Opdrachten hoofdstuk 1

advertisement
Opdrachten “Reageren op veranderingen” hoofdstuk 1
Opdracht 1
a. Welke symptomen (kunnen) wijzen op een aandoening van de ogen? Noem er minimaal 10.
b. Welke symptomen kunnen duiden op een oogheelkundig spoedgeval?
c. Hoe kun je aanwijzingen krijgen voor het feit dat een dier blind is?
Opdracht 2
Welke diagnostische instrumenten en hulpmiddelen worden bij oogonderzoek gebruikt? Welk doel
heeft elk van deze instrumenten en hulpmiddelen?
Opdracht 3
a. Wat is de meest voorkomende oogaandoening in de gezelschapsdierenpraktijk?
b. Waardoor kan deze oogaandoening veroorzaakt worden?
c. Waaruit bestaat de behandeling?
Opdracht 4
Oogproblemen kunnen onder andere ontstaan door irritatie van de cornea door haren.
a. Wat is het verschil tussen distichiasis, trichiasis en ectopische ciliën?
b. Welke verschijnselen vertoont een dier met deze aandoeningen?
c. Waaruit bestaat de behandeling?
Opdracht 5
a. Wat is het verschil tussen entropion en ectropion?
b. Noem een aantal rassen waarbij deze aandoeningen regelmatig voorkomen.
Opdracht 6
a. De afkorting PRA staat voor ......?
b. Hoe wordt de diagnose PRA gesteld?
Opdracht 7
Als een eigenaar belt naar de praktijk in verband met een oogaandoening moet je als paraveterinair
kunnen bepalen of er sprake is van een spoedgeval, of niet.
a. Welke klachten/symptomen vermeldt de eigenaar indien er sprake is van:
 glaucoom
 luxatio bulbi
 agressief ulcus corneae
 chemisch trauma aan het oog
b. Welke adviezen geef je in bovenstaande gevallen aan de eigenaar?
Opdracht 8
a. Wat neem je waar bij inspectie van het oog als een dier lijdt aan cataract?
b. Wat is een andere benaming voor cataract?
c. Hoe kan cataract tegenwoordig behandeld worden?
Opdracht 9
a. De afkorting KCS staat voor .......?
b. Waar wordt deze aandoening door veroorzaakt?
c. Wat zijn de symptomen?
d. Waaruit bestaat de behandeling?
Opdracht 10
a. Oogzalven die regelmatig in de praktijk worden voorgeschreven, zijn onder andere: CAF oogzalf,
terramycin oogzalf en optimmune-canis. Wanneer/waarvoor zijn deze oogzalven geïndiceerd? Hoe
vaak moeten ze toegediend worden?
b. Sommige oogzalven bevatten ook corticosteroïden. Wanneer mogen dit soort zalven absoluut niet
worden toegediend?
c. Soms wordt vitamine A toegevoegd aan een oogzalf. Leg uit waarom.
d. Een eigenaar belt naar de praktijk omdat zijn hond last heeft van zijn ogen. Met name ’s ochtends
ziet de eigenaar gele uitvloeiing in de binnenste ooghoek. Verder heeft de hond hier volgens de
eigenaar geen last van. Enkele maanden geleden had de hond dit ook al en toen heeft de eigenaar
een tube zalf van de dierenarts meegekregen. Kan hij die zalf nu ook weer gebruiken, want de tube is
nog half vol?
Opdracht 11
a. Welke symptomen (kunnen) wijzen op een aandoening van het gehoor- of evenwichtszintuig?
b. Hoe kun je aanwijzingen krijgen voor het feit dat een dier doof is?
Opdracht 12
Beschrijf hoe je een otoscoop hanteert bij controle van een gehoorgang.
Opdracht 13
a. Wat is de meest voorkomende ooraandoening in de gezelschapsdierenpraktijk?
b. Waardoor kan deze ooraandoening veroorzaakt worden?
c. Wat zijn de symptomen en waaruit bestaat de behandeling?
Opdracht 14
a. Wat is een othematoom?
b. Waaruit bestaat de behandeling?
Opdracht 15
Een eigenaar moet de oren van zijn hond gaan reinigen en zalven ter behandeling van otitis externa.
Welke handelingen moet de eigenaar achtereenvolgens uitvoeren en welke materialen heeft hij
hierbij nodig?
Opdracht 16
Welk advies geef je aan een eigenaar als hij belt naar de praktijk omdat zijn hond een sterk
bloedende wond aan de oorschelp heeft?
Opdracht 17
a. In een oorzalf vind je vaak een combinatie van middelen. Welke middelen worden vaak
gecombineerd? Leg uit waarom.
b. Zoek in het repertorium een aantal middelen ter behandeling van otitis externa bij de hond en/of
de kat.
c. Hoe en hoe vaak moeten deze middelen worden toegediend?
d. Wat is een balangrijke contra-indicatie voor het gebruik van deze middelen? Wat zal een eigenaar
aan zijn/haar dier merken, indien het middel dan toch wordt toegediend?
Opdracht 18
Geef de betekenis van de volgende termen:
- blefarospasmus
- enophthalmus
- miosis
- microphthalmie
- ERG
- keratitis
- uvea
- conjunctivitis
- nystagmus
- cerumen
- ototoxiciteit
- anophthalmie
- exopthalmus
- mydriasis
- epiphora
Download