De Fabel van de illegaal 75, maart/april 2006 Auteur: Harry Westerink Dwarsligger Het land van de inburgeringsplicht In het kille kikkerlandje laat de sjieke kliek van machtigen en hun napraters de maatschappelijke barometer dalen tot ver voorbij het nulpunt, tot het vriest dat het kraakt, terwijl men mooi weer speelt met de warmte van goede bedoelingen en de zonneschijn van een stralende toekomst voor iedereen. Maar niet te loochenen valt dat zoveel mensen inmiddels zijn bevroren tot ijskonijnen die ijselijke tijden en zelfs een nieuwe ijstijd aankondigen en genegenheid en medeleven onderkoeld in de ijskast zetten. De inlandse inheemsen bekvechten ijzig met de inlandse uitheemsen en eisen het voorrecht op van eerstgeborenen met het bloed en de bodem in eigen beheer. Pas uit het ei gekropen kaaskoppen en klompendansers zijn er als de kippen bij om mooi te praten wat lelijk is en recht te praten wat krom is. "Wij waren hier eerst", schreeuwen de inlandse inheemsen de inlandse uitheemsen toe. "Maar wij zijn hier ook", werpen de uitheemsen tegen, waarop de inlanders bulderen: "Wij zijn hier meer en langer en beter en hoogstaander en beschaafder dan jullie, want jullie waren eerst daar in die landen van jullie, met die cultuur van jullie die niet de onze is en die vrouwen onderdrukt en homo's en mensen van een ander geloof." Verontwaardigd roepen de inlands geborenen maar uitheems gemaakten: "Maar wij zijn hier opgegroeid en dit land is ook van ons", waarna de inheemsen hen vermanend aankijken, vervaarlijk met hun vingertje zwaaien en hen dreigend het zwijgen opleggen, op straffe van uitsluiting, opsluiting en uitzetting: "Dit land is meer en vooral en met name en in de eerste plaats en in de tweede plaats en in de derde plaats ons land en inderdaad heel misschien ook jullie land, maar dan moeten jullie wel braaf zijn en opzitten en pootjes geven en nooit meer blaffen en worden omgevormd en binnenstebuiten worden gekeerd tot hardwerkende en alleen maar Nederlands pratende en stampotten zuurkool en boerenkool kokende en nooit meer zeurende en alles voor zoete koek slikkende modelburgers. En dan en misschien zelfs dan niet zullen jullie met jullie elftal van tweederangsburgers kampioen worden bij de amateur-Nederlanders, want jullie kunnen nu eenmaal niet allemaal meteen professional-Hollanders worden die gelijk in de eredivisie van de samenleving mogen voetballen." En de eigendunk van inlandse inheemsen stijgt tot zo'n grote hoogte dat het hen bijna lukt om de staatslieden van de troon te stoten die is opgericht voor de zeerweledelachtbaren die zich het recht van de sterkste hebben toegekend om de inlandse uitheemsen te brandmerken en te vierendelen en te radbraken en te kielhalen. De zeerzekerzeerwelinhunedelevelzittenden hangen gemakzuchtig in hun luisterrijke pluche zetels en mogen van de inlandse inheemsen beslissen over have en goed en leven en dood van de inlandse uitheemsen. Zij leggen de uitheemsen de plicht op om in te burgeren in het land waar ze al zo lang zijn en zijn gebleven. De zeerzekerinhunedeledelengetasten prediken hel en verdoemenis, zodra de inlandse uitheemsen zich niet kunnen of willen omtoveren tot inlandse inheemsen. En ze voorspellen dat ze de inlandse uitheemsen zullen veroordelen tot een leven van eeuwig als bevolkingsoverschot wegkwijnen en wegrotten in achterstandsbuurten vol pis en schijt en kak en zeik, vol krochten en gedrochten en ratten en kakkerlakken en huisvuil op straat en dieven en bruut geweld en preventief fouilleren en verboden rond te hangen en 24-uurs camerabewaking en buurtpreventieteams en oproerpolitie op elke hoek van de straat. Ze zullen die uitheemsen de inburgeringsplicht eens flink inpeperen, want ze houden zich niet aan de inlandse regels door zonder toestemming en vergunning en in strijd met de openbare orde te blijven ademen, waardoor ze beslag leggen op de uitsluitend aan inlanders toegekende zuurstof in het luchtruim boven het land. "Ons land, ons eigen land", brult de vrijwel voltallige stam van inheemsen getergd.