Empowerment, het begrip ontleed Inleiding In de zorg hoor je nu veel geluiden over de veranderende rol van de patiënt. De wens van de hulpverlener om te helpen is legitiem, maar brengt ook het risico van afhankelijkheid en een scheve machtsverhouding met zich mee. De macht en deskundigheid en de verantwoordelijkheid voor de zorg liggen tot nog toe vaak bij de hulpverlener. Zeker bij langdurige zorgvragen. Bij chronische patiënten, in de (G)GZ leidt dat vaak tot een afhankelijkheidsrelatie. Echter, de zorg verandert. Patiënt en professional veranderen idealiter mee. Werken aan participatie en empowerment kan de oude machtsstructuur tussen patiënt, zorg en hulpverlener positief beïnvloeden (Jacobs, 2008). Daarmee verandert de zorg, richting vraaggestuurde of beter nog, dialooggestuurde zorg (Van Regenmortel 2009). Vanuit cliëntperspectief bekeken komen daarbij drie thema’s naar voren, die in onderlinge relatie hieraan bijdragen: ervaringsdeskundigheid van patiënten, cliëntparticipatie, en empowerment van patiënten. Hieronder worden de drie thema’s eerst afzonderlijk toegelicht, waarna de onderlinge relatie verduidelijkt zal worden. Afsluitend is het kader voor empowerment in zorg beschreven. Ervaringskennis Ervaringskennis of ervaringsdeskundigheid is kennis die patiënten met een bepaalde functiebeperking 1 of chronische en/of psychiatrische aandoening hebben opgedaan over leven met deze problematiek. Ervaringskennis bevat een viertal aspecten (van Haaster & Wijnen, 2005). Het betreft kennis over de eigen aandoening en de impact hiervan op het dagelijkse leven. Ervaringskennis omvat ook kennis over de rollen die men heeft als zieke. En kennis over deze rollen in sociaal verband. En als laatste, kennis over de aandoening in de samenleving, hoe men met zijn ziekte leeft in de maatschappij. Boevink (2000) en van Haaster (2005) stellen dat ervaringskennis meer is dan enkel de ervaringen van cliënten. Het is kennis ontstaan vanuit de individuele ervaring én reflectie op eigen en andermans ervaringen. Dit is andere kennis over de aandoening dan de kennis van de professional. Het gaat om een andere inhoud, zonder daar een andere waardering aan te geven. Het zijn complementaire kennissoorten, die in samenwerking meerwaarde voor de zorgverlening opleveren. Rip (van Haaster en Koster-Deese, 2005) stelt dat ervaringskennis de kloof tussen de wetenschappelijke kennis, gebaseerd op gecontroleerde omstandigheden en de ongecontroleerde en vaak meer complexe realiteit, kan overbruggen. Ervaringskennis is de input voor het gebruikersperspectief en is nodig om cliëntparticipatie vorm te geven. Dat dit kan leiden tot meer vraaggestuurde zorg spreekt voor zich. Cliëntparticipatie Cliëntparticipatie is een manier om cliënten met zorgvragen in een positie te brengen dat zij meer kunnen, mogen en willen ( van Haaster, 2001). Cliëntparticipatie gaat over zelfbeschikking, eigen zeggenschap over lichaam en persoonlijke- of zorgomstandigheden. Het gaat over zelfbeheer, zelf initiatieven kunnen uitvoeren. Zelf hulpverleningsinitiatieven opzetten of zelf zorginitiatieven beheren. Ook gaat het over samenwerking. Samenwerking met hulpverleners, gezamenlijke coördinatie, 1 Vanwege de leesbaarheid wordt in het vervolg de term aandoening gebruikt. Daaronder worden alle vormen van functiebeperkingen, chronische problematiek en psychiatrische ziektebeelden verstaan, die kunnen leiden tot chronisch patiënt zijn. Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 1/9 probleemoplossing, gezamenlijke (zorg)doelen. En daarmee gaat cliëntparticipatie ook over medezeggenschap: inspraak en mede kunnen beslissen over de behandeling. Daarmee kan cliëntparticipatie bijdragen aan kwaliteitsverbetering van de zorg. De feedback van de patiënt, over de (kwaliteit van de) zorgverlening, maar ook de aansluiting hiervan op de oorspronkelijke behoefte en wensen. Cliëntparticipatie draagt daarmee bij aan de ontwikkeling van vraaggestuurde zorg. Cliëntparticipatie kan op twee niveau’s vorm krijgen: op individueel niveau en op collectief niveau. Cliëntparticipatie op individueel niveau veronderstelt een actieve participerende patiënt met een aantal competenties. Om als patiënt je mening kenbaar te maken (het willen), is het nodig om aan te kunnen geven welke behoefte, wensen en vragen je hebt over je aandoening of benodigde zorg. Duidelijk maken wat je kunt, is gebaseerd op vaardigheden, op (ervarings)kennis, en op gewoonten (het kunnen). Je rechten worden bepaald door je positie als patiënt ( het mogen). Zowel verworven rechten als wettelijk bepaalde rechten. Cliëntparticipatie is daarmee deels gestoeld op ervaringsdeskundigheid en de erkenning daarvan door anderen. Cliëntparticipatie op collectief niveau is een bundeling van krachten, belangenbehartiging van de patiënt als groep. Dit sluit nauw aan de bij benadering vanuit de sociologie. Daar benadert men participatie vooral als deelname aan beleid en politieke democratische activiteit. Participatie wordt van belang geacht om invloed uit te kunnen oefenen en cliënten daarmee weerbaarder en eigenmachtiger (meer empowered) te maken. Door je rechten te versterken, door invloed uit te oefenen op het beleid en door belangenbehartiging, verwerf je als patiënt macht. Vanuit de psychologie stelt men dat via participatie een organisatie betrokkenheid van de cliënten bij beslissingen kan realiseren. Dit leidt tot meer acceptatie, en daarmee meer betrokkenheid bij en sterkere motivatie voor de organisatie. Samenwerken en meedoen leidt tot meer effectiviteit. Dit leidt vervolgens tot meer probleemoplossend vermogen en een toename van de ervaren controle bij de deelnemers, de zorgvragers. In de gezondheidszorg is gebleken dat participatie controle geeft over de eigen omstandigheden, het eigen leven. Dit leidt tot therapeutische effecten zoals minder stress en angst ( van Haaster 2001). Deze benadering sluit meer aan bij het niveau van individuele cliëntparticipatie. Actieve deelname aan besluitvorming en collectieve handelingen zou verhoging van de effectiviteit van organisaties als gevolg kunnen hebben: beter leren, betere probleemoplossing, betere doelrealisatie (van Haaster, 2001). Cliëntparticipatie lijkt daarmee van essentieel belang voor een goed functionerende gezondheidszorg. Ervaringsdeskundigheid en cliëntperspectief Ervaringsdeskundigheid ontstaat vanuit het verhaal van de cliënt. Het is diens verhaal, wat tot stand komt door het verhaal te vertellen, erop te reflecteren vanuit eigen perspectief of andermans verhalen, en door verwerking. Het cliëntperspectief is de mal waarmee volgende de cliënt de gezondheidszorg gevormd zou moeten worden. Als centrale begrippen worden hierbij genoemd (van Haaster 2001): − Gelijkwaardigheid: cliënt en hulpverlener zijn niet hetzelfde maar wel gelijkwaardig. − Autonomie: recht om zelf te beslissen. − Individualiteit: erkenning voor de individualiteit van de persoon. − Ondeelbaarheid: Gezien worden in totaliteit: als een individu met een aandoening maar in de context van diens levens. Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 2/9 Deze begrippen zijn meer relationele voorwaarden. Ze hebben allen betrekking op de bejegening door de hulpverlener of positie in de gezondheidszorg. Ervaringsdeskundigheid en cliëntperspectief zijn beiden wezenlijke onderdelen om cliëntparticipatie inhoud te geven. Empowerment In artikelen zijn meerdere definities van empowerment te vinden. Empowerment wordt beschreven als een proces waarbij controle, lees zeggenschap over eigen leven, een belangrijk kernbegrip is. Empowerment wordt gezien als een proces van persoonlijk en maatschappelijk sterker worden: veerkracht ontwikkelen en macht en invloed verwerven (Jacobs 2008). Van Regenmortel (2009) voegt hier het ontwikkelen van kritisch bewustzijn en participatie aan toe. Zij omschrijft empowerment als een doorgaand versterkingsproces, waarbij men vanuit erkenning van de eigen kwetsbaarheid gefocussed blijft op je kracht en potentie. Dit komt tot uitdrukking in het proces van empowerment wat verloopt via erkenning, waardering en herkenning, naar het ervaren van succes, perspectief op weg naar een hernieuwd gevoel van eigenwaarde en regie (van Haaster 2001, Jacobs 2008). Figuur 1 “Weer kunnen beschikken over mijn eigen leven”: in eerste instantie een individueel proces van toenemende zelfbeschikking, en in tweede instantie een collectief proces van emancipatie. Daarmee wordt duidelijk dat ook empowerment een individuele en een groepsdimensie kent (Boevink 2000, van Haaster 2001, Jacobs 2008, Chamberlin 1997). Eindresultaat is je opnieuw onderdeel voelen van een sociale beweging en een herwonnen regie over lijf en samenleving. Hierin zijn beide dimensies, de individuele en de collectieve, herkenbaar. Rappaport en Zimmerman (Van Regenmortel 2009) voegen empowerment op organisatieniveau toe als derde dimensie van empowerment. Deze dimensies staan niet los van elkaar, maar beïnvloeden in onderlinge relatie het proces van empowerment. Empowerment (de Koning, 2004) wordt in de arbeidsreïntegratie gezien als voorwaarde voor succesvolle reïntegratie. Dit is mede een kans voor de (G)GZ, met een toenemend aantal langdurige zieken. Empowerment van cliënten kan bijdragen aan meer behandelresultaat, in de betekenis dat men daarmee de kwaliteit van leven, met of ondanks de chronische aandoening, vergroot. Dit vraagt echter oog voor in ieder geval twee dimensies van empowerment: op individueel en organisatieniveau. Empowerment en organisatie Empowerment op organisatieniveau heeft zijn uitwerking op de wijze waarop de zorg georganiseerd is en waarop deze door professionals verleend wordt. Vanuit de managementliteratuur is beschreven dat empowerment van medewerkers een empowerende manager vraagt. Het is een proces van wederzijdse beïnvloeding, gedeelde macht en verantwoordelijkheid, dat democratisch en duurzaam is. Het is voor degene die de ander wil empoweren een proces van informeren en leren, leiding geven, maar vooral ook coachen en begeleiden balanceren tussen coachen, steunen en adviseren, en verantwoordelijkheid nemen. De ander voorzien in hulpmiddelen, benodigde ondersteuning creëren, Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 3/9 evalueren, plannen, ontwikkelen en motiveren (Murrel 2000). Van Regenmortel (2009) zegt hierover de basis is een geloof in de competentie van de patiënt, respect en wederkeringheid. Oog en een luisterend oor voor diens verhaal, om zo in dialoog vorm te geven aan passende participatie. Een empowerende hulpverlener heeft geloof in de capaciteit tot groei van de patiënt. Zij ziet het als de taak van hulpverleners om deze capaciteit aan te spreken, er een appel op te doen. Daarmee wordt het mogelijk om empowerende zorg te verlenen: zorg die maximaal aansluit bij de leef en betekeniswereld van de betrokkenen. Daarmee wordt dialoogsturing in de zorg het leidend principe, in plaats van aanbodsturing of vraagsturing. Dialooggestuurde zorg is gebaseerd op gelijkwaardigheid van de centrale actoren in de zorg. Bepalende elementen Laten we het begrip power in empowerment eens ontleden. Van Regenmortel (2009) stelt dat dit voor de drie verschillende dimensies verschillende betekenis heeft. Power staat zowel voor kracht als voor macht. Vanwege de verwevenheid van de dimensies staan de drie vormen van power niet los van elkaar. − Op het individuele niveau staat power voor kracht van binnenuit. De persoon die in staat is zijn kwaliteiten te (her)kennen en vervolgens aan te spreken, vanuit zelfbewustzijn en zelfvertrouwen. − Op het collectieve niveau gaat het om het kunnen benutten van krachtbronnen in de omgeving. Steun kunnen organiseren met kracht van de ander. − Op het politiek maatschappelijke niveau staat power voor macht. Invloed hebben of kunnen aanwenden om verandering teweeg te brengen. In de laatste twee betekenissen van power wordt duidelijk dat empowerment ook omgevingsfactoren kent. De mate waarin de omgeving steun verleent en je positief benadert en waarin informatie beschikbaar hebben invloed op het proces van empowerment. Maar wat is nu deze kracht, of macht? Empowerment kent een aantal aspecten (Chamberlin 1997). Het gaat invloed op besluitvorming, om toegang tot informatie, het kritisch kunnen denken en om de assertiviteit om dit te gebruiken, vanuit een gevoel invloed uit te kunnen oefenen. Het gaat om een ervaren en groeiend positief zelfbeeld dat je in staat stelt om voor jezelf uit te komen, je rechten te beleven en daarmee verandering kunnen bewerkstelligen. Het durven uitdrukken van woede en kracht en dit benutten om jezelf kenbaar te maken. Allemaal uitingen van power als kracht van binnenuit. Daarnaast is het ook je onderdeel van een groep voelen, en in staat, of gesteld worden zijn om andermans idee van je competentie positief te beïnvloeden: uitingen van met kracht. Binnen de Vrijbaanmethode, een methode voor arbeidsreïntegratie voor arbeidsgehandicapten, gaat men er vanuit dat empowerment in essentie te maken heeft met het gevoel controle te hebben over je situatie, met vertrouwen in je competentie om passende en realistische doelen te bereiken, waar je zelf voor gekozen hebt. Zelfstandig keuzes maken en een serieuze gesprekspartner zijn zijn hiervoor de basis. Zij definiëren een zestal componenten die te onderscheiden zijn in empowerment: − Competentie: vertrouwen in jezelf en je kunnen om je doelen te bereiken. − Zelfbeschikking: je vaardigheid om keuzes te maken en het idee dat je controle hebt over je situatie, je leven. − Impact: het besef dat je invloed hebt op je leven, je rol in de maatschappij door middel van de keuzes die je maakt. Hierdoor voel je je zelf medeverantwoordelijk voor de keuzes. Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 4/9 − Betekenis: je inzet als zinvol ervaren, op een manier die aansluit bij je eigen normen en waarden. Ervaren dat je keuzes maakt die jij als zinvol beschouwt, die passend bij je leefsituatie en mens en wereldbeeld. − Positieve identiteit: een positief zelfbeeld waarbij de problematiek geïntegreerd is, op realistische wijze. Het gaat om een realistisch zelfbeeld, met respect voor jezelf en oog voor je kwetsbaarheid. − Groepsoriëntatie: het besef van onderlinge afhankelijkheid en noodzaak tot samenwerking met anderen. Het is het bewustzijn van het functioneren in een maatschappelijke context. Je eigen rol in het geheel zien in samenhang met die van de andere actoren in die situatie. Wanneer we deze ordeningen vergelijken zien we dat empowerment als volgt tot uitdrukking komt. Empowerment is een proces waardoor de patiënt: 1. Zich competent voelt, vertrouwen in eigen kunnen en handelen krijgt. Dit vraagt een positief en realistisch zelfbeeld: jezelf zien als gelijkwaardige partner in de gezondheidszorg, zowel in gesprek als in uitvoering. 2. Het recht op zelfbeschikking ervaart, ervaart zelf over je leven en gezondheid te kunnen beschikken. Door voldoende informatie tot je beschikking te hebben om tot onderbouwde keuzes te komen: de ervaringsdeskundigheid en toegankelijke (“wetenschappelijke”) kennis. Dit vraagt om je stem te laten horen, assertief te zijn. Dit vraagt kritisch denken en doen. 3. Zich verantwoordelijk kan voelen en zijn: impact ervaren. Dit is het gevoel invloed uit te kunnen oefenen op je leven, op je rol daarin, op de gezondheidszorg. Ervaren dat wat je doet je leven beïnvloedt. Daarmee wordt je weer verantwoordelijk voor je leven en de daarin benodigde zorg. 4. Tot samenwerking in staat is: groepsoriëntatie. Het besef dat er een onderlinge afhankelijkheid is, dat je onderdeel van een groter geheel bent. Dit leidt tot verbinding met lotgenoten, met belangrijke anderen, maar noopt ook tot samenwerking. Ervaringsdeskundigheid, participatie en empowerment Empowerment is een proces, van bewustwording, van je mogelijkheden om invloed uit te oefenen, keuzes te maken, mee te beslissen. De dialoog is het uitgangspunt om te werken aan empowerment en participatie (Jacobs 2008). Een dialoog tussen patiënt en hulpverlener die erdoor gekenmerkt wordt dat deze niet vrijblijvend is. De inhoud dient van wezenlijk belang voor alle gespreksdeelnemers te zijn. In deze dialoog komen de verschillende vormen van deskundigheid terug. Ervaringskennis naast professionele kennis. Dialoog vraagt tevens denken vanuit twee perspectieven, dat van de cliënt en dat van de professional. De patiënt brengt zijn kennis in vanuit zijn ervaringsdeskundigheid, in de gedachte dat dit door de ander serieus genomen en gewaardeerd wordt. Hij wil een samenwerkingspartner zijn. De professional biedt dit een insidersperspectief (van Regenmortel 2009): meer begrip van de situatie van de patiënt, in aanvulling op zijn professionele kennis. Vanuit het ervaringsverhaal van de cliënt kan de professional met andere ogen de besluitvormings- en uitvoeringsverantwoordelijkheid voor de zorg bezien. De ervaringskennis van de cliënt draagt in dit cyclische proces bij aan zijn empowerment. Door in dialoog ervaringen te delen, wordt bij een positieve attitude van de omgeving, zijn empowerment bevorderd wat op zijn beurt ook effect heeft op de verdere ontwikkeling van zijn ervaringsdeskundigheid (van Haaster en van Wijnen 2005). Kortom, ervaringsdeskundigheid voedt het Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 5/9 cliëntperspectief. In dialoog gebracht bevordert dit samenwerking (participatie), en daarmee de eigen ervaringsdeskundigheid en het cliëntperspectief. Ervaringskennis is ook de basis voor participatie. Participatie is een belangrijk onderdeel van empowerment. Het biedt de mogelijkheid om kennis en vaardigheden op te doen. Uit de gezamenlijkheid die ervaren wordt gaat kracht uit, wat het gevoel van controle over je leven, je gezondheid en het vertrouwen in je eigen kunnen vergroot (Jacobs 2008). Patiënten die meer controle ervaren over hun leven, het gevoel hebben meer invloed uit te kunnen oefenen op hun gezondheidszorg, voelen zich ook meer verantwoordelijk voor de resultaten van de inspanningen. (van Regenmortel 2009). Figuur 2: ervaringskennis, participatie en empowerment Conclusie Hieronder zal ik mijn onderzoeksvraag beantwoorden: Hoe is empowerment in de (G)gezondheidszorg te definiëren. Ik zal algemeen beschrijven wat empowerment in de zorg betekent en wat dit voor de patiënt en de zorgverlener inhoudt. Empowerment in de zorg Zoals eerder beschreven zijn voor participatie 4 basiselementen te onderscheiden. Deze komen nauw overeen met de 4 empowerment elementen die hiervoor geformuleerd zijn. Kwaliteit van zorg, als resultante van participatie is hier niet als element opgenomen, omdat dit een uitkomst is. Dat geldt mijns inziens zowel voor participatie als voor empowerment. De vier basiselementen zijn hieronder vergeleken. Empowerment Participatie Zich competent voelt, vertrouwen in eigen Medezeggenschap: inspraak en mede kunnen kunnen en handelen krijgt. Dit vraagt een positief beslissen over de behandeling en realistisch zelfbeeld: jezelf zien als gelijkwaardige partner in de gezondheidszorg, zowel in gesprek als in uitvoering Het recht op zelfbeschikking ervaart, ervaart zelf Zelfbeschikking: eigen zeggenschap over over je leven en gezondheid te kunnen lichaam en persoonlijke of zorgomstandigheden Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 6/9 beschikken. Door voldoende informatie tot je beschikking te hebben om tot onderbouwde keuzes te komen: de ervaringsdeskundigheid en toegankelijke (“wetenschappelijke”) kennis. Dit vraagt om je stem te laten horen, assertief te zijn. Dit vraagt kritisch denken en doen. Zich verantwoordelijk kan voelen en zijn: impact Zelfbeheer: zelf initiatieven kunnen opzetten ervaren. Dit is het gevoel invloed uit te kunnen en/of uitvoeren of beheren. oefenen op je leven, op je rol daarin, op de gezondheidszorg. Ervaren dat wat je doet je leven beïnvloedt. Daarmee wordt je weer verantwoordelijk voor je leven en de daarin benodigde zorg. Tot samenwerking in staat is: groepsoriëntatie. Samenwerking: met hulpverleners, gezamenlijke Het besef dat er een onderlinge afhankelijkheid coördinatie, probleemoplossing en doelrealisatie. is, dat je onderdeel van een groter geheel bent. Dit leidt tot verbinding met lotgenoten, met belangrijke anderen, maar noopt ook tot samenwerking. Tabel 1. Empowerment en participatie Empowerment in de zorg heeft impact op de denkwijze, communicatie en uitvoering van de zorg. Empowerment in de zorg heeft effect op een 4 tal variabele, die in figuur 3 zijn weergegeven. Centraal hierbij staat de kennisinbreng. Dit is de basis voor het denken, communiceren en uitvoeren van de zorg. Empowerment is gebaseerd op gecombineerde, complementaire kennisinbreng. Het perspectief van de patiënt naast dat van de professional. Ervaringskennis in combinatie met professionele kennis. Dit leidt tot een dialoog. De dialoog bestaat uit gedeelde zeggenschap, waarbij de patiënt en professional met elkaar in dialoog zijn over de benodigde zorg, vanuit gelijkheid. En dialoog vraagt dat beiden in staat zijn zowel hun mening te verwoorden als te luisteren naar andermans mening. Hierop volgt zelfbeschikking. De regie in de besluitvorming zou bij de patiënt moeten liggen omdat het zijn gezondheid betreft. De professional adviseert richting aanbevolen zorg, gebaseerd op de gecombineerde kennisinbreng. Het is de patiënt die uiteindelijk besluit, op basis van dialoog en gecombineerde kennisinbreng. Voor de uitvoering van de zorg geldt de laatste variabele samenwerking. Dit bestaat uit zelfbeheer en samenwerking. Zelfbeheer staat voor de rol van de patiënt in de uitvoering van de zorg, samenwerking staat voor de gedeelde rol van patiënt en professional. Op deze wijze empowerment uitdragen vraagt een verandering in attitude van de patiënt en professional. Empowerment en patiënten Empowerment is niet alleen een staat van zijn. Het is een voortdurend proces. Zeker bij patiënten met een chronische aandoening. Een proces van steeds weer zoeken, gebaseerd op een zich ontwikkelde of ontwikkelende basisvaardigheid om empowered te zijn. Empowerment vraagt van de patiënt dat deze zichzelf als primair verantwoordelijk voor eigen gezondheid en diens gezondheidszorg ziet. Dit vraagt van de patiënt dat deze zich actief opstelt, mondig is en met voldoende zelfrespect en zelfvertrouwen de dialoog aangaat. Dit vraagt tevens vertrouwen in eigen kunnen. Om te kunnen verwoorden wat je denkt, ervaart en wenst. Om kritisch te Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 7/9 kunnen meedenken. Om zijn aandeel te nemen in de kennisinbreng. Het vraagt een attitude waarin men enerzijds vertrouwen in eigen kunnen heeft en erop vertrouwt dat in staat te zijn invloed uit te oefenen op je gezondheid en de benodigde gezondheidszorg. Maar anderzijds vraagt het ook een bereidheid tot samenwerking en een realistisch zelfbeeld. Van eigen mogelijkheden en beperkingen als gevolg van de aandoening of van eigen mogelijkheden om in zelfbeheer zorginitiatieven te ontplooien. Het is een besef van autonomie in verbondenheid met een groter gezondheidszorgsysteem en andere actoren hierin. Figuur 3 Empowerment en professionals De vertaling naar de zorgprofessional is niet moeilijk. Een empowerende zorgprofessional werkt vanuit een attitude waarin de delen van informatie (kennisinbreng), dialoog en een andere wijze van zorg verlenen centraal staat. Dit laatste is idealiter een combinatie van luisteren en aandacht geven, informatie delen en vragen, durven leren van de ander, ruimte creëren voor democratisch overleg en delen en expliciteren van verantwoordelijkheden, kortom samenwerking. De zorgprofessional zal zijn macht in besluitvorming en uitvoering van de zorg moeten leren delen met de patiënt. Ook zal hij moeten leren de patiënt mede verantwoordelijk te laten zijn voor diens gezondheid en gezondheidszorg. Het vraagt van de professional om niet alleen zorg te verlenen, maar te investeren in een duurzame samenwerkingsrelatie met de zorgvrager. Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 8/9 Literatuur: Boevink, W. (2000). Ervaring, ervaringskennis, ervaringsdeskundigheid. Deviant, sept. 2000. Chamberlin, J. (1997). A working definition of empowerment. Psychiatric Rehabilitation Journal Volume 20 Number 4 pag 43 t/m 46 Haaster, H.P.M van, (2001). Cliëntparticipatie. Bussum: Coutinho. Haaster, H. van en Wijnen, A. van. (2005) Ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid, omschrijving en positionering. Ervaringskennis werkt! VersieGroep. (g.p.) Hoorn, E. van, Bellemakers, C. & Koster-Dreese, Y. (2003). De kleine zelfbeschikking en de herovering van vraagsturing. Kantel Konsult ism IGPB (gp). Jacobs, G. (2008). Empowerment en doelgroepparticipatie in de gezondheidsbevordering en preventie. Empowerment & public health. Www.gabyjacobs.com Koning, J. de (2004). Empowerment, product of missie? www.vrijbaan.nl Murrel, K.L. en Meredith, M. (2000). Empowerment van werknemers. Schoonhoven: Academic Service. Regenmortel, T. van. (2009). Empowerment als uitdagend kader voor sociale inclusie en moderne zorg. Journal of Social Interventions: theory and practice. Volume 18, isseu 4, pag 22-42. Rip, A. (2005) Om de kwaliteit van ervaringskennis (‘On the quality of experience-based knowledge’), in: H. van Haaster and Y. Koster-Deese (eds.) Ervaren en weten. Essays over de relatie tussen ervaringskennis en onderzoek (To experience and to know. Essays on the relation between experience-based knowledge and research) (27-39). Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel. ISBN 90-6224465-3 Internetbronnen: www.vrijbaan.nl of www.request-vrijbaan.nl Empowerment, het begrip ontleed 2 mei 2010 © S. Timmer pag 9/9