Thermen Heerlen: al 1e eeuw

advertisement
© Copyright 2016 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Donderdag, 13 oktober 2016
Op het Tempsplein in Heerlen wordt momenteel een zogeheten spitsgracht, die rond het badhuis werd aangelegd, opgegraven. FOTO BAS QUAEDVLIEG
Thermen Heerlen: al 1e eeuw
Het Romeinse badhuis in Heerlen dateert
vrijwel zeker al uit de 1e eeuw. Daarmee is
het badhuis - en mogelijk ook Heerlen zelf een stuk ouder dan altijd is gedacht, blijkt uit
nieuw onderzoek.
HEERLEN
V
oor een archeoloog
is een antiek badhuis geen ideaal object. ,,Het is notoir
moeilijk te dateren,
omdat het continu, na elke badbeurt, werd schoongemaakt”,
zegt Karen Jeneson, conservator van het Thermenmuseum in
Heerlen. Allerlei mogelijk interessante objecten die datering
mogelijk maken, werden dus
elke dag weggegooid.
Maar toch valt er wel iets te zeggen over de datering van het Romeinse badhuis in Heerlen. Alles
lijkt erop te wijzen dat het niet
pas in de 2e eeuw na Christus
werd gebouwd, maar al in de 1e
eeuw. Mogelijk, mijmert Jeneson, zijn aangetroffen brandsporen zelfs stille getuigen van de
Bataafse Opstand die in 69-70 na
Christus deze regio in zijn verwoestende greep had.
Vicus
En als er omstreeks 50 na Christus al een stenen badhuis in het
toenmalige Coriovallum stond,
is het waarschijnlijk dat in de
rest van de vicus - zoals dit soort
stedelijke nederzettingen indertijd
heetten - nog meer stenen gebouwen hebben gestaan. Waarmee het
tevens aannemelijk wordt dat Heerlen rond die tijd al verder in zijn stedelijke ontwikkeling was - en dús ouder is dan tot nu toe gedacht.
De nieuwe inzichten vloeien voort
uit bestudering van het vele, vele
Romeinse materiaal dat in het depot van het Thermenmuseum ligt.
In totaal zo’n 35.000 Romeinse objecten, waarvan een deel momenteel nauwkeurig onder de loep
wordt genomen door een team specialisten. Metaalspecialisten, mortelspecialisten, botdeskundigen,
muntenexperts: allemaal zoeken ze
naar aanwijzingen over bouwfase
en ouderdom van het best bewaarde publieke Romeinse badhuis in
Nederland. De eerste uitkomsten
‘TICLAV’ ofwel
‘TI-CLAU’ duidt
mogelijk op keizer
Tiberius Claudius.
Conservator Karen Jeneson
van dit nog lopende onderzoek
druppelen nu naar buiten.
„Een van de conclusies is dat het
badhuis veel vaker is verbouwd dan
tot nu toe is aangenomen”, aldus
conservator Jeneson. Tot dusverre
werd uitgegaan van twee bouwfases, op basis van de enige wetenschappelijke studie tot dusverre,
het boek Thermen en Castella te
Heerlen-Coriovallum van A. van Giffen uit 1948.
DOOR SJORS VAN BEEK
ACHTERGROND
ROMEINS BADHUIS
Dakpannen
Ook de datering gaat op de schop.
Van Giffen opperde dat het badhuis
medio 1e eeuw was gebouwd, maar
die hypothese werd losgelaten na
vervolgonderzoek door professor
Jules Bogaers in de jaren vijftig. Op
basis van twee dakpannen met een
stempel van het - toentertijd bij
Xanten gelegerde - 30e Legioen
concludeerde Bogaers dat het badhuis op zijn vroegst in 120 n. Chr. was
gebouwd. „Die dakpannen blijken
echter afkomstig uit een muurtje
dat in een later stadium is aangebouwd”, aldus conservator Jeneson. „Die pannen zijn waarschijnlijk
begin 2e eeuw gebruikt bij een verbouwing waar we ook een inscriptie
over hebben.”
Er zijn ook andere aanwijzingen, zoals een inscriptie ‘TICLAV’ die op
een brokstuk is ontdekt. ‘TICLAV’
ofwel ‘TI-CLAU’ duidt mogelijk op
keizer Tiberius Claudius, regeerperiode 41-54 n. Chr., legt Jeneson uit.
Het badhuis, denken de experts nu,
is zo’n vier eeuwen in gebruik geweest, de laatste periode waarschijnlijk als fort. „Dat zie je in alle
Romeinse steden”, legt Jeneson uit.
„De steden krompen en met het
puin werden versterkingen aangelegd. We zien dat ramen van het
badhuis zijn dichtgemetseld, een
veeg teken.” Ook werd rond het badhuis een zogeheten spitsgracht aangelegd; die wordt momenteel opgegraven op het Tempsplein.
Militair
En zo puzzelen de wetenschappers
de nieuwe stukjes aan elkaar. Natuursteen die is gebruikt voor het
badhuis blijkt afkomstig uit een
Noord-Franse groeve die toen in militaire handen was. „Die militaire
connectie loopt als een rode draad
door alles heen”, aldus Jeneson. Het
gegeven is van belang omdat het
duidt op een woelige periode waarin
er nog volop werd gevochten. Pas later, in de 1e eeuw, trad de Pax Romana in en kon Coriovallum zich verder ontwikkelen tot een handelscentrum achter de militaire linies.
Veelzeggend zijn ook de zogenaamde ako-bekers die in Heerlen zijn gevonden: erg breekbare bekers met
een zeer dunne wand die enkel tus-
sen 20 v. Chr. en het jaar nul werden gemaakt in Italië.
Coriovallum/Heerlen, zo lijkt
wel zeker, was ook twee keer groter dan tijdgenoot Mosa Traiectum/Maastricht: het bebouwde
oppervlak van Heerlen bedroeg
waarschijnlijk zo’n zeshonderd
bij duizend meter. „Op een lezing
in Maastricht heb ik wel eens gezegd dat Heerlen veel groter
was. Ik werd bijna met pek en veren de zaal uitgedragen”, glimlacht Jeneson.
Als het badhuis inderdaad dateert uit de 1e eeuw, is dat het
oudste bewaard gebleven Romeinse gebouw in Nederland Romeinse kelderresten in Nijmegen niet meegerekend. En het
zegt ook wat over de vermoedelijke stichtingsdatum van Heerlen: een ‘luxueus’ stenen badhuis
in een verder uit hout opgetrokken dorp is immers niet logisch.
De Romeinse vestigingen in deze
regio begonnen allemaal als houten dorpjes, legt Jeneson uit. „De
verstening vond pas plaats aan
het einde van de 1e eeuw.” Met
andere woorden: de ‘houten fase’
moet daar aan vooraf zijn gegaan. Hard bewijs op welke plek
de allereerste Romeinse spade
de grond in is gegaan, is er niet.
Datering op exacte jaren is nagenoeg onmogelijk. „Maar”, zegt
Jeneson, „alles wijst erop dat we
in Zuid-Nederland drie steden
hebben van meer dan tweeduizend jaar oud”.
Reageren?
[email protected]
Download