Actie en Reactie

advertisement
Smiley krijgt een oorvijg!
Vanuit roeibootje naar de oever!
Spijkertje en magneet
Hamer slaat spijkertje
Aarde en zon
Voetballer
Sprinter
Terugslag van een geweer
Superman en Schanulleke
Rolschaatsen
Aap wil bananentros
Tegen een kast duwen
(met wrijving!)
Ik ben Smiley!
Ik ben een beetje ondeugend.
Ik steek mijn tong uit
naar mijn papa.
Wat zal papa dan doen?
Ik steek mijn tong uit
naar mijn papa.
Wat zal papa dan doen?
Ik steek mijn tong uit
naar mijn papa.
Wat zal papa dan doen?
Nee !!!! Nee !!!!!
FSp
FpS=kracht die papa’s hand uitoefent op Smiley’s oor.
FSp=kracht die Smiley’s oor uitoefent op papa’s hand.
FpS
Oh jeetje, mijn hand doet pijn !
Potdorie, die Smiley kan hard slaan.
Maar dat zal ik nooit toegeven !
Aj, Ajaj, ajajaj…papa slaat hard !
Wat doet zo’n oorvijg toch pijn !
Menu
Een man wil vanuit een bootje op de oever springen.
Hij oefent een kracht Fmb uit op het bootje.
Tegelijkertijd oefent het bootje een even grote reactiekracht Fbm uit op de man.
Fbm maakt het mogelijk om op de oever te belanden.
Fbm
Fmb
Hoe gedraagt zich het bootje?
Fmb kan ontbonden worden in F en F// .
O.i.v. F zakt het bootje ietwat dieper in het water.
F doet het bootje wegdrijven van de oever.
Fbm
F//
F
Fmb
Menu

Fsm

Fms

Fsm= kracht die de spijker op de magneet uitoefent

Fms= kracht die de magneet op de spijker uitoefent
Menu
Fsh
Fhs
Fhs= kracht die de hamer uitoefent op de spijker
Fsh= kracht die de spijker uitoefent op de hamer
Actie- en reactiekracht treden tegelijkertijd op.
Als de actiekracht verdwijnt, dan verdwijnt ook de reactiekracht.
Menu
Aarde
FzA
FAz
zon
FzA= kracht waarmee de zon de aarde aantrekt
FAz= kracht waarmee de aarde de zon aantrekt
FzA
FAz
FzA=FAz d.w.z. : mAaA= mzaz
Omdat mz>> mA is az << aA.
De aarde valt dus meer naar de zon
dan dat de zon naar de aarde valt!!
Waarom is de aarde nog steeds niet op de zon gevallen?

v
FzA
FAz
De aarde probeert steeds rechtdoor te bewegen
met een snelheid v
volgens een raaklijn aan de cirkelbaan (traagheid!)
FzA zal de richting en de zin van v veranderen,
zodat de aarde een cirkelbaan om de zon volgt.
Menu

Fv b

Fv b= kracht die de schoen op de bal uitoefent

Fb v= kracht die de bal op de schoen uitoefent
Omdat mbal < mvoetballer is abal > a voetballer

Fb v
Menu

FAs

FsA

FsA= kracht die de sprinter uitoefent op de aarde.
De sprinter duwt zich af op de grond.

FAs= kracht die de aarde uitoefent op de sprinter.
Omdat msprinter<< mAarde is asprinter>> aAarde.
Menu
Inwerkende krachten:
Fkg
Fgk
FgS
Fvg
Fgv
Inwerkende krachten:
Fkg
Fgk
FgS
Fvg
Fgv
Fvg= kracht die de vinger uitoefent op het geweer.
Fgv= kracht die het geweer uitoefent op de vinger.
Fgk= kracht die het geweer uitoefent op de kogel.
Fkg= kracht die de kogel uitoefent op het geweer.
Omdat mg > mk is ag < ak.
De beweging van het geweer (=terugslag)
is dus kleiner dan de beweging van de kogel.
Menu
FsS
FSs
FSs= kracht die Superman uitoefent op Schanulleke.
FsS= kracht die Schanulleke uitoefent op Superman.
FSs= FsS . Maar omdat mS>>ms zal aS<< as.
Menu
A
B

FBA

FAB
Twee even zware studenten staan op 2 identieke wagentjes.
Beide studenten houden een uiteinde van een touw vast.
Student A trekt aan het touw. Student B houdt enkel het touw stevig vast.

= kracht die A uitoefent op B.
F
AB
FBA= kracht die B uitoefent op A.
Beide studenten bewegen naar elkaar toe.
A
B

FBA

FAB
Twee even zware studenten staan op 2 identieke wagentjes.
Beide studenten houden een uiteinde van een touw vast.
Student B trekt aan het touw. Student A houdt enkel het touw stevig vast.

FBA= kracht die B uitoefent op A.
FAB= kracht die A uitoefent op B.
Beide studenten bewegen naar elkaar toe.
A
B

FBA

FAB
Twee even zware studenten staan op 2 identieke wagentjes.
Beide studenten houden een uiteinde van een touw vast.
Beide studenten trekken tegelijkertijd aan het touw.

FBA= kracht die B uitoefent op A.
FAB= kracht die A uitoefent op B.
Beide studenten bewegen naar elkaar toe.
Menu
De aap wil de tros bananen bereiken
door langs het touw omhoog te klimmen.
Waar kan hij de bananen pakken?
maap= mbananen
mtouw is verwaarloosbaar.
Krachten die inwerken als alles in rust is :
Fbk
Fkb
Fak
Fka
Fz,b
Fz,a
Krachten die inwerken als alles in rust is :
Fz,a= zwaartekracht op de aap.
Fbk
Fkb
Fak
Fka
Doordat de aarde trekt aan de aap,
trekt de aap aan de koord: Fak
Reactiekracht hierop:
Fka= kracht die de koord uitoefent op de aap.
Fz,b= zwaartekracht op de bananen.
Fz,b
Doordat de aarde trekt aan de bananen,
trekken de bananen aan de koord: Fbk
Fz,a
Reactiekracht hierop:
Fkb= kracht van de koord op de bananen.
Krachten op de aap:
Fz,a= zwaartekracht op de aap.
Fka= kracht die de koord uitoefent op de aap.
Fz,a+ Fka= 0
Fbk
Fkb
Fak
Fka
Krachten op de koord:
Fak = kracht van de aap op de koord:
Fbk= kracht van de bananen op de koord:
Fak= Fbk (eigenschap van een katrol)
Fz,b
Krachten op de bananen:
Fz,a
Fz,b= zwaartekracht op de bananen.
Fkb= kracht van de koord op de bananen.
Fz,b+ Fkb= 0
De aap klimt langs het touw omhoog.
F’bk
F’ak
Fbk
Fak
Fkb
F’kb
Er ontstaan nu extra krachten.
Fka
F’ka
Fz,b
Fz,a
Al de andere krachten blijven bestaan.
F’bk
F’ak
Fbk
Fak
Fkb
F’kb
Fka
F’ka
Fz,b
De aap klimt langs het touw omhoog, d.w.z.
hij oefent extra kracht uit op de koord:F’ak .
Reactie op F’ak:
F’ka= extra kracht van de koord op de aap.
Door eigenschappen van de katrol is er ook
F’kb= kracht van de koord op de bananen.
Reactiekracht hierop:
F’bk= kracht van de bananen op de koord.
Fz,a
Al de andere krachten blijven bestaan.
F’bk
Fbk
Fkb
F’
kb
F’ak
Fak
Krachten op de aap:
Fz,a+ Fka= 0
F’ka= kracht van de koord op de aap.
F’ka= maaa
De aap klimt naar boven.
Fka
F’ka
Krachten op de koord:
Fak= Fbk (eigenschap van een katrol)
F’ak= F’bk (eigenschap van een katrol)
Er is geen resulterende kracht.
Fz,b
Krachten op de bananen:
Fz,b+ Fkb= 0
F’kb= kracht van de koord op de bananen.
Fz,a
F’kb= mbab
De tros bananen beweegt naar boven.
F’bk
F’ak
Fbk
Fak
Fkb
F’kb
Fka
F’ka
Omdat ma= mb is aa= ab.
De aap kan de bananen pas pakken
zodra aap en bananen
zich ter hoogte van de katrol bevinden.
Fz,b
Fz,a
Menu
Een man duwt tegen een kast.
Zal de kast verschuiven?
Optredende krachten:
Fkm
Fmk
Fvg
F’w
Fw
Fkv
Optredende krachten:
Fmk= actiekracht van man op kast.
Fkm= reactiekracht van kast op man.
Fmk= Fkm
Fkv= kracht van de kast op de vloer.
Fw= wrijvingskracht
tussen kast en vloer.
Fw=µFn,k= µFz,k
Fkm
Fmk
Fvg= kracht van voeten op grond.
F’w= wrijvingskracht
tussen voeten en grond.
F’w= µFn,m= µFz,m
(Fz op kast en persoon is niet weergegeven)
Fvg
F’w
Fw
Fkv
Er kunnen zich verschillende situaties voordoen.
Fkm
Fmk
Fvg
F’w
Fw
Fkv
Kast noch man verschuiven.
Krachten op de kast : Fmk= Fw
Krachten op de man : Fkm= F’w
Krachten op de vloer: Fvg= Fkv
Fkm
Fmk
Fvg
F’w
Fw
Fkv
De kast verschuift.
Krachten op de kast : Fmk> Fw
Krachten op de man : Fkm= F’w
Krachten op de vloer: Fvg= Fkv
Fkm
Fmk
Fvg
F’w
Fw
Fkv
De man verschuift.
Krachten op de kast : Fmk= Fw
Krachten op de man : Fkm> F’w
Krachten op de vloer: Fvg= Fkv
Fkm
Fmk
Fvg
F’w
Fw
Fkv
De kast en de man verschuiven.
Krachten op de kast : Fmk> Fw
Krachten op de man : Fkm> F’w
Krachten op de vloer: Fvg= Fkv
Fkm
Fmk
Fvg
F’w
Fw
Fkv
Menu
Download