www.JoopLengkeek.nl Hoofdstuk 9 Rechtsvormen Voorbeelden: • • • • • • Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting 1 Hoofdstuk 9 Rechtsvormen Natuurlijk persoon Een mens met rechten en plichten. Rechtspersoon Een organisatie met rechten plichten. De organisatie kan dus bezittingen en schulden hebben en is aansprakelijk. Bij een organisatie die geen rechtspersoonlijkheid is, is de eigenaar aansprakelijk. Bij voorbeeld: Eenmanszaak en Vennootschap onder firma 2 Opgave 1 In les Hoofdstuk 9 Wat is een rechtsvorm De juridische of wettelijke vorm van een organisatie. Geef 6 voorbeelden Eenmanszaak, Vennootschap Onder Firma, Besloten vennootschap, Naamloze vennootschap, Vereniging, Stichting. Leg uit dat het voor een organisatie belangrijk is goed na te denken over de rechtsvorm. De rechtsvorm is bepalend voor wie aansprakelijk is en wie de leiding heeft. 3 Opgave 2 In les Hoofdstuk 9 Wat is het verschil tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon? Een rechtspersoon is geen mens maar een organisatie met rechte en plichten. Welke rechtsvormen bezitten rechtspersoonlijkheid? Besloten vennootschap, Naamloze vennootschap, Vereniging, Stichting. 4 Hoofdstuk 9 Eenmanszaak Een eenmanszaak is geen rechtspersoonlijkheid. Er is 1 eigenaar die verantwoordelijke en aansprakelijk is. Ook met zijn privé vermogen. De eigenaar van een eenmanszaak is ondernemer en geen werknemer. De eigenaar betaalt inkomsten belasting over de winst van de eenmanszaak. Een eenmanszaak kan wel werknemers in dienst hebben. 5 Opgave 3 In les Hoofdstuk 9 Noem nadelen van het starten van een nieuw bedrijf. Een bestaand bedrijf heeft al klanten een nieuw bedrijf niet. Een bestaand bedrijf heeft al een heleboel contacten en ervaring hoe zaken in de branche georganiseerd zijn. Je moet aan een aantal formaliteiten voldoen , zoals inschrijven bij de Kamer van Koophandel. 6 Opgave 4 In les Hoofdstuk 9 Waarom is de eenmanszaak de meest gekozen rechtsvorm? Het is eenvoudig. Bij andere rechtsvormen zijn meer wettelijke eisen. 7 Opgave 5 huiswerk Hoofdstuk 9 Wat houdt faillissement in? De organisatie kan niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. Wie regelt een faillissement? De curator Hoe kunnen de schuldeisers nog het resterende bedrag claimen? Frits Willemsen persoonlijk aansprakelijk stellen. Hij moet het uit privé vermogen betalen (als hij dat heeft) Hoe kan een gehuwde eigenaar zijn prive bezittingen beschermen? Als hij is getrouwd op huwelijkse voorwaarden kan hij het privé bezit op naam van zijn echtgenoot zetten. 8 Hoofdstuk 9 Vennootschap onder Firma Een Vennootschap onder firma is een organisatie waarbij twee of meer personen onder gemeenschappelijke naam een bedrijf hebben. Een VOF is geen rechtspersoonlijkheid en de eigenaren zijn dus hoofdelijk aansprakelijk. Dat wil zeggen dat elke vennoot afzonderlijk aansprakelijk gesteld kan worden voor de schulden. 9 Opgave 6 huiswerk Hoofdstuk 9 Wat is een vennootschap onder firma? Een Vennootschap onder firma is een organisatie waarbij twee of meer personen onder gemeenschappelijke naam een bedrijf hebben. Noem 2 voor delen van een VOF t.o.v. een eenmanszaak. Twee vennoten hebben meer eigen vermogen dan 1 vennoot. De continuïteit is beter. De taken kunnen verdeeld worden. Ze kunnen overleggen en elkaar behoeden voor fouten. Hoe is het met de aansprakelijkheid? Een schuldeiser kan elke vennoot aansprakelijk stellen. 10 Opgave 7 In les Hoofdstuk 9 11 Hoofdstuk 9 Besloten vennootschap en Naamloze vennootschap De eigenaar van een BV en een NV noemen we een aandeelhouder. De aandelen van een BV staan op naam. (de aandelen van een NV zijn naamloos, behalve preferente aandelen) Boven de directeur ( of raad van bestuur) wordt er bij een BV en een NV vaak een Raad van Commissarissen benoemd. De raad van commissarissen houdt toezicht en geeft advies. (en in een uitzonderingssituatie ontslaan ze de directeur) De BV en een NV moeten bij de notaris worden opgericht. (een notariële acte) 12 Hoofdstuk 9 Besloten vennootschap en Naamloze vennootschap De financiële cijfers worden weergegeven in de jaarrekening. Bij bijna alle BV’s en NV‘s wordt de jaarrekening gemaakt door een accountant. Dit is een financieel deskundige en bovendien geeft het veel vertrouwen dat het goed gebeurd. In de jaarrekening wordt een accountantsverklaring opgenomen. 13 Opgave 8 huiswerk Hoofdstuk 9 14 Opgave 9 In les Hoofdstuk 9 15 Opgave 10 In les Hoofdstuk 9 Welk orgaan is er nog meer? Raad van commissarissen Noem 2 taken van de Raad van commissarissen. Toezicht en advies. Welk orgaan bezit de hoogste macht? De algemene vergadering van aandeelhouders. Noem 3 bevoegdheden van de aandeelhouders vergadering. De directie benoemen. De statuten wijzigen. De winstverdeling vaststellen. Besluiten nieuwe aandelen uit te geven. 16 Opgave 10 In les Hoofdstuk 9 In hoeverre zijn de aandeelhouders aansprakelijk voor de schulden? De aandeelhouders zijn niet aansprakelijk. (maar als de onderneming failliet gaat zijn de aandelen niets meer waard. 17 Opgave 12 huiswerk Hoofdstuk 9 Aan welke wettelijke eisen moet de oprichting van een BV en een NV voldoen? Officieel opgericht bij de notaris (notariële acte) Inschrijving bij de Kamer van Koophandel Een eigen vermogen bij een NV van €45.000 Bij een BV €0,01. (tot 1 oktober 2012 was het €18.000) 18 Opgave 13 huiswerk Hoofdstuk 9 Uit welke onderdelen bestaat een jaarrekening. Balans Winst-en-verliesrekening Toelichting op balans en winst-en-verliesrekening Wie zijn er belanghebbenden? Aandeelhouders Schuldeisers Werknemers Vakbonden Andere geïnteresseerden (overheid en onderwijs) Hoe weet je dat de cijfers in de jaarrekening kloppen? Door een accountantsverklaring en eventueel een controle van de belastingdienst. 19 Opgave 14 huiswerk Hoofdstuk 9 Wat is publicatieplicht? Dat een NV en een BV verplicht zijn de financiële cijfers in een jaar rekening te publiceren bij de Kamer van Koophandel. Is de publicatieplicht voor elk bedrijf hetzelfde? Nee, voor een groter bedrijf moet uitgebreider dan voor een klein bedrijf (afhankelijk van aantal werknemers, omzet en balanstotaal). 20 Opgave 15 Hoofdstuk 9 huiswerk Schema eenmanszaak Vof NV BV Scheiding leiding/eigendom nee nee ja Ja Rechtspersoon nee nee ja Ja Aansprakelijkheid eigenaar ja ja nee nee Bestuurders verzekerd nee nee ja ja Startkapitaal nee nee €45.000 €0,01 Publicatieplicht nee nee ja Ja Soort belasting Inkomsten belasting Inkomsten belasting Vennootschaps belasting Vennootschaps belasting 21 Opgave 16 In les Hoofdstuk 9 Wat is een stroman? Iemand die op papier de eigenaar en/of de directeur is, maar in werkelijkheid bepaalt iemand anders wat er gebeurd. Hoe gaat faillissementsfraude in zijn werk? Er wordt iets gekocht en snel doorverkocht. Het geld wordt vervolgens overgeboekt naar een ander. Op het moment dat de schuldeiser zijn geld wil hebben is er geen geld meer. 22 Opgave 16 In les Hoofdstuk 9 Waarom moet je oppassen bij: Een nieuwe BV? Er is nog geen betrouwbare geschiedenis. Een BV ineens weer actief wordt? Waarom waren ze inactief? Statutenwijziging? Probeert iemand zijn identiteit te verbergen? Wat is een bankgarantie? Een verklaring van de bank dat ze borg staan, dus dat er in ieder geval betaald gaat worden. Waarom moet je bij het faillissement van een debiteur maar afwachten of er betaald gaat worden? Er is niet genoeg geld meer. De curator, de belastingdienst en de banken krijgen eerst geld. Meestal blijft er niets over. 23 Hoofdstuk 9 Vereniging Een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen die een doel willen realiseren. Voorbeelden Een vereniging heeft een bestuur en de leden betalen contributie. Een vereniging mag winst maken, maar dat is niet het doel! Eventuele winst mag niet onder de leden worden verspreid. Een formele vereniging is opgericht met een notariële acte en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het bestuur is dan niet meer persoonlijk aansprakelijk. 24 Hoofdstuk 9 Stichting Een rechtspersoon zonder leden die met behulp van vermogen een doel wil bereiken. Voorbeelden Een stichting heeft een bestuur. Een stichting is opgericht met een notariële acte en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het bestuur is niet persoonlijk aansprakelijk. Een stichting is niet democratisch want het bestuur hoeft geen verantwoording af te leggen aan de leden. Nieuwe bestuursleden worden benoemd door de zittende bestuursleden (coöptatie). Een stichting komt aan vermogen door donaties , subsidies en leningen. 25 Hoofdstuk 9 Financiering van niet-commerciële organisaties Budgetfinanciering De organisatie krijgt een afgesproken geldbedrag (budget) om een afgesproken taak te realiseren. Lumpsumfinanciering De organisatie krijgt een afgesproken geldbedrag maar heeft in vergelijking met budgetfinanciering veel meer vrijheid om te bepalen hoe het geld wordt besteed. Subsidies Een (tijdelijk) geldbedrag van de overheid (als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan) om de organisatie te helpen een maatschappelijk doel te realiseren. 26 Opgave 17 huiswerk Hoofdstuk 9 27 Opgave 18 huiswerk Hoofdstuk 9 28 Opgave 19 huiswerk Hoofdstuk 9 29 Opgave 20 Hoofdstuk 9 huiswerk Schema subsidie giften contributies leningen verkoop producten Vereniging x x x x x (geen doel) Stichting x x x x (geen doel) x x Winkel 30 Hoofdstuk 9 Soorten belasting voor bedrijven Belastingen kunnen we in drie groepen verdelen: 1) belastingen die kosten vormen voor een organisatie; 2) belastingen over de winst; 3) belastingen waarbij een organisatie optreedt als incassobureau voor de fiscus. 31 Hoofdstuk 9 Soorten belasting voor bedrijven Belastingen die kosten vormen voor een organisatie Voorbeelden van deze belastingen zijn de motorrijtuigenbelasting, waterschapsbelasting maar ook de belastingen aan de gemeente om bijvoorbeeld een terras te mogen inrichten op de stoep. Dit soort belastingen vormen kosten voor een onderneming en verhogen dus ook de kostprijs. Daarnaast leiden deze belastingen tot uitgaven voor de organisatie. Belastingen over de winst Voorbeelden van belastingen over de winst zijn de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. De belastingen worden berekend over de belastbare winst. Deze winstbelastingen vormen voor een organisatie geen kosten maar ze leiden wel tot uitgaven. 32 Hoofdstuk 9 Soorten belasting voor bedrijven Belastingen waarbij een organisatie optreedt als incassobureau voor de fiscus Omzetbelasting (BTW). De omzetbelasting die een organisatie betaalt bij aankoop van een product, kan zij terug vorderen van de fiscus. En de omzetbelasting die een organisatie in rekening moet brengen bij de verkoop van haar producten, moet ze afdragen aan de fiscus. Loonbelasting De loonbelasting is een belasting die een werkgever samen met premies als loonheffingen inhoudt op het loon van de werknemer en vervolgens aan de fiscus betaalt. Dividendbelasting De dividendbelasting is een belasting die een organisatie moet inhouden op het uit te keren dividend en vervolgens moet afdragen aan de fiscus. Deze belastingen leiden voor een organisatie niet tot kosten en per saldo ook niet tot uitgaven of ontvangsten. 33