Preek over HC zondag 13 - Schildwolde, 24 maart 2013 - Kees van Dusseldorp - doop Liturgie: Votum en groet Ps.118:5 [Wiekslag 5-8] Lezen doopformulier I Ps.139:6,7 Belofte, doop Ps.100:2,4 [dooppsalm] Gebed Lezen: zondag 13 Ld.102:2,3,4 (op de wijze van Gz.119: de kerk van alle tijden) Lezen: Kol.1:9-20 1 Joh.3:1-10 Gz.111 Preek Gz.179a Gebed, afgesloten met Gz.139:4 Collecte Ps.103:5,9 [Meerpaal B] Zegen [dia1] Gemeente van Christus, In mijn kennismakingsronde ontmoet ik veel verschillende mensen. Maar ik kom ook veel dezelfde namen tegen. U kent ze ook wel… Mensen vragen wel eens of het daardoor niet heel ingewikkeld wordt. Nu kunnen sommige families het wel heel ingewikkeld maken… Maar over het algemeen is het juist prettig om verbindingen tussen mensen te kennen. Daardoor onthoud ik het gemakkelijker. [dia 2] Een mens is geen losse knikker. Maar een mens leeft in relaties. Iedereen heeft een sociaal netwerk. Al vanaf je geboorte. Je kunt dat voor Milan en voor Keano al invullen. Ook voor jezelf. Je pakt een leeg papier. En in het midden teken je een cirkel met je eigen naam. En om jezelf heen komen de mensen met wie je verbonden bent: je vader en moeder, je zus of broer, je familie. Bij sommige mensen is dat ingewikkelder dan bij anderen. Maar ieder mens leeft in een sociaal netwerk. Er zitten verhoudingen bij die schadelijk zijn. Mensen kunnen je misbruiken en beschadigen. Maar er zijn ook relaties van grote waarde. Je man of je vrouw. Je beste vriend of vriendin. Een mens kan niet leven buiten anderen. Menselijke relaties, een boeiend, maar soms ook een vermoeiend thema. TV-programma’s verdienen er miljoenen mee, vooral als er sprake is van bedrog en leugens. ‘Zeg mij wie uw vrienden zijn, en ik zal u zeggen wie u bent.’ [dia 3] In zondag 13 komen de relaties van de Heer Jezus Christus aan de orde. Zondag 11 ging over zijn persoon. Zondag 12 ging over zijn ambt. In die beide zondagen ligt al heel veel genadegoud voor ons. Maar nu wordt komt de belijdenis van onze Verlosser tot een zekere conclusie. En daarbij gaat het om zijn relaties. Het netwerk van Jezus Christus. Niet zijn sociale netwerk toen Hij op aarde was. Zijn moeder, zijn broers, zijn discipelen. Maar zijn netwerk vandaag. Als de levende Heer in de hemel. Dat netwerk kent bijzondere relaties. ‘Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, onze Heer.’ Gods Zoon. Onze Heer. Daar zitten wij bij in. Ieder die gelooft. Je bent opgenomen in het geestelijk netwerk van de Vader, de Zoon en de gelovigen. [dia 4] Juist bij de doop van vanmiddag is dat al prachtig gebleken. Deze jongens zijn niet alleen opgenomen in een sociaal netwerk van mensen, maar ook in een geestelijk netwerk: Ze hebben God tot Vader, Jezus Christus tot Verlosser en de Heilige Geest tot Trooster. En daarmee heeft hij machtige vrienden om zich heen staan. Die bescherming bieden en kracht geven voor heel hun levensweg op aarde. Zolang zij in dat netwerk blijven. Spreken over de relaties van Jezus Christus belooft veel. Het mag jouw geestelijk netwerk worden. Om het eenvoudig te houden beperk ik me tot het verhouding van drie personen: God, Jezus Christus en wij. Vanmiddag wil ik met u die verhoudingen nader bekijken. Dat geestelijk netwerk, waarin niet alleen deze jongens zijn opgenomen, maar ieder die gelooft. Want in die verhoudingen wordt duidelijk wie wij zijn en waar wij staan. [dia 5] Jezus plaatst je in een heil-zaam netwerk: 1. De Vader en de Zoon 2. De Zoon en de gelovigen 3. De gelovigen en de Vader [dia 6] 1. Jezus plaatst je in een heilzaam netwerk. De Vader en de Zoon. We kijken eerst naar de verhouding, waarin wij niet direkt betrokken zijn: de verhouding tussen God en Christus Jezus. Die verhouding wordt ons in de bijbel beschreven als een verhouding tussen een Vader en een Zoon. Tussen de Vader en de Zoon. Ik wil daar graag een aantal dingen uit het bijbelse onderwijs over doorgeven. [dia 7] Nu loop ik hierbij het gevaar dat ik je kwijtraak. Dat je mij niet blijft volgen als we het over deze verhouding tussen God en Jezus hebben. Er zijn veel christenen voor wie God de Vader en God de Zoon eigenlijk precies hetzelfde voelt. En als we het hebben over verhouding tussen de Vader en de Zoon, dan denken ze: 'Dat is toch hetzelfde? Van die drieëenheid begrijp je toch niets. De interne verhoudingen tussen Vader en Zoon kunnen me niet zo boeien. Dat is hogere theologie en weinig praktisch.' Voor ons onbegrijpelijk en niet interessant. Toch is het jammer als je zo zou reageren. Je loopt veel rijkdom mis over God. Het is niet voor niets, dat de Schriften ons af en toe iets vertellen over de band tussen Vader en Zoon. Hun relatie tussen Vader en Zoon is het fundament onder de doop, de basis onder ons leven. Het is tot onze troost en houvast. [dia 8] Ik voel veel eerbied en schroom als ik iets zeg over de verhoudingen binnen de ene God. Het gaat immers wel om God. En toch weten we uit de bijbel dat God niet een starre eenheid is, een onbeweeglijk iemand die alleen maar in zichzelf is gekeerd. Een soort betonblok, waar geen beweging of warmte aan is te ontdekken. Er is ook sprake van beweging en van gemeenschap binnen God. Anders zou God nooit liefde genoemd kunnen worden. Hij is liefde in zichzelf. Jezus Christus is zijn Zoon. De Zoon van zijn liefde, zo schrijft Paulus in Kol.1. De verhouding Vader - Zoon is in de eerste plaats een verhouding van liefde en vertrouwen. Ook al blijft het voor ons onbegrijpelijk en onpeilbaar. Het is geen koude of ingewikkelde theorie. Het doet ons goed dat wij God zo mogen kennen. Liefde in zichzelf. [dia 9] Jezus heeft zijn vader lief. Daarom kloppen de verhalen die Hij vertelt over zijn Vader. Hij was zich ervan bewust dat hij Gods Zoon was. Heel onbevangen spreekt Hij over 'mijn Vader in de hemel doet dit' en 'mijn Vader in de hemel zal daarvoor zorgen' ‘Wie mij kent, kent mijn Vader’. Mooi is dat, om dat te horen. Zo vertrouwelijk als Hij spreekt over God, zo spreekt alleen een zoon die zijn vader in liefde kent. Jezus wist zichzelf de Zoon van God. Dat valt ook op in zijn optreden. Hij werkte heel zelfstandig. Aan het eind stond hij er zelfs helemaal alleen voor. En toch ging Hij altijd met rust en vertrouwen zijn weg. Het valt op in zijn woorden en daden. Jezus was zichzelf ervan bewust dat Hij de Zoon van God was. Hij heeft zjin Vader lief. Dat gaf Hem de kracht. Daarom kloppen zijn verhalen. Wil je de Vader leren kennen, ga dan aan de voeten van Jezus zitten en luister met heel je hart! [dia 10] Maar de Vader is ook in liefde verbonden aan zijn Zoon. En daarom staat Hij compleet achter het offer dat Jezus bracht. Vaak zeggen wij dat het niet uitmaakt, of je nu de zoon van een boer bent, of de zoon van een professor. Wij proberen iemand niet te beoordelen naar zijn afkomst, maar naar zijn eigen persoon en werk. En in het algemeen is dat ook eerlijk en terecht. Voor Jezus Christus ligt dat echter anders. Dat Hij in de liefde van de Vader ons verlost heeft, is belangrijk. Het is de garantie dat je redding echt waar is. Hij is de eeuwige en natuurlijke Zoon van God. De Vader houdt van hem. Dat maakt zijn offer sterk. God zelf heeft ons gered. Daarom reageert de kerk heftig als er mensen opstaan die beweren dat Jezus toch niet echt de Zoon van God genoemd kan worden. Het is de loop van de kerkgeschiedenis vaak gebeurd. Daarmee speel je met de liefde van de Vader. Daarmee verspeel je je behoud. [dia 11] De verhouding tussen Jezus Christus en God is de verhouding tussen Vader en Zoon. Een verhouding in liefde. Dat klinkt in woordje de 'eniggeboren' Zoon van God. Vooral in het evangelie van Johannes lezen we dat. Het is niet om het verschil tussen Christus en de gelovigen te benadrukken, maar om aandacht te vragen voor de onvoorstelbare liefde van God voor ons. Zelfs zijn eigen, enige, unieke, geliefde Zoon heeft Hij gegeven voor ons behoud. Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God. Tot twee keer toe klonk er die stem uit de hemel over het hoofd van Jezus: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde’. Tussen Zoon en Vader bestaat een relatie van intense liefde. Die liefdesverhouding vormt de bron waaruit alle andere verhoudingen gevuld worden. Dat zij elkaar liefhebben: de Vader en de Zoon, is geen theologische theorie, onbegrijpelijk en oninteressant. Hun liefde in de bron van ons Leven. In je geestelijk netwerk is deze relatie tussen Vader en Zoon de basis. Deze liefde bepaalt de kwaliteit van al het andere. Die liefde tussen hen komt ons ten goede. In die liefde ligt ons heil. [dia 12] 2. Jezus plaatst je in een heilzaam netwerk. De Zoon en de gelovigen. In de liefde tussen Vader en Zoon komen wij ook voor, de gelovigen. Daarom verleggen we nu de aandacht en we letten op de verhouding tussen de Zoon en ons. [dia 13] In de bijbel wordt die verhouding op verschillende manieren beschreven. Soms wordt Hij de Meester genoemd, en wij de leerlingen. Soms wordt Hij het hoofd genoemd en wij de leden. Soms noemt Hij ons zijn broeders en zusters of zelfs zijn vrienden. Maar het meest wordt Jezus Christus Heer genoemd. Dan zijn wij dienaren. Volgelingen of knechten. Kenmerkend is de verhouding tussen een Heer en zijn dienaren. Wij gebruiken dat woord ‘heer’ eigenlijk nooit. Alleen nog in heel algemene zin spreken wij over de heer Van Dalen of de heer De Groot. Bij de titel ‘Heer’ moet je echter denken aan iets anders. Vroeger werd een vorst 'landheer' genoemd. Grote boeren met veel knechten waren 'hereboeren.' In de plaatselijke geschiedenis kwam ik de heer van Slochteren tegen, die in 1659 opdracht heeft gegeven om het Slochterdiep te graven. Een heer was niet zomaar een meneer, maar een autoriteit. En zeker niet zomaar je vriendje. In de tijd van het Nieuwe Testament werd de titel 'heer' een eretitel voor de keizer en zelfs voor de goden. Heer is diegene die de macht heeft, die het voor het zeggen heeft. [dia 14] Jezus Christus wordt keer op keer onze Heer genoemd. Hij is de enige Heer. Degene die boven alle anderen staat en het voor het zeggen heeft. Paulus schrijft: ook al zijn er veel goden en heren, voor ons is er maar één Heer, Jezus Christus. Hij is in alles de eerste. Jezus Christus is de Heer. Zo wordt Hij al aangesproken tijdens zijn leven op aarde. Maar meer nog na zijn sterven en opstanding, Zeker na zijn woord: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.’ Jezus Christus is onze Heer. In termen van onze maatschappij zouden wij zeggen: Hij is onze baas, onze conrector, onze directeur. Zij hebben gezag over andere mensen. Ze kunnen opdrachten geven en hun ondergeschikten een bepaalde taak opleggen. Bij onze Heer Jezus komt daar nog wat bij. Hij is ook onze eigenaar, die ons gekocht heeft. Mensen kopen en bezitten, dat kunnen wij niet echt plaatsen. Wij kijken immers juist net schaamte terug op de tijd dat slavernij werd goedgepraat en gepraktiseerd. Tegelijk is Jezus als onze eigenaar wel een mooi beeld. Wij zijn van Hem. Niemand kan aan ons komen. Jezus Christus is onze Heer, wij zijn zijn dienaren. Zo kunnen we de relatie met Hem omschrijven. En het verbindt ons aan elkaar. Hij is mijn Heer, jouw Heer, zelfs hun Heer. Want de doop verzegelt dat ook deze twee jongetjes al op zijn naam gezet zijn. [dia 15] 'Ik erken geen enkele heer of meester boven mij. Ik ben vrij, ik ben zelfstandig. Geestelijk een ZZP-er. Ik laat me niet de wet voorschrijven. Als iemand mij iets oplegt, doe ik het juist niet. Als ik naar iemand luister, dan doe ik dat alleen als ik dat wil, maar niet omdat het moet.' Dat streven naar vrijheid en zelfstandigheid heeft voor veel mensen veel goeds opgeleverd. Het is een drang in onszelf. We nemen niet zomaar bevelen aan. Het moet wel eerst uitgelegd worden. We laten ons niet in iemands macht brengen! We hebben als mens welliswaar geen vrije, goede wil, maar toch wel een eigen wil. Je streeft als mens naar maximale vrijheid. Je probeert onder claims uit te komen. Dat is niet verkeerd. Alleen krijg je dan wel een probleem met Jezus Christus. Want dat Hij onze Heer is, betekent dat Hij het voor het zeggen heeft. In heel ons leven. Het leven in al zijn breedte: op de steiger, achter de laptop, met de stofzuiger, op de fiets en bij het uitgaan. Maar ook het leven in zijn diepte: ook je gedachten, je gevoelens en je hart: toegewijd aan Hem. Hij is je Heer, of Hij is niet je Heer. Voor heel je leven. Die totale aanspraak van Jezus als Heer, roept vragen op: Wordt mijn leven dan niet afgeknepen? Krijg ik niet een zware last van regels als ik volgens Jezus' wil ga leven? Word ik niet heel erg in één bepaald patroon gedrukt als ik lid word van de kerk? Wat lever ik in aan vrijheid als ik me aan één Heer geef? Het zijn vragen die velen herkennen. En ze belemmeren een volledige toewijding aan de Heer. Hoe zit het met mijn vrijheid? [dia 16] En toch: ik roep je vrijmoedig op om de Heer als Heer van je leven te erkennen. Want het Jezus, de Christus. De verlosser die je bevrijdt van alle andere ‘heren’. Mensen, dingen of boze geesten die graag de baas over je willen spelen. En die hebben niet het beste met je voor. Die zoeken hun eigen belang. In de bijbel wordt duidelijk dat er maar twee rijken zijn, waarin alle mensen leven. In het rijk van de duivel, of in het Koninkrijk van de Zoon. Als je zou moeten kiezen tussen een slecht bedrijf met een onplezierige werksfeer, een harde directeur en fraude in alle papieren, of een goed en net bedrijf, met een menselijke direkteur en een gezellige sfeer, dan weet je wel wat je kiest. Zo is ook de toewijding aan Christus de enige keuze, die echte vrijheid biedt. De vrijheid om jezelf te worden, om te genezen, om anderen te dienen, om God te aanbidden. Alle andere heren brengen je uiteindelijk in een gevangenis waar je doodgaat. [dia 17] Het is ook Jezus Christus die je vrijheid bewaakt. De vrijheid voor een vis ligt in het water. Daar kan die leven en komt die tot ontplooiing en tot z’n bestemming. Stel je voor dat die vis denkt: ‘Ik voel me beperkt in mijn vrijheid. Ik mag niet eens op het land van God!’ En de vis springt op strand. En verliest zijn leven. Een vis in het water, die leeft en is vrij. Als een vis in het water, zo komt een gelovige tot leven in de dienst van de Heer. Daarin ligt je vrijheid. Maar dan wel in de dienst aan de Heer! En niet in de dienst aan onze systemen of gewoonten. Alleen in Christus is de vrijheid gegarandeerd, niet in onze wijsheid, onze traditie, onze wensen of onze ideeën. Ook in de gemeente mogen geen mensen de baas spelen, ambtsdragers of niet. In de gemeente hebben we de taak om elkaar te helpen om Jezus als Heer van het hele leven te erkennen. Help elkaar met de wijsheid en mogelijkheden die je hebt gekregen. [dia 18] Je vrijheid ligt in het kunnen en mogen dienen van deze Heer. Daarom is het geen tegenstelling: ben je een dienaar of ben je vrijwilliger. Het is fijn om zo'n Heer te hebben, goed om mensen (als de twee gedoopte kinderen) aan de Heer te verbinden. Als je vrijheid in de liefde van de Heer vindt, wordt je ook gemotiveerd om in liefde voor de Heer hem te volgen. In de toewijding aan Hem komt je leven tot bloei. In het vertrouwen op Hem ontdek je dat zijn spoor goed. In de gehoorzaamheid aan Hem krijgt je leven richting. In de dienstbaarheid aan Hem vind je je geluk. Onze Heer is je voorgegaan in liefde, zachtmoedigheid en nederigheid. Ook al zegt de maatschappij iets anders, reken dat een leven in zijn dienst echte vrijheid biedt. [dia 19] 3. Jezus plaatst je in een heilzaam netwerk: de gelovigen en de Vader. Zoals een computernetwerk allerlei computers aan elkaar verbindt, zoals een sociaal netwerk allerlei mensen aan elkaar verbindt, zo legt Jezus een geestelijk netwerk tussen Zichzelf, de Vader en de gelovigen. De verhouding tussen de Vader en de Zoon is die van een diepe liefde, waarin wij leven. De verhouding tussen de Zoon en de gelovigen is die van een Heer en zijn dienaren, die de weg naar het leven gaan. Daarom nu aandacht voor de derde verhouding in deze driehoek van het heil. [dia 20] De bijbel tekent ons de verhouding tussen de God en de gelovige als tussen een Vader en een kind. Met Jezus mee word je een kind van God genoemd. Dat ben je niet van jezelf. Dat is ook niet ieder mens in deze wereld. Dat geldt voor hen met wie de Heer zijn verbond heeft gesloten. En die Jezus als Heer erkennen. Niemand is als kind van God geboren. Je bent tot kind van God aangenomen. In de romeinse wereld werd de praktijk van adoptie wel toegepast. Maar meestal niet met kleine kinderen, zoals bij ons gebruikelijk is. Maar met jonge mannen. Een rijke machthebber adopteerde een jonge man tot zijn zoon om zijn kwaliteiten om later ook de erfgenaam te worden. God adopteert ons in zijn gezin ook om later erfgenaam te worden. Maar Hij neemt ons niet aan om onze kwaliteiten, maar enkel uit genade. Kinderen van God. Zo noemt de Schrift ons. En wij zijn het ook, zegt Johannes er in zijn brief fijntjes bij. Kinderen Gods. Aangesproken als zoon of dochter van God. Jij, u een zoon of een dochter van God. Door Jezus Christus. En dan geldt het meteen ook voor je eigen kinderen. Zelfs deze kleine jochies zijn al kinderen van God. [dia 21] Dit is het hoogste voorrecht wat een mens in Gods genade ontvangt. De eer om kind van God te zijn. De bescherming en begeleiding die een kind van God verwachten mag in het leven. De warmte en de liefde die een kind van God ervaren mag van zijn Vader in de hemel. Het is een voorrecht om in zo'n verhouding tot God te leven. Er zijn nog veel meer voorrechten die je ontvangt door Jezus Christus. De rechtvaardiging, dat is het eerste voorrecht. Het eeuwige leven, dat is het krachtigste voorrecht. Maar het kindschap God is het hoogste voorrecht. [dia 22] Wat is er nu zo mooi aan dat kindschap van God? Je eigen plaats bij God. Een veilige en vaste plaats, die niemand je meer kan afnemen. Ook als er grote problemen zijn, zelfs als je tijdelijk wegloopt, toch blijft de deur van het ouderlijk huis altijd open. Dat leert Jezus in de prachtige gelijkenis van de verloren zoon. De Vader bleef naar zijn kind uitzien. Het kindschap Gods is de basis voor ons geloof en vertrouwen. Wees niet bezorgd, zegt Jezus, de Vader weet wel wat u nodig hebt. Het kindschap Gods is ook de basis voor je gebed. Jezus zegt: Zal de Vader het goede niet geven aan wie Hem daarom vragen? Het kindschap Gods is bovendien de bron voor onze levensstijl. God motiveert en vernieuwt zijn kinderen tot een goed leven. [dia 23] Een heilzaam netwerk. Dat is het geestelijk netwerk waarin je door Jezus Christus wordt opgenomen. Gegrond in de diepe liefde tussen Vader en Zoon. Binnengebracht door de erkenning van Jezus als Heer en de vrijheid die je in zijn dienst vindt. Zo leer je zeggen: God is mijn Vader. Ik ben zijn kind. Zo kun je Leven. Als Vaders kind en Jezus’ volgeling. Een heilzaam netwerk. Je leeft binnen heil van Gods liefde. Amen