The World of the Spirit Benjamin Britten (1913-1976) Radiocantate uit 1938 /spreekstemmen, SATB Soli, SATB Koor en Orkest Tekstsamenstelling: Richard Ellis Roberts; de vertaling is verzorgd door Patty Adelaar. PART I – PROLOGUE DEEL I – PROLOOG 1 Prelude I will pour out my spirit on all flesh; and your sons and your daughters shall prophesy; your old men shall dream dreams, your young men shall see visions. [Joel 2:28] 1 Voorspel Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. [Joël 2:28] 2 O Thou that movest all O Thou that movest all, o Power That bringest life where’er Thou art, O Breath of God in star and flower, Mysterious aim of soul and heart; 2 O Gij, die alles beweegt O Gij, die alles beweegt, o Macht Die leven brengt, waar Gij ook zijt, O Adem Gods in ster en bloem, Geheimzinnig streven van ziel en hart; O Life, O Love, how undivided Thou broodest o’er this world of Thine, Obscure and strange, yet surely guided To reach a distant end divine! [from Mary Duclaux, Antiphon to the Holy Spirit] O Leven, o Liefde, hoe ongedeeld Bekommert U zich om deze, Uw wereld, Duister en vreemd, toch stellig geleid Om een ver en goddelijk doel te bereiken! [uit Mary Duclaux, Antiphon to the Holy Spirit] The Comforter, which is the Holy Spirit, whom the Father will send in my name, he shall teach you all things, and bring all things to your remembrance, whatsoever I have said unto you. Peace I leave with you, my peace I give unto you: not as the world giveth give I unto you. Let not your heart be troubled, neither let it be afraid […] When the Spirit of truth is come, he shall guide you into all truth [John 14:26-27 & 15:26] Maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader jullie zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb. Vrede laat Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd […] Als de Geest der waarheid komt, zal deze van Mij getuigen. [Joh.14:26-27 & 15:26] I assert, for myself, that I do not behold the outward creation, and that to me it is a hindrance and not a help. ‘What?’ it will be questioned, ‘When the sun rises, do you not see a round disc of fire somewhat like a guinea?’ ‘Oh, no!, no!, I see an innumerable company of the heavenly host crying, “Holy, holy, holy, is the Lord God Almighty.”’ I question not my corporeal eye any more than I question the window concerning a sight. I look through it, not with it.’ [from Gilchrist, Life of Blake] Ik constateer, voor mijzelf, dat ik de uiterlijke schepping niet waarneem en dat deze voor mij eerder een belemmering is dan een hulp. ‘Hoezo?’ zal men vragen. ‘Zie je als de zon opgaat dan geen ronde schijf van vuur, ongeveer als een guinje?’ ‘O nee, nee, ik zie een oneindig groot gezelschap van hemelse heerscharen die roepen: “Heilig, heilig, heilig is de Almachtige Heer God.” Ik stel bij wat ik zie mijn lichamelijk oog niet meer vragen dan aan een venster. Ik kijk erdóór, niet ermee.’ [uit Gilchrist, Life of Blake] I have learned to look on nature, not as in the hour Of thoughtless youth; but hearing oftentimes The still, sad music of humanity, Nor harsh, nor grating, tho’ of ample power To chasten and subdue. And I have felt A presence that disturbs me with the joy Of elevated thoughts; a sense sublime Of something far more deeply interfused, Whose dwelling is the light of setting suns And the round ocean and the living air, And the blue sky, and in the mind of man; A motion and a spirit, that impels All thinking things, all objects of all thought, and rolls through all things. [from Wordsworth, Tintern Abbey] Want nu zie ik Natuur niet meer als achteloos jong mens Maar hoor nu vaak de zachte en droevige Muziek van al wat menselijk is, niet streng Noch pijnlijk, maar met kracht genoeg Om te kastijden en te matigen. ‘k Voel een aanwezigheid die mij ontroert Met de vreugde van verheven visies; Een subliem gevoel van iets veel diepers Dat al-aanwezig woont in ‘t licht van Ondergaande zonnen, de ronde zee De tintelende wind, de blauwe lucht En in de menselijke geest: een kracht, Een geest die al wat denkt of ooit gedacht is, Beweegt en stuwt.. [uit Wordsworth, Tintern Abbey. Vert. Ivo van Strijtem] 3 The sun, the moon, the stars The sun, the moon, the stars, the seas, the hills and the plains - are not these, o soul, the vision of Him who reigns? Speak to Him thou for He hears, and Spirit with spirit can meet - Closer is he than breathing, and nearer than hands and feet. [from Alfred, Lord Tennyson, The Higher Pantheism] 3 De zon, de maan, de sterren De zon, de maan, de sterren, de zeeën, de heuvels en de vlakten - zijn die niet, o ziel, het beeld van Hem die heerst? Spreek tot Hem, want Hij luistert en Geest kan geest ontmoeten – Meer nabij is hij dan adem en nader dan handen en voeten. [uit Alfred, Lord Tennyson, The Higher Pantheism] And, behold, the Lord passed by, and a great and strong wind rent the mountains, and broke in pieces the rocks before the Lord; but the Lord was not in the wind: and after the wind an earthquake; but the Lord was not in the earthquake. And after the earthquake was a fire; but the Lord was not in the fire; and after the fire a still small voice. [1 Kings 19:11-12] En zie, toen de Here juist zou voorbijgaan, was er een geweldige en sterke wind, die bergen verscheurde en rotsen verbrijzelde, die voor de Here uitging. En na de wind een aardbeving. In de aardbeving was de Here niet. En na de aardbeving een vuur. In het vuur was de Here niet. En na het vuur het suizen van een zachte koelte. [1Koningen 19:11-12] 4 This is my commandment / With wide-embracing love This is my commandment, that ye love one another, even as I have loved you. [John 13:34] If ye love me, keep my commandments. And I will pray the Father, and he shall give you another Comforter, that he may abide with you for ever; even the Spirit of truth; whom the world cannot receive, because it seeth him not, neither knoweth him: but ye know him, for he dwelleth with you, and shall be in you. [John 14:15-17] 4 Dit is mijn gebod / Met breed omarmende liefde Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb. [Joh. 13:34] Wanneer gij mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn: de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. [Joh. 14:15-17] With wide-embracing love Thy Spirit animates eternal years, pervades and broods above, changes, sustains, dissolves, creates, and rears. Though earth and man were gone, And suns and universes ceased to be, And thou wert left alone, Every existence would exist in thee. [Emily Brontë, Her Last Lines] Met breed omvattende liefde bezielt Uw Geest eeuwige jaren, doordringt en bekommert zich, verandert, behoudt, lost op, schept en voedt op. Al waren aarde en mensheid verdwenen, En hielden zon en heelal op te bestaan, En was gij als enige overgebleven, Dan nog leefde elk bestaan in u voort. [Emily Brontë, Her Last Lines] PART II - THE FRUITS OF THE SPIRIT DEEL II – DE VRUCHTEN VAN DE GEEST Lord make me see thy glory in every place; If mortal beauty sets my heart aglow, Shall not that fire beside thy fire burn low, Extinguished by the flaming of thy grace? I cry to thee for help, dear Lord, O raise My spirit from this sadness, from this woe: The Spirit alone can save me; may it go Through will, thro’ senses, purging what is base! [Michelangelo, trans. R. Ellis Roberts] Heer, maak dat ik uw glorie zie op elke plaats; Als sterfelijke schoonheid mijn hart in vuur zet, Brandt dan dat vuur naast Uw vuur niet laag, Gedoofd door uw opvlammende genade? Ik roep U aan om hulp, lieve Heer: Verhef Mijn geest uit deze droefheid, deze smart: De Geest alleen kan mij redden; moge deze door de wil Door de zintuigen gaan en reinigen wat verachtelijk is! [Michelangelo] 5 O Life, O Love, now undivided O Life, O Love, now undivided, Thou broodest o’er this world of Thine, Obscure and strange, yet surely guided? To reach a distant end divine! 5 O leven, o liefde, nu ongedeeld O Leven, o Liefde, nu ongedeeld, Bekommert U zich over deze, Uw wereld, Duister en vreemd, toch stellig geleid? Om een ver en goddelijk doel te bereiken! We know Thee in the doubt and terror That reels before the world we see; We knew Thee in the faiths of error; We know Thee most who most are free. Wij kennen U in de twijfel en ontzetting Die rondwaart in de wereld die we zien; Wij kenden U in onze dwalingen; Wij kennen U het meest, die het meest vrij zijn. This phantom of the world around Thee Deze verschijning van de wereld om U heen Is vast, divine, but not the whole: We worship Thee, and we have found Thee In all that satisfies the soul! Is uitgestrekt, goddelijk, maar niet het geheel: Wij aanbidden U en hebben U gevonden in alles wat de ziel vervult! How shall we serve, how shall we own Thee, O breath of Love and Life and Thought? How shall we praise, who are not shown Thee? How shall we serve, who are as nought? Hoe moeten wij U dienen, U bezitten, O adem van liefde, van leven en denken? Hoe moeten wij loven, die U niet getoond zijn? Hoe moeten wij dienen, die zijn als niets? Yet, though Thy worlds maintain unbroken The silence of their aweful round, A voice within our souls hath spoken, And we who seek have more than found. [from Mary Duclaux, Antiphon to the Holy Spirit] Toch, al houden Uw werelden in ongebroken Stilte hun ontzagwekkende rondgang, Heeft een stem in onze ziel gesproken, En wij die zoeken hebben meer dan gevonden. [uit Mary Duclaux, Antiphon to the Holy Spirit] Where the Spirit of the Lord is, there is liberty. For as many Waar de Geest des Heren is, is vrijheid. Want allen die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. as are led by the Spirit of God, they are the sons of God. [2Korinthiërs 3:17 en Romeinen 8:14] [2Corinthians 3:17 & Romans 8:14] The fruit of the Spirit is love, joy, peace, longsuffering, gentleness, goodness, faith, meekness, temperance. [Galatians 5:22-23] Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. [Galaten 5:22-23] 6 A voice within our souls - The fruits of the Spirit A voice within our souls hath spoken, And we who seek have more than found. 6 Een stem in onze ziel - De vruchten van de geest Een stem in onze ziel heeft gesproken, en wij die zoeken hebben meer dan gevonden. By their fruits ye shall know them. [Matthew 7:20] Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen. [Matt.7:20] The fruit of the Spirit is love, is peace, is gentleness. De vrucht van de Geest is liefde, vrede, vriendelijkheid. One day in November 1682, William Penn and his fellows Op een dag in november 1682 sloten William Penn en zijn made a treaty of Amity with the American Indians, who had gezellen een vriendschapsverdrag met de Amerikaanse indianen, die volledig gewapend naar de bijeenkomst waren come to the meeting fully armed. This is what Penn said: gekomen. Dit is wat Penn zei: ‘Het is niet onze gewoonte om vijandige wapens te ‘It is not our custom to use hostile weapons against our fellow-creatures, for which reason we have come unarmed. gebruiken tegen onze medeschepselen en daarom zijn we ongewapend gekomen. Het is niet onze bedoeling letsel toe Our object is not to do injury, and thus provoke the great Spirit who made me and you, but to do good. No advantage te brengen en zo de grote Geest te tergen die mij en u heeft gemaakt, maar om goed te doen. Geen van beide kanten is to be taken on either side, but all is to be openness, brotherhood, love.’ [from, A. Stanley (ed.), The Testament mag er misbruik van maken, maar alles moet openheid, broederschap en liefde zijn.’ [uit A. Stanley, red., The of Man] Testament of Man] The fruit of the Spirit is faith. De vrucht van de Geest is geloof. A woman of Canaan cried unto Jesus, saying, ‘Have mercy on me, O Lord, thou son of David; my daughter is grievously vexed with a devil.’ But he answered her not a word. And his disciples came and besought him, saying, ‘Send her away; for she crieth after us.’ But he answered and said, ‘I am not sent but unto the lost sheep of the house of Israel.’ Then came she and worshipped him, saying, ‘Lord help me.’ But he answered and said, ‘It is not meet to take the children’s bread and to cast it to dogs.’ And she said, ‘Truth, Lord; yet the dogs eat of the crumbs which fall from their masters’ table.’ Then Jesus answered and said unto her, ‘O woman, great is thy faith.: be it unto thee even as thou wilt.’ And her daughter was made whole from that very hour. [ Matthew 15:21-28] En zie, een Kananese vrouw kwam en riep: ‘Heb medelijden met mij, Here, Zoon van David, mijn dochter is deerlijk bezeten.’ Hij echter antwoordde haar geen woord, en zijn discipelen kwamen bij Hem en vroegen Hem zeggende: ‘Zend haar weg, want ze roept ons na.’ Hij echter antwoordde en zeide: ‘Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls.’ Maar zij kwam en viel voor hem neer en zeide: ‘Here, help mij!’ Hij echter antwoordde en zeide: ‘Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het de honden voor te werpen.’ Maar zij zeide: ‘Zeker, Here, ook de honden eten immers van de kruimels die van de tafel van hun meesters vallen.’ Toen antwoordde Jezus en zeide tot haar: ‘O, vrouw, groot is uw geloof, u geschiedde gelijk gij wenst.’ En haar dochter was genezen van dat ogenblik af. [Matt.15:21-28] The fruit of the Spirit is goodness, is meekness. De vrucht van de Geest is goedheid, lankmoedigheid. During the First World War, the Chief Rabbi Abraham Bloch, wearing the ecclesiastical hat common to all Army Chaplains, was helping to carry in both the wounded and the dead. He halted beside a mortally wounded soldier, who (taking him for a Catholic priest) asked for absolution. ‘I’m not a Catholic priest, my friend, I am a Jewish Rabbi.’ ‘Can you not, then, get me a crucifix?’ It happened that a passing stretcher-bearer was a Catholic priest, who had a crucifix under his long coat. The Rabbi took it and carried it to the wounded soldier. Hardly had he done so than a shell burst close to them, shattering the Rabbi’s legs. He died moments later. [Father Jamin, Roman Catholic Chaplain, French Army] In de Eerste Wereldoorlog hielp opperrabbijn Abraham Bloch, die de hoed van een geestelijke op had die alle legerpredikanten droegen, de gewonden en doden naar binnen te dragen. Hij bleef staan naast een dodelijk gewonde soldaat, die hem (in de veronderstelling dat hij een priester was) om absolutie vroeg. ‘Ik ben geen priester, mijn vriend, ik ben een rabbijn.’ ‘Kunt u me dan misschien een crucifix brengen?’ Toevallig bleek een passerende ziekendrager een katholieke priester die een crucifix droeg onder zijn lange jas. De rabbijn pakte het en bracht het naar de gewonde soldaat. Nauwelijks had hij dat gedaan of vlakbij ontplofte een granaat die de benen van de rabbijn afrukte. Enkele ogenblikken later overleed hij. [pater Jamin, rooms-katholieke aalmoezenier in het Franse leger] The fruit of the Spirit is longsuffering. De vrucht van de Geest is lankmoedigheid. When James Connolly, the Irish rebel, was under trial in 1916, he was a sorely wounded man. About a week after his arrival at Dublin Castle he had an operation on his leg. When he was coming round after the anaesthetic, the sentry changed, and Connolly turned to the nurse mending him and asked ‘Have they come to take me away? Must I really die so soon?’ Throughout, his behaviour was that of an idealist. He had been calm and composed during the courtmartial, saying ‘You can shoot me if you like, but I am dying for my country.’ He showed no sign of weakness till his wife was brought to say goodbye to him the night he was to be shot. When she had left, he saw the monks, and about 3 a.m. he was carried down on a stretcher that was to bring him to the place of execution. [Anonymous, reproduced in A. Stanley (ed.), The Testament of Man] Toen James Connolly, de Ierse opstandeling, in 1916 terechtstond, was hij ernstig gewond. Ongeveer een week na zijn aankomst in Dublin Castle werd hij aan zijn been geopereerd. Toen hij uit de narcose bijkwam was er een wisseling van de wacht, en Connolly richtte zich tot de verpleegster die hem verzorgde en vroeg: ‘Komen ze me halen? Moet ik echt nu al sterven?’ Al die tijd gedroeg hij zich als een idealist. Hij was kalm en beheerst geweest voor de krijgsraad en had gezegd: ‘U kunt me doodschieten als u dat wilt, maar ik sterf voor mijn land.’ Hij toonde geen enkel teken van zwakte totdat zijn vrouw bij hem werd gebracht om afscheid te nemen op de avond dat hij doodgeschoten zou worden. Toen zij weg was zag hij de monniken en om ongeveer 3 uur ’s nachts werd hij naar beneden gedragen op een brancard om hem naar de plaats van de executie te brengen. [Anoniem, herdrukt in A. Stanley (red.), The Testament of Man] The fruit of the Spirit is joy De vrucht van de Geest is blijdschap. Sint Franciscus van Assisi gaf een novice eens deze wijze raad: ‘My brother, why that sad face? Have you committed some ‘Mijn broeder, waarom kijk je zo somber? Heb je een zonde sin? That only concerns God and yourself. Go and pray. But begaan? Dat is iets tussen God en jou. Ga dan bidden. Maar laat bij mij en je broeders je gezicht oplichten met heilige before me and your brothers light up your face with holy joys, because it is not fitting to have an air cross and sullen vreugde, want een dwarse en stuurse houding is niet passend wanneer je in dienst van God arbeidt.’ when one is engaged in the service of God.’ No man can make God visible; no hands can hold him, nor Niemand kan God zichtbaar maken; handen kunnen hem man’s mortal fingers touch, in spite of the heart’s longing. niet vasthouden, de sterfelijke vingers van een mens kunnen He is not as man is: he is without body or parts or passions. hem niet aanraken, hoe graag het hart dat ook wil. Hij is He is spirit. He the holy, incomprehensible, flashing in swift niet als een mens: hij heeft geen lichaam, geen delen of hartstochten. Hij is geest. Hij, het heilige, onbegrijpelijke, thought, a flame of fire divine in all things burning. flitsend in snelle gedachten, een vlam van goddelijk vuur [Empedocles, trans. R. Ellis Roberts] die in alle dingen brandt. [Empedokles] St Francis of Assisi once gave this wise advice to a novice: 7 The Spirit of the Lord The Spirit of the Lord hath filled the whole world, Alleluya! O send forth thy spirit, and they shall be made: And thou shalt renew the peace of the earth, Alleluya! I will not leave you comfortless. I will come again, and your heart shall be joyful, Alleluya! 7 De Geest van de Heer De Geest van de Heer vervult de hele wereld, Alleluia! Zend uw adem en zij worden geschapen: Zo geeft U de aarde een nieuw gelaat, Alleluia! Ik laat jullie niet ongetroost achter. Ik kom terug en je hart zal vol vreugde zijn, Alleluia! PART III – EPILOGUE DEEL III – EPILOOG Spirit to whom my spirit would reply, Speak to me, Holy Spirit, so that I May know thy mercy, by thy judgement live; What is amiss in me, O Lord, forgive! By thee alone I know the true, the just: All that is not of thee would I distrust And may I see when falls death’s darkening night The loved fulfilment of thy perfect light! Take body, mind, and heart, and make them be, O Lord, a sacramental path for thee. [Anonymous] Geest waarop mijn geest zal reageren, Spreek tot mij, Heilige Geest, zodat ik Uw genade kan leren kennen, naar uw oordeel leven; Wat onvolmaakt is in mij, o Heer, vergeef me dat! Door U alleen ken ik het ware, het rechtvaardige: Alles wat niet van U is zal ik wantrouwen En toon mij bij het vallen van de duistere nacht des doods De liefhebbende vervulling van uw volmaakte licht! Neem mijn lichaam, geest en hart en maak ze, O Heer, tot een gewijde weg voor U. [Anoniem] I saw myself as a youth, almost a boy, in a low-pitched wooden church. All at once a man came up from behind and stood beside me. I did not turn towards him, but I felt that the man was Christ. ‘What sort of Christ is this?’ I wondered. ‘Such an ordinary, ordinary man. It cannot be.’ I turned away, but I had scarcely turned my eyes from this ordinary man, when I felt again that it was really none other than Christ standing beside me. And then, only then, I realized that just such a face is the face of Christ, a face like all men’s faces. [from Ivan Turgenev, Dreams] Ik zag mijzelf als een jongeling, een jongen haast nog, in een laag houten kerkje. Plotseling kwam er van achteren een man aan die naast me ging staan. Ik keerde me niet naar hem toe, maar ik voelde dat die man Christus was. ‘Wat is dat voor een Christus,’ vroeg ik me af. ‘Zo’n doodgewone man, dat kan toch niet.’ Ik keerde me af, maar nauwelijks had ik mijn ogen van deze gewone man afgewend, of ik voelde weer dat het echt niemand anders was dan Christus, die naast me stond. En toen, toen pas, besefte ik dat juist zo’n gezicht het gezicht van Christus is, een gezicht als dat van iedereen. [uit Ivan Turgenev, Dreams] 8 O knowing, glorious Spirit! O knowing, glorious Spirit! When Thou shalt restore trees, beasts and men, When Thou shalt make all new again, Destroying only death and pain, Give him amongst Thy works a place, who in them loved and sought Thy face. [Henry Vaughan] 8 O wetende,luisterrijke Geest! O wetende, luisterrijke Geest! Als Gij bomen, dieren en mensen zult herscheppen, Als Gij alles weer nieuw zult maken Slechts dood en pijn zult vernietigen, Geef dan hem bij Uw werken een plaats, Die daarin Uw gelaat liefhad en zocht. [Henry Vaughan] One afternoon I went out for a walk alone. Suddenly I became conscious of the presence of someone else. I cannot describe it, but I felt that I had as direct a perception of the being of God all round me as I have of you when we are together. I remember the wonderful transfiguration of the far-off woods and hills as they seemed to blend in the infinite being with which I was thus brought into relation. This experience did not last long. But it sufficed to change all my feeling. I had not found God because I had never looked for him. But he had found me. [from Joseph Estlin Carpenter, I went out] Op een middag ging ik alleen een wandeling maken. Plotseling werd ik me bewust van de aanwezigheid van iemand anders. Ik kan het niet beschrijven, maar ik voelde het wezen van God overal om me heen, even rechtstreeks als wanneer ik jou waarneem als we samen zijn. Ik herinner me de wonderbaarlijke gedaanteverandering van de bossen en heuvels in de verte, toen ze leken op te gaan in het oneindige wezen waarmee ik zo in contact kwam. Deze ervaring duurde niet lang. Maar ze volstond om mijn gevoel volledig te veranderen. Ik had God niet gevonden omdat ik nooit naar hem had gezocht. Maar hij had mij gevonden. [uit Joseph Estlin Carpenter, I went out] 9 The world is Charged The world is charged with the grandeur of God. It will flame out, like shining from shook foil, It gathers to a greatness, like the ooze of oil Crushed. 9 De wereld is geladen De wereld is geladen met Gods heerlijkheid. Ze zal opvlammen, als een lichtflits uit geschud folie; Ze groeit uit tot een grootheid, zoals olie samenvloeit Uit de pers. Why do men then now not reck his rod? Generations have trod, have trod, have trod; And all is seared with trade; bleared, smeared with toil; Waarom trekt niemand zich dan nu iets aan van zijn gezag? Generatie na generatie heeft hier rondgelopen; En alles is verhard door handel, vervaagd, besmeurd met gezwoeg En draagt de smet van de mens en heeft de geur van de mens overgenomen: de aarde is nu kaal, ook kunnen voeten niets voelen als ze geschoeid zijn. And wears man’s smudge, and shares man’s smell: the soil Is bare now, nor can foot feel, being shod. And for all this, nature never is spent; There lives the dearest freshness deep down things; And though the last lights off the black West went, Oh, morning at the brown brink eastward springsBecause the Holy Ghost over the bent World broods with warm breast and with ah! bright wings. [Gerald Manley Hopkins] En ondanks dit alles is de natuur nooit opgebruikt; Er leeft de kostbaarste frisheid diep in de dingen; En al verdwenen de laatste lichten uit het zwarte westen, Ah, de ochtend breekt aan, aan de bruine oostelijke rand – Want de Heilige Geest bekommert zich om de verdorven wereld met een warm gemoed en met, ah! stralende vleugels. [Gerald Manley Hopkins] God is a Spirit; and they that worship him must worship him in spirit and in truth. That which is born of the flesh is flesh; and that which is born of the spirit is spirit. And it is the spirit that bears witness because the Spirit is truth. The Spirit of truth, whom the world cannot receive, because it neither sees him nor knows him; but you know him; for he dwells with you and will be in you. And the Spirit himself bears witness unto our spirit, that we are the Children of God. [John 4:24, Romans 8:5&16, John 14:17] God is Geest en wie hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid. Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest. De Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. [Joh. 4:24, Rom 8:5, Joh. 14:17, Rom. 8:16] 10 Come, O Creator Spirit, come Come, O Creator Spirit, come, And make within our hearts thy home; To us thy grace celestial give, Who of thy breathing move and live. 10 Kom, o scheppende Geest, kom Kom, o scheppende Geest, kom, En nestel u in ons hart; Geef uw hemelse genade aan ons, Die door uw adem bewegen en leven. Thou dost appear in sevenfold dower The sign of God’s almighty power; The Father’s promise, making rich With saving truth our earthly speech. Gij verschijnt als zevenvoudige gave, Het teken van de almacht van God; De belofte van de Vader, ons aardse spreken Te verrijken met reddende waarheid. Our senses with thy light inflame, Our hearts to heavenly love reclaim; Our bodies’ poor infirmity With strength perpetual fortify. Beziel onze zintuigen met Uw licht, Bekeer ons hart tot hemelse liefde; Versterk ons arme zwakke lichaam Met eeuwige kracht. Where the spirit of the Lord is, there is liberty. As many as are led by the spirit of God they are the sons of God. Waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. O Comforter, that name is thine, Of God most high the gift divine; The well of life, the fire of love, Our souls’ anointing from above. Trooster, dat is uw naam, Van God het hoogste, goddelijke geschenk; De bron van leven, het vuur van liefde, Hemelse zalving van onze ziel. Amen. [English Hymnal] Amen. [Engelse hymne]