stelt voor de:
1
2
4
5
6
3
A) modulator (blok 2)
B) stuurtrap (blok X)
C) oscillator (blok 3)
(1) Laagfrequentversterker (4, 5) vermenigvuldigers
PA4TON ©
2
(6) eindtrap
Uitwerking LES 18
10) C
N –CURSSUS
2014-2015
De frequentiezwaai van het antennesignaal 12 KHz.
De frequentiezwaai van de oscillator is:
12 KHz
4 KHz
A) 12KHz (zou het uitgangssignaal 12 x 3 = 36 KHz moeten zijn)
B) 36 KHz (zou het uitgangssignaal 36 x 3 = 108 KHz moeten zijn)
C) 4KHz ( terug rekenen 12/ 3 = 4KHz)
11) B
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Het blokje gemerkt met X stelt voor:
1
2
4
5
3
A) de modulator ( en oscillator in blok 1 )
B) de stuurtrap (blok X ingang 3f en uitgang ook)
C) de oscillator (blok 1 )
(2) scheidingstrap (3) Laagfrequentversterker (4 ) vermenigvuldiger (5) eindtrap
De vermenigvuldiger is te herkennen aan ingang f en uitgang 3f en is dus 3x
12) A
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Het blokje gemerkt met X stelt voor de:
1
4
5
3
A) scheidingstrap (of buffer genoemd in- en uitgang f, dus geen vermenigvuldiger)
B) stuurtrap (zit er niet in)
C) modulator (en oscillator in blok 1 )
(3) Laagfrequentversterker (4 ) vermenigvuldiger (5) eindtrap, altijd aan de antenne.
PA4TON ©
3
Uitwerking LES 18
13) A
N –CURSSUS
2014-2015
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Juist is:
4
5
6
3
A) blok 1 is de oscillator en blok 2 de modulator. (juist)
B) blok 1 is de vermenigvuldiger en blok 2 een scheidingstrap (4 en 1)
C) blok 1 is de modulator en blok 2 een vermenigvuldigingstrap ( 2 en 4)
(1) Oscillator /scheidingstrap (2) modulator (3) Laagfrequent microfoon versterker
(4) vermenigvuldiger (5) stuurtrap (6) eindtrap
14) A
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Het blokje gemerkt met X stelt voor:
1
4
5
6
7
3
A) de modulator (juist, 2 ingangen LF en HF met één uitgang)
B) de voeding (niet getekend)
C) de buffertrap (blok 1 samen met de oscillator )
(1) Oscillator & scheiding /buffertrap (X) modulator (3) Laagfrequentversterker
(4 ,5 ) vermenigvuldigers (6) stuurtrap (7) eindtrap
15) A
Dit is een blokschema van een EZB zender.
Het met een + gemerkte blokje is de:
1
2
3
4
5
3
7
8
6
A) voeding ( zicht baar door 230V ~)
B) oscillator ( blok 1)
C) balansmodulator (blok 2)
(3) SSB filter (4) HF verst (5) mengtrap (6) VFO (7) stuurtrap (8) lineaire eindtrap.
PA4TON ©
4
Uitwerking LES 18
16) C
N –CURSSUS
2014-2015
Dit is een blokschema van een EZB zender.
In dit blokschema ontbreekt de:
1
2
220V~
A) oscillator ( blok 1 )
B) balansmodulator ( blok 2 )
C) voeding (zie stippellijn
17) B
)
Dit is het blokschema van een 2 meter FM zender.
Het blokje gemerkt met X stelt voor de:
1
2
3
4
5
A) vermenigvuldiger ( Blok 2)
B) oscillator (blok 1 hier getekend als één geheel met de modulator )
C) LF versterker (blok 5)
(3) stuurtrap
18) C
(4) eindtrap –klasse C-)
De functie van blok X is:
A) 3,55 MHz banddoorlaatfilter (zou de 2x 3,55 MHz er niet door kunnen)
B) 2e verdubbeltrap ( kan niet want de frequentie op de uitgang is 7,1 MHz)
C) stuurtrap (omdat uit de vermenigvuldiger te weinig signaal komt voor de eindtrap)
19) C
In een enkelzijbandzender wordt de draaggolf onderdrukt om:
A) de bandbreedte te halveren (gebeurt door het zijbandfilter)
B) de verstaanbaarheid te verbeteren (wordt alleen maar slechter door BFO afstemming)
C) het beschikbare vermogen in de zijband te concentreren (gevolg van)
Anders gezegd al je zendvermogen kun je bij SSB in één zijband stoppen.
PA4TON ©
5
Uitwerking LES 18
20) C
N –CURSSUS
2014-2015
In een CW zender is het modulerende signaal een:
A) HF signaal (feitelijk ook)
B) EZB signaal (feitelijk ook)
C) digitaal signaal (hiermee bedoelt men aan/uit 1/0)
21) A
Met een morsesleutel wordt een gelijkspanning gesleuteld.
De gesleutelde spanning is een:
A) digitaal signaal (hiermee bedoelt men aan/uit 1/0)
B) audiosignaal (gelijkspanning is geen frequentie van 20Hz –20KHz)
C) HF signaal ( men spreekt niet over een gemoduleerd signaal)
22) C
Een balansmodulator wordt toegepast in een;
A) AM zender ( wordt de amplitude van de draaggolf gemoduleerd en blijft aanwezig)
B) FM zender (wordt de frequentie gemoduleerd )
C) EZB zender (dit om de draaggolf te onderdrukken i.v.m. vermogen rendement)
23) C
Achter een zender wordt een filter geplaatst om het uitzenden van harmonischen te
verminderen. Dit moet zijn een:
A) bandsperfilter ( ligt er aan waar de verzwakking optreed)
B) hoogdoorlaatfilter ( dan komt de zendfrequentie er niet meer uit)
C) laagdoorlaatfilter ( dit omdat harmonischen hogere zijn dan de zendfrequenties)
24) A In een amateur-station wordt het laagdoorlaatfilter in de antennekabel gebruikt om:
A) signalen hoger in frequentie dan de zendfrequentie te verzwakken ( juist, zie 23)
B) signalen op de zendfrequentie te verzwakken. (zou ik niet doen)
C) signalen lager in frequentie dan de zendfrequentie te verzwakken ( komt niet goed)
25) C
Een zender is aangesloten op een kunstantenne (dummy load). Het uitgangsvermogen van de
zender wordt 4 maal zo groot.
De uitgangsspanning wordt dan:
A) 16 maal zo groot
B) 4 maal zo groot
C) 2 maal zo groot (P = U²/R bij 20Volt en 50Ω is 20²/50 = 8W ->32W
P = U²/R => P x R = U²/R x R => P x R = U² dus U = √ P x R => √32 x 50 = 40V
Zowel voor de spanning als stroom kun je een verdubbeling rekenen bij 4 x het vermogen.
Immers is het vermogen P gelijk aan I² x R of U²/R
26) A Bij het bepalen van het zendvermogen gebruikt men een kunstbelasting (dummyload).
Deze kunstbelasting bevat altijd een:
A) weerstand (zuivere R, bij veranderende frequentie gelijkblijvende waarde 50 Ω)
B) zelfinductie ( wordt de waarde hoger bij een hogere frequentie en andersom)
C) capaciteit ( wordt de waarde hoger bij een lagere frequentie en andersom)
PA4TON ©
6
Uitwerking LES 18
27) C
N –CURSSUS
2014-2015
Wat is de juiste volgorde van trappen in een FM zender:
A) hoogfrequentversterker-oscillator-frequentievermenigvuldiger-eindtrap
B) frequentievermenigvuldiger- hoogfrequent versterker– oscillator –eindtrap
C) oscillator -frequentievermenigvuldiger- hoogfrequent versterker –eindtrap
De hoogfrequent versterker is de eerste trap in een ontvanger.
28) C
De draaggolf frequentie van een 2 meter FM zender wordt bepaald door de oscillator en:
A) eindtrap ( versterkt alleen maar het signaal voor de antenne)
B) de modulatortrap (hierna wordt het signaal vermenigvuldigd)
C) de vermenigvuldigtrappen (uiteindelijk tot de definitieve zendfrequentie)
28²) C Een zender bestaat uit drie modulen. Het totale opgenomen vermogen van deze drie
modulen is:
A) 36 W
B) 48 W
C) 24 W ( P = U x I => 24V x ( 10 + 90 + 900) = 24V x 1A = 24 W)
29) C Een zender bestaat uit drie modulen. De totale opgenomen gelijkstroom is 1 Ampère.
De stroom in module 3 bedraagt:
A) 480 mA
B) 580 mA
C) 900 mA ( It is 1A = 10mA + 90mA + ? => 1A is 1000mA –100mA= 900mA )
PA4TON ©
7
Uitwerking LES 18
N –CURSSUS
2014-2015
30) A Een zender afgesloten met een belastingsweerstand van 50 Ω
Het gelijkstroom ingangsvermogen van de eindversterker is:
A) 30W ( P = U x I is 24V x 2,5A = 30W)
B) 18W
C) 36W
31) A
Het HF uitgangsvermogen van de zender is: Schema vraag 30
A) 18W (P = I² x R is 0,6² x 50 = 0,36 x 50 = 0,18 x 100 = 18W)
B) 7,2W
C) 30W
32) C
Een enkelzijbandzender werkt met een draaggolf oscillator van 1MHz.
Het zijbandfilter laat uitsluitend signalen in de lage zijband door.
Voor spraaksignalen met een frequentie tussen 300Hz en 3000Hz zijn de grenzen van de
doorlaatband van dit filter:
A) 1000,3KHz
B) 997KHz en 1003KHz
C) 997 KHz en 999,7KHz
Balansmodulator
spraakband
LSB DLF
-3KHz
0,3KHz
33) C
3KHz
1000KHz
onderdrukt
USB
-0,3
1000KHz
In een FM zender wordt een kristaloscillator toegepast om een hoge stabiliteit te
bereiken van:
A) de bandbreedte (wordt bepaald door LF versterker)
B) de frequentiezwaai ( wordt bepaald door de amplitude begrenzing in de LF versterker)
C) de zendfrequentie ( grootste stabiliteit door een kristaloscillator)
34) B
Omhet opgenomen vermogen van de zender te meten gebruikt men een volt- en ampere
meter. Het opgenomen vermogen bedraagt:
A) 1,5W
B) 96W (P = U x I => 12 x 8 = 96W)
C) 18W
PA4TON ©
8
Download