Yiguan Dao

advertisement
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
Faculteit Psychologie en
Pedagogische Wetenschappen
Departement Sociale en Culturele Antropologie
Yiguan Dao
Aspecten van een moderne Chinese religie
Eindverhandeling voorgelegd met
het oog op het behalen van de
graad van Licentiaat in de Sociale
en Culturele Antropologie
door
Jo Swinnen
o.l.v. Prof. Dr. V. Neckebrouck
Augustus 2003
ii
SAMENVATTING
Jo Swinnen, Yiguan Dao: Aspecten van een Moderne Chinese Religie.
Verhandeling aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Licentiaat in de Sociale en
Culturele Antropologie, augustus 2003
Leiding: Prof. Dr. V. Neckebrouck
Deze eindverhandeling wil een bijdrage leveren aan het onderzoek naar het religieuze
landschap van het hedendaagse Taiwan. Zij doet dit door een beeld te geven van de religieuze
beweging Yiguan Dao en combineert daarvoor veldobservaties met een studie van westerse
en Chinese literatuur. Tot deze laatste behoren ook publicaties van Yiguan Dao.
Het is de bedoeling om diverse aspecten van Yiguan Dao te belichten om zo de lezer
een idee te geven van de elementen die kenmerkend zijn voor deze religie.
Er wordt begonnen met een korte geschiedenis van Taiwan, een schets van het
hedendaagse, religieuze landschap en een beschrijving van Tainan Stad, de locatie van mijn
observaties (hoofdstuk 1).
Bewegingen die een invloed hebben uitgeoefend op het ontstaan van Yiguan Dao op
het einde van de 19de eeuw worden kort voorgesteld in hoofdstuk 2. Het gaat hier om de
Witte-Lotustradtie en geest-schrijf-congregaties. Het is enkel mijn bedoeling om de
historische achtergrond weer te geven, niet om een geschiedenis te schrijven over het ontstaan
van Yiguan Dao.
Yiguan Dao werd een religieuze massabeweging in het begin van de 20ste eeuw. Na de
oorlog werd het gebrandmerkt als heterodoxe sekte en verboden. De belangrijkste
gebeurtenissen en figuren uit deze periode komen aan bod in hoofdstuk 3. We zullen ook
dieper ingaan op de komst van Yiguan Dao naar Taiwan en de periode voor de legalisatie in
1987 schetsen.
In hoofdstuk 4 concentreren we ons op de leerstellingen van Yiguan Dao en worden
een aantal belangrijke concepten van de beweging voorgesteld. Eén daarvan is de overdracht
van de leer. De beschrijving van mijn eigen inwijdingsritueel in hoofdstuk 5 wordt gevolgd
door een bespreking van de belangrijkste elementen van dat ritueel.
Na dit inwijdingsritueel kunnen we ons concentreren op de religieuze gemeenschap
van Yiguan Dao. De belangrijkste goden die er vereerd worden, stellen we voor in hoofdstuk
6. In hoofdstuk 7 maken we kennis met de tempels van Yiguan Dao in Tainan Stad en gaan
we dieper in op de geschiedenis en inrichting van twee tempels. De rituelen van Yiguan Dao
worden voorgesteld aan de hand van een voorbeeld in hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9 doen we de
activiteiten van een congregatie uit de doeken. Hoofdstuk 10 geeft ons een beeld van de
recente trends die zich aftekenen in Yiguan Dao in Taiwan.
Dit alles zou ons een beeld moet geven van de belangrijkste aspecten van deze
moderne Chinese religie. Het zal ons ook in staat stellen om de combinatie van combinatie
van traditionalisme en innovatie die Yiguan Dao kenmerkt te begrijpen.
iii
VOORWOORD
Deze verhandeling is het eindpunt van een academische opleiding die zich in twee
studierichtingen en twee landen afspeelde. Ze combineert de inzichten die ik opdeed in de
richtingen sinologie en sociale en culturele antropologie van de K.U.Leuven en tijdens twee
verblijven aan in Tainan Stad, Taiwan. Het is onmogelijk om de vele mensen die mij in die
jaren geïnspireerd en geholpen hebben en aan wie ik dank verschuldigd ben op te sommen.
Laat ik hen in stilte bedanken en mij beperken tot het vermelden van diegenen die zich
verdienstelijk hebben gemaakt bij het eigenlijke schrijven van dit werkstuk.
Mijn moeder, wiens jarenlange steun en vertrouwen dit alles hebben mogelijk gemaakt.
Mijn promotor, professor Neckebrouck, voor zijn grote vertrouwen en geduld en de
inspanningen in de laatste rechte lijn. De mensen van K.U.Leuven en National Chengkung
University die mijn verblijf in Taiwan niet alleen mogelijk, maar ook aangenaam maakten.
Alle informanten en vrienden in Taiwan, Yiguan-Daoleden en andere, die vaak met veel
enthousiasme en altijd met vriendelijkheid en geduld mij nieuwe dingen leerden en toonden
en mijn eindeloze en vaak bizarre vragen beantwoordden. 吳 珮 文 en 蔡 佳 陵 , mijn
ongelofelijke leraressen, onderzoeksassistentes en scootertaxi’s. Mijn lectoren, correctoren en
klankborden, Els O., Jan, Karen en Monica voor hun hulp en intresse [sic]. Alex, Annika,
Mario, Mingda, Paul, Ria, Rod, Thijs en Wolfgang voor logistieke en technologische en
digitale ondersteuning. De andere voorbeeldfiguren, supporters, sympathisanten en vrienden:
Catherine H., Catherine L., Cory, Els V., Fred, Henk, Pieter, Seba, Valerie en de hele bende
van Sint-Katrien, Tainan, sinologie en antropologie.
Dank u, merci, thank you, 謝謝! Ik hoop dat deze verhandeling jullie inspanningen
enigszins eer aan doet.
iv
INHOUDSTAFEL
SAMENVATTING
II
VOORWOORD
III
INHOUDSTAFEL
IV
INLEIDING
1
1
HET VELD: TAINAN STAD, TAIWAN
7
1.1
Beknopte Geschiedenis
7
1.2
1.2.1
1.2.2
1.2.3
Religie in Taiwan
Erkende religies in Taiwan
Religies in cijfers
De structuur van het religieuze landschap
9
9
10
11
1.3
Tainan Stad
12
DE OORSPRONG VAN YIGUAN DAO
14
2.1
2.1.1
2.1.2
2.1.3
De Witte-Lotustraditie
Algemeen
De Weg van de Vroegere Hemel: Xiantian Dao
De patriarchen van Xiantian Dao
14
14
15
17
2.2
Geest-schrijf-congregaties
18
DE GESCHIEDENIS VAN YIGUAN DAO
20
3.1
3.1.1
3.1.2
3.1.3
Yiguan Dao in China
De laatste patriarchen
Beschuldigingen van collaboratie
De onderdrukking van Yiguan Dao in China
20
20
22
23
3.2
3.2.1
3.2.2
3.2.3
3.2.4
3.2.5
Yiguan Dao in Taiwan
Het ontginnen van de wildernis
De organisatie van Yiguan Dao
Het politieke klimaat in Taiwan
De zaak ‘Wang Shou’
De weg naar legalisering
24
24
25
28
30
30
BASISGEDACHTEN VAN YIGUAN DAO
32
4.1
Wat is Dao?
32
4.2
4.2.1
4.2.2
Het hemelse mandaat: transmissie van Dao
De relatie tussen mens en Dao
De overdracht van Dao: de patriarchen
33
33
34
4.3
De Witte-Yangperiode
36
4.4
Dao ontvangen
37
KENNISMAKEN MET YIGUAN DAO
40
5.1
De uitnodiging
40
5.2
De inwijding
41
2
3
4
5
v
5.3
5.3.1
5.3.2
5.3.3
De drie schatten
De Boeddha
Het zegel
De nauwe poort
44
45
45
46
5.4
Paspoort naar het paradijs
47
DE GODEN VAN YIGUAN DAO
49
6.1
De Ongeboren Eerwaarde Moeder
49
6.2
Maitreya Boeddha
50
6.3
6.3.1
6.3.2
6.3.3
Andere belangrijke goden
Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee
Levende Boeddha, Heer Ji en Maan-wijsheid Bodhisattva
Guan Sheng Dijun en Lü Dongbin
50
50
51
53
6.4
Andere goden
54
DE TEMPELS VAN YIGUAN DAO
55
7.1
Tempels in Tainan Stad
55
7.2
Yiguan Dao in Tainan Stad
56
7.3
7.3.1
7.3.2
De Hal van de Geurige Schittering
De geschiedenis van de Xiangguang Shengtang
De inrichting van de tempel
58
58
59
7.4
7.4.1
7.4.2
7.4.3
De Hal van Rechtschapen Deugd
De goden van de Hal van de Rechtschapen Deugd
De centrale wierookpot en divinatieblokjes
Activiteiten van de Deyi Tang
63
64
64
65
DE RITUELEN VAN YIGUAN DAO
66
8.1
De dagelijkse praktijk
66
8.2
Enkele kenmerken en basisbewegingen
67
8.3
Het Ritueel ter Presentatie van Wierook (Xianxiang Li)
68
8.4
De eigenheid van rituelen van Yiguan Dao
70
8.5
De rituele kalender van Yiguan Dao
71
ACTIVITEITEN VAN YIGUAN DAO
73
9.1
De cursussen van Yiguan Dao
73
9.2
Andere activiteiten
74
HET SUCCES VAN BAOGUANG YUSHAN
76
6
7
8
9
10
BESLUIT: YIGUAN DAO, EEN MODERNE CHINESE RELIGIE
79
BIBLIOGRAFIE
81
BIJLAGE 1: CHINESE TERMEN
86
1
INLEIDING
Het is gebruikelijk om verhandelingen over Chinese religie te beginnen met een aantal
methodologische problemen. Het eerste probleem dat ik zal aanpakken is vrij eenvoudig.
In deze verhandeling worden de termen Chinees en Taiwanees voortdurend door elkaar
gebruikt. Chinees slaat op een geografische band met China of op een band met de culturele
ruimte die gevormd wordt door de globale gemeenschap van Han-Chinezen. Taiwanees slaat
op een geografische band met Taiwan of op die aspecten van de Chinese culturele ruimte die
enkel of voornamelijk in Taiwan zijn terug te vinden. Yiguan Dao is een Chinese religie
omdat het één van de vele religieuze bewegingen is, die ontstonden en opereren in de Chinese
culturele ruimte. Yiguan Dao is een Taiwanese religie omdat ze samen met andere Chinese en
westerse religies actief is in Taiwan.
Het belangrijkste probleem is de definitie van de term religie in China. Om de
eigenheid van het religieuze veld in Taiwan te benadrukken verwijst men doorgaans naar het
werk
van
C.K.
Yang (1961).
In
1961
lanceerde
hij
het
onderscheid
tussen
geïnstitutionaliseerde en diffuse religie. Sindsdien is Taiwan enorm geëvolueerd op
economische, sociale en politieke vlak. Op religieus vlak natuurlijk ook, maar het paradigma
van Yang wordt nog steeds vaak geciteerd. Vooraleer ik mijn positie bepaal ten opzichte van
dit paradigma moet ik eerst iets zeggen over de studie van Taiwanese religies.
David Jordan zei in 1994 over de studie van religie in het naoorlogse Taiwan:
Surprisingly little research on religion in Taiwan has focused specifically on its
ongoing transformation as such. Most of us have examined religion either from a
more or less static functionalist standpoint or from a folkloric and antiquarian one
that hopes to see in contemporary practice features that would help us to
reconstruct earlier traditions as well. Some researchers have considered religious
change (or even religious practice in general) as a ‘social problem’ in need of
‘improvement’, echoing official concerns about the rationalization of religious
practice (Dell’Orto 2002: 22).
Het statische, functionele standpunt is dat van Yang. Diffuse religie was voor hem een
vorm van religie, waarvan de organisatie samenviel met natuurlijke groepen (dorp, clan, ...) en
functies (keizer, familiehoofd, ...). Notabelen van het dorp zetelden tegelijkertijd in een
tempelcomité; familiehoofden hadden religieuze functie tijdens voorouderrituelen, enz. Het
2
lijkt erop dat sommige onderzoekers diffuse religie zijn gaan beschouwen als een
ongestructureerde traditie, die met het verlies van haar oorspronkelijke functies ook zelf zou
verdwijnen.
In Taiwan is niets minder waar. Bezoekers van Taiwan worden nog steeds getroffen
door het levendige en diverse religieuze leven van het eiland. Dorpstempels fungeren
misschien niet meer als lokale overheid en notabelen kunnen nu kiezen voor een carrière in de
politiek, maar tempels hebben ander functies gezocht of hun oude behouden, hun
gezagsdragers beroepen hun legitimiteit nu op andere gronden en gelovigen verwijzen nu
vaker naar hun innerlijke overtuiging. Diffuse religie, later vooral aangeduid met de term
volksreligie (popular religion, folk religion) bleef dus een levendig studiegebied in Taiwan.
De evolutie van dit studiegebied is door Zhang Xun in 1996 opgedeeld in vijf fases.
Etnografisch onderzoek tijdens de Japanse bezetting (1895-1945) werd gevolgd door
evolutionistische en diffusionistische studies van de oude Chinese religie (1945-1965). De
derde
fase
werd
gekenmerkt
door
structureel-functionalistische
studies
van
de
voorouderverering en territoriale culten (1965-1983). Daarop volgde een fase van
symbolische en structureel-functionalistische studies van de Mazu-cultus en zijn
pelgrimstochten. Sinds 1993 spitst het onderzoek zich toe op rituele processen, gender,
identiteit en wordt de aanpak meer interdisciplinair. (Dell’Orto 2002: 22-23).
Er zijn dus wel degelijk evoluties in het onderzoek naar Chinese religie, maar dit
concentreert zich vooral op de volksreligie. Een groot deel van het religieuze landschap in
Taiwan valt daardoor buiten beeld. Ik denk dan vooral aan religieuze congregaties.
Institutionele religieuze gemeenschappen nemen in Taiwan tal van vormen aan. We kunnen
daarin minstens drie categorieën onderscheidden.
Er zijn geest-schrijf-congregaties. Sommige van hen zijn duidelijk confucianistisch
geïnspireerd, andere zijn meer syncretistisch en zijn beïnvloed door de Witte-Lotustraditie.
Dit soort congregaties komt kort aan bod als we de oorsprong van Yiguan Dao zullen
bespreken (hoofdstuk 2). Een tweede categorie zijn de boeddhistische lekenorganisaties, die
de laatste decennia een grote bloei kennen in Taiwan (zie Jones 1999). Deze nieuwe
boeddhistische organisaties vormen een onderdeel van het hedendaagse orthodoxe
boeddhisme. Ze nemen grotendeels de plaats in van de vegetarische religie (zhaijiao).
Zhaijiao was een verzameling van vegetarische lekengemeenschappen die zich tot voor de
Japanse bezetting onderscheidde van het orthodoxe monnikenboeddhisme. Ook deze traditie
wordt verder besproken in hoofdstuk 2. Ten derde zijn er een hele reeks nieuwe religies.
Sommige daarvan zijn moeilijk te onderscheiden van de hedendaagse volkstraditie. Anderen
3
verkondigen niet alleen een nieuwe geloofsleer, maar worden ook gekenmerkt door een in
Taiwan vrij nieuwe organisatievorm. Hun organisatie vertoont sterke overeenkomsten met die
van Christelijke (protestantse) geloofscongregaties. Yiguan Dao is een voorbeeld van dit
laatste type. Het is ook de grootste en bekendste van alle nieuwe religies in Taiwan.
Helaas zijn deze nieuwe bewegingen doorgaans onderzocht vanuit het folkloristische
standpunt waarnaar Jordan verwijst. Hedendaagse bewegingen werden enkel bestudeerd om
een licht te werpen op China’s religieuze geschiedenis. In het beste geval gebeurde dat door te
beschrijven hoe deze historische fenomenen tegenwoordig in Taiwan functioneerden. 1 In het
slechtste geval werd het heden slechts terloops vermeld om meer relevantie te geven aan het
historisch onderzoek.2 De hiaten in dat onderzoek werden dan opgevuld met de historische
fossielen die in Taiwan werden gevonden.
De haast exclusieve aandacht voor traditionele volksreligie en de folkloristische
benadering van hedendaagse bewegingen gingen gepaard met nog een derde fenomeen in de
studie van Chinese religie in Taiwan. Niet lang nadat Yang zijn fundamentele werk had
geschreven, klapte het hele studieveld in elkaar. De communistische overheid en de Culturele
revolutie maakten namelijk komaf met Chinese religie of toch minstens met de studie daarvan
op het vasteland. Heel wat werken over Chinese religie werden vanaf dan opgedeeld in een
statische, functionele beschrijving van diverse praktijken, een historisch overzicht van de
grote tradities en een beschrijving van de impact van het communisme. Over Taiwan werd
vaak niet meer gezegd dan dat de traditie er voortleefde. 3 Het religieuze landschap in het
moderne, verstedelijkte Taiwan werd dus zelden in zijn eigen recht onderzocht.
Deze verhandeling wil hieraan verhelpen. Niet door het geheel van het Taiwanese
religieuze landschap in kaart te brengen, maar door een beeld te schetsen van één
hedendaagse beweging: Yiguan Dao.
Laten we terugkomen op het probleem van religie in China (en Taiwan). Yiguan Dao
is in de woorden van Yang een institutionele religie. Haar leden treden als individu toe tot de
beweging door middel van een initiatieritueel. De congregaties van Yiguan Dao vallen niet
samen met natuurlijke groepen en de leiders van de beweging ontlenen hun status aan criteria
die enkel binnen de religie worden verwezenlijkt.
1
Jordan & Overmyer (1986).
Overmyer (1976).
3
Jochim (1986); Seiwart focust op de religieuze geschiedenis van Taiwan, maar als voorbeeld voor de algemene
Chinese werkelijkheid (1985).
2
4
In hoofdstuk 4 verwijs ik naar Berger die religie omschrijft als ‘meaning-building on a
cosmic scale: the attempt to concieve the whole cosmos as humanly meaningful’. Verder zal
ik vooral gebruik maken van algemene termen als religieuze beweging en traditie. Deze zijn
ruim genoeg om westerse vooroordelen te vermijden (Dean 1998: 13). Cultus, dat af en toe
gebruikt wordt, is een variant hierop en wordt meestal gebruikt in combinatie met het object
van verering. Er wordt geen specifieke sociologische eenheid mee bedoeld.
De jarenlange blootstelling aan het westerse concept religie heeft er ondertussen ook
voor gezorgd dat Taiwanese religies zich steeds meer gaan identificeren met dit westerse
concept. Yiguan Dao omschrijft zichzelf zowel in het engels als in het Chinees als een religie.
Dit wijst erop dat het concept religie voor Taiwanezen zijn welomlijnde westerse definitie
heeft verlaten. Ik neem aan dat de confrontatie met niet-westerse religieuze bewegingen
dezelfde gevolgen heeft gehad in het Westen. Ik ga er daarom vanuit dat de lezer wanneer hij
of zij het woord religie tegenkomt niet meteen zal denken aan een organisatie als de
katholieke kerk. Religie is een meerduidige term. Het is mijn bedoeling om diverse aspecten
van Yiguan Dao te belichten om zo de lezer een idee te geven van de elementen die
kenmerkend zijn voor deze religie.
Uiteraard zijn er boeken en artikels gepubliceerd over Yiguan Dao. Ik maak gebruik
van publicaties in enkele Westerse talen en van een aantal werken in het Chinees. Daarnaast
kon ik ook beschikken over een aantal publicaties van Yiguan Dao zelf. Sommige daarvan
zijn websites, maar deze vermeld ik enkel als ik geen bevestiging heb uit gedrukte bronnen.
Tenslotte is een groot deel van mijn informatie vergaard tijdens twee verblijven in Taiwan.
Eerst van september 1999 tot september 2000, daarna van september 2002 tot juni 2003. Het
zou te ver gaan om de term veldwerk te gebruiken voor mijn korte tempelbezoekjes en mijn in
slecht Chinees gestelde vragen. Mijn ‘veldobservaties’ beperkten zich allemaal tot Tainan
Stad en haar omgeving. Ik heb een aantal activiteiten bijgewoond van in totaal vier
verschillende congregaties. Meestal alleen en zonder al teveel vragen te stellen. Een aantal
keer heb ik een wat uitgebreider vraaggesprek gehad met de manager van één congregatie en
de leden van drie congregaties. Ik werd dan bijgestaan door mijn Chinese lerares. Zij was op
de hoogte van wat ik wilde weten en kon mij later onderdelen van het gesprek die ik niet
volledig had begrepen verduidelijken. Op die manier konden mijn informanten vlotter
antwoorden zonder telkens te moeten zoeken naar andere formuleringen.
5
Omdat Yiguan Dao een erg onbekend onderdeel vertegenwoordigd van het Taiwanese
religieuze landschap heb ik gepoogd zoveel mogelijk aspecten van deze beweging te
beschrijven. Er worden ook aspecten behandeld die doorgaans niet worden voorgesteld aan
een student van Chinese religies. Ik hoop dat deze nieuwe aspecten inspirerend werken. Mijn
verhandeling begint met een korte geschiedenis van Taiwan, een schets van het hedendaagse,
religieuze landschap en een beschrijving van Tainan Stad, de locatie van mijn observaties
(hoofdstuk 1).
Onder invloed van de ‘folkloristische’ benadering brengt een aantal publicaties Yiguan
Dao in verband met de bekende categorie van heterodoxe, geheime, rebelse sekten. Overmyer
heeft aangetoond dat deze termen zelfs voor historische bewegingen misleidend zijn
(Overmyer 1976: 2-11). Voor het hedendaagse Yiguan Dao is dat zeker het geval. Er is een
historische band met de Witte-Lotustradtie en geest-schrijf-congregaties uit het late keizerrijk.
Deze band wordt in hoofdstuk 2 belicht. Het is enkel mijn bedoeling om de historische
achtergrond weer te geven, niet om een geschiedenis te schrijven over het ontstaan van
Yiguan Dao.
Yiguan Dao werd een religieuze massabeweging in de eerste decennia van de 20 ste
eeuw. Na de oorlog werd het gebrandmerkt als heterodoxe sekte en verboden. De
belangrijkste gebeurtenissen en figuren uit deze periode komen aan bod in hoofdstuk 3. We
zullen ook dieper ingaan op de komst van Yiguan Dao naar Taiwan en de periode voor de
legalisatie in 1987 schetsen.
In hoofdstuk 4 concentreren we ons op de leerstellingen van Yiguan Dao en worden
een aantal belangrijke concepten van de beweging voorgesteld. Eén daarvan is de overdracht
van de leer. De beschrijving van mijn eigen inwijdingsritueel in hoofdstuk 5 wordt gevolgd
door een bespreking van de belangrijkste elementen van dat ritueel.
Na dit inwijdingsritueel kunnen we ons concentreren op de religieuze gemeenschap
van Yiguan Dao. De belangrijkste goden die er vereerd worden, stellen we voor in hoofdstuk
6. In hoofdstuk 7 maken we kennis met de tempels van Yiguan Dao in Tainan Stad en gaan
we dieper in op de geschiedenis en inrichting van twee tempels. De rituelen van Yiguan Dao
worden voorgesteld aan de hand van een voorbeeld in hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9 doen we de
activiteiten van een congregatie uit de doeken. Hoofdstuk 10 geeft ons een beeld van de
recente trends die zich aftekenen in Yiguan Dao in Taiwan.
Dit alles zou ons in staat moeten stellen te begrijpen waarom ik Yiguan Dao besproken
heb in deze verhandeling en waarom ik haar in mijn titel omschrijf als een moderne Chinese
religie.
6
Ik zal deze inleiding besluiten met enkele taaltechnische en bibliografische
opmerkingen.
Alle Chinese termen worden weergegeven in Pinyin. De eerste keer gebeurt dit cursief,
tenzij voor persoons- en plaatsnamen. In bijlage vindt u de gebruikte Chinese termen in een
lijst met pinyintranscriptie, karakters en vertaling. Sommige Chinese termen vertaal ik zo
letterlijk mogelijk. Soms levert dat wat stroef Nederlands op. De lezer mag dat vergelijken
met Onze-Lieve-Vrouw-Ter-Hulpe. Ik beschouw Yiguan Dao als een eigennaam en schrijf
het daarom met een hoofdletter. Af en toe doorbreekt deze tekst genderstereotypen door naar
onbekende derde personen te verwijzen met zij, in plaats van hij. Dit om het vervelende ‘hij
of zij’ en ‘zijn of haar’ te omzeilen.
Bibliografische referenties combineren regels en lay-out van de departementen van
sociale en culturele antropologie en sinologie. Naar anonieme werken en websites wordt
verwezen met een letterwoord, tenzij het gaat om een internetpublicatie. Enkel het webadres
van de beginpagina van de website wordt geven. In verwijzingen staan er dan in plaats van
bladzijden verwijzen naar hoofdstukken of titels van webpagina’s.
7
1)
HET VELD: TAINAN STAD, TAIWAN
In dit hoofdstuk wordt de historische en ruimtelijke context waarin dit onderzoek
plaatsvond geschetst. Dit moet ons helpen Yiguan Dao later beter te plaatsen. Er wordt
aandacht besteed aan de recente geschiedenis van Taiwan, aan het religieuze landschap van
dit eiland en tenslotte aan de locatie van mijn veldobservaties.
1.1
BEKNOPTE GESCHIEDENIS
Tainan is de oudste stad van het eiland. Een rijke verzameling monumenten getuigt
van haar verleden. De meest bekende zijn misschien het fort Zeelandia en het fort Provintia,
die gebouwd werden door de Nederlanders die er in 1624 een handelspost oprichtten. In 1661
werden de Nederlanders verdreven door Zheng Chenggong, een aanhanger van de ten val
gekomen Ming-dynastie. Na jaren van verzet in de zuidelijke kustprovincies van China,
verplaatste hij zijn hoofdkwartier naar Tainan. In 1684 slaagde de Qing-dynastie erin Taiwan
te veroveren. Tainan bleef het belangrijkste economische en politieke centrum van het eiland
tot op het einde van de 19de eeuw. Daarna nam Taibei de fakkel over. Taiwan werd Japans
grondgebied in 1895. De Japanse overheid moderniseerde het bestuur en de infrastructuur op
het eiland. Taibei werd de hoofdstad en bleef dat ook nadat Taiwan in 1945 weer in handen
kwam van de Chinese republiek (Republic of China, ROC).
De terugkeer naar ‘het moederland’ was een traumatische ervaring. De regering van de
nationalistische partij (Guomindang GMD) besteedde meer inspanningen aan een klopjacht
op communistische, separatistische of pro-japanse elementen dan aan het bestuur van het land.
In twee jaar tijd verspeelde het corrupte en inefficiënte nieuwe bestuur zoveel krediet bij de
bevolking dat de arrestatie van een vrouw die illegaal sigaretten verkocht, ontaarde in
straatprotest. De volgende dag verspreidde het protest zich over het hele eiland en veranderde
in een opstand. De Chinese regering reageerde met bruut geweld op dit incident van 28
februari 1947. In de maanden die volgden arresteerde en executeerde de overheid een
onbekend aantal burgers uit alle lagen van de bevolking op verdenking van separatistische of
communistische sympathieën. Het precieze aantal is niet geweten. Het 2-28-incident werd pas
in de jaren negentig officieel erkend. Recente schattingen spreken over meer dan 30.000
slachtoffers (Jones 1999: 100-101; Dell’Orto 2002: 19-20).
8
In 1949 verloor de Nationalistische partij Guomindang het vasteland aan de
communisten en evacueerde ze de regering en haar leger naar Taiwan. Ongeveer 1,5 miljoen
‘vastelanders’ weken uit naar Taiwan. Vanuit deze tijdelijke basis zouden ze zo snel mogelijk
het Chinese vasteland (hun thuis) en hun medeburgers bevrijden van de communistische
dictatuur. De staat van beleg werd afgekondigd, de grondwet tijdelijk geschrapt en de
president kreeg speciale volmachten. Tegelijkertijd maakte de GMD gebruik van de
economische basis die de Japanners hadden achtergelaten en moderniseerde ze het eiland
razendsnel. Pas in 1987 werd de staat van beleg opgeheven. Het democratiseringsproces van
de jaren negentig culmineerde in 1999 toen Chen Shuibian, van de Democratic Progressive
Party de presidentsverkiezingen won en een einde maakte aan 50 jaar GMD-bestuur.
Tot op het einde van de jaren tachtig waren de burgerlijke vrijheden van de Taiwanese
bevolking beperkt. Dat was niet alleen op politiek vlak zo. Ook op cultureel en religieus
gebied legde de staat beperkingen op. Het openbaar gebruik van het Taiwanees werd
verboden. Burgerzin en nationale trots werden aangewakkerd door een selectieve
cultuurpolitiek waarin voor bijgeloof en volkse (Taiwanese) cultuur geen plaats was. Zo
hoopte men het moederland te heroveren. Onaanvaardbare gebruiken die niet bijdroegen tot
dit doel, moesten worden bestreden of gemoderniseerd.
De culturele politiek van de staat is sinds het einde van de jaren 1980 enorm veranderd.
In 1984 begon een publicatie van het Informatiebureau van de Overheid (Govenment
Information Office, GIO) een beknopte voorstelling van religie in Taiwan met:
“Fundamentally the Chinese people tend to be humanistic, but they are tolerant of all beliefs.
Faiths such as Buddhism, Taoism, and Christianity have had an influence on the way of their
life.” (GIO 1984: 16). Dit citaat zegt meer over de culturele politiek die de GMD toen nog
voerde, dan over de realiteit. In 1995 meldt het GIO dat de Taiwanese grondwet de vrijheid
van religie waarborgt en voegt daar aan toe: “... and the people here are fairly religious.”(GIO
1995: 227).
Religies in Taiwan hebben over het algemeen geprofiteerd van deze economische
welvaart en van het vrije maatschappelijke klimaat. Groeiende financiële middelen, nieuwe
noden van gelovigen en nieuwe vormen van religiositeit zijn tot nu toe belangrijkere
elementen in het religieuze landschap dan de secularisering die vaak ook met modernisering
gepaard gaat. In wat volgt zullen we dit religieuze landschap kort schetsen.
9
1.2
RELIGIE IN TAIWAN
1.2.1
Erkende religies in Taiwan
Het online jaarboek van het GIO (2002) stelt om te beginnen dat religieuze gebruiken
in alle lagen van Taiwans Chinese cultuur zijn terug te vinden en dat bijna alle Taiwanezen
aan deze gebruiken deelnemen. Het gaat bijvoorbeeld om voorouderverering of
tempelbezoeken om goddelijke assistentie te verkrijgen bij examens of ziekte. Het voegt daar
meteen aan toe dat dit niet wil zeggen dat deze mensen verbonden zijn aan een erkende religie,
tempel of religieuze organisatie. Cijfers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (Ministry
of Interior, MOI) tonen immers dat in december 2000 ongeveer 10.8 miljoen Taiwanezen,
bijna de helft van de bevolking, aan een geloof verbonden waren.1 (GIO 2002: Religion)
De Chinese samenleving is polytheïstisch en syncretistisch. Ook al lijkt het alsof iedere
religie haar eigen doctrine postuleert, vaak is een strikt onderscheid niet mogelijk. De
volksgodin van de zee, Mazu en de boeddhistische Bodhisattva van het medelijden, Guanyin,
worden vaak in dezelfde tempel vereerd. De Chinese religieuze visie is in staat om
ogenschijnlijk contradictorische elementen verenigen. Hedendaagse Taiwanese religies
combineren bijna allemaal elementen uit verschillende tradities. Zelfs het taoïsme, dat
gebaseerd is op traditionele Chinese filosofie, heeft veel niet-Chinese elementen opgenomen.
In tegenstelling tot het christendom, de islam en het judaïsme, die een exclusief geloof in hun
eigen doctrines vereisen, hebben Chinezen zelden de noodzaak gevoeld om aspecten van
andere religies uit te sluiten van hun persoonlijke of collectieve overtuigingen (GIO 2002:
Religion). Het is dus niet gemakkelijk om de religieuze affiliatie van Taiwanezen te bepalen.2
Het jaarboek uit 2002 somt zestien erkende religies op. De Sectie voor Religieuze
Assistentie van het Department of Civil Affairs (DCA) stelt op haar website deze zestien en
nog drie extra religies voor aan de hand van teksten die geschreven zijn door leden van deze
religies. Het gaat om de volgende negentien: taoïsme, boeddhisme, Yiguan Dao,
protestantisme, katholicisme, Tiandijiao, Tiandejiao, Lijiao, Xuanyuanjiao, islam, tenrikyo,
baha’i, mahikarikyo, confucianisme, Taiyijiao, Haizi Dao, Tibetaans boeddhisme, de
verenigingsbeweging (moonsekte) en de Kerk van de heiligen der laatste dagen (mormonen).
Voor het protestantisme beperkt de website zich tot de belangrijkste vierentwintig
1
Het MOI spreekt van gelovigen (believers). Ik gebruik de term geaffilieerde gelovigen, het gaat hier om
regelmatige deelnemers aan tempelactiviteiten.
2
Zie ook Vermander (1995: 2)
10
denominaties. (GIO 2002: Relgion & DCA: Zongjiao jianjie).3 De meeste van deze religies
zijn vrij klein, maar het is een eerste indicatie dat het religieuze leven in Taiwan erg
geschakeerd is.
1.2.2
Religies in cijfers
Zoals gezegd telde het MOI eind 2000 meer dan 10 miljoen gelovigne in Taiwan. Het
is zeer moeilijk om in te schatten hoe accuraat deze cijfers zijn. De statistieken van de
overheid kunnen van jaar tot jaar grillige veranderingen vertonen. Ook statistisch onderzoek
naar religieuze affiliatie of deelname levert vaak tegenstrijdige of onduidelijke resultaten op 4.
Om u een idee te geven van de relatieve verhoudingen tussen de erkende religies van Taiwan
vindt u in tabel 1 de statistieken van het MOI.
Tabel 1: Getalsterkte van religies in Taiwan
Bron: (GIO 2002: Religion).
Religies
Taoïsme
8,604
4,546,000
1
2
9
Boeddhisme
4,010
3,673,000
8
3
35
Yiguan Dao
3,124
845,000
--
21
30
Protestantisme
3,875
593,000
7
14
78
Katholicisme
1,193
298,000
4
11
9
Tiandi Jiao
47
213,000
1
--
2
Tiande Jiao
5
200,000
--
--
1
131
187,000
--
--
1
21
150,000
--
--
1
6
54,000
--
--
1
150
24,000
--
--
--
Baha'i
7
16,000
--
--
1
Mahikarikyo
9
1,000
--
--
--
21,182 10,800,000
21
51
168
Li Jiao
Xuanuang
Jiao
Islam
Tenrikyo
Totaal
3
Tempels
Universiteiten
of
Gelovigen
of
Ziekenhuizen Uitgeverijen
kerken
Hogescholen
Voor een korte bespreking van al deze religies verwijs ik naar het GIO (2002: Religion).
Zie Thoraval (1992) voor een algemene uiteenzetting en Vermander (1995: 2-3) voor recente voorbeelden in
Taiwan.
4
11
Uit deze cijfers kunnen we dus besluiten dat Yiguan Dao de derde grootste religie is in
Taiwan. Maar daartegenover kunnen we de getallen zetten die in andere publicaties van de
Taiwanese overheid te vinden zijn.
In 1990 telde deze overheid 200 grote of middelgrote tempels en 15.000 familiealtaren,
die behoorden tot Yiguan Dao (GIO 1992: 109). In 1994 registreerde ze 85 grote of
middelgrote tempels, bijna 18.000 familiealtaren en ongeveer 911.000 gelovigen (GIO 1995:
231). De cijfers voor 1995 meldden 87 grote of middelgrote tempels, 75.000 tempelpriesters
en 942.000 gelovigen (GIO 1997: 168). In 1999 waren er 31.245 Yiguan-Daotempels, 2.281
priesters en ongeveer 845.000 gelovigen in Taiwan (GIO 2000: 182).
Het spreekt voor zich dat deze cijfers niet allemaal even accuraat zijn. Voor Yiguan
Dao gelegaliseerd werd en zich als officiële religie liet registreren in 1987 vonden collectieve
bijeenkomsten vaak plaats bij leden thuis. Gelovigen die over de mogelijkheden beschikken
worden ook nu nog aangespoord om thuis een altaar te installeren. Dit altaar verschilt van
traditionele huisaltaren, maar is vandaag de dag enkel bestemd voor familiaal gebruik. De
belangrijkste activiteiten van Yiguan Dao zijn net als bij de meeste andere religies openbare
activiteiten die plaats vinden in openbare religieuze ruimtes. Het lijkt erop dat de overheid
nog steeds huisaltaren probeert te registreren en in de cijfers van 1999 geen onderscheid meer
maakt tussen privé-altaren en publieke tempels. Het feit dat ieder Yiguan-Daolid, dat de
procedure en de woorden kent, kan voorgaan in de dagelijkse rituelen zorgt waarschijnlijk
voor het grote aantal ‘priesters’.
Of dit alles te wijten is aan een wantrouwige overheid die ieder altaar geregistreerd wil
zien, of aan religieuze ijver die het succes van Yiguan Dao in de verf wil zetten, is me niet
duidelijk. Het is best mogelijk dat noch de administratie, noch de leden van Yiguan Dao zelf
in staat zijn om een accuraat beeld te schetsen van de grote van Yiguan Dao. De belangrijkste
oorzaak hiervoor is de losse structuur van Chinese religies en grote flexibiliteit waarmee
Taiwanezen zich aan een beweging verbinden.
1.2.3
De structuur van het religieuze landschap
De meeste religies in Taiwan hebben een losse structuur. Om erkend te worden op een
nationaal niveau en contacten met de regering te onderhouden worden er daarom nationale
religieuze verenigingen gevormd. Een voorbeeld daarvan is de Buddhist Association of the
Republic of China (BAROC). Deze werd opgericht op het vasteland en kwam met de
12
republikeinse overheid naar Taiwan. Ondertussen is haar organisatie aangepast aan het verlies
van het vasteland. Op dit moment heeft de BAROC drie onderafdelingen (Taibei, Gaoxiong
en Taiwan). Enkel de Provinciale afdeling van Taiwan heeft lokale afdelingen, meerbepaald
éénentwintig (Jones 1999: 143). Slechts zelden vertegenwoordigen deze koepelorganisaties de
gehele geloofsgemeenschap en doorgaans hebben ze geen institutionele macht over hun leden.
De afwezigheid van centrale structuren is dus eerder de regel in Chinese religies. Daarom
poogt de wetgever eerst en vooral lokale religieuze eenheden in kaart te brengen. Individuele
tempels, kloosters, kerken, religieuze bewegingen of organisaties zijn verplicht om zich te
registreren bij de lokale overheid. De katholieke kerk en het Tibetaans boeddhisme vallen
beiden niet onder deze regel.
Bovendien laten veel Chinese tempels zich niet registreren. Als ze dit wel doen moeten
tempels hun religieuze affiliatie opgeven. Ze kunnen hiervoor enkel kiezen uit een van de
erkende religies. Op die manier worden boeddhisme en vooral taoïsme categoriën waar de
meest diverse religieuze bewegingen toe behoren. De meeste nieuwe religies en geest-schrijfverenigingen (zie 2.2) zijn niet geregistreerd of geregistreerd als taoïstische tempel.
Een correcte weergave van het Taiwanese religieuze landschap zou dus moeten
beginnen met een onderzoek naar de verschillende tempelcongregaties en verenigingen. Dit is
in het kader van deze verhandeling niet mogelijk. Het is de bedoeling om hier slechts één
nieuwe beweging in kaart te brengen. Yiguan Dao is maar één van de vele nieuwe Chinese
bewegingen en één van de weinige die erkend is door de Taiwanese overheid. Yiguan Dao is
één van de grootste en bekendste religieuze bewegingen in Taiwan. (zie 3.2).
1.3
TAINAN STAD
Tainan Stad is met meer dan 700.000 inwoners de vierde grootste stad van Taiwan.
Tainan is niet zo metropolitisch en modern als Taibei, Gaoxiong of Taizhong. Maar
modernisering heeft alle Taiwanese steden beïnvloed en recentelijk doet de overheid moeite
om ook van Taiwan een ‘hedendaagse stad’ te maken.
De laatste evolutie op stedenbouwkundig gebied is het optrekken van wooncomplexen
van enkele torens met een gym en een zwembad en van winkelcomplexen met een bioscoop
of hotel en cafés. Deze complexen nemen meestal hele blokken in. In Tainan is deze trend
nog maar pas begonnen in het zuidoostelijke deel van de stad en het valt niet te voorspellen in
welke mate dit de stad zal transformeren. Op dit moment is het merendeel van de stad
bebouwd met
een ontelbaar
aantal huizen van drie of vier
verdiepingen
of
13
appartementsblokken van vijf tot tien verdiepingen. In de hoofdstraten huizen in deze
gebouwen op de benedenverdiepingen winkels, banken, restaurants en andere commerciële
gebouwen. De typisch Aziatische overdaad aan neonreclames en verlichte naamborden is in al
deze straten te vinden. Maar achter deze commerciële façade ligt er meestal een blok vol
straatjes of steegjes waar woonhuizen en appartementen of kleine bedrijfjes te vinden zijn.
Grote delen van het grondgebeid van Tainan Stad zijn nog niet helemaal verstedelijkt.
Het Annan Stadsdeel (Annan Qu) bestaat voor de helft uit velden en uit vijvers waar vis
gekweekt wordt. In hetzelfde stadsdeel ligt ook het Technologisch Industriepark. Ook in het
zuiden rond de luchthaven is er nog open ruimte.
Deze korte beschrijving van de historische, religieuze en ruimtelijke context zal ons
later toelaten Yiguan Dao beter te plaatsen. Eerst moeten echter we een eind terug in de tijd
om de oorsprong (hoofdstuk 2) en geschiedenis (hoofdstuk 3) van Yiguan Dao te achterhalen.
14
2)
DE OORSPRONG VAN YIGUAN DAO
2.1
DE WITTE-LOTUSTRADITIE
2.1.1
Algemeen
Op het einde van de 19de eeuw was Yiguan Dao één van de talloze syncretistische
lekenbewegingen in China. Deze lekenbewegingen passen in een sektarische traditie die
teruggaat tot de Yuan-dynastie (1271-1368). Naar deze ‘vierde traditie’1 verwijst men meestal
met de namen Witte-Lotustraditie of ‘Motherist’ of ‘Maternist sectarianism’ (Shahar 1998:
198, Clart 1997: 4). De term Witte-Lotustreligie (Bailian Jiao) heeft een negatieve betekenis
in Taiwan en wordt geassocieerd met geheime, illegale, misleidende, rebelse sekten (Jordan
1990: III). Taiwanese en Westerse literatuur gebruikt de term wel. Het merendeel van deze
bewegingen was niet politiek geïnspireerd of gewelddadig en meestal waren ze zelfs niet
geheim. Maar ze vergaderden zonder toelating in huizen of illegaal gebouwde tempels en
gebruikten vaak onorthodoxe teksten. Deze lokale groepen liepen het gevaar om in tijden van
bureaucratische ijver door de overheid ontdekt en onderdrukt te worden. Dit gebeurde door
hen te brandmerken als heterodox en staatsgevaarlijk (Overmyer 1976: 2-11).
Overmyer (1976) schets de evolutie van de Witte-Lotustraditie in het late keizerrijk.
Het gaat hier om lekenbewegingen die voortkwamen uit het boeddhisme, maar radicaal
syncretistisch waren. Diverse symbolen en praktijken uit het taoïsme werden overgenomen. In
de 14de eeuw werd daar een volledige eschatologische leer aan toegevoegd. De Boeddha van
de Toekomst, Maitreya (Mile Fo) speelde hierin een centrale rol. Op het einde van de 16de
eeuw was de belangrijkste godheid van deze bewegingen een moedergodin: de Ongeboren
Eerwaarde Moeder (Wusheng Laomu). De leden van deze groepen waren leken, die
individueel en vrijwillig lid waren geworden. Andere kenmerken waren de hiërarchische
structuur, de belangrijke rol die vrouwen er konden spelen en het bezit van eigen geschriften
in de volkstaal. Verder zagen deze bewegingen zichzelf als onafhankelijke organisaties met
een eigen geschiedenis (Overmyer 1976: 2, Jordan & Overmyer 1986: 16).
Overmyer heeft ook aandacht voor religieuze lekenbewegingen die niet behoren tot de
Witte-Lotustraditie. Hij vermeldt de Witte-Wolkschool (Baiyunzong) en de Luo-sekten
(Luojiao) (Overmyer 1976: 109-129). Deze laatste baseren zich op de leer en geschriften van
1
De drie anderen zijn confucianisme, boeddhisme en taoïsme.
15
patriarch Luo Qing (1442-1527) (Jones 1999: 15). Het is echter zo dat een precieze
afbakening van verschillende stromingen niet mogelijk is. De verschillende tradities
beïnvloedden elkaar vaak sterk. Bovendien waren hun congregaties meestal klein en legden ze
hun eigen accenten. Verschillende generaties of afdelingen van groepen konden dus sterk van
elkaar verschillen, maar tegelijkertijd haalden ze hun inspiratie allemaal uit dezelfde bronnen
en gebruiken. Overmyer geeft eveneens aan dat er in de 19de eeuw een algemene vermenging
plaatsvond van namen en doctrines (Overmyer 1976: 109). De nieuwe bewegingen die uit
deze vermenging voortkomen kunnen vaak niet meer zomaar boeddhistisch worden
genoemd. 2 Yiguan Dao, dat uit deze traditie voortkomt, wordt door Overmyer een
‘congregational folk religion’ genoemd (Overmyer 1976: 2). De vierde traditie is dus geen
uniforme beweging maar een verzameling van soms vrij uiteenlopende congregaties, tradities
en stromingen.
2.1.2
De Weg van de Vroegere Hemel: Xiantian Dao
Voor de ontwikkeling van Yiguan Dao is het cluster van Xiantian Dao-congregaties
het belangrijkst. Xiantian Dao (Weg van de Vroegere Hemel) is één van de drie
lekenbewegingen die in Taiwan samen worden aangeduid met de term zhaijiao, vegetarische
religie3. Het gaat hier om boeddhistische lekenorganisaties. Leden namen toevlucht tot de drie
juwelen (san bao) van het boeddhisme: de Boeddha, de leer (dharma) en de gemeenschap
(van monniken) (sangha). Daarnaast hielden ze zich aan de Vijf Lekenregels (niet doden, niet
stelen, geen overspel plegen, niet liegen en geen alcohol drinken) en zwoeren ze de Tien
Deugden te bedrijven. Dit betekende dat zich onthielden van doden, stelen, overspel, leugens,
dubieus,
kwaadaardig
en
obsceen
taalgebruik,
hebzucht,
gramschap
en
valse
vooronderstellingen). Tenslotte beloofden ze ook antisociaal gedrag op te geven, met name
het eten van vlees, het roken van opium of tabak, het gokken en het ontsteken van vuurwerk.
Verder gold het celibatair leven als ideaal. Maar het was aanvaardbaar om slechts op bepaalde
dagen vegetarisch te eten, en zo was ook seksuele onthouding eerder een na te streven ideaal.
Enkel van de meest deugdzame en de leiders van de beweging kon men verwachten, dat zij dit
ideaal volledig zouden verwezenlijken (Seiwart 1985: 191).
Xiantian Dao was de meest strenge van alle zhaijiao bewegingen en verwachtte wel
van zijn leden dat ze celibatair leefden. Hierdoor zou het ook de kleinste van de zhaijiao
2
3
Voorbeeld van nieuwe beweging zijn te vinden in Welch en Yü (1980), De Witt Twinem (1925).
Een bespreking van zhaijiao is te vinden in Seiwart (1985: 161-192) en Jones (1999: 14-30).
16
bewegingen in Taiwan blijven. In 1919 telde ze 21 congregaties op het eiland (Jones 1999:
26). De vegetarische beweging distantieerde zich uitdrukkelijk van de boeddhistische
monniken orde. De ware sangha was volgens hen de gemeenschap van gelovigen die in hun
dagelijkse leven de leer van de boeddha volgden (Jones 1999: 15-16).
Wat zijn praktijken en doctrine betreft, put zhaijiao uit vier bronnen. Uit het
boeddhisme komen het reciteren van sutra’s en de zen-opvatting over plotse verlichting. Van
taoïstische oorsprong zijn het gebruik van talismannen en technieken voor lichaamscultivatie.
Het confucianisme vormde de basis voor zhaijiao’s moraal en kosmologie. Deze doctrine en
moraal werd vastgelegd in moraliteitsboeken (baojuan). Deze werden vaak geschreven door
mediums onder de inspiratie van goden (Jones 1999: 16).
Xiantian-doctrine stelt dat er voorbij de werkelijkheid en de hemel van wijzen, goden
en boeddha’s een onbeschrijfbare realiteit ligt, die de oorsprong is van alles. Deze realiteit
wordt opgevat als de schepper van het universum en verpersoonlijkt als Wusheng Laomu. De
Ongeboren Eerwaarde Moeder creëerde alle levende wezens, 9,6 miljard in totaal. Deze
kinderen dwaalden steeds verder af van haar en belandden op die manier in de aardse wereld
waar ze hun goddelijke oorsprong vergaten. Het wiel van leven en dood werd in gang gezet en
de terugkeer naar het paradijs was niet meer mogelijk. De genade van de Eerwaarde Moeder
zond daarom een reeks gezanten die haar kinderen terug moesten roepen. Diverse bronnen
spreken over verschillende gezanten4. De meest verspreide versie stelt dat de Dimpamkara
Boeddha (Randeng Fo) als eerste redder 200 miljoen lijdende kinderen redde. Sakyamuni
Boeddha (Shijiamouni Fo) redde er daarna opnieuw 200 miljoen. Er blijven dus 9.2 miljard
levende wezens over die gered zullen worden door de boeddha van de toekomst, Maitreya
Boeddha. Volgens sommigen is Maitreya Boeddha al op aarde verschenen als patriarch Luo
Qing. Een andere versie stelt dat taoïsme en boeddhisme elk 200 miljoen levens redden en dat
de volgende 9.2 miljoen gered zullen worden door het confucianisme (Jones 1999: 17-18).
Deze eschatologische opvattingen zijn afkomstig uit de Witte-Lotustraditie. De andere
stromingen binnen zhaijiao waren er veel minder beïnvloed. Deze kosmologie is één van de
elementen die Yiguan Dao zou erven van Xiantian Dao.
Zhaijiao was aan het begin van de 20ste eeuw, los van een klein aantal verspreide
orthodoxe kloosters, de enige vorm van boeddhisme in Taiwan. Statistieken uit 1918 spreken
over 9.000 geregistreerde aanhangers van zhaijiao tegenover amper 800 monniken (Seiwart
4
Ook in Yiguan Dao is dit zo. Deze diverse versies geven vaak ook aanleiding tot logische contradicties. Deze
worden opgelost door te zeggen dat het algemene doctrinaire schema belangrijker is dan de concrete invulling
ervan.
17
1985: 197). Tijdens de Japanse bezetting verloren de congregaties hun autonomie en kwamen
ze onder toezicht van de orthodoxe Japanse clerus. Na de Tweede Wereldoorlog speelde
zhaijiao als beweging geen grote rol meer. Het is niet erkend als officiële religie in Taiwan.
Zijn invloed in de heropleving van het orthodoxe lekenboeddhisme en in de groei van Yiguan
Dao is wel bijzonder groot geweest. We komen daar later op terug.
2.1.3
De patriarchen van Xiantian Dao
Bewegingen uit de Witte-Lotustraditie beriepen zich voor hun legitimiteit onder andere
op een lange lijn van patriarchen. Xiantian Dao en Yiguan Dao beroepen zich op een deels
gelijklopende lijn. Meestal zijn er in iedere genealogie wel legendarische keizers, illustere
filosofen en namen uit het zenboeddhisme te vinden. 5 Dieper in het verleden worden de
namen van patriarchen steeds bekender en meer legendarisch. Er bestaat dan ook meer
onenigheid tussen verschillende versies.
De eigenlijke stichter van Xiantian Dao is Huang Dehui (1624-1690). Hij wordt zowel
door Yiguan Dao als door Xiantian Dao beschouwd als de 9de patriarch. Deze Huang zou de
leer van Xiantian Dao ontvangen hebben van Luo Qing zelf. Transmissie van het patriarchaat
is niet noodzakelijk een persoonlijke opvolging. Huang ontving de ‘transmissie door de geest’
en kreeg aldus de instructies om de beweging nieuw leven in te blazen als 9de patriarch. De
daaropvolgende Xiantian Dao-patriarchen zijn ook terug te vinden bij Yiguan Dao, tot en met
het 13de patriarchaat. Dat werd in 1826 overgedragen aan Yang Shouyi en Xu Jinan. Het feit
dat deze twee mannen het 13de patriarchaat deelden, is voor Jones een teken van
decentralisering die zich in die tijd voltrok. Een heel aantal bewegingen (subsects in Jones’
terminologie) ontstond rond deze tijd (Jones 1999: 27, Jordan & Overmyer 1986: 291).
Yiguan Dao was één van hen. De eerste 13 patriarchen voor al deze nieuwe bewegingen zijn
dezelfde. Vanaf dan beroept iedere subsect zich op zijn eigen patriarchen. In dat opzicht
kunnen we de 14de patriarch beschouwen als de eerste leider van Yiguan Dao. Zijn naam was
Yao Hetian, maar verder is er weinig over hem geweten (Clart 2000: 128, Jordan & Overmyer
1986: 291). Alvorens we de 15de patriarch voorstellen moeten we nog een andere traditie die
Yiguan Dao sterk beïnvloed heeft, beschrijven.
5
We zullen later terugkomen op de vroegere patriarchen van Yiguan Dao.
18
2.2
GEEST-SCHRIJF-CONGREGATIES
Geest-schrijf-congregaties is mijn vertaling van wat in de engelse literatuur spirit-
writing cults worden genoemd. Het gaat hier om geloofsgemeenschappen die zich vormen
rond een praktijk die in het Chinees fuji of fuluan wordt genoemd: het hanteren van een
wichelroede of het hanteren van de feniks.
6
Deze vorm van communicatie met de
transcendente wereld door geschreven openbaringen ontstond in de 11de eeuw. Eén (soms
twee) medium in trance hanteert een wichel of ring waaraan een verticale stok is bevestigd en
schrijft met de punt van deze stok karakters in een bak met zand, bloem of wierookasse. Soms
wordt de stok vervangen door een penseel en wordt er met rode inkt direct op papier
geschreven.7
Fuji werd door alle lagen van de bevolking gebruikt. Geleerden probeerden door
geestschrijven hun persoonlijke lot of de vragen van een civiel examen te achterhalen.
Ongeletterden gebruikten de diensten van mediums om genezing te bekomen of om te
communiceren met de doden (Jordan & Overmyer 1986: 36). Uit deze praktijk groeiden
taoïstische geest-schrijf-congregaties. Dit waren groepen die geregeld met een god
communiceerden. Gelovigen hoopten op diens goddelijke assistentie in hun religieuze
vervolmaking om onsterfelijkheid te bereiken (Clart 1997: 7). De taoïstische geest-schrijfcongregaties bundelden de teksten en richtlijnen die ze op deze manier ontvingen vaak in
boeken. De publicatie van moraliteitsboeken was tot op dat moment het monopolie gewest
van liefdadigheidsverenigingen. Deze verenigingen werden gevormd door rijke literati en
handelaars. Naast de verdeling van medicijnen en de organisatie van begrafenissen voor de
armen organiseerden ze ook publieke lezingen over confucianistische moraal. Volgens Clart
ontstond uit deze twee bewegingen in het midden van de negentiende eeuw een nieuw type
geest-schrijf-congregatie dat de interne structuur van taoïstische congregaties verbond met de
conservatieve sociale leer van de liefdadigheidsorganisaties. Leden van deze nieuwe
congregaties beschouwden het als hun taak om de goden te assisteren in de verspreiding van
de traditionele moraal. De belangrijkste god van deze bewegingen was geen onsterfelijke,
zoals Lü Dongbin, maar de rechtschapen, confucianistische8 krijgsheer en wijze, Heer Guan. 9
6
Zoals Clart opmerkt is feniks als vertaling van luan niet geheel correct. Luan is net als feng een mythologische
vogel. Bij gebrek aan betere termen vertaalt men al deze vogels met de term feniks. Er is verder geen verband
met deze vogel uit de westerse mythologie (Clart 1994: 175n2).
7
Beschrijvingen van fuji-rituelen zijn te vinden in Thompson (1982), Jordan & Overmyer (1986), Clart (1994)
en Clart (1997).
8
Heer Guan kan evengoed een taoïstische god genoemd kan worden, maar leden van geest-schrijfcongregaties
en Yiguan Dao leggen de nadruk op de confucianistische deugden die Heer Guan zou verpersoonlijken.
19
Op het einde van de 19de eeuw vestigden deze geest-schrijvende liefdadigheidsverenigingen
zich ook in Taiwan. Daar zouden ze na de Tweede Wereldoorlog erg beïnvloed worden door
Yiguan Dao. We komen daarom teurg in hoofdstuk 10.
Groepen uit de Witte-Lotustraditie begonnen in het midden van de 19de eeuw, mogelijk
daarvoor, gebruik te maken van de feniks. De boeken die ze op deze manier produceerden
gingen gaandeweg de oudere religieuze werken (baojuan, kostbare rollen) vervangen. Dat
religieuze bewegingen rond het midden van de 19de eeuw, mogelijk vroeger, gebruik gingen
maken van deze techniek is mogelijk te wijten aan dreigingen waaraan de Chinese traditie op
dat moment werd blootgesteld. Door middel van fuji konden Chinese wijzen en goden
rechtstreeks spreken, richting geven en oproepen tot een ethisch reveil (Jordan & Overmyer
1986: 36). Clart wijst ook op de problemen waarmee de geletterde klasse in die tijd
geconfronteerd werd. De klassieke weg van sociale promotie door het civiele examensysteem
werd steeds moeilijker. Mogelijk zorgde dat er ook voor dat leden uit deze klasse minder aan
de orthodoxe leer gehecht bleven en op zoek gingen naar alternatieve, ‘heterodoxe’ wegen
(Clart 1977: 10).
Clart ziet de 15de patriarch van Yiguan Dao als een voorbeeld hiervan. De 15de
patriarch heette Wang Jueyi en was een geletterd man. Wang was vooral actief in de centrale
provincie Sichuan en kwam aan de kost als reizende waarzegger. Hij was een medium en
deed aan geestschrijven. Op die manier zou hij een aantal leerstellige boeken hebben
geschreven. Zij tonen aan dat de heilsleer van de Witte-Lotustraditie op dat moment
vermengd werd met de confucianistische moraal (Clart 1997: 10). Wang stierf in 1884 en zou
zijn beweging de naam Yiguan Jiao, Leer van de Al-doordringende Eenheid, gegeven hebben
(Clart 2000: 128). Over deze naamgeving bestaat er enige onenigheid, maar het is
aannemelijk dat Wang door zijn geschriften de basis legde voor de doctrine van Yiguan Dao
(Shahar 1998: 199). We zullen in hoofdstuk 3 dan ook verder gaan met de geschiedenis van
Yiguan Dao.
9
Zie 6.3.3 voor een voorstelling van deze twee goden.
20
3)
DE GESCHIEDENIS VAN YIGUAN DAO
3.1
YIGUAN DAO IN CHINA
3.1.1
De laatste patriarchen
Volgens Jordan & Overmyer was het de 16de patriarch Liu Huapu die als eerste de
naam Yiguan Dao (Weg van de Al-doordringende Eenheid) en de slogan san he yi, de drie
[religies] zijn één, gebruikte1. Op een dag kreeg hij bezoek van een soldaat die vastbesloten
was om de Dao te ontvangen. De jongeman noemde zichzelf Lu Zhongyi. Drie nachten na
elkaar had hij in een droom te horen gekregen dat hij zich naar Shandong Provincie moest
begeven om de Dao te ontvangen. Patriarch Liu ontfermde zich over hem. Lu was ongeletterd,
maar patriarch Liu stemde toe hem te laten blijven als huisbediende. Volgens Jordan &
Overmyer ontving Lu Zhongyi op zijn drieëndertigste in 1886 het ‘hemelse mandaat’ 2. Een
informant vertelde mij hoe dat gebeurde:
“Op zijn vijftigste [in 1886] vroeg patriarch Liu aan de Hemel wie hem moest
opvolgen. De Eerwaarde Moeder antwoordde hem dat zijn opvolger vlakbij hem
was en de karakters 合仝3 op zijn handpalmen waren te vinden. Liu droeg alle
gelovigen op om hun handen te wassen en samen te komen in de tempelhal. Hij
vond geen tekens. Patriach Liu had niet gedacht aan de eenvoudige keukenhulp Lu
Zhongyi. Deze kwam net uit de keuken om zijn handen te wassen en daarop
controleerde de patriarch ook zijn handen. Het bleek dat Lu Zhongyi door de
Hemel was aangeduid als de 17de patriarch.”
Song geeft een verhaal dat lichtjes afwijkt van deze versie. Het antwoord van de
Eerwaarde Moeder bestond uit enkele cryptische verzen over de (on)herkenbaarheid van de
Maitreya Boeddha op aarde. Daarop controleerde patriarch Lu de handen van alle gelovigen
en uiteindelijk ook die van Lu. Maar patriarch Liu besteedde niet veel aandacht aan de
handlijnen van zijn keukenhulp. Hij verklaarde daarop teleurgesteld aan zijn volgelingen dat
ieder van hen het mandaat van de Hemel had gekregen en raadde iedereen aan om terug te
keren naar hun plaats van herkomst. Lu deed dat en zou uiteindelijk in 1906 het 17de
patriarchaat ontvangen door een geschreven openbaring van de Hemel (Song 1983: 120). Hij
1
De gedachte dat de drie leren (boeddhisme, confucianisme en taoïsme) één zijn en deze leuze zijn veel ouder.
We komen later terug op het Hemelse mandaat.
3
Deze karakters betekenen ‘gelijkwaardige verbintenis’, zie ook 5.3.2 Het zegel.
2
21
zou Yiguan Dao leiden tot aan zijn dood in 1925. Gelovigen beschouwen Lu Zhongyi als de
incarnatie van de Maitreya Boeddha en als de eerste patriarch van de laatste, kosmische
periode, het tijdperk van Witte Yang (Jordan en Overmyer 1986: 215).4
De 18de patriarch was Zhang Guangbi, beter bekend onder zijn postume naam Zhang
Tianran. Hij werd geboren in 1889 in de noordelijke provincie Shandong. In 1908 trouwde
Zhang met een vrouw die Zhu heette. Zij schonk Zhang een jaar later een dochter, maar stierf
zelf in het kraambed. Een paar jaar later trouwde Zhang opnieuw. Zijn nieuwe vrouw heette
Liu. Zhang zou in 1914 zijn ingewijd in Yiguan Dao. De 17de patriarch Lu hoorde van Zhangs
kwaliteiten en bekeringstalent en nodigde Zhang uit zich bij hem te voegen. Patriarch Lu
stierf in 1925 (Song 1983: 121).
Er zijn alternatieve versies over de overdracht van het 18de patriarchaat en over de
ontmoeting van Zhang Tianran met Sun Suzhen (Song 1983: 121-122; Jordan 1982: 443;
Clart 2000: 128). De meest eenvoudige versie stelt dat de Eerwaarde Moeder na lang beraad
in 1930 het laatste patriarchaat overdroeg aan een man en een vrouw: Zhang en Sun (Song
1983: 122). Het feit dat er andere versie bestaan doet vermoeden dat de overdracht niet zo
keurig verliep. Het is ook mogelijk dat Zhang en Sun elkaar in 1934 of 1936 ontmoetten
(Song 1983: 122). De meest verspreide versie in de westerse literatuur stelt dat Zhang Sun
Suzhen als tweede vrouw nam. Zij was toen al lid van Yiguan Dao en naar verluidt trouwde
Zhang haar na een goddelijke boodschap (Jordan 1982: 442-443, Jordan & Overmyer 1986:
218, ). Alleszins vergezelde Sun Suzhen Zhang op zijn rondreizen en beschikte ze over een
groot charisma en organisatorische kwaliteiten (Jordan 1982: 443). Zhang werd als 18de
patriarch beschouwd als de incarnatie van Ji Gong Huofo, Heer Ji, de Levende Boeddha. Sun
werd door velen beschouwd als de reïncarnatie van de bodhisattva Yuehui, (Yuehui Pusa)
(Jordan & Overmyer 1986: 218)5. De meeste gelovigen waarmee ik sprak hebben weet van de
onduidelijke relatie tussen Zhang en Sun, maar denken toch dat ze getrouwd waren. Los van
Zhang en Suns relatie, is het voor hen een vaststaand feit dat zij samen het 18de patriarchaat
bekleedden.
Tijdens de oorlog verbleef Zhang Tianran in het gebied dat door de Japanners was
bezet. Jordan maakt melding van occasionele vervolgingen door de Japanners (Jordan 1982:
441), maar blijkbaar telde de Chinese collaboratie-regering, die geïnstalleerd werd in 1940 in
Nanjing een aantal Yiguan-Daoleden. Zhang Tianran kreeg daardoor een lage positie in het
Ministerie van Buitenlandse Zaken en het bijhorende paspoort voor binnenlandse
4
5
Ook de Witte-Yangperiode zal pas later verduidelijkt worden.
Voor Ji Gong en Yuehui zie 6.3.1.
22
verplaatsingen. Op die manier kon hij zijn religieuze activiteiten verder zetten. Zhang Tianran
overleed kort na de oorlog in 1947 (Jordan & Overmyer 1986: 216-217).
Na Zhang’s dood poogde Sun het leiderschap van Yiguan Dao over te nemen.
Mevrouw Liu verzette zich hiertegen en er ontstonden twee facties. Jordan en Jordan &
Overmyer geven beiden meer informatie over de machtsstrijd tussen deze twee en over de
wijze waarop ze hun legitimiteit poogden te bevestigen. Eén van de belangrijkste elementen
daarin was het geestschrijven. Vlak na zijn dood nam Zhang Tianran als reïncarnatie van de
Levende Boeddha meermaals bezit van een medium en verklaarde hij zijn steun aan Mevrouw
Sun. (Jordan 1982: 442-449, Jordan & Overmyer 1986: 218-221). Mevrouw Sun slaagde erin
om het grootste gedeelte van de beweging voor zich te winnen. Zeker in Taiwan zijn de
meeste afdelingen van mening dat Zhang en Sun het 18de patriarchaat deelden. Zij vereren
Zhang en Sun als de Geëerde Leraar (shizun) en de Moeder-leraar (Shimu) (Clart 2000: 129).
De Liu-isten6 beweren dan weer dat Zhang de enige houder is van het 18de patriarchaat. Zij
zouden in de meerderheid zijn buiten Taiwan (Jordan & Overmyer 1986: 219), maar volgens
Clart behoort de meerderheid van Yiguan-Daotempels in de streek van Vancouver, Canada tot
de Sun-strekking (Clart 2000: 129). Gelovigen van beide kanten benadrukken dat het geloof
van de twee strekkingen hetzelfde is. De interne machtsstrijd was niet het enige probleem
waarmee Yiguan Dao in die tijd geconfronteerd werd.
3.1.2
Beschuldigingen van collaboratie
Tussen de jaren 1920 en 1940 groeide het aantal leden van Yiguan Dao tot meer dan
10 miljoen (Micollier 1998: 44). Door de snelle groei tijdens de Japanse bezetting werd
Yiguan Dao na de oorlog beschuldigd van collaboratie. Ongeveer gelijktijdig werd de
beweging buiten de wet gesteld door zowel de republikeinse regering als door de
communisten.
Deliusin vermeldt dat Yiguan Dao in 1949 door de communistische regering werd
verboden. De religie werd ervan beschuldigd een antirevolutionair instrument te zijn in
handen van de Nationalistische Partij van Chiang Kai-shek (Jiang Jieshi) (Deliusin 1972:
225). Hij schrijft de spectaculaire groei van de religie toe aan de relaties tussen Yiguan Dao
en het collaboratiebestuur (Deliusin 1972: 231). Jordan weerlegt grotendeels de beschuldiging
van collaboratie. Een van zijn informanten had Zhang Tianran persoonlijk gekend en
beweerde dat één van diens vertrouwelingen op bevel van de nationalistische regering
6
Samen met Sun-isten is dit een term van Jordan (1982: 447).
23
infiltreerde in het collaboratieregime. Op die manier kwam Zhang in contact met enkele
hooggeplaatsten die zich vervolgens bekeerden. Na Zhangs dood beschikten zijn volgelingen
nog steeds over genoeg connecties bij de nationalistische regering om zijn lichaam te laten
overvliegen naar Shanghai (Jordan 1982: 444-445). De beschuldigingen van collaboratie en
het buiten de wet stellen van Yiguan Dao worden telkens in één adem genoemd. Maar als het
bovenstaande waar is, lijkt het aannemelijker dat de collaboratiegeruchten niet de directe
aanleiding zijn geweest voor het verbod. De communistische wetgeving was gericht tegen
geheime, feodale, antirevolutionaire groeperingen. De wetgeving van de nationalistische
regering was gericht tegen politieke en religieuze geheime genootschappen (Jordan &
Overmyer 1986: 217). De wetgeving was dus bedoeld om potentieel machtige groeperingen
te ontbinden, en niet zozeer om collaborateurs en hun groeperingen uit te schakelen.
Na het verbod nam Yiguan Dao een hele reeks schuilnamen aan. Eén daarvan was Tian
Dao (de Hemelse Weg) (Deliusin 1972: 232). Deze naam wordt nog steeds gebruikt in
Canada en Taiwan (Clart 2000: 127; Jordan 1982: 435). Jordan & Overmyer berichtten dat de
leden van één tak aan hun initiandi vertellen dat de correcte naam van de beweging Zhenli
Tiandao (de Hemelse Weg van het Ware Principe) is (Jordan & Overmyer 1986: 229). Geen
van mijn informanten ging daarmee akkoord. Er zijn veel namen, Tian Dao wordt vaak
gebruikt, maar de officiële, echte naam van de religie is Yiguan Dao. We zullen later
terugkomen op de religieuze politiek van de nationalistische overheid, die in 1949 naar
Taiwan vluchtte, en eerst verder gaan met de lotgevallen van Yiguan Dao in China.
3.1.3
De onderdrukking van Yiguan Dao in China
De machtsovername door de communisten was een drama voor Yiguan Dao, als
grootste religieuze lekenbeweging op het Chinese vasteland. Deliusin citeert cijfers die stellen
dat in de noordelijke Shanxi provincie 74 % van de arme en gemiddelde boeren lid was van
Yiguan Dao (Deliusin 1972: 230). Hij stelt ook dat leiders hun volgelingen bedreigden, opdat
deze laatsten trouw zouden blijven aan de beweging. “Maar onder de condities die gecreëerd
werden door de nieuwe regering hadden dreigementen weinig kracht en verlieten leden ‘en
masse’ Yiguan Dao.” Hij besluit triomfantelijk door te stellen dat ‘tussen 1949 en 1953
Yiguan Dao, één van de laatste en grootste geheime genootschappen in China, officieel en
voorgoed werd opgeheven’ (Deliusin 1972: 232-233). Jonathan Spence schetst een ander
beeld:
24
De stedelijke overheid in Tianjin benutte de campagne [tegen binnenlandse
contrarevolutionairen] bovendien voor aanvallen op de sterkste nog bestaande
religieuze groepering in de streek – de eclectische reveilsekte Yiguan Dao (...). Op
massale bijeenkomsten en in beschuldigingsacties werden zo’n vierduizend leiders
van de sekte op de korrel genomen, terwijl de leden werden gedwongen elkaar aan
te geven en hun geloof af te zweren. In april 1951, op het hoogtepunt van de actie,
beloofden wel 15.000 mensen per dag – voor de helft vrouwen- hun banden met de
Yiguan Dao te verbreken. Aan het einde van het jaar, toen de campagne wegebde,
stonden 280.000 mensen genoteerd die zich uit de sekte hadden teruggetrokken.
(Spence 1991: 532).
Er is weinig geweten over wat er na de jaren 1950 gebeurde met Yiguan Dao in China.
Micollier meldt dat de beweging ondergronds bleef bestaan en vooral actief was tussen 1959
en 1962 en tijdens de Culturele Revolutie (1966-1969). Vandaag de dag zou ze opnieuw
actief zijn (Micollier 1998: 44 en noot 35). Het is niet duidelijk of afdelingen uit Taiwan of
Hong Kong daarin een rol spelen. Yiguan Dao heeft waarschijnlijk de juiste eigenschappen
om ook op het vasteland uit te groeien tot een grote religieuze beweging, maar de lotgevallen
van de Falun Gong tonen aan dat de tijd niet rijp is om openlijk te opereren of te ijveren voor
een legalisatie van de beweging.
3.2
YIGUAN DAO IN TAIWAN
3.2.1
Het ontginnen van de wildernis
Zhang Tianran had zijn voornaamste basis in het noorden van China, meer bepaald in
de stad Tianjin. In 1930 trokken een aantal van zijn assistenten van Tianjin naar Shanghai om
er ‘de wildernis te ontginnen’ (kaihuang). Ze stichtten er de Baoguang Tan (Altaar van de
Kostbare Schittering). Na de dood van Zhang eerde patriarch Sun een aantal vooraanstaande
leiders van de beweging met de titel Daozhang, Leider van de Dao. Eén van hen, Pan Hualing,
wordt beschouwd als de stichter van de Afdeling van de Kostbare Schittering (Baoguang zu).
Deze afdeling vertakte zich over tien Chinese provincies, onder andere naar Taiwan. Pan
bezocht zijn assistenten in Taiwan op het einde van de jaren 1940, maar hij keerde daarop
terug naar het vasteland. Hij zou daar kort na de machtsovername door de communisten zijn
vermoord (Song 1983: 128-130).
25
Eén van Pan’s assistenten was Su Xiulan. Zij kwam in 1946 naar Taiwan. Su behoorde
tot de Manchu-adel en beschikte over voldoende middelen om ook nog in Taiwan haar
verkondigingswerk verder te zetten. Su en andere leiders van Yiguan Dao leerden Taiwanees
en predikten in de volkstaal. Dit zou één van de elementen zijn die bijdroegen tot het succes
van Yiguan Dao (Song 1983: 129). Al snel verzamelde priores (nüshi) Su een groep gelovigen
rond zich en stichtte in Tainan Stad Tiande Tan (het Altaar van de Hemelse Deugd, een
tempel). Eén van haar eerste volgelingen was Wang Shou (Song 1983: 128). Wang Shou werd
geboren in de jaren 1920. Onder de Japanse bezetting was het verboden om Chinees te
studeren. Toch groeide Wang op met een grote voorliefde voor de Chinese cultuur. Hij was
dan ook erg tevreden over de teruggave van Taiwan aan China en zeer enthousiast toen zijn
dorp bezoek kreeg van iemand die de vier waarden en de acht deugden 7 verkondigde: Su
Xiulan. Yiguan Dao was voor Wang Shou een manier om de Chinese traditie opnieuw een
centrale rol te geven. Niet alleen in zijn eigen leven, maar ook in dat van andere doorsnee
Taiwanezen (Song 1983: 194). Na de dood van Su Xiulan in 1961 zou Wang Shou uitgroeien
tot de leider (Qianren, Senior) van de grootste Baoguang-tak van Taiwan: Baoguang Yushan
zhi (Song 1983: 194-204). De meeste tempels die geaffilieerd zijn met Wang Shou liggen in
het zuiden van Taiwan. Het enorme tempelcomplex van Yushan in Tainan County fungeert
als hoofdkwartier. In Tainan Stad zijn er drie tempels. We zullen één van hen later uitgebreid
bespreken.
3.2.2
De organisatie van Yiguan Dao
Na de communistische overwinning ontvluchtten tal van leiders en leden van Yiguan
Dao het vasteland. Madame Liu was daar niet bij. Zij zou niet lang na Zhang Tianran zijn
overleden (Jordan 1982: 448). Madame Sun daarentegen, vluchtte eerst naar Hong Kong en
ging van daar naar Taiwan. Ze overleed in 1975. Maar reeds daarvoor was haar positie aan het
hoofd van Yiguan Dao voornamelijk nominaal (Clart 2000: 219).
Yiguan Dao is niet centraal georganiseerd. De meerderheid van de beweging erkende
Su als medehouder van het 18de patriarchaat, maar anderzijds voelden haar volgelingen zich
vrij om op eigen initiatief tempels te stichten en congregaties te vormen. Leider van de Dao
Pan Hualing was daar een voorbeeld van. Er wordt wel eens gezegd dat er 18 Leiders van de
Dao waren en evenveel afdelingen. Ik heb geen Yiguan-Daoleden gevonden die deze allemaal
7
De vier (civiele) waarden zijn: zin voor decorum, rechtvaardigheid, integriteit en zin voor schaamte. De acht
deugden zijn: respect voor ouders, respect voor oudere broers of nederigheid, loyaliteit, vertrouwen, zin voor
decorum, rechtvaardigheid, eerlijkheid, zin voor schaamte (Clart 2000: 128; WITH 2003: mainpage).
26
konden opsommen. De geraadpleegde werken blijken er evenmin toe in staat. Wel staat er een
lijst van de oorspronkelijke 18 afdelingen op de website van het in Los Angeles gevestigde
World I-kuan Tao Headquarters (WITH). Song toont een genealogie van Yiguan-Daotakken
in Taiwan en daarbuiten. Er zijn volgens hem 13 afdelingen (zu) in Taiwan. Meestal hebben
deze een heel aantal subgroepen of takken (zhi). Song traceert de leiders van deze groepen en
subgroepen terug naar een aantal tempels of regio’s op het Chinese vasteland. (Song 1983:
123-131, appendix 38-40). Andere bronnen geven andere namen en groepen. Het is dus
onmogelijk om precies te bepalen hoeveel afdelingen er zijn in Taiwan of daarbuiten en hoe
groot de samenhang is tussen verschillende subgroepen. Tabel 2 geeft de naam van de
groepen die in de literatuur en op de website van WITH worden vermeld.
Tabel 2: De Afdelingen van Yiguan Dao
Bronnen: J& O: (Jordan & Overmyer 1986: 219-220); Clart: (Clart 2000: 129); Song :
(Song 1983: appendix p. 38-40); WITH: (WITH 2003: Orginisational Structures).
Chinese naam
8
Vertaling8
Wordt vermeld door
J& O Clart
Song WITH
Clart
Song WITH
1
寶光
Baoguang
Kostbare Schittering
2
興毅
Xingyi
Enthousiaste Standvastigheid
3
發一
Fayi
Promoot Eenheid
J& O
Song WITH
4
基礎
Jichu
Fundering of Fundament
J& O Clart
Song WITH
5
安東
Andong
Vreedzaam Oosten
6
浩然
Haoran
Indrukwekkend
7
常州
Changzhou Changzhou (plaatsnaam)
8
文化
Wenhua
Cultuur
9
天祥
Tianxiang
Hemelse Voorspoed
10
慧光
Huiguang
Wijze Schittering
11
正義
Zhengyi
Correct principe
12
紫光
Ziguang
Paarse Schittering
Song WITH
13
明光
Mingguan
Heldere Schittering
Song WITH
14
金光
Jinguang
Gouden Schittering
Song WITH
WITH
Clart
J& O
Song WITH
Song WITH
Song WITH
WITH
J& O
J& O
Song WITH
Song WITH
Ik geef een letterlijke vertaling. In het Chinees verwijzen de benamingen vaak naar boeddhistische of
filosofische concepten.
27
15
北平
Beiping
Noordelijke Vrede
16
蒲光
Puguang
Schittering van de Oever
17
天真
Tianzhen
Onschuld
WITH
18
禮智
Lizhi
Rituele Wijsheid
WITH
19
性理
Xingli
Natuurlijke Orde
Clart
20
善一
Shanyi
Rechtvaardige Eenheid
Clart
21
法一
Fayi9
Volg Eenheid
WITH
Clart
J& O
WITH
Song
De verschillende afdelingen zijn het resultaat van de individuele en competitieve
inspanningen van een reeks missionarissen uit het vasteland en hun assistenten. De andere
Leiders van de Dao en hun discipelen, andere assistenten van Pan en minstens één andere
discipel van Su Xiulan bouwden net als Wang Shou een verzameling van congregaties (Song
1983: 194-204). De concurrentie tussen deze groepen zorgt ervoor dat ze weinig met elkaar in
contact komen. Zelfs individueel contact tussen gelovigen van verschillende takken ligt
moeilijk en kan geïnterpreteerd worden als een poging om gelovigen weg te lokken (Jordan
1982: 449).10
Er zijn dus meerdere takken die zich allemaal tot de Baoguang-afdeling rekenen.
Omdat Pan Hualing stierf zonder een opvolger aan te duiden, lijkt het erop dat deze afdeling,
net zoals Yiguan Dao in zijn geheel, geen centrale leiding meer heeft. Eén gelovige
verduidelijkte het als volgt: “Baoguang is maar een naam. Leiders van verschillende takken
kunnen besluiten om samen iets te ondernemen, bijvoorbeeld een liefdadigheidsproject. Ze
zullen dan de naam Baoguang gebruiken. Als er nog leiders of groepen meedoen die niet tot
een andere afdeling behoren, dan zal men de naam Yiguan Dao gebruiken om de
gemeenschappelijke actie te benoemen.”
Het lijkt erop dat de organisatie van verschillend takken kan verschillen en dat de
structuur veeleer informeel is. Bosco spreekt over districten die elk een leidersstructuur
hebben die de zaken van de tempels in het district regelt. Verschillende districten vormen een
geografische eenheid onder leiding van een Meester. Deze meester rapporteert aan een Senior
9
Jordan & Overmyer vermoeden en Song bevestigt dat dit een alternatieve schrijfwijze is van nummer 3 (Jordan
& Overmyer 1986: 220 en Song 1983: 169).
10
Jordan heeft aandacht voor de strategiën en de onderlinge competitie die ontstaan bij de uitbouw van een
Yiguan-Dao congregatie. Ik heb aanwijzingen dat zijn Prior Gao een pseudoniem is voor Wang Shou, maar
sommige elementen wijzen in de andere richting. Voor een beeld van de interne concurrentie: (Jordan 1982: 450457 en Jordan & Overmyer 1986: 246).
28
(Qianren) (Bosco 1994: 431). Baoguang Yushan beschikt over een systeem van formele en
informele leiders. Als een geheel wordt de afdeling geleid door Senior Wang. Hij wordt
bijgestaan door enkele adviseurs en door een Hoofdmanager (Zong Jingli) die de leiding van
het tempelcomplex in Yushan en van de gehele beweging op zich neemt. De Hoofdmanager
wordt bijgestaan door een dertigtal Assistent-Hoofdmanagers (Fuzong Jingli). Zij staan in
verbinding met en houden toezicht op de managers van de lokale tempels. Deze structuur is
ook te vinden bij Jordan en Overmyer en werd bevestigd door mijn informanten.
Jordan & Overmyer spreken over meer dan 300 tempelmanagers. Dit aantal konden
mijn informanten niet bevestigen.11 Jordan & Overmyer vermelden nog een lager niveau, dat
van Voorzitter van de Tempelhal (Tang Zhu) (Jordan & Overmyer 1986: 223). Dit slaat
waarschijnlijk op de huisaltaren waar congregaties samenkwamen toen Yiguan Dao nog
verboden was. Baoguang Yushan komt in Tainan Stad niet meer samen in deze huisaltaren.
Op het platteland en in steden waar Baoguang Yushan maar een beperkte aanhang heeft, is dit
niveau nog wel aanwezig. Het gaat dan niet enkel om huisaltaren, maar ook om kleinere
openbare tempels die niet als non-profitorganisatie georganiseerd zijn. Het is aannemelijk dat
ook Baoguang Yushan op het platteland georganiseerd is in geografische eenheden zoals
Bosco die beschreef.
De drie Baoguang Yushan-tempels in Tainan zijn allemaal bij de overheid als nonprofitorganisaties (Caituan Faren) geregistreerd. Dat wil zeggen dat hun manager verkozen
wordt door de geloofsgemeenschap van de tempel. Wang Shou is volgens de overheid de
verantwoordelijke van al deze tempels. In de praktijk hebben ze allemaal hun eigen managers
of beheerscomité. Het is mij niet duidelijk hoe dicht deze managers (Jingli) betrokken zijn bij
het bestuur van de koepelorganisatie. Ze beweerden allemaal verkozen te zijn door de
tempelgemeenschap, maar het is mogelijk dat deze verkiezingen enkel de beslissing van
hogere bestuursniveaus bevestigen. De managers delegeren diverse verantwoordelijkheden
aan leden van de geloofsgemeenschap. Ze kunnen een voorname rol spelen in rituelen, maar
het komt vrij vaak voor dat de voorgangerspositie wordt afgestaan aan verdienstelijke
gelovigen.
3.2.3
Het politieke klimaat in Taiwan
Zoals ik eerder al opmerkte had de regering in 1946 alle geheime politieke en
religieuze genootschappen verboden. Yiguan Dao werd bij naam genoemd in deze wet. Dit
11
Ik ga er dan ook van uit dat Baoguang Yushan de afdeling is die zij beschrijven.
29
verbod werd in de jaren vijftig een aantal keren herbevestigd door de GMD. 12 Maar nooit
kwam het tot een systematische vervolging van de beweging. Song duidt 1963, 1974 en 1980
aan als de jaren waarin de overheid en de media het meest actief campagne voerden tegen
Yiguan Dao (Song 1983: 10-11).
In 1963 maakten de leiders van de belangrijkste Yiguan-Dao-afdelingen bekend dat het
door de herbevestiging van het verbod onmogelijk was om verder legaal te opereren. Daarom
riepen ze alle onderafdelingen op om hun activiteiten te staken (Song 1983: 9). Dao
uitnodigde om lid te worden van deze erkende koepelorganisatie (Song 1983: 9-10). In
datzelfde jaar was een Yiguan-Daolid betrokken bij de oprichting van de Taoist Association
of the Republic of China (TAROC) (Clart 1995: 142). Exact één jaar na het communiqué van
de leiders van Yiguan Dao publiceerde de TAROC een krantenadvertentie waarin ze leden en
verenigingen van Yiguan Dao uitnodigde om lid te worden van deze erkende
koepelorganisatie. Het merendeel van Yiguan Dao’s boeddha-hallen (fotang) ging op deze
uitnodiging in. Een minderheid van hen werd lid van de Buddhist Association of the Republic
of China (BAROC) (Song 1983: 10). Hallen die dit deden traden naar buiten als taoïstische of
boeddhistische tempels, maar in het geheim, meestal op de eerste verdieping, vergaderden ze
verder als Yiguan-Daogenootschappen. Een andere strategie om aan het oog van de overheid
te ontsnappen was de organisatie van huisaltaren. Nieuwe congregaties begonnen dikwijls
rond zo’n altaar (tan), zoals ook Su Xiulan er één stichtte in Tainan. In plaats van deze
huiscongregaties te laten uitgroeien tot grote congregaties met een openbare boeddha-hal,
opteerde Yiguan Dao ervoor ze te splitsen in steeds meer kleine groepen van een tiental
gelovigen.
In de media werd Yiguan Dao er van beschuldigd het volk te misleiden en schrik aan
te jagen, communistische sympathieën te hebben en losbandige rituelen (zonder kleren) te
organiseren (Song 1983: 12). Die laatste beschuldiging is veruit de bekendste. Veel, vooral
jongere, Taiwanezen wisten niet dat Yiguan Dao tot in 1987 verboden was, maar iedereen
heeft geruchten gehoord over naakte rituelen. Ook Yiguan-Daoleden zelf halen die geruchten
aan, vaak met een glimlach, om aan te tonen dat je niet alles moet geloven wat men over
Yiguan Dao zegt (Jordan & Overmyer 1986: 235). Gelovigen die al lang lid zijn van Yiguan
Dao minimaliseren vandaag de impact van het verbod op hun beweging: “Er waren wel
mensen die het vreemd vonden dat ik naar Yiguan-Daobijeenkomsten ging. Maar het volstond
12
De exacte data zijn niet duidelijk: 1951 en 1963 in Clart (1995: 142); 1962 in Jordan (1982: 435); 1952 en
1959 in Jordan & Overmyer (1986: 217); 1963 in Song (1983: 9); 1952, 1959, 1963 volgens Vermander (1995:
12).
30
om ze mee te nemen naar de tempel, opdat ze konden zien dat iedereen zijn kleren aanhield.”
Of nog: “Het was toen niet mogelijk om openlijk te zeggen dat je Yiguan Dao was. Je moest
een beetje voorzichtig zijn. Sommige tempelleiders werden wel eens lastiggevallen door de
politie, voornamelijk om technisch-juridische redenen, maar over het algemeen waren er nooit
problemen.” Eén van de uitzonderingen was de zaak ‘Wang Shou’.
3.2.4
De zaak ‘Wang Shou’
Wang Shou, de eminente leerling van Su Xiulan, was in 1976 nog steeds vol ambities
om de Chinese traditie een centrale plaats te geven in het hedendaagse Taiwan en om de Dao
te verspreiden. Met dat doel huldigde hij in 1976 met veel vertoon voor een massa
aanwezigen een gigantisch tempelcomplex in. Het was gelegen in Yushan in de bergen van
Tainan District. Op het einde van dat jaar werd hij samen met zijn secretaris gearresteerd. De
politie viel ook binnen in verschillende tempels van Kostbare Schittering. Een voor de hand
liggende reden voor deze politieactie was de spectaculaire groei die Yiguan Dao gekend had
in de jaren zeventig. Jordan & Overmyer opperen ook de suggestie dat Wang Shou misschien
het slachtoffer was van chantage of jaloezie. In ieder geval bleef een massale vervolging van
Yiguan Dao uit. Wel berichtte de media uitgebreid over Wang Shou en zijn mysterieuze en
gevaarlijke sekte. Wang werd er ook van beschuldigd de nieuwe keizer van China te willen
worden. Er is niet onderzocht of dit ook werkelijk zo was. Het gebruik van keizerlijke termen
als ‘hemels mandaat’ en het gebruik van keizerelijke officiële rituelen in Yiguan Dao kan aan
de basis liggen van deze beschuldigingen. Historisch onderzoek moet uitwijzen of Wang Shou
ook werkelijk politieke ambities koesterde. Mij lijkt dat weinig waarschijnlijk.
Wang werd verplicht bekentenissen af te leggen op televisie en bleef bijna vier jaar in
voorarrest. Uiteindelijk werden Wang Shou en zijn secretaris in 1980 vrijgelaten zonder dat er
klacht tegen hen werd neergelegd (Jordan & Overmyer 1986: 240-247).
3.2.5
De weg naar legalisering
Na dit incident werd er steeds openlijker over Yiguan Dao gesproken. Er verschenen
oproepen in de media om de religie te legaliseren. De academische interesse in Taiwan nam
toe. In 1982 werd er een congres georganiseerd door de Etnologische Vereniging van China in
de beruchte tempel van Kostbare Schittering. Dit congres werd bijgewoond door
afgevaardigden van het Departement voor Burgerlijke aangelegenheden. Vertegenwoordigers
31
van de Guomindang vertelden Jordan in 1980 dat enkel het gezicht van de overheid legalisatie
tegenhield. Yiguan Dao legaliseren zou betekenen dat de overheid in het verleden een fout
had gemaakt (Jordan & Overmyer 1983 247-248). Jordan & Overmyer eindigden het
schrijfproces aan hun boek in 1983 en soms lijkt het erop dat ze aannamen dat legalisatie nog
dat jaar zou gebeuren. Vermander schrijft echter dat de legalisatie sterk gerelateerd was aan
de strijd tussen ‘vastelanders’ en ‘Taiwanezen’ binnen de GMD. Sinds 1983 deden kandidaten
die niet zeker waren van hun herverkiezing een beroep op de netwerken van Yiguan Dao.
Deze kandidaten slaagden er op die manier in hun positie te versterken en zouden de
legalisering in 1987 hebben versneld. Op 5 maart 1988 werd de nationale Yiguan Dao
Association of the Republic of China geregistreerd bij de autoriteiten (Vermander 1995: 12,
Clart 1995: 142-143).
32
4)
BASISGEDACHTEN VAN YIGUAN DAO
Bergers definitie van religie luidt als volgt: “Religion is meaning-building on a cosmic scale:
the attempt to concieve the whole cosmos as humanly meaningful.” (geciteerd in Clart 1995:
124). Welke betekenis vinden leden van Yiguan Dao in het bestaan? In wat volgt zullen dit
verduidelijken door een aantal belangrijke concepten van Yiguan Dao van naderbij bekijken.
4.1
WAT IS DAO?
Waarschijnlijk het eerste wat een lid over Yiguan Dao aan een niet-ingewijde zal
vertellen heeft betrekking op Dao. Het is voor gelovigen duidelijk dat alle fenomenen -in de
kosmos, de natuur, het menselijk leven- worden gekenmerkt door wetmatigheden. De
bovennatuurlijke oorsprong van al deze fenomenen noemt men gemakshalve Dao. Dao
bestond reeds voor tijd en kosmos en bracht hemel, aarde, mens en ‘de tienduizend dingen’ 1
voort (Introduction 1996: 1-2). Dao is geen amorele kracht, maar bezit oneindige kracht en
wijsheid.
De uitleg over Dao kan nu verschillende richtingen uitgaan. Als de verteller een
voorliefde heeft voor klassieke citaten, kan hij of zij putten uit een indrukwekkend arsenaal
aan citaten om de centrale rol van Dao in de kosmos, het leven en de moraal uit te leggen.
Doorgaans komen die citaten uit confucianistische, taoïstische en boeddhistische klassieke
werken, maar ook in de bijbel zijn er tal van verwijzingen naar Dao.2 Zo is het Woord in de
openingsverzen van het Johannes-evangelie synoniem voor Dao: “In het begin was het Woord.
En het Woord was bij God. En het Woord was God.” (Tai: 1999: 69). Op die manier wordt
duidelijk dat het Ware en het Goede in overeenstemming moeten zijn met de Dao. Het Ware
en het Goede zijn terug te vinden in de woorden en daden van de Wijzen en Heiligen uit de
vijf wereldreligies. Het is de taak van de mens om de Weg te zoeken.
Een minder intellectuele manier om de werking van Dao duidelijk te maken verwijst
naar de belangrijkste godheid van Yiguan Dao, de Eerwaarde Moeder (Laomu). Volgens
sommigen is het beeld van de Ongeboren Eerwaarde Moeder een erkenning van de
levengevende en zorgende eigenschappen van Dao (Introduction 1996: 5-6 & Explanations
Dit is een term uit de taoïstische filosofie. Een mogelijke vertaling is ‘de natuur’.
Confucianisme, taoïsme, boeddhisme en christendom vinden hun oorsprong allemaal in de Dao. Dat is ook zo
voor de islam, maar omdat deze traditie weinig bekend is in Taiwan kunnen de meeste gelovigen daar geen
voorbeelden van geven.
1
2
33
1991: 2-5). Op die manier wordt de Eerwaarde Moeder soms verklaard als een conventionele
metafoor voor Dao. Maar zoals Jordan en Overmyer opmerken is de verering van een Chinese
moedergodin eeuwenoud. De notie dat zij een antropomorfe voorstelling is van Dao is recent
(Jordan & Overmyer 1986: 230). Andere teksten van Yiguan Dao zeggen dat Dao zelf de term
Moeder verkiest (Sermons 1998: 218). De wereld is in een staat van verval. Er is chaos,
geweld, milieuvervuiling. Families funcitoneren niet meer. Mensen zijn egoïstische
individualisten geworden. De mensheid volgt de Dao niet meer, meer nog de meeste mensen
beseffen niet dat Dao hun ultieme oorsprong is. Het is de hoogste tijd dat de mensheid tot
bekering komt. Daarom heeft de Eerwarde Moeder nu de volledige, éne Weg bekend gemaakt
om haar kinderen te redden (Overmyer 1976:107).
Het lijkt mij dat er twee motieven zijn die steeds terugkomen als mensen voor het eerst
over Yiguan Dao spreken. Ten eerste het besef dat de kosmos, de mens, al wat is,
doordrongen is van die formidabele kracht, Dao. Dit aanvoelen is ook vervat in de naam
Yiguan Dao. Deze is afgeleid van een uitspraak van Confucius: “Mijn weg is van een aldoordringende éénheid.”3 (Clart 2000: 128 n7). Ten tweede, de noodzaak in deze moderne,
chaotische tijd, aan moreel gedrag, aan een ethisch reveil. Nadat deze twee punten zijn
duidelijk gemaakt, kreeg ik meestal te horen dat er nog veel meer verteld kon worden over
rituelen en dergelijke, maar dat voor een verder begrip van Yiguan Dao inwijding
noodzakelijk is.
Gelovigen verwijzen met de term Dao zowel naar een kosmische kracht als naar de
juiste kennis ervan. Deze kennis kan enkel worden overgedragen in een ritueel. In hoofdstuk 5
zullen we mijn initiatieritueel beschrijven. Eerst zullen we dieper ingaan op het zoeken en
verkrijgen van Dao (qui Dao en de Dao)4. Hoe is de overdracht van Dao onstaan? Hoe is
transmissie verlopen? Aan welke voorwaarden moet men voldoen om geïnitieerd te worden?
4.2
HET HEMELSE MANDAAT: TRANSMISSIE VAN DAO
4.2.1
De relatie tussen mens en Dao
Het ontstaan van de overdracht van Dao leidt ons naar de kosmologie van Yiguan Dao.
Deze is erg complex. Ze wordt gepresenteerd als een eenheid en is onder andere gebaseerd op
interpretaties van het Boek der Veranderingen (Yijing) en boeddhistische concepten. In feite
3
4
Wu Dao yi yi guan zhi (Analecten: IV,15)
Het ontvangen van of verzoeken om Dao zijn uitdrukkingen om over lidmaatschap en initiatie te spreken.
34
zijn er verschillende versies en interpretaties. Vaak zijn er ook logische contradicties in één
versie.5 We zullen niet dieper ingaan op de verschillende hemelse sferen. Het niveau dat ons
hier aanbelangt is dat van de aarde.
In het begin woonde de mens bij de Eerwaarde Moeder in het paradijs. Geleidelijk aan
dwaalde de mensheid steeds verder af van de Dao en belandde in de materiële wereld. Het
wiel van leven en dood werd in gang gezet en de terugkeer van de mens naar de hemel werd
geblokkeerd. De Eerwaarde Moeder was hierdoor diep bedroefd en zond zeven heersers om
de mens te leiden. Op die manier leerde de mens het bouwen van huizen, het beheersen van
het vuur en de landbouw. Van Shennong, de Goddelijke Boer, leerde men welke planten
eetbaar of geneeskrachtig waren. Anderen leerde de mens de geneeskunde, het maken van
kleding, het schrift en muziek. Op die manier bereikte de mens de beschaving (Explanations
1991: 66).
Omdat de mens het besef van zijn goddelijke oorsprong verloor volgde er daarna een
fase van regressie. Uit liefde voor haar kinderen zond de Eerwaarde moeder daarom
boodschappers. De Boeddha, Confucius, Laozi, Jezus en Mohammed zijn de bekendste
boodschappers van de Eerwaarde Moeder (Sermons 1998: 218). De faze van regressie kan
opgedeeld worden in drie periodes: Groene Yang, Rode Yang en Witte Yang. 6 (Qing Yang,
Hong Yang, Bai Yang). Elke van deze periode wordt geregeerd door een boeddha, die de
aanvoerder is van een schare van goden, heiligen en wijzen die allemaal gestuurd werden om
de mens terug op het juiste pad te brengen. In de eerste periode, groene yang, zond de
Eerwaarde moeder de Dimpamkara (Randeng) Boeddha. In de tweede rode-Yangperiode,
leidde Sakyamuni Boeddha de terugkeer van Moeders kinderen naar het paradijs. Ze slaagden
er niet in de hele mensheid te redden. Daarom stuurde de Eerwaarde moeder bij het aanbreken
van de catastrofale witte-Yangperiode 7 de Maitreya Boeddha naar de aarde om de gehele
mensheid te redden (Jordan & Overmyer 1986: 214).
4.2.2
De overdracht van Dao: de patriarchen
Dao is van alle tijden en het is dan ook logisch dat de overdracht van zijn ware essentie
eveneens is terug te voeren tot het begin der tijden. Hoe is deze overdracht gebeurt en hoe
5
Zie bijvoorbeeld Explanations (1991: 1-44).
De herkomst en vertaling van yang in deze context is onduidelijk (Jordan & Overmyer 1986: 214n). Gelovigen
kunnen veel vertellen over de kleuren en de gebeurtenissen die samenhangen met deze periodes, maar over de
keuze van het woord yang is weinig geweten.
7
De meeste bronnen zijn het erover eens dat de Witte Yang-periode begon in 1911. Het jaar van de val van het
Chinese keizerrijk.
6
35
wordt dan verklaard dat Yiguan Dao als beweging pas ontstaan is op het einde van de 19de
eeuw?
We zagen al dat Yiguan Dao de legitimiteit van haar leer baseerde op een lange reeks
patriarchen. De lijn van patriarchen bevat enkel die zendelingen die het volledige begrip van
de Dao erfden. Het ontvangen van de ware Dao wordt ook omschreven als het Hemelse
Mandaat (Tian ming). Zendelingen van Moeder die niet in de patriarchenlijn voorkomen,
bijvoorbeeld Christus, hadden dus maar een beperkt mandaat en geen hemels mandaat.
Waarom dit zo was en waarom deze ware Dao soms openbaar en soms in het diepste geheim
werd overgedragen gaat het menselijk intellect te boven (Explanations 1991: 65).
Zhang Tianran en Sun Suzhen waren beide drager van het 18de latere oosterse
patriarchaat. Daarvoor waren er 18 vroegere oosterse patriarchen en 28 westerse patriarchen.
In totaal zijn er dus 64 patriarchen geweest, evenveel als er hexagrammen zijn in het Boek der
Veranderingen. 8
De eerste drager van het Hemels mandaat was Fuxi, de legendarische uitvinder van de
acht trigrammen, die volgens sommigen 7000 jaar geleden in China leefde (Explanations
1991: 67). Hij werd opgevolgd door een reeks cultuurhelden, waaronder de Goddelijke Boer
(Shennong), de Gele Keizer (Huangdi) en legendarische keizers. Daarna volgen een aantal
historische heersers: bijvoorbeeld Tangdi, de stichter van de Shang-dynastie en de
confucianistische held, de Graaf van Zhou. En tenslotte een reeks filosofen: Laozi, Confucius
en diens belangrijkste leerlingen. En tenslotte Sakyamuni Boeddha. Grafisch weergegeven
zou deze lijn soms splitsen om dan weer samen te vloeien. Soms worden latere figuren met
stippellijn verbonden aan veel vroegere voorgangers.9 Yiguan-Daoleden benadrukken dat het
hemelse mandaat niet noodzakelijk door persoonlijk contact wordt overgedragen. Transmissie
‘door de geest’ is ook mogelijk. Als er maar achttien van de mogelijke patriarchen worden
vermeld, noemt men deze soms de 18 (Eerste) Oosterse Patriarchen (Explanations 1991: 67).
De transmissie van de Dao stopte in China en werd door de Boeddha in het Westen verder
gezet. Na Sakyamuni volgen er 28 Westerse Patriarchen. Deze zijn ook door het
zenboeddhisme erkend. De 28ste westerse patriarch is Bodhidharma. Hij bracht de Dao terug
naar China en is daarom ook de eerste Oosterse Patriarch. Na hem volgen nog vijf
zenpatriarchen. Na de 6de zenpatriarch, Huineng, kwam de Dao in handen van een reeks
8
Jordan & Overmyer geven een volledige opsomming van de dragers van het Hemelse mandaat (Jordan &
Overmyer 1986: 214-216 en 290-292). Zij geven ook aan dat verschillende bronnen kleine verschillen vertonen,
vooral wat in het eerste deel van de lijst. Zie ook Explanations (1991: 67-72).
9
In een van de tempels die ik bezocht hing een tijdslijn, die de Chinese dynastiën, de kosmische periodes en
tijdseenheden en de patriarchen van Yiguan Dao weergaf.
36
patriarchen waarover vrij weinig bekend is. Meer bekend is er over de laatste patriarchen, die
reeds voorgesteld werden in 3.1.1. Het 18de Oosterse Patriarchaat was het laatste. Het einde
van de transmissie van de Dao hangt samen met het aanbreken van het laatste kosmische
tijdperk.
4.3
DE WITTE-YANGPERIODE
Wat betekent het aanbreken van het laaste kosmische tijdperk? De Witte-Yangperiode
is het laatste tijdperk van het aardse bestaan en zal enorme catastrofes met zich meebrengen.
De Groene-Yangperiode kende negen grote water-catastrofes. De zondvloed is daar een
voorbeeld van. Tijdens de Rode-Yangperiode werden de collectieve zonden van de mensheid
groter. Daarom troffen 18 vuurcatastrofes de wereld. Dit getal komt ook overeen met het
aantal chinese dynastieën 10 . 1911 wordt zeker sinds de jaren vijftig aangeduid als het
beginjaar van de Witte-Yangperiode. Daarvoor werden er wel eens andere data genoemd of
gezegd dat de Witte-Yangperiode op het punt stond te beginnen (Jordan & Overmyer 1986:
261-262). Deze periode zal gekenmerkt worden door 81 wind-catastrofes, een duidelijk
voorbeeld daarvan zijn nucleaire rampen (Explanations 1991: 41-42).
Yiguan Dao legde aanvankelijk een vrij grote nadruk op het nabije einde der tijden.
Dat blijkt uit teksten die Zhang Tianran vlak na zijn dood tijdens geest-schrijfsessies
openbaarde. Daarbij moeten we in het oog houden dat de nucleaire dreiging een belangrijk
maatschappelijk thema is in Taiwan en ook voor andere religies vaak een symboolfunctie
heeft. Vandaag de dag wordt veel minder aandacht besteed aan het einde van de wereld
(Bosco 1994: 435; Deliusin 1972: 232). Met de Witte-Yangperiode is een nieuw tijdperk
begonnen. Een tijdperk, zo zegt men, waarin het noodzakelijk en voordelig is om zich te
bekeren tot Yiguan Dao, maar ook een tijdperk dat nog lang zal duren. Het meest gebruikte
getal om de duur van de Witte-Yangperiode aan te duiden is 10.800 jaar. Yiguan Dao is dus
geen apocalyptische beweging.
Zoals gezegd viel het begin van de Witte-Yangperiode samen met de komst van de
Maitreya Boeddha. Deze incarneerde als de 17de patriarch. Daarop incarneerde Heer Ji, de
Levende Boeddha als de 18de en laatste patriarch. Deze kreeg samen met Sun Suzhen de
volledige éne Weg geopenbaard. Daarop gaf de Eerwaarde Moeder hen de opdracht om deze
Weg te openbaren aan iedereen die waardig is de Weg te ontvangen.
In feite zijn er meer dynastiën geweest. Ik weet niet welke criteria men gebruikt om er maar 18 ‘te laten
meetellen’.
10
37
4.4
DAO ONTVANGEN
Wie is er in deze tijd waardig om geïnitieerd te worden in Yiguan Dao? Dao kan niet
zomaar worden uitgelegd. Dao moet worden ontvangen. Een vraag in de ‘catechismus’ van
Yiguan Dao, Explanations of the Answers to the Truth is juist “Why can’t Tian-Tao [Tian
Dao] be explained first [and] then be transmitted?”. Het antwoord stelt dat Dao enkel mag
worden overgedragen aan de juiste mensen die geloven in God en de wijsheid hebben om de
Waarheid te herkennen. Mensen die hun oprechtheid hebben getoond kunnen worden
ingewijd. Het antwoord haalt verder nog een zegswijze aan: “Tian-Tao is not transmitted
unless it is the right timing, and Tian-Tao is not transmitted unless one is the right person.”
(Explanations 1991: 77).
De criteria om te bepalen of een persoon waardig is, zijn meestal niet zo streng. De
meeste gelovigen gebruiken bovenstaande zegswijze als adagium en beschouwen het feit dat
iemand in contact is gekomen met Yiguan Dao en is ingewijd als een voldoende bewijs van
zijn of haar waardigheid. Anderen selecteren mensen op hun moreel karakter en gedrag (Clart
2000: 130). Jordan & Overmyer beschrijven in hun boek het inwijdingsritueel van meneer
Huang. Voor het ritueel voert de novice een lang gesprek met de Senior van de afdeling
(Jordan & Overmyer 1986: 223-226). Volgens hen is dat uitzonderlijk en te wijten aan het feit
dat de novice in kwestie een vrij hoge sociale status heeft (Jordan & Overmyer 1986: 229).
Mijns inziens is een gesprek dat voorafgaat aan de inwijding eerder de regel. Uitzonderlijk
hier is dat Meneer Huang de eer heeft met de overste te spreken en niet met zijn lager
geplaatse initiator (dianchuan shi).
In het volgende hoofdstuk beschrijf ik de inwijding van mezelf en een Australische
vriendin, Catherine. In grote lijnen komt deze inwijding overeen met de beschrijving van
meneer Huang’s initiatie.11 Het lijkt erop dat het enige waaraan ik mijn inwijding te danken
heb, mijn toevallige aanwezigheid is. Tijdens het voorafgaande gesprek toonde ik wel een
beleefde intresse in de religie van mijn gastheren, maar meer niet. Mijn vriendin was een
frequente bezoekster van een vegetarisch restaurant en maakte daar wel eens een praatje met
de bazin. De doorslaggevende elementen die haar een uitnodiging opleverden voor een
‘vegetarisch banket’ waren waarschijnlijk het feit dat ze sinds haar dertiende geen vlees meer
at en de interesse die ze toonde voor de vegetarische motivatie van de bazin. De plek was vrij
populair bij buitenlandse studenten, maar ik heb nooit gehoord dat iemand anders werd
11
Zie Jordan & Overmyer (1986: 222-236).
38
uitgenodigd voor een ‘banket’. De tempel waarin ik werd ingewijd in 1999, was in 2002 nog
steeds erg enthousiast om een antropologiestudent uren te vertellen over de Dao. Het
introduceren van nieuwe leden wordt er nog steeds beschouwd als een daad van immense
goedheid, die zowel voor de novice als voor zijn peter of meter goed karma oplevert.
Het feit dat Dao niet aan zomaar iedereen kan worden uitgelegd is volgens Clart, die
Yiguan-Daotempels in Canada onderzocht, één van de redenen waarom Yiguan Dao niet
openlijk leden bekeert. In Canada, zoals nu in Taiwan, komen nieuwe leden voort uit de
persoonlijke contacten van gelovigen (Clart 2000: 130). Maar er zijn momenten geweest
waarop (sommige takken van) Yiguan Dao erg actief aan prosytilisme deden. 20% van de
Taiwanese bevolking zou op een moment van hun leven lid zijn geweest van Yiguan Dao
(Micollier 1998: 41). Vanuit mijn ervaring lijkt dat een aannemelijk getal. Daarbij moeten we
niet uit het oog verliezen dat de meeste van deze ‘leden’ werden ingewijd tijdens hun eerste
en vaak enige bezoek aan een Yiguan-Daotempel. Voor de meeste Taiwanezen geldt dat
respect betuigen aan goden niet slecht kan zijn. Als het inderdaad gaat om een machtige god,
dan kan het zelfs grote voordelen opleveren. Deelnemen aan rituelen van Yiguan Dao wil dus
niet noodzakelijk zeggen dat de deelnemers zich met hart en ziel hebben bekeerd tot een
‘nieuw geloof’. De meeste van mijn Taiwanese vrienden hadden ooit wel eens te maken
gehad met Yiguan Dao. Meestal via klasgenoten, vrienden of familie die hen uitgenodigd
hadden om een bezoek te brengen aan hun tempel. Twee van mijn vrienden vertelden als
tiener op straat te zijn aangesproken door leden van Yiguan Dao. In beide gevallen ging het
om zeer enthousiaste en niet aflatende gelovigen, die er vaak in slaagden om hele groepjes
hun tempel binnen te leiden om er ‘mee te bidden’, dit is ingewijd te worden. In één geval
leidde dat tot wekelijkse bezoekjes aan huis. Aan de religieuze ijver kwam pas een eind toen
de moeder van de toevallige novice expliciet vertelde niet geïnteresseerd te zijn en vroeg om
niet meer op bezoek te komen. Ook Bosco merkt op dat de ijver van gelovigen vaak nieuwe
leden afschrikt (Bosco 1994: 435). Leden van andere Yiguan-Daotempels in Tainan Stad
vertelden mij evenwel dat het aantal nieuwe inwijdingen sterk is teruggelopen. Nieuwelingen
worden nog steeds verwelkomd, maar ze ondernemen geen speciale acties meer om mensen te
werven. “De mensen in de buurt die lid willen worden, zijn dat allemaal al. Geïntereseerden
zullen ons wel vinden.”
Yiguan Dao is dus een universele leer. Iedereen kan lid worden en zou dat voor zijn of
haar eigen heil ook moeten doen. Dit kan gebeuren na een persoonlijke conversie, zoals het
val is bij meneer Huang. Het kan ook eerder toevallig, zoals bij mij en Catherine. Wat de
oorzaken ook zijn, lid worden van Yiguan Dao gebeurt door een inwijdingsritueel. In het
39
volgende hoofdstuk zal ik daarom het inwijdingsritueel dat ikzelf onderging, beschrijven.
Daarna zullen we ingaan op de betekenis van dit gebeuren.
40
5)
5.1
KENNISMAKEN MET YIGUAN DAO
DE UITNODIGING
Toen ik op een zondagochtend in december 1999 in Tainan Stad wakker werd gebeld
door Catherine, een Australische vriendin en klasgenote, wist ik niet dat ik op die dag kennis
zou maken met Yiguan Dao. Ik werd gewekt om mee te gaan naar een ‘groot vegetarisch
banket’. Mijn vriendin was uitgenodigd door de bazin van het vegetarische restaurant waar zij
vaak ging eten: “geen idee, waarom”. Plaats van afspraak: het restaurant, tien uur ’s ochtends.
Het restaurant was tot onze verbazing gesloten, maar we werden er opgewacht door een erg
vriendelijke, onbekende man in deftige kleren en met een deftige, grote wagen. Hij zou ons
naar het eten brengen. Na een halfuurtje rijden, stopten we bij een tempel van 5 verdiepingen
hoog. Een nieuwe tempel, in marmer en gelakt hout, met airco en liften, glimmend en groots.
Op de trappen voor de tempel stond een groepje middelbare scholieren. De jongens in
dezelfde kleren als de onbekende man: wit hemd, donkere broek. De meisjes met een blouse
en plooirok in dezelfde kleuren. Een van de jongens moest ons mee naar binnen nemen en
bracht ons naar de kelder waar een grote eetzaal was en waar we de restaurantbazin
ontmoetten. Ik werd voorgesteld aan meester He, diens vrouw en meneer Lin. Meneer Lin
was de oudste, een zestiger en droeg een mooi, statig pak. Ikzelf bedacht dat ik beter iets
anders had aangetrokken dan een korte broek en T-shirt en nam aan dat meneer Lin de
president van de tempelvereniging was. Later bleek hij een gelovige uit Maleisië, die ter
gelegenheid van dit tempelfeest naar Taiwan was gekomen.
Het eten was erg lekker en overvloedig. Er werd ons verteld dat het in deze tempel
gebruikelijk was om geen korrel rijst op je bord te laten liggen. Tijdens het eten praatten we
met meester He. Meester He praatte over de Weg (Dao). Geregeld vroeg hij of we wisten wat
voor tempel dit was en wat de betekenis was van karakters die hij op een papiertje schreef.
Meestal wisten we dat niet. Daarop verklaarde Meester He telkens dat hij het wist (wo zhiDao) en vervolgens legde hij ons de schrijfwijze van Yiguan Dao uit en legde hij links tussen
de schrijfwijze en betekenis van deze en andere karakters. "Ons hoofd," vertelde hij verder,
"heeft vijf openingen.1 Wanneer we sterven komt onze ziel langs een van die openingen naar
buiten. De weg die de ziel volgt, oren, ogen, neus, mond, bepaalt of we in een vis, een insect
of in iets anders gereïncarneerd zullen worden. Welke Dao (weg) moet de ziel volgen om aan
1
We zullen later nog zien wat de vijfde opening is.
41
de reïncarnatiecyclus te ontsnappen?" vroeg hij ons. Ik glimlachte: "Wo bu zhiDAO, Ik weet
niet," zei ik hem. (lettr: ik ken de weg niet). Meneer He over naar een ander onderwerp, hij
wilde nog niet vertellen langs welke vijfde opening onze ziel dan wel hoorde te ontsnappen.
Wij wisten de Weg niet, hij wel: “Nimen bu zhiDao, wo zhiDao.”
Na het eten namen we een kijkje in de tempelhal. Op een aantal verdiepingen was er
een zaal met telkens andere goden op het altaar. Daarna gingen we naar een soort lobby op de
hoogste verdieping, waar we op massief houten stoelen zaten op een schitterend tapijt onder
een magnifiek gedecoreerd plafond. Terwijl meester He ons, met zachte, vriendelijke stem,
uiteenzette wat de Dao is en waarom een mens hier op aarde komt, zat een oudere man naast
ons instemmend te knikken. De oude man stond nu en dan op, maakte een buiging, ging even
weg en kwam terug met een nieuwe buiging en koffie, water of warme handdoekjes voor ons
en meester He. Die namiddag spraken we nog over de illusie van de wereld, van het lichaam
en over lijden en verlossing. De toon was voornamelijk Boeddhistisch, maar vaak werd er
verwezen naar het christendom. “Veel Christenen dragen een diamanten kruis, maar dat is niet
het echte kruis van Christus. Het kruis van Christus zit ergens anders, het hangt niet om je
nek. Enkel door de Dao kan je dat ware kruis vinden.” Ons gesprek duurde ongeveer tot vier
uur in de namiddag en bestond uit uiteenzettingen van meester He, afgewisseld met
getuigenissen van de oude man en andere gelovigen, die zich bij ons voegden. Naast meester
He werden we vooral toegesproken door een Maleisische dwerg, die werd voorgesteld als een
goede vriendin en assistente van de meester.
5.2
DE INWIJDING
Wat er op het einde van dat vermoeiende gesprek precies gezegd werd kan ik mij niet
meer herinneren, maar in de veronderstelling dat mijn vriendin en ik naar een ritueel gingen
kijken, begaven we ons allemaal weer naar de ingang van de tempel. We voegden er ons bij
de restaurantbazin en een tiental andere mensen, “deze twee dames komen uit vietnam”
vertelde ons de restaurantbazin. Het hele gezelschap stapte in twee minibusjes. We reden twee
straten verder naar een groot, mooi huis. Daar kregen we slippers aan en schuifelden over het
prachtige parket en de marmeren trap, onder de indruk van de statige meubels, de schilderijen
en kalligrafieën. Op de hoogste verdieping was een grote ruimte met een marmeren vloer en
een immens altaar met een Lachende Boeddha. Door de ramen konden we de grote tempel
zien. We werden verzocht onze handen te gaan wassen en kregen daarna opnieuw warme
handdoeken en stoelen aangeboden.
42
We zaten amper of iedereen veerde recht. De vrouwen gingen links voor het altaar
staan, de mannen rechts. Vier mannen begaven zich naar de bidkussens 2 voor het altaar. Eén
bidkussen stond vlak voor het midden van het altaar, gericht naar de Lachende boeddha. De
andere zes stonden verder van het altaar. Ze vormden een erehaag, ongeveer zo breed als de
tafel waarop de rondbuikige, lachende Boeddha stond. Er waren dus twee rijen naar elkaar
gerichte kussentjes. De vier mannen zaten twee aan twee tegenover elkaar. Diegene die het
dichtst bij de rechterhand van de boeddha (links vooraan dus) stond, reciteerde instructies en
gebeden. Allemaal bogen ze, knielden ze en deden ze een reeks kowtows (geknielde
buigingen). Na de mannen herhaalden drie vrouwen het ritueel. 3 Er werd geen wierook
gebruikt en de hele ceremonie duurde maar vijf minuten. Het ritueel leek verbazend vlug
voorbij, maar nog voor ik veel kon vragen, kwamen er weer drie mannen binnen, ditmaal
gekleed in traditionele, lange, grijze, Chinese jassen. Iedereen sprong recht. De vrouwen
gingen naar de linkerkant. Ik voegde me weer bij de oude man aan de rechterkant.
Op het commando van de eerste voorganger, meester He, die ook vanuit het standpunt
van de boeddha aan de rechterkant stond, knielde één van de mannen neer op het bidkussentje
voor het altaar. De derde man stond tegenover meester He, aan de linkerhand van de boeddha.
Nu werd er wel wierook geofferd. Meester He gaf de aanwijzigingen en terwijl de stokjes in
de wierookpot werden geplaatst telde de derde man het aantal. Vervolgens sprak meester He
enkele zinnen en op zijn commando begaven de mannen zich één voor één naar de zes
centrale bidkussens. Nadat nummer vier was neergeknield, leidde de oude man mij naar de
laatste twee kussentjes voor het altaar en knielden we als vijf en zes. De voorganger hield
even stil en sprak mijn buurman toe, die prompt mijn rommelige T-shirt naar beneden trok en
gladstreek. Daarop ging het ritueel verder en volgde ik de rest in kowtows en buigingen. 4 Na
het korte ritueel mochten we terug aan de kant gaan staan. Meester He bleef op zijn positie en
gaf een reeks aanwijzingen, waar ik zo goed als niets van begreep. Vervolgens nam de tweede
man (die voorheen wierook offerde) plaats op een kussen dat een beetje van het altaar en van
Meester He verwijderd lag. Daar ontvouwde hij een handgeschreven document. "In het jaar
88 van de republiek, op de negentiende dag van de tiende maanmaand..." las de geknielde
nummer twee.
2
Het gaat hier om vierkante kussens op een houten sokkel, ongeveer 20 centimeter hoog.
Dit was het Ritueel bij het Betreden en Verlaten van de Tempel (canjia cijia li). De vijfde man die op dat
moment aanwezig was, zette mijn stoel opzij en toonde me waar ik moest gaan staan. Waarschijnlijk bad hij
daarom niet mee.
4
Dit ritueel nodigt de goden en geesten uit naar het altaar af te dalen om toe te zien op de transmissie van de
Dao.
3
43
Op dat moment begreep ik dat we niet zomaar naar een ritueel van Yiguan Dao zouden
kijken. Dat werd bevestigd toen de lector zijn elegante, maar verder onbegrijpelijke Chinees
even onderbrak om mijn naam, die van Catherine en de namen van de twee Vietnamese
vrouwen uit te spreken. Nadat hij de hele tekst had voorgelezen vouwde de lector het dunne,
gekalligrafeerde document op. De voorganger nam weer het woord. Hoewel het Chinees dat
hij gebruikte veel te moeilijk was voor mij, begreep ik dat hij het document legitimeerde en
nog een formule toevoegde die de aanwezigen aanmaande nu hun bezwaren uit te spreken. Na
een korte stilte sprak hij opnieuw. Het dunne Chinese papier werd in brand gestoken en
omhoog gehouden tot het door de warmte ten hemel opsteeg en als as weer naar beneden
dwarrelde. Er volgde nog een heel ritueel 5 , waarbij ik neerknielde voor het altaar en het
standbeeld van de Lachende Boeddha. De assistente van meester He gaf aanwijzigingen in het
Engels en het Chinees. Ik offerde wierook met mijn linkerhand en herhaalde een complete eed
waarvan ik alleen de woorden 'vandaag' en 'daarna' vatte. Meester He zwaaide met een
brandende stok wierook, duwde met zijn uitgestrekte middelvinger op het punt tussen mijn
ogen en daarna volgde een eindeloze reeks kowtows in groepen van vijf, drie of één. Toen ik
uiteindelijk terug recht ging staan, glimlachten allen mij toe en feliciteerden me hartelijk.
Vervolgens herhaalde Catherine, samen met de Vietnamese vrouwen het ritueel. Na nog meer
hartelijke felicitaties en handdrukken, gingen we zitten aan de zijkant van de zaal. Daar
stonden enkele tafeltjes voor een schoolbord. De Maleisische assistente lichtte ons daarop in
over de Drie Schatten die we zojuist hadden ontvangen.
Het eerste geheim was een mantra van vijf karakters. We mochten deze niet verder
vertellen en zeker niet neerschrijven, want onze geest kan bij het zien van deze heilige naam
van de Lachende Boeddha via de nauwe poort naar buiten treden. In tijden van nood kan ik,
als gelovige, mijn ogen voor tachtig procent sluiten, mijn tong omhoog krullen, me
concentreren op mijn nauwe poort, mijn handen op speciale wijze vouwen en op mijn hart
drukken; aldus moet ik driemaal en in stilte de mantra reciteren. Deze mudra (handpositie) is
de tweede schat, die mij voor onheil behoedt. Het derde onschatbare geschenk dat we hadden
gekregen was de opening van onze nauwe poort. “De Maitreya-boeddha zit vaak op een lotus
die uit de zee der lijden groeit. Je lippen lijken op golven, je neusvleugels lijken op
lotusblaadjes en je nauwe poort bevindt zich, inderdaad, tussen je ogen, boven je neus.” Vanaf
nu kan onze geest door deze opening naar buiten en ben ik verlost van onzalige
wedergeboortes.
5
Vanaf hier begint het eigenlijke initiatieritueel. In de praktijk vormen het uitnodigings- en het initiatieritueel
één geheel.
44
Na deze uitleg kregen we een initiatiekaart en een aantal boekjes over Yiguan Dao 6.
Lid worden van Yiguan Dao kost geen geld, maar er werd aan de geïnitieerden gevraagd om,
op een moment waarop ze dat zelf wilden, 200NT$7 te schenken aan de tempel. Dat was het
einde van het onderricht. We maakten ons daarop klaar om terug te keren naar de tempel.
Meester He gaf ons zijn adres, hij woonde in Californië, en vroeg ons ook ons thuisadres in
België en Australië. Niemand vroeg ons naar ons Taiwanese adres. Vervolgens keerden we
terug naar de tempel voor het avondeten, daar werd aan iedereen die in de buurt van onze tafel
kwam, gemeld dat we zopas de weg hadden ontvangen (de Dao). Iedereen feliciteerde ons
hartelijk en soms kregen we de vraag hoe we ons voelden. Tenslotte werden we met de auto
teruggebracht naar onze fietsen die geparkeerd stonden voor het restaurant in Tainan.
Tot zover de beschrijving van mijn inwijding in Yiguan Dao. Kennismaken met
Yiguan Dao is vaak een vreemde ervaring. Niet alleen voor mij, nietsvermoedende
buitenlandse student, maar ook voor Taiwanezen, die allemaal gehoord hebben van rituelen
zonder kleren. Het is ook een vreemde ervaring voor de geïnteresseerde student die Yiguan
Dao doorgaans omschreven ziet als een heterodoxe sekte of een nieuwe religie. Het lijkt mij
daarom nodig om wat dieper in te gaan op een aantal belangrijke elementen van dit
inwijdingsritueel.
5.3
DE DRIE SCHATTEN
Het belangrijkste onderdeel van het initiatieritueel is de transmissie van drie geheime
schatten (san bao).8 Tijdens het inwijdingsritueel drukt de initiator met zijn middelvinger en
duim op het voorhoofd van de novice, net op het punt boven de neus, tussen de wenkbrauwen.
De initiator spreekt de naam van de boeddha uit, en toont voor de novice aan een reeks
kowtows begint, de correcte wijze waarop deze laatste zijn handen moet vouwen. Na het
ritueel is het gebruikelijk dat de drie belangrijke punten verder worden uitgelegd. Ook na de
inwijding van meneer Huang was er een les, inclusief schoolbord (Jordan & Overmyer 1986:
229-234). In wat volgt zullen we dieper ingaan op deze drie geheimen.
6
Het ging hier om Introduction (1996), Three Treasures (1998) en Explanations (1991).
Minder dan 6 €.
8
Dit is een term die ook in het boeddhisme wordt gebruikt. Zie 2.1.1.
7
45
5.3.1
De Boeddha
De eerste schat is een Mantra, meer bepaald een eerbiedwaardige aanspreking van
Maitreya (Mile Fo): Wutai Fo Mile (Overmyer 1976: 106). Ik heb geen enkel lid van Yiguan
Dao bereid gevonden dit op te schrijven, maar de karakters laten zich raden. Zoals gezegd
leven we vandaag in de laatste kosmische periode en is de Maitreya Boeddha gezonden om de
hele mensheid te redden. Meneer Huang kreeg enkel te horen dat deze naam die van
Amitabha Boeddha vervangt. Diens naam werd gereciteerd door boeddhisten in de rodeYangperiode en door hen die niet weten dat de Witte-Yangperiode is aangebroken (Jordan &
Overmyer 1986: 230).9 De naam van de Boeddha herinnert ons eraan dat de laatste periode is
aangebroken en dat wij allen in ons binnenste de boeddha-natuur bezitten (Three Treasures
1998: 13-14). Maitreya wordt afgebeeld als een rondbuikige, breedlachende boeddha. De
assistente van Meester He verklaarde dat zo: “Hij lacht omwille van de verlossing van de
mensheid en Hij heeft een dikke buik, niet omdat Hij zoveel eet, maar omdat Hij onze zorgen
en verdriet verlicht en in zich opneemt.”
In het boeddhisme is Maitreya de Boeddha van de toekomst, die in de verre toekomst
naar de aarde zal komen. Het geloof dat Maitreya al op aarde is geweest is van heterodoxe
oorsprong.10
5.3.2
Het zegel
De tweede schat is een mudra (shouyin, handzegel of hetongyin, contractzegel). De
linkerhand wordt over de gestrekte rechtervingers gevouwen. De duimen raken elkaar op het
punt waar de rechtpink en de handpalm samenkomen. De positie van de duimen vormen zo
het karakter zi, kind.11 Deze mudra is een teken van respect, dat ons eraan herinnert dat we
allemaal kinderen zijn van de Ongeboren Moeder. Het is een geheim teken van de
zendelingen van Moeder, zoals dat ook te vinden is in de Bijbel (Matteus 19: 13-16): Jezus
liet kinderen tot zich komen, legde hen de handen op en zei dat dat het rijk der hemelen is
voor hen die zijn zoals zij (Three Treasures 1998: 15-16). In geval van nood kan een gelovige
om goddelijke hulp vragen door haar handen in de mudra te vouwen en deze op haar hart te
plaatsen. Vervolgens moet zij of in stilte driemaal de naam van de Boeddha uitspreken, terwijl
9
Volgens Clart is Sakyamuni de boeddha van de eerste periode en Amitabha de tweede (Clart 1997: 9). Dit is
een variant die ik nergens anders ben tegengekomen. Maar gelijkaardige veranderingen en variaties
(contradicties), vooral in tijdsindelingen komen geregeld voor in de publicaties en in de verschillende versies van
gelovigen.
10
Over de geschiedenis van Maitreya-eschatologie zie Overmyer (1976: 150-161).
11
Er is wat verbeelding nodig om dit karakter te herkennen in twee duimen.
46
zij zich concentreert op haar hart met ogen die voor drie vierden zijn gesloten en met een licht
opgekrulde tong. Dit werd ons verteld door de assistente van Meester He. Leden van andere
tempels van Yiguan Dao hadden nog nooit gehoord van de tongpositie. Het sluiten van de
ogen vonden ze aannemelijk en een teken van concentratie, maar verder was het aanroepen
van de juiste naam met de juiste handpositie en vooral de juiste intentie voldoende.
5.3.3
De nauwe poort
De derde schat is de Mysterieuze of Ware Pas (xuan guan of zheng guan).12 Zoals al
werd vermeld, werd de positie van deze poort vergeleken met de afbeelding van een boeddha
op een lotusbloem in de zee van het lijden (samsara). Ook meneer Huang werd overstelpt met
zulke parallellen, die duidelijk maken dat de wereld gevuld is met tekens die de juistheid en
de ultieme betekenis van de drie schatten bewijzen, en dus ook de juistheid van Yiguan Dao.
De Mysterieuze poort is gelegen op het kruispunt van twee lijnen. De horizontale lijn loopt
tussen de twee ogen, de vertikale van de neus tot het voorhoofd.13
Door het kruis als belangrijkste symbool te nemen, wordt ook het christendom
verondersteld het belang van de mysterieuze poort voor de redding van de mensheid erkennen.
Taoïsten zeggen dat de onsterfelijken wonen in de oude grot Gudong 古洞. Het karakter gu 古
bestaat uit een mond 口 en een kruis 十. De ware betekenis is dus niet ‘oud’, maar een gezicht.
En de plek om onsterfelijkheid te zoeken is dus de ‘grot’ op het voorhoofd: de Mysterieuze
poort. Confucius onderwees zijn leerlingen in een abrikozengaard (xingtan 杏壇). Ook die
plek bevat verwijzingen naar een gezicht en de nauwe poort, met name in het karakter voor
abrikoos 杏 (Jordan & Overmyer 1986: 231-232).
Dit soort van glyphomancie was vroeger het tijdsverdrijf van de geletterde elite.
Vandaag de dag wordt het nog steeds gebruikt in diverse religieuze, occulte en moralistische
situaties. Yiguan-Daoleden lijken er een bijzondere voorliefde voor te hebben. Het lijkt erop
dat de onderwijzer van meneer Huang zo opging in glyphomancie dat hij vergat de betekenis
van de mysterieuze poort te verklaren (Jordan & Overmyer 1986: 233).
Meester He had ons over de vijf lichaamsopeningen verteld. Hij sprak enkel over het
hoofd. Eén van de boekjes die we na onze inwijding kregen heeft het over zes
12
Nauwe poort was een vertaling die tijdens mijn inwijding werd gebruikt.
En zo hebben we het ware kruis van Christus gevonden waarover de assistente van meester He sprak voor het
inwijdingsritueel.
13
47
lichaamsopeningen: ogen, oren, mond, neus en de navel of de kruin.14 De opening waarlangs
de geest het lichaam verlaat bepaalt de levensvorm van de volgende incarnatie. Ogen: de
eierleggenden; oren: levendgeboren dieren, behalve de mens; mond: dieren die in het water
leven; neus: insecten. Navel en kruin zorgen beide voor een menselijke wedergeboorte. De
eerste voor een gewone reïncarnatie. De kruin leidt naar een wedergeboorte als een rijk of
machtig persoon. De zesde opening, in deze versie, is de mysterieuze poort. Deze leidt naar
het paradijs van de Eerwaarde Moeder. Deze poort kan enkel geopend worden met God’s
sleutel (Three Treasures 1998: 9-12). Het openen van de nauwe poort zorgt ervoor dat de
geest het lichaam kan verlaten. Dit is de enige manier om niet opnieuw geïncarneerd te
worden in de eeuwige cirkel van leven en dood.
5.4
PASPOORT NAAR HET PARADIJS
Opdat ingewijden ook werkelijk naar het paradijs van de Eerwaarde Moeder kunnen
terugkeren, moeten zij zich verder bekwamen in de Dao (Three Treasures 1998: 9-12). Deze
noodzaak om verder te leven in goedheid en de Dao te volmaken werd niet aangehaald door
de assistente van Meester He. Zij legde er telkens weer de nadruk op dat we gered waren. Dat
bleek ook uit de verklaring die ze gaf voor het document dat tijdens het ritueel was verbrand.
Dit was een document van de Eerwaarde Moeder en droeg aan de ambtenaren in de hel op om
de namen van de initiandi uit het helleboek te schrappen. Tegelijkertijd worden hun namen
ingeschreven in het hemelse boek van de Moeder. Yiguan Dao is een paspoort naar het
paradijs. Daarom kregen we ook een initiatiekaart. De datum daarop mochten we beschouwen
als onze nieuwe verjaardag. Op het kaartje waren een aantal titels gedrukt waarachter namen
waren ingevuld. Spirituele meester (dian chuan shi): Meester He. Spirituele gids (yin shi): de
restaurantbazin, die juffrouw Wu bleek te heten. Geestelijke bewaarder (bao shi): een zekere
Meneer Liu.
Meneer Liu en juffrouw Wu waren zowel mijn als Catherine’s ‘peter en meter’. We
mochten hen beschouwen als onze beste vrienden in Taiwan. Zij konden ons helpen met
vragen en problemen en boden aan om Chinese teksten te helpen lezen of ons vegetarische
kooklessen te geven. Uit de gesprekken in de tempel was al gebleken dat Yiguan-Daoleden
niet roken, niet drinken en vegetarisch eten. Achteraf zou blijken dat meneer Liu een
bijzonder welgesteld man was. Hij was de eigenaar van het huis waar we werden ingewijd. Ik
14
De navel en kruin tellen als één opening in deze reeks van zes. Ook dit is een voorbeeld van de verschillen die
er bestaan in de leer van Yiguan Dao. De achterliggende concepten zijn gelijklopend, de concrete uitleg verschilt
naargelang de bron.
48
heb altijd aangenomen dat het een speciaal voorrecht was om een man van dergelijke status
als peter te krijgen.
De meeste leden van Yiguan Dao verwijzen naar het initiatieritueel met de term de
Dao, het verkrijgen van de Weg. Maar alle publicaties spreken over qui Dao, het verzoeken
om Dao. Daarna volgen ze nog een aantal fazen: het cultiveren van de Weg, xiu Dao en
vervolgens het bereiken ervan, cheng Dao en tenslotte het verwerven van de Weg, de Dao
(Jordan & Overmyer 1986: 213). Van gelovigen wordt verwacht dat ze Dao in de praktijk
brengen. In het algemeen betekent dit dat ze volgens hun geweten moeten handelen, dat ze
hun naasten in nood moeten helpen en hen moeten informeren over Yiguan Dao. Daarnaast
wordt uiteraard ook verwacht dat de persoon de drie geheime schatten niet openbaart
(Introduction 1996: 52-56).
Het ontvangen van de Dao betekent dus niet alleen de redding van de ziel van de
nieuwe gelovige. Idealiter is het de eerste stap in een project van persoonlijke vervolmaking.
Het is ook en ook het begin van lidmaatschap in een congregatie van gelijkgestemde
gelovigen. Wat Yiguan-Daogroepen in de praktijk doen om de weg te cultiveren komt aan
bod in hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9. In hoofdstuk 7 zullen we onze blik richten op de locatie
van deze congregaties: de Boeddha-hal. In het volgende hoofdstuk maken we kennis met de
belangrijkste goden van Yiguan Dao die we in deze tempels zullen terugvinden.
49
6)
6.1
DE GODEN VAN YIGUAN DAO
DE ONGEBOREN EERWAARDE MOEDER
De Ongeboren Eerwaarde Moeder is de verpersoonlijking van de Dao. Zij is de
belangrijkste godheid van Yiguan Dao. Haar volledige naam is Mingming Shangdi Wuliang
Qingxu Zhizun Zhisheng Sanjie Shifang Wanling Zhenzai. Deze 20 karakters kunnen vertaald
worden als Helder Schitterende Hoogste Heer, Onmeetbare Volmaakte Leegte, Meest
Waardige, Meest Heilige, Ware Heerser van de Drie Werelden, Tien Richtingen en
Tienduizend Krachten. Dit is maar één van de vele namen die aan de Dao gegeven worden
(Song 1983: 43). In rituelen gebruikt men meestal de titel Helder Schitterende, Hoogste Heer
(Mingming Shangdi). Als er over Dao en de daden van Dao geschreven of gesproken wordt,
gebruikt men vaker Wusheng Laomu of Wuji Laomu (Ongelimiteerde Eerwaarde Moeder), de
korte vorm daarvan is Laomu, Eerwaarde Moeder. Om aan te tonen dat het hier niet zomaar
gaat om een persoon of gewone moedergod, gebruikt Yiguan Dao niet het gewone karater mu
母 (moeder), maar een volledig nieuw karakter:
. Dit karakter verkrijg je door 母 90° te
draaien. Maar het lijkt, niet toevallig volgens gelovigen, ook op 中 (zhong, centraal) en duidt
dus op de centrale rol van Dao.
Op de muur achter het belangrijkste altaar wordt in een centrale positie meestal de 20karakternaam aangebracht. Waneer goden, heiligen of transcendente concepten worden
weergegeven op een tablet gebeurt dit in alle Chinese tradities meestal in gouden letters op
een rode achtergrond. Voor dit tablet staat een olielamp. Meestal staat die op een sokkel en
heeft ze de vorm van een ronde metalen bol. Achter de lont staan de karakters 無 極 ,
ongelimiteerd (wuji). Deze lamp is het belangrijkste onderdeel van het altaar, omdat haar
vlam het beste symbool is voor de Dao. Dao, zo zeggen gelovigen, heeft net als een vlam
geen materie, maar verlicht, verwarmt en leidt ons.
Er zijn geen afbeeldingen van de Eerwaarde Moeder. Maar meestal staan er tussen de
lamp en het tablet toch standbeelden van andere belangrijke goden. 1 Gelovigen zeggen
1
Volgens Jordan & Overmyer heeft de tempel die zij beschrijven wel een standbeeld van de Eerwaarde Moeder
(Jordan & Overmyer 1986: 227). Het zou hier kunnen gaan om een afbeelding van, bijvoorbeeld, de Gouden
Moeder van de Jade-poel (Yaochi Jin Mu), een godheid uit de Witte-Lotustraditie, die kan dienen als
‘alternatieve’ representatie van de Eerwaarde Moeder. Het is waarschijnlijk dat achter en voor dit beeld de
volledige naam en de lamp van de Eerwaarde Moeder te vinden zijn. Mogelijk identificeren sommige minder
doctrinaire gelovigen dit beeld toch met de Eerwaarde Moeder.
50
namelijk dat het makkelijker is om zich aanvankelijk op de beelden in plaats van op de lamp
te concentreren. De Eerwaarde Moeder is dus altijd wel de belangrijkste godheid van een
Yiguan-Daotempel. Maar vaak nemen andere goden ogenschijnlijk deze positie in.
6.2
MAITREYA BOEDDHA
In iedere tempel van Yiguan Dao is er een lachende, rondbuikige boeddha te vinden:
Maitreya Boeddha (Mile Fo). Meestal zit hij neer, soms ligt hij. Zoals we al hebben gezegd is
hij de leidende boeddha van de Witte-Yangperiode. Daarom vereert Yiguan Dao hem onder
de naam Patriarch Maitreya (Mile Zushi).
In het orthodoxe boeddhisme zou Maitreya, de boeddha van de toekomst, pas over 5,6
miljard jaar op aarde komen en de gehele mensheid redden. Dit geloof verspreidde zich en
werd de hoeksteen van populaire milleniaristische bewegingen in China. Vanaf de Ming
dynastie (1368-1644) werd dit geloof onderdrukt en ging ondergronds (Song 1983: 44).
Yiguan Dao is de belangrijkste erfgenaam van deze sektarische bewegingen. En zoals ik al zei,
legde het aanvankelijk meer nadruk op de nabijheid van het einde van de wereld. Vandaag de
dag fungeert Maitreya Boedda als de redder van de mensheid, die reeds op aarde kwam en de
enige weg openbaarde naar de hemel tot op het moment dat de wereld zal vergaan op het
einde van de Witte-Yangperiode. De parallellen met Christus zijn duidelijk.
Maitreya heeft altijd een centrale positie in een Yiguan-Daotempel. Ofwel staat zijn
beeld op het altaar voor het tablet en de lamp van de Eerwaarde Moeder, ofwel heeft hij zijn
eigen altaar, vaak enige meters daarvoor, soms in een eigen ruimte.
6.3
ANDERE BELANGRIJKE GODEN
6.3.1
Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee
Guanyin Bodhisattva (Guanshiyin Pusa) is de godin van het medelijden en de meest
vereerde godheid in Taiwan (Jones 1999: 5). Ze is vaak terug te vinden op huisaltaars, heeft
een groot aantal tempels die aan haar zijn gewijd en is in tal van andere tempels terug te
vinden als secundaire godheid. Guanyin is de Chinese versie van de bodhisattva die in het
Sanskrit Avalokitesvara heet. Avalokitesvara is mannelijk, maar kreeg in China een
vrouwelijke gedaante.
51
Er zijn talloze verhalen en legendes over Guanyin. Eén ervan zegt dat ze woonde op de
berg Putuo (Putuoshan) in Zhejiang Provincie. Er werd gezegd dat dit de meest zuidelijke
berg van China was, zo zuidelijk dat hij in de zee zou liggen. Vandaar dat Guanyin ook de
Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee (Nanhai Gufo) genoemd wordt. Yiguan Dao gebruikt
deze benaming in zijn rituelen. Verder wordt er verteld dat ze door haar vader werd vermoord
omdat ze non wilde worden. De woorden van troost die haar ziel daarop in de hel uitsprak
veranderde de onderwereld in een paradijs. De hellekoning liet haar daarop terugkeren naar de
aarde om non te worden. Nadat ze haar vader van een ziekte had genezen door haar eigen
handen en ogen te offeren, bekeerde haar hele familie zich. Sakyamuni Boeddha gaf haar
daarop de naam Daci Dabei Jiuku Jiunan Guanshiyin Pusa: Bodhisattva, Vol Bezorgdheid
Vol Medelijden, Redder van de Noodhebbenden en de Lijdenden, die de (Treur)geluiden van
de Wereld Aanhoort (Song 1983: 44). Guanyin vertoont dus erg veel gelijkenissen met de
bezorgde Eerwaarde Moeder en wordt dan ook vaak voor haar tablet op het altaar geplaatst.
Haar bezorgdheid, medelijden en zelfopoffering zijn ook voorbeelden voor iedereen die zich
wil vervolmaken in de Dao.
6.3.2
Levende Boeddha, Heer Ji en Maan-wijsheid Bodhisattva
Ji Gong (Heer Ji) was een excentrieke monnik ten tijde van de Zuidelijke Song
dynastie (1127-1279). Hij bekommerde zich niet om uiterlijk vertoon, at vlees en dronk wijn.
Daarom werd hij ook wel Gekke Ji genoemd (Song 1983: 46). Ji Gong en de verspreiding en
groei van zijn cultus zijn uitgebreid beschreven door Meir Shahar (1998). Aanvankelijk was Ji
Gong voornamelijk een lokale godheid in de streek van Hangzhou, Zhejiang Provincie. Zijn
faam werd echter verspreid via volkse verhalen, toneelspelen en boeken. Op het einde van de
19de eeuw groeide Ji Gong uit tot een nationale, volkse god. Tegelijkertijd evolueerde zijn
imago. Van een mirakeleuze genezer veranderde hij in een vrolijke, morele leraar en in een
strijder voor de zwakken en verdrukten. Zo werd hij het idool van sociaalgeoriënteerde
sektarische bewegingen. Als morele leraar en goedlachse mirakelverrichter werd hij één van
de belangrijkste goden in geest-schrijfcongregaties. Hij is dat in Taiwan nog steeds. De talloze
mediums die door hem worden bezeten beantwoorden de meest uiteenlopende vragen van
gelovigen. Sommigen doen dat door in trance met de stem van Heer Ji te spreken. Anderen
gebruiken de feniks of hanteren als medium een penseel en schilderen ‘in zijn naam’
schilderijen die een antwoord zijn op vragen van gelovigen (Shahar 1998: 176-198). Ji Gong
is zo geliefd omwille van zijn excentrieke karakter. Zaken waarmee verheven goden als
52
bodhisattva Guanyin of Heer Guan (Guan Gong) zich niet mee inlaten, maken wel een kans
bij Ji Gong.
In het midden van de jaren tachtig verspreidde zich een enorme illegale loterij over het
eiland. Naar schatting 3 miljoen Taiwanezen namen deel aan deze hype. Ji Gong werd door
velen beschouwd als een god die zou sympathiseren met een verzoek om de winnende
nummers te voorspellen. Een hele reeks nieuwe tempels werden gebouwd voor hem en vele
bestaande tempels wijdden een altaar aan Ji Gong (Shahar 1998: 176-184). Heel wat
Taiwanese gelovigen en leden van Yiguan Dao, keurden deze associatie van Heer Ji met het
gokken af. Zij beargumenteerden hun standpunt onder andere met een gedicht dat Ji Gong via
de feniks had geschreven en waarin hij gokken afkeurde. Ook de beweringen dat Ji Gong
vlees at en alcohol dronk worden door Yiguan-Daoleden en orthodoxe boeddhisten ontkend.
Sommigen wijzen ook naar de oorsprong van dit misverstand: Ji Gong nam op een dag deel
aan een uitbundige picnic en at inderdaad vlees. Maar enkel om daarna alle dieren die hij
gegeten had weer levend uit te braken. Op die manier bekeerde hij iedereen die aanwezig was
tot het vegetarisme (Shahar 1998: 207).
Volgens Yiguan Dao werd Ji Gong, nadat de Witte-Yangperiode was aangebroken
door de Eerwaarde Moeder naar de aarde gestuurd. Maitreya Boeddha leidt de redding van de
mensheid, maar Ji Gong werd in de gedaante van Zhang Tianran gestuurd om deze
onderneming te organiseren (Song 1983: 46). Volgens Shahar weerspiegelt de keuze van Ji
Gong niet alleen zijn populariteit aan het begin van de 20ste eeuw, maar heeft het
verkondigingswerk van Yiguan Dao verder bijgedragen tot Ji Gongs populariteit als bezieler
van mediums in het hedendaagse Taiwan (Shahar 1998: 199). Ji Gong schreef met Zhang
Tianran als medium een reeks openbaringen, morele traktaten en aansporende geschriften.
Ongeveer 80% van de fuji-teksten uit deze periode zou door Ji Gong geschreven zijn (Shahar
1998: 204). Eén daarvan was The Answers to the Truth uit 1937. Dit boek bevat vragen en
antwoorden over de leer en praktijken van Yiguan Dao. Het werd in 1991 vertaald en
herwerkt. Voorzien van nieuwe voorwoorden door de Eerwaarde Moeder en Ji Gong (Zhang
Tianran zaliger) werd het uitgegeven als Explanations of The Answers to the Truth.2 Ook na
Zhangs dood bleef Ji Gong/Zhang Tianran bezit nemen van de feniks. Er is een logische
contradictie in het feit dat Zhang, die zelf een reïncarnatie was van Ji Gong, als medium
bezeten werd door Ji Gong. Gelovigen erkennen dit, maar wijzen in dit geval de logischerationele benadering in zijn geheel af. Het is niet de goede manier om deze mysterieuze,
2
Zie Explanations (1991)
53
goddelijke werkelijkheid te benaderen. Hetzelfde probleem stelt zich in rituelen. Daar wordt
eerst Ji Gong vereerd met de titel Houfo Shizun, Levende Boeddha, Geëerde Leraar. Even
later is het dan de buurt aan Shizun, de Geëerde Leraar (Zhang Tianran). Zijn standbeeld is in
de meeste Yiguan-Daotempels te vinden en staat vaak samen met Bodhisattva Guanyin op het
hoofdaltaar.
Yuehui Pusa is de vrij onbekende Maan-wijsheid Bodhisattva. Sun Suzhen zou een
reïncarnatie zijn van deze godheid. Een aanvulling van Yiguan Dao op de tradtitionele Ji
Gong-mythologie stelt dat Yuehui Pusa de vrouw van Ji Gong was. Ze waren getrouwd voor
ze beiden toetraden tot de boeddhistische sangha (Shahar 1998: 200). Tijdens rituelen komt
Yuehui Pusa altijd na Houfo Shizun. Haar beeltenis is enkel te vinden in grote tempels, als er
een poging wordt gedaan om het hele pantheon van Yiguan Dao te verzamelen.
6.3.3
Guan Sheng Dijun en Lü Dongbin
Heilige Souverein Guan (Guan Sheng Dijun) is sinds het late keizerrijk een populaire
godheid in heel China en Taiwan. Deze vurige generaal staat vooral bekend om zijn loyaliteit
en rechtschapenheid. Hij is een bestrijder van het kwaad en wordt afgebeeld met rood gelaat
en een speer of een groot zwaard. Op basis van die eigenschappen en van zijn goddelijke
kracht bracht hij het in de goddelijke hiërarchie tot Wudi, Martiale Heerser (Song 1983: 47).3
Heel wat mensen, ook in Yiguan Dao, menen dat Heer Guan ondertussen nog verder is
gepromoveerd en op dit moment het hoogste ambt van Hemelse Jade-keizer bekleedt
(Feuchtwang 1992: 105). Heer Guan neemt in de meeste geest-schrijfcongregaties ook vaak
bezit van de feniks.
Lü Dongbin is één van de Acht Onsterfelijken (Ba Xian). Net als Ji Gong was hij een
vrij onconventionele god. Hij werd vooral vereerd door literati die hoopten met zijn steun te
slagen in de civiele examens. Hij is dus ook een fuji-god. Een andere naam voor Lü is Fuyou
Dijun, Beschermende Soeverein (Song 1983: 47). Net als Heer Guan bestrijdt ook Patriarch
Lü (Lü Zushi) het kwaad. Hij maakt hierbij gebruik van zijn magische krachten en wordt dan
ook vaak afgebeeld met een soort toverkwast.
We zagen al da Lü Dongbin en Heer Guan belangijke goden waren in geest-schrijfcongregaties. In Yiguan Dao vervulden ze deze functie samen met Ji Gong (zie 2.2). Patriarch
Lü en Heer Guan zijn als beschermers vaak te vinden aan de twee zijden van de Eerwaarde
3
Guan Gong wordt daarom vaak omschreven als de God van Oorlog. Dit is niet helemaal accuraat. Feuchtwang
noemt hem de God van Oorlog en Handel (Feuchtwang 1992: 79). Heer Guan wordt vereerd om zijn
rechtschapenheid en loyaliteit. Eigenschappen die zowel voor soldaten als voor handelaars belangrijk zijn.
54
Moeder. In rituelen wordt naar hen verwezen als Gewei falü Zhu, (alle) Bewakers van de Wet.
Song geeft aan dat er nog enkele andere illustere generaals uit de Chinese traditie tot deze
categorie behoren. Maar de meeste gelovigen zijn hier niet van op de hoogte. Zij identificeren
enkel Guan en Lü als Behoeders van de Wet (Song 1983: 46-47).
6.4
ANDERE GODEN
Yiguan Dao is niet zomaar een religie met haar eigen goden. Het is de geheime sleutel
die onze redding brengt. Pas met die sleutel kan men de diverse goden, wijzen en heiligen die
de Dao naar deze wereld heeft gezonden begrijpen. Yiguan Dao en gelovigen erkennen de
wijsheid, heiligheid en meestal ook de goddelijkheid van de figuren uit de Chinese traditie,
het christendom en de islam. 4 De goden die we hierboven besproken hebben zijn de
belangrijkste in de doctrine en devotie van Yiguan Dao. Onder hen is Yuehui Pusa enkel
belangrijk als incarnatie van Sun Suzhen en als vrouwelijke tegenhanger van Ji Gong. Ze
wordt vermeld in tal van rituelen, maar de meeste gelovigen zijn veel meer vertrouwd met en
gehecht aan de andere goden.
De meeste andere goden die men tegenkomt in rituelen zijn door de meerderheid van
de gelovigen enkel door deze rituelen gekend. Ze kunnen verder niets zeggen over deze
godheid. Er zijn twee uitzonderingen die ik hier nog moet vermelden. Zao Jun is de Keukenof Stoof-god. Hij wordt in bijna iedere Taiwanese familie vereerd rond nieuwjaar. Yiguan
Dao neemt hem ook op in tempelrituelen. Gelovigen geven hiervoor twee redenen. Volgens
sommigen wordt Zao Jun vereerd in de boeddha-hal omdat bijeenkomsten vaak samengaan
met vegetarische maaltijden en er dus een keuken is in de meeste tempels. Anderen zeggen
dat de keukengod de beschermer is van de familie. Yiguan Dao hecht belang aan familiale
harmonie en vereerd daarom Zao Jun in gemeenschappelijke rituelen. Tijdens het Ritueel ter
Presentatie van Wierook (xianxiang li) wordt er ook een kowtow gemaakt voor de voorouders
(van iedere gelovige). Ook dit kan worden gezien als een teken dat de familie in
gemeenschappelijke rituelen van Yiguan Dao wordt geïntegreerd. Op dit ritueel komen we
terug in hoofdstuk 8.
4
Geen enkele bron spreekt over het hindoeïsme. Desgevraagd verontschuldigen gelovigen zich en zeggen dat ze
niets van het hindoeïsme afweten. Ze benadrukken wel dat hindoes probleemloos lid kunnen worden van Yiguan
Dao. Eén erudiet gelovige merkte op dat de meeste goden van het boeddhisme uit het hindoeïsme afkomstig zijn
en dat ze Yiguan Dao hen in die vorm erkent als dragers van de (onvolledige) Dao. Dezelfde logica gaat op voor
het joodse geloof.
55
7)
7.1
DE TEMPELS VAN YIGUAN DAO
TEMPELS IN TAINAN STAD
Tainan beroept zich er nog steeds op de tempelhoofdstad van Taiwan te zijn. Het is
volgens sommigen ook de meest christelijke stad van het eiland. 10% van de bevolking zou
christelijk zijn. Dat is twee keer meer dan het nationale gemiddelde. Tainan beschikt door zijn
rijke geschiedenis over tal van oude tempels, maar net als in heel Taiwan worden er sinds de
Tweede Wereldoorlog ook talloze nieuwe tempels bijgebouwd. Veel tempels in diverse
afmetingen zijn te vinden op de hoofdstraten, maar vaker nog tussen de huizen in de kleinere
straten en steegjes.
Het is onmogelijk om met zekerheid te zeggen hoeveel tempels er precies zijn in
Tainan. Officiële cijfers uit 2001 spreken over 274 tempels, maar vervolgens worden slechts
243 tempels opgesomd (QSM: V, 324-339). Het Annan Stadsdeel telt volgens deze bron maar
twee tempels. Fan telt er in Annan 35 (Fan 1993: 70-73). Ikzelf telde 46 tempels en 9
christelijke kerken in dat Stadsdeel, maar deze getallen zijn evenmin volledig. De Taiwanese
overheid heeft ook altijd problemen gehad met het in kaart brengen van tempels. Eind jaren
tachtig vermoedden officiële bronnen dat er 2,5 keer meer tempels waren dan het
geregistreerde aantal (Clart 1995: 133). Zelf schat ik het aantal tempels en kerken in Tainan in
2003 op minstens 400.
Sommige tempels zijn bekend in heel Tainan, zelfs heel Taiwan. Tot de eerste
categorie behoren minder dan twintig tempels. Landelijk bekende tempels zijn er in Tainan
minder dan tien. De meeste tempels in Tainan zijn dus enkel gekend door gelovigen of door
de mensen die in de omgeving wonen. Die omgeving variëert in grootte. De grote
meerderheid van kleine tempels in privéhanden zijn enkel gekend door hun ommiddellijke
buren en de gelovigen die er komen bidden. Andere tempels zijn in een heel Stadsdeel gekend.
Chinese tempels kunnen alle maten en vormen aannemen. Sommige tempels zijn
gemaakt van een reeks stalen platen en lijken erg op een garagebox. Andere zijn kleine stenen
bouwsels met een ruimte voor de goden en niet meer dan kleine berging ernaast. In plaats van
een auto staat er een altaar met daarop één of enkele godenbeelden, een wierookpot en
offerranden. Grotere tempels behuizen diverse goden in verschillende ruimtes en beschikken
daarnaast over een plein voor de tempels en bergruimtes, een bureau of een
gemeenschapszaaltje waarin gelovigen thee drinken, kaartspelen of vergaderingen beleggen.
56
Vroeger werd er niet in de hoogte gebouwd. Nieuwere tempels hebben vaak wel twee soms
drie verdiepingen.
7.2
YIGUAN DAO IN TAINAN STAD
Maar weinig inwoners van Tainan konden mij vertellen waar ik in hun stad een
Yiguan-Daotempel kon vinden. Het hoofdkwartier van Wang Shou’s Baoguang-tak in Yushan
is vrij bekend. Velen hebben dit tempelcomplex als eens bezocht, gekoppeld aan een
zondagse wandeling in de bergen. Maar de lokale tempels van Yiguan Dao bezitten geen
toeristische aantrekkingskracht en zijn enkel bekend door de leden van hun congregatie.
Yiguan Dao telt in Tainan Stad zes tempels. De oudste is gebouwd in de jaren vijftig.
De recentste in de jaren 1990. Twee tempels liggen in het vrij rurale Annan. Noord (Bei Qu),
Anping (Anping Qu), Oost (Dong Qu) en Zuid (Nan Qu) tellen elk één tempel. In de oudste
stadsdelen, Centraal (Zhong Qu) en West (Xi Qu), liggen geen tempels. Er zijn ongetwijfeld
nog congregaties die niet beschikken over een openbare tempel en dus samenkomen rond een
huisaltaar. Deze congregaties zijn bijzonder moeilijk te lokaliseren en het is onmogelij om te
schatten hoeveel er zouden zijn in Tainan Stad. Het merendeel van de vroegere
huisgemeenschappen vergadert sinds de legalisering van Yiguan Dao in openbare boeddhahallen. De laatste tempel, die in de jaren negentig gebouwd werd, lag net binnen de
stadsgrenzen in het nog vrij goedkope zuidoosten.
De enige tempel die ik vlak buiten de stadsgrenzen heb gevonden, is de Heilige Hal
der Eerlijkheid (Xinyi Shengtang). Het is in deze tempel dat mijn inwijdingsritueel plaatsvond.
Hij lag even buiten de stadsgrenzen in Gaoxiong County. Deze congregatie is een deel van de
Xingyi-afdeling. De gelovigen van deze Hal woonden en werkten voornamelijk in Tainan
Stad. Het is waarschijnlijk dat ook andere congregaties uit Tainan Stad hun tempels hebben
gebouwd op de goedkopere gronden buiten de stad. Omdat Yiguan-Daoleden niet in contact
komen met leden van andere congregaties kon niemand mij informeren hoeveel tempels er
vlak buiten de stadsgrenzen zouden zijn. Om praktische redenen beperkte mijn onderzoek
zich dus naar de zes tempels binnen de stadsgrenzen. De congregaties van deze tempels
wonen en werken zowel in als rond Tainan Stad.
De kleinste Yiguan-Daotempel in Tainan, de Heilige Hal van de Zuidelijke Putuo-grot
(Nan Putuoyan Shengtang)1 behoort tot de Jichu-Afdeling. Een beetje groter is de Boeddha1
Puto is zaols we al vertelden een berg waar Guanyin gewoont zou hebben. Het is nu de locatie van een bekend
boeddhistische bergklooster in Zhejiang Provincie.
57
hal van Rechtschapen Deugd (Deyi Fotang). Deze laatste rekent zich net als de Heilige Hal
van de Verheven Deugd (Chongde Shengtang) tot de Fayi-afdeling. De Deyi Tang wordt later
nog besproken. De andere drie tempels behoren tot de Baoguang-afdeling van Wang Shou.
Het gaat hier om de Heilige Hal van de Hemelse Heerser (Tiandi Shengtang), de Heilige Hal
van Heer Guan (Guandi Shengtang) en de Heilige Hal van de Geurige Schittering
(Xiangguang Shengtang).
De twee kleinere hallen zijn moderne, vierkante gebouwen. Een hele reeks nieuwe en
kleine tempels zien er zo uit. Als de god die ze huizen voldoende volgelingen weet te
verzamelen worden deze gebouwen zodra het kan vervangen door een traditionele, mooiere
en grotere tempel. De congregatie van de Hal van de Rechtschapen Deugd en de Puto-grot
zijn dan ook klein. Beide tempels werden zeker gebouwd door leden van Yiguan Dao. In de
Puto-grot zit bodhisattva Guanyin op het hoofdaltaar. In de Hal van de Rechtschapen deugd
neemt Maitreya Boeddha de centrale positie in. Voor een buitenstaander is het nog steeds
aannemelijk dat deze tempels boeddhistisch zijn. Waarschijnlijk heeft geen van deze tempels
ooit een poging gedaan om zich te laten registreren voor de legalisatie van Yiguan Dao. Ze
hebben naar verluidt ook nooit problemen gehad met de politie.
De Hal van Heer Guan en de Hal van de Hemelse Heerser zien er allebei uit als
gewone Chinese tempels. De Hemelse Heer beschikt over drie verdiepingen, Heer Guan over
twee. Deze twee tempels waren voor de legalisering geregistreerd als taoïstische tempels. Hun
hoofdaltaar is dan ook gewijd aan traditionele Chinese goden: Heer Guan en Lü Dongbin 2.
Het is mogelijk dat deze tempels oorspronkelijk ook echt taoïstische tempels waren met (of
zonder) een geest-schrijfcongregatie. Jordan beschrijft een geval waarin Yiguan Dao zo’n
tempel overnam in Tainan Stad (Jordan 1982). Informanten ontkennen dat dit het geval was
en beweerden dat hun tempel van in het begin behoorde tot Yiguan Dao.
De Hal van de Geurige Schittering de Hal van de Verheven Deugd en de Hal der
Eerlijkheid zijn typische voorbeelden van recente Yiguan-Daotempels: ze tellen vijf
verdiepingen. De laatste twee werden in de jaren negentig gebouwd. De Hal van de Geurige
Schittering werd in dat decennium vergroot.
We zullen de Hal van de Geurige Schittering van naderbij bekijken, omdat het een
good voorbeeld is van een moderne Yiguan-Daotempel en de groei van de groei van Wang
Shou’s Baoguang-Yushan-tak illustreert. Daarna zullen we ter vergelijking een beeld
scheppen van de Deyi Tang, de Hal van de Rechtschapen Deugd.
2
Alle Chinese goden beschikken over een hele reeks titels. Hemelse Heer is de titel die in deze tempel aan Lü
Dongbin gegeven wordt.
58
7.3
DE HAL VAN DE GEURIGE SCHITTERING
7.3.1
De geschiedenis van de Xiangguang Shengtang
De geschiedenis van de Hal van de Geurige Schittering wordt beschreven op een groot
bord aan de receptie van de hal en aan de hand hiervan door gelovigen enthousiast verhaald.
De Boeddhistische Vereniging van de Geurige Schittering (Fojiao Xiangguang She) was
oorspronkelijk een boeddhistische lekencongregatie. Deze werd in 1973 opgericht en vestigde
zich in 1976 in een hal met dezelfde naam. Dit gebouw werd nooit volledig afgewerkt omdat
de vereniging er niet in slaagde voldoende middelen te verzamelen. In 1982 was de financiële
toestand zo slecht dat de drie oprichters van de hal de manager van de Hal van de Hemelse
Heer opzochten. Deze bracht hen in contact met Wang Shou. De drie bleken bereid om het
management van de vereniging zonder voorwaarden over te dragen. De eigenaar van de hal en
de geloofsgemeenschap maakte hiertegen geen bezwaar. Daarop kocht Wang Shou, samen
met een manager van de oude vereniging en de manager van de Hal van de Hemelse Heer het
gebouw en de aanliggende gronden. Met Wang Shou als manager werd vervolgens begonnen
aan de renovatie van de tempel, die vanaf nu Hal van de Geurige Schittering zou heten.
De tempel werd in die tijd bestuurd door een tempelcomité (weiyuanhui) waarvan
Wang Shou de voorzitter werd. Dit is een normale organisatievorm voor Chinese tempels.
Een tempelcomité bestaat uit prominenten of kapitaalkrachtige leden van de gemeenschap.
Het is het comité dat zijn eigen leden selecteert. Dat een kapitaalkrachtig persoon als Wang
Shou een belangrijke positie verkrijgt door de inbreng van financiële middelen is niet
ongebruikelijk. Nieuwe leiders kunnen in dat geval ook de religieuze oriëntatie van de tempel
beïnvloeden.3 Het is mij niet duidelijk waarom de lekenvereniging te rade ging bij Yiguan
Dao. Het is mogelijk dat er zakelijke of persoonlijke belangen meespeelden, maar het kan ook
dat de lekenorganisatie Yiguan Dao als een verwante beweging beschouwde.
De heringerichte Xiangguang Shengtang kende meer succes en groeide snel. In 1992
werd een algemene vergadering van de geloofsgemeenschap belegd. Die vergadering besloot
een bouwcomité op te richtten belast met het vergroten van de boeddha-hal. Er werd beslist
om het bestaande gebouw uit te breiden met twee zijbeuken en daar achter een nieuw gebouw
van vijf verdiepingen op te trekken. Hiervoor moest het bestaande gebouw eerst verplaatst
worden. Niet zonder trots vertelde men mij dat het hele gebouw op twee maanden tijd 12
3
Over tempelorganisatie en mangagement zie Feuchtwang 1974, Bosco 1994, Huang 2000.
59
meter zuidwaarts en 15 meter oostwaarts werd verschoven. Tegelijkertijd kwam het gebouw
bijna twee meter hoger te liggen. Op de 2de dag van de 2de maanmaand in het jaar 1994 werd
de nieuwe hal ingewijd. De volledige verbouwing zou 42 miljoen NT$ hebben gekost.4
7.3.2
De inrichting van de tempel
De Hal van de Geurige Schittering ligt in het noordelijke Annan Stadsdeel. Rondom de
tempel liggen voornamelijk rijstvelden, maar de gesloten bebouwing van Tainan Stad is al
opgerukt tot enkele honderden meters ten zuiden van de tempel. In het noordoosten ligt er een
kleine dorpskern waar ook een protestantse kerk en twee kleine Chinese volkstempels staan.
Vóór de tempel is er een plein dat dienst doet als parking. Boven op de trap die naar de ingang
leidt staat een grote driepotige wierookpot. De brede schuifdeuren geven toegang tot een
ruime zaal. Zoals in elke Yiguan-Daotempel blinkt en glimt de hele inrichting van de zaal en
zijn het altaar en de nissen waarin de godenbeelden staan rijk versiert en fijn afgewerkt. De
zaal op het gelijkvloers van het voorste gebouw van de tempel is gewijd aan de Heillanden
van de Drie Yang (Sanyang Kaitai). In het midden zit Maitreya Boeddha, aan zijn rechterkant
Sakyamuni Boeddha, aan zijn linkerkant Dimpamkara Boeddha. Hun kleren komen overeen
met de kleuren van hun kosmische periode. Maitreya draagt een goud-wit gewaad, Sakyamuni
rood en Dimpamkara groen. Op hun altaar staat één wierookpot. Links en rechts daarvan
staan twee houten kokers met een reeks lange, platte houten stokken. Op het altaar liggen ook
een aantal rode blokjes in de vorm van een halve maan.
Op de tweede verdieping is er een iets minder weelderig altaar. Dit altaar was het
hoofdaltaar van de Vereniging van de Geurige Schittering. De centrale positie wordt
ingenomen door Amitabha Boeddha (Amituo Fo). Aan de linkerkant zit Da Shizhi Pusa,
rechts Bodhisattva Guanyin. Ook hier is er één wierookpot voor de drie goden. Er liggen jiaoblokjes, maar geen qian-stokken. Een buitenstaander zou deze twee altaren evengoed
boeddhistisch kunnen noemen.
7.3.2.1
Divinatie met jiao en qian
Deze rode blokjes (jiao) zijn een manier om met de goden te communiceren. Dit
gebeurt door eerst wierook te offeren in de wierookpot op de tafel. Vervolgens knielt de
gelovige op een van de bidkussentjes voor het altaar, terwijl hij of zij twee blokjes tussen twee
4
Zo’n 45 miljoen BEF.
60
handen tegen elkaar drukt. Jiao zijn maanvormig en hebben een platte en een ronde kant.
Door de platte kanten tegen elkaar te houden krijg je iets wat een beetje op een banaan lijkt.
Het probleem en een mogelijke oplossing wordt daarop in stilte of zacht fluisterend aan de
god voorgelegd terwijl de gelovige de jiao voor zijn borst op en neer beweegt. Daarop laat de
gelovige de jiao vallen. Er zijn drie manieren waarop jiao op de grond kunnen landen. Als de
twee platte kanten op de grond landen en de jiao dus meteen tot stilstand komen, toont de
geraadpleegde godheid dat de voorgestelde handelingswijze hem of haar niet bevalt. Jiao die
met hun ronde zijde op de grond vallen, trillen nog even na en geven zo aan dat de god
geamuseerd is door de gestelde vraag. Dit is nog geen positief antwoord. Mogelijk is het
voorgelegde probleem helemaal niet problematisch en zal het wel goed aflopen. Ofwel
betekenen de lachende jiao dat de vraag niet goed gesteld is en er naar andere aspecten van de
situatie moet worden geïnformeerd. Als de jiao met een platte kant en een ronde kant op de
grond vallen, betekent dit dat de god instemt met de voorgestelde handelswijze. Er worden
dus altijd een aantal vragen gesteld. Aan de hand van de antwoorden kan de vraag “Zal ik in
Taibei gaan verder studeren?” evolueren naar “Moet ik nog wel verder studeren?” , “Kan ik
beter in Tainan blijven studeren?”, en zo verder tot de gelovige weet wat de beste
handelswijze is of tot blijkt dat de god geen duidelijke uitspraak wil of kan doen.
De met stokken (qian) gevulde kokers zijn een andere manier van divinatie. Na het
offeren van wierook en het voorstellen van het probleem neemt een gelovige een stok uit de
koker. Met de jiao wordt vervolgens uitgemaakt of de gelovige de juiste stok heeft genomen.
Er zijn drie opéénvolgende positieve antwoorden nodig, zoniet moet er een nieuwe stok
worden genomen. Meestal zijn er 60 stokken. Op iedere stok staat een nummer. In de buurt
van het altaar is er soms een boek te vinden vol korte cryptische verzen die elk een nummer
dragen. Meestal echter staan deze nummers en versjes op aparte papiertjes die te vinden zijn
tegen een muur naast het altaar. Het cryptische vers bevat het antwoord op het voorgelegde
probleem. Meestal staat er onder het vers verdere uitleg. Vaak ook is er in de buurt van het
paneel vol papiertjes een oudere man te vinden, die de versjes interpreteren kan en de
gelovigen van verder advies voorziet.5
Jiao en qian zijn te vinden in bijna iedere tempel uit het Taiwanese volksgeloof. Zelfs
veel nieuwe boeddhistische lekencongregaties maken er gebruik van. Orthodoxe boeddhisten
wijzen deze divinatie af en ook in een aantal tempels van Yiguan Dao zijn er geen
divinatieblokjes of –stokken te vinden. Baoguang Yushan gebruikt ze wel.
5
Ook Jordan (1990: hoofdstuk 4) beschrijft deze twee vormen van divinatie.
61
7.3.2.2
De zaal van de Eerwaarde Moeder
De vijfde en hoogste verdieping van het nieuwe gebouw wordt volledig ingenomen
door de belangrijkste en mooiste ruimte van de tempel. De glimmende robijnkleurige
marmeren vloer weerspiegelt er het rijkelijk versierde plafond dat reikt tot aan de nok van het
dak. Tot ongeveer drie meter hoog zijn de muren bekleed met gelakt hout. Daarboven zijn er
aan de zijkanten en op de muur tegenover het altaar muurschilderingen. Er zijn een tiental
panelen van ongeveer 2 op 3 meter. Op het eerste zijn de eerste patriarchen te zien, ernaast
staan Confucius, Sakyamuni, belangrijke confucianistische en boeddhistische patriarchen en
Christus broederlijk naast elkaar, hun hoofden gericht naar de stralende hemel. Vervolgens
worden er een aantal panelen gewijd aan de komst van Maitreya Boeddha en het leven van de
laatste drie patriarchen. We zien patriarch Liu, die de handen van patriarch Lu onderzoekt en
Zang Tianran en Sun Suzhen met hun belangrijkste volgelingen. De volgende panelen tonen
Su Xiulan en Wangshou en de oprichting van de Yiguan Dao Association of the Republic of
China. Het laatste paneel toont de inwijding van de nieuwe Hal van de Geurige Schittering.
Het paneel met de 20-karakters-naam van de Eerwaarde Moeder is meer dan twee
meter hoog en vormt het middelpunt van een 8 meter brede wand van bewerkt en goudgelakt
hout. Deze wand staat voor de noordelijke muur van de ruimte. Voor het tablet van de moeder
op een hoog vierkant altaar staan een beeld van de rechtstaande bodhisattva Guanyin, voor
haar de boeddha-lamp en een witte Maitreya Boeddha, en daarvoor een wierookpot.
Links en rechts van het hoogste altaar, tegen de gouden wand staan de metershoge
beelden van de Yunbao tongzi (Kinderen van de Wolkenschat). Zij worden ook wel eens de
Behoeders van de Wet (Hu Fa) genoemd en zijn de hemelse escorte van de Eerwaarde
moeder. Aan de rechterkant staat de jongen. Hij draagt een waaier op een lange stok waarop
Zon (Ri) geschreven staat. Het linkse wolkenkind is een meisje. Op haar waaier staat Maan
(Yue). Op minder grote altaren zijn er geen beelden van deze twee Behoeders van de wet. Ze
worden dan enkel voorgesteld door twee olielampen naast de centrale wierookpot. De enige
functies van de wolkenkinderen is het onderstrepen van de luister van de Eerwaarde Moeder.
Ze worden nooit apart vereerd of expliciet vernoemd tijdens rituelen.
Ongeveer een meter voor het hoogste altaar staat een lager altaar van ongeveer 4 meter.
Hierop worden de offergaven geplaatst: bloemen en schalen met fruit of snoepgoed.
Offergaven zijn altijd vegetarisch en als ze telbaar zijn, presenteert men een oneven (yang)
aantal per schaal. Ongeveer een meter verwijderd van dit middelste altaar staan de Bewakers
62
van de Wet: Heer Guan (rechts) en Lü Dongbin (links). Hun beelden zijn meer dan twee
meter hoog en vooral de vuurrode Heer Guan in zijn groen- en goudkleurig gewaad, met zijn
hellebaard in aanslag en met priemende ogen, die speuren naar het Kwaad, is indrukwekkend.
Een halve meter voor het altaar met de offergaven staat het voorste altaar. Dit is iets
langer dan de middelste tafel. Op de uiteinden van het altaar staan ook bloemen, maar het
belangrijkste is de wierookpot in het midden van het altaar, recht voor de boeddha, de
moederlamp en Guanyin. De bronzen wierookpot heeft een diameter van ongeveer 30
centimeter. Links en rechts ervan staan twee identieke potjes. In één ervan zitten kleine
blokjes geurig hout, in het andere wierookassen. Een laag houten blokjes vormen de bodem
van de wierookpot, daarop komen de wierookassen. Yiguan Dao gebruikt geurig wierook van
hoge kwaliteit, dat verbrandt tot een bleek, fijn poeder. Voor ieder nieuw offer van wierook
worden de assen in de pot met veel zorg gladgestreken. De houten blokjes op de bodem,
zorgen ervoor dat de geofferde wierookstokjes mooi recht blijven staan. Aan de rechterkant
tussen de centrale wierookpot en de bloemen staat de zonnelamp. Links op dezelfde positie
staat een identieke maanlamp. Deze twee lampen worden samen met de moederlamp
ontstoken voor het begin van rituelen.
Voor het altaar staan bidkussentjes. Het standaardaantal in openbare tempels is tien.
Het is gebruikelijk dat de hoofdingang van een tempelhal zich recht tegenover het altaar
bevindt. De lift en de trap naar de zaal van de Eerwaarde Moeder liggen echter aan de
oostkant van de zaal. Er is daarom een deur gemaakt die naar een balkon leidt, recht
tegenover het moederschrijn. Van op het balkon kijkt men op het dak van de oude boeddhahal en ziet men Tainan Stad liggen.
7.3.2.3
Andere ruimtes in de Hal
De overige ruimtes in de boeddha-hal vertellen ons minstens evenveel over Yiguan
Dao. De derde en vierde verdieping worden momenteel verbouwd. Het is de bedoeling dat
een grote aula met een podium de vroegere polyvalente ruimtes vervangt. Op de tweede
verdieping is een leslokaal. Er is een groot bord en projector. Rijen smalle tafels en
comfortabele stoelen bieden plaatst aan 80 mensen. Daarnaast is een tentoonstellingsruimte
met onder andere houten beelden, schilderijen en kalligrafieën. Op de eerste verdieping is er
een grote keuken en een vergaderzaal. In de kelder is een eetzaal waar een honderdtal mensen
kunnen eten. Op de tweede etage van het oude voorgebouw is een polyvalente ruimte. In de
nieuwe zijbeuken zijn er op de tweede en derde verdieping slaapzalen en –kamers en sanitaire
63
voorzieningen. Rechts (oostkant) voor de mannen, links (westkant) voor de vrouwen. De
zijbeuken op de eerste verdieping worden ingenomen door de bureaus van de manager en het
secretariaat van de tempel. Er is ook een ruimte met zetels, een salontafel waar de paar
gelovigen die in de tempel verblijven of er iedere dag naartoe komen theedrinken of televisie
kijken. Hier zijn altijd een aantal gelovigen te vinden die de tempel onderhouden en de
dagelijkse offeranden verzorgen. Vooraleer we de activiteiten van de Hal van de Geurige
Schittering voorstellen, zullen ter vergelijking kort een andere hal van Yiguan Dao voorstellen.
7.4
DE HAL VAN RECHTSCHAPEN DEUGD
De Hal van Rechtschapen Deugd ligt ook in Annan Stadsdeel, in een dorpskern die
doorkruist wordt door enkele invalswegen naar Tainan Stad. De dorpskern is dichtbebouwd,
maar zelden zijn de gebouwen hier hoger dan drie verdiepingen. Het hoogste gebouw in de
wijde omgeving is een bekende en grote tempel gewijd aan Mazu. Mazu werd oorspronkelijk
vereerd door vissers en zeelieden in Zuid-China, maar groeide uit tot een van de populairste
goden in Taiwan.
Het is niet zo makkelijk om de Hal van Rechtschapen Deugd te vinden. Het gebouw
telt maar twee verdiepingen en ligt een eindje van de straat verwijderd. Er is een grote ijzeren
poort maar die staat meestal open. Tussen de tempel en de straat was er vroeger een gazon,
maar omdat de ruimte gebruikt wordt als parkeerplaats zijn er nog maar een paar plekken
waar gras groeit. Aan weerszijden van de parking staan een aantal bomen, planten in grote
potten en bonsais voor een betonnen schutting. Rechts voor de tempel is een terras met een
grote gootsteen en enkele kraantjes. De openbare toiletten die je ernaast zou verwachten zijn
er niet. De hal zelf is een vierkante betonnen bouwsel. Op de eerste verdieping is er een
balkon dat door twee witte zuilen wordt afgezoomd. Op het gelijkvloers is er een kleine
portiek met dezelfde betonnen zuilen, maar nu in het rood. Daarachter zijn twee grote
schuifdeuren. De Deyi Fotang is gebouwd in de jaren zestig en een paar keer heringericht. In
het begin woonde er een lid van Yiguan Dao in de boeddha-hal, maar nu woont de manager
een eindje verder in het dorp.
De grote schuifdeuren geven toegang tot een zaal van 10 meter breed, 20 meter diep en
3 meter hoog. Aan de linkerzijde van de centrale hal zijn er toiletten, een bergruimte en een
gang naar een keuken die achteraan in het gebouw ligt. Aan de rechterkant van de hal zijn
twee kleine ruimtes en een trap naar boven. Er staat een bureau, een boekenkast en enkele
prikborden tegen de muur. Er is een gasvuur om thee te maken, een ijskast, enkele zetels rond
64
een tafeltje en een hele hoop plastic krukjes. Ik heb de bovenverdieping nooit gezien, volgens
de manager werd ze niet gebruikt.
7.4.1
De goden van de Hal van de Rechtschapen Deugd
De achterste muur van de Deyi Tang is ingedeeld in drie nissen, met daarvoor een
glazen wand. In het midden troont daar Maitreya Boeddha. Links vinden we Yuehui Pusa.
Rechts van hem zit Jigong Houfo. Jigong wordt, zoals gewoonlijk, met een waaier en een
kalebas afgebeeld. Verhalen uit het volksgeloof zeggen dat er in die kalebas wijn zit. Leden
van Yiguan Dao brengen daar tegenin dat Jigong oorspronkelijk als een genezer werd vereerd
en dat de kalebas dus medicijnen bevat (Shahar 1998: 207). Achter Maitreya Boeddha hangt
een groot wit papier waarop de naam van de Eerwaarde moeder is gekalligrafeerd in zwarte
inkt. Op het altaar voor deze nissen staan van links naar rechts: Lü Dongbin, de Oude
Onsterfelijke van de Zuidpool (Nanji Xianweng) en Guan Gong. De Oude Onsterfelijke van
de Zuidpool is een godheid die ook in veel taoïstische tempels is terug te vinden.
7.4.2
De centrale wierookpot en divinatieblokjes
Vóór de ingang van de Deyi Tang staat er geen wierookpot op drie voeten. Deze
wierookpot was wel te vinden in de Hal van de Geurige Schittering en is ook een onderdeel
van de meeste andere Chinese tempels. Normaal staat hij buiten voor de deur en is hij gewijd
aan de Hemel of alle hemelse goden. Omdat het hoofdaltaar van iedere Yiguan-Daotempel
ook gewijd is aan de Hemel is dat niet nodig volgens de manager van de Deyi Tang.
Bovendien kan zo’n pot buiten gestolen worden. Hij verzekerde mij dat ook andere Yiguan
Dao tempels geen centrale wierookpot hebben. Dat is inderdaad zo. De redenen die de
manager geeft zijn aannemelijk. Maar misschien is het verdwijnen van de centrale wierookpot
ook een gevolg van Yiguan Dao’s illegale positie. Gebouwen waar een driepotige pot staat
zijn duidelijk openbare tempels. Gebouwen zonder centrale wierookpot vallen minder op en
kunnen verklaard worden als een privé boeddhaschrijn.
Anderzijds zijn er ook geen divinatieblokjes te vinden in de Hal van de Rechtschapen
Deugd. In de andere tempel in Tainan Stad die zich tot de Fayi-afdeling rekent, de Hal van de
Verheven Deugd, liggen er dan weer wel jiao op het altaar. Maar zowel de centrale
wierookpot, als de divinatieblokjes zijn elementen die uit het volksgeloof. De positie van de
manager van de Deyi Tang sluit meer aan bij de overgeleverde doctrine van Yiguan Dao. De
65
toevoeging van een centrale wierookpot, divinatieblokjes en –stokken is dus mogelijk een
teken van de vermenging van de leer en praktijken van Baoguang Yushan en andere YiguanDaotakken met gebruiken uit het volksgeloof.
7.4.3
Activiteiten van de Deyi Tang
We zullen dadelijk de activiteiten van de Hal van de Geurige Schittering bespreken.
Om vergelijking mogelijk te maken gaan we hier dieper in op een aantal activiteiten van de
Deyi Tang.
Volgens de manager behoren er meer dan 150 gelovigen tot zijn congregatie. Elke 14 de
en 30ste van de maanmaand is er een eredienst (zie ook 8.1.4). Gewoonlijk zijn er zo’n 10 tot
20 aanwezigen op deze bijeenkomsten. Om de twee weken op dinsdag zijn er lezingen of
lessen over belangrijke teksten of concepten van Yiguan Dao. Hier zijn er telkens 20 tot 30
aanwezigen. Voor de overige feesten en activiteiten gaan gelovigen naar een grotere tempel
van de afdeling in Gaoxiong County. De manager van deze tempel hechtte groot belang aan
dienstbaarheid. Het bijwonen van activiteiten in de afdelingshal omschreef hij als
vrijwilligerswerk. Gelovigen kunnen er helpen in de keuken van de tempel, bij het
onderhouden van de tempel, of bij in de liefdadigheidsprojecten die Yiguan Dao heeft opgezet.
Er zijn naar verluidt omdat gelovigen zelfs als ze enkel gaan luisteren naar een lezing dit doen
in een geest van bereidwilligheid en behulpzaamheid.
De manager van de Deyi Tang was de enige die toegaf dat er nog geest-schrijf-sessies
werden gehouden in zijn hal. Er zouden een zestal geest-schrijf-sessies zijn per jaar, maar
deze waren enkel toegankelijk voor gelovigen die in deze congregatie waren ingewijd. Ik heb
er dus geen kunnen bijwonen en ben ook amper iets te weten gekomen over het huidige
belang en het verloop van deze sessies voor de congregatie van de Deyi Tang. 6 Ook dit wijst
erop dat de Deyi Tang veel traditioneler is dan de congregaties van Wang Shou, waar geestschrijven tot een strikt minimum is beperkt en enkel nog plaats vindt in de tempel van Yushan.
6
Beschrijving van een schrijf-sessie zijn te vinden in Jordan & Overmyer (1986), Clart (1994 & 1997) en
Thompson 1982. Maar geen van deze sessies gebeurd in een Yiguan-Dao congregatie.
66
8)
8.1
DE RITUELEN VAN YIGUAN DAO
DE DAGELIJKSE PRAKTIJK
Op een doordeweekse dag zijn er niet meer dan tien mensen aanwezig in de Hal van de
Geurige Schittering. Een vijftal van hen zijn er bijna elke dag. Ze wonen vlakbij. De anderen
komen naar de tempel als ze tijd hebben, sommigen van hen wonen een eindje verder en
komen maar voor een deel van de dag. De meeste van hen zijn zestigplussers, maar mevrouw
Chen en juffrouw Cai zijn veertigers. Juffrouw Cai woont met haar oude moeder in de tempel.
De totale congregatie telt volgens juffrouw Cai meer dan 400 gelovigen. Welke riten Yiguan
Dao volgt en wat de kenmerken van deze rituelen zijn wordt in dit hoofdstuk uiteengezet.
Het was Zhang Tianran die de rituelen van Yiguan Dao vastlegde. Zijn regels en
bepalingen worden geregeld onderbroken door formules die benadrukken dat deze regels niet
ten allen prijzen gevolgd moeten worden. Als omstandigheden, financiële problemen of
andere verplichtingen het onmogelijk maken, dan kan, bijvoorbeeld, het offeren van wierook
weggelaten worden met behoud van de geijkte buigingen. Het is onder andere ook toegestaan
het aantal rituelen van drie tot één per dag te beperken of de rituelen uit te voeren voor een
kaars in plaats van een volledig ingericht altaar. Wat belangrijk is, is de innerlijke overtuiging
en concentratie van de gelovige. Indien de situatie het toelaat, dan moeten de rituelen wel
volgens de regels worden uitgevoerd (Song 1983: 49).
In wat volgt beschrijf ik het Ritueel ter Presentatie van Wierook. Dit zal ons een idee
geven van een aantal typische kenmerken van Yiguan-Daorituelen. Onder andere het
kowtowen, het reciteren van teksten, het gebruik van twee voorgangers. Dit ritueel wordt in
principe drie keer per dag uitgevoerd in iedere tempel van Yiguan Dao. Een verkorte versie
bestaat voor het offeren van wierook in huisaltaren. De meeste gelovigen doen dit twee keer
per dag (Song 1983: 49-50). Zoals al gezegd werd gaat dit ritueel ook vooraf aan een
inwijdingsceremonie. Het is ook een onderdeel van de tweewekelijkse erediensten, waarover
we later meer zullen zeggen. Ik geef de volledige vertaling van het ritueel, maar eerst moeten
we enkele zaken en termen die erin voorkomen verduidelijken.
67
8.2
ENKELE KENMERKEN EN BASISBEWEGINGEN
In een heel aantal rituelen zijn er twee voorgangers. De hoofdvoorganger gaat links
vooraan staan, vaak ter hoogte van de maanlamp. Dit is links in de zaal en de kant waar de
vrouwelijke gelovigen plaats nemen. Het is ook de plaats aan de rechterhand van de boeddha.
De vicevoorganger gaat aan de zonnelamp staan. In andere rituelen is er geen voorganger
maar telt iemand van de deelnemers het aantal buigingen hardop. De enige hiërarchie die hier
telt, is die binnen Yiguan Dao. Tijdens formele gelegenheden nemen gelovigen posities in
volgens hun geloofsanciënniteit en niet volgens hun leeftijd of geslacht. Wanneer rituelen
door mannen en vrouwen apart moeten worden volbracht, zoals tijdens een inwijdingsritueel
gaan mannen eerst en daarna de vrouwen (Song 1983: 50). Enkele gelovigen vertelden me
echter dat dit geen absolute regel was, maar afhing van de leider van de gemeenschap. Als
deze vrouwelijk was, dan zouden vrouwelijke gelovigen voor de mannen gaan. Ik heb enkel
rituelen gezien in hallen met mannelijke leiders en zelfs als de voorganger een vrouw was,
gingen de mannen eerst als er handelingen door de twee geslachten apart moesten worden
vervuld.
Rechtstaan doet men door beide voeten langs elkaar te zetten en de handen voor de
borst samen te vouwen. Handen vouwen doet men door met de rechterhand een vuist te
maken en deze te omsluiten met de linkerhand. Tijdens een buiging wordt het hoofd wordt
gebogen en de handen die daarvoor samengevouwen voor de borst werden gehouden worden
tot boven de ogen gebracht. Er is ook een diepe buiging, hiervoor brengt men de armen langs
het lichaam en buigt men het bovenlichaam (75°)1 voorover. Knielen (op een bidkussentje)
gebeurt als volgt. De beginpositie is rechtstaand voor een bidkussentje met de handen
gevouwen voor de borst. Daarop doet men met links een stap naar voren en plaats men de
linkervoet naast het bidkussen. Vrouwen of mannen met traditionele lange gewaden trekken
hun kleed met beide handen langs de knieën lichtjes omhoog, zodat men door het rechterbeen
kan buigen en de rechterknie op het kussen wordt gezet. Daarop worden de handen weer
gevouwen voor de borst en plaatst men tegelijkertijd de linker- naast de rechterknie.
Rechtstaan vanuit geknielde positie doet men net zo maar dan in omgekeerde volgorde. Een
kowtow gebeurd vanuit geknielde positie. De gevouwen handen worden nu in de positie van
de tweede schat (de mudra of het zegel) gebracht. Tegelijkertijd buigt men voorover en plaats
men de handen op het uiteinde van het bidkussen. Eén kowtow betekent dat men vanuit deze
1
Dit getal werd vermeld als richtlijn tijdens een cursus over rituelen. Het is uiteraard niet zo dat de percieze
hellingsgraad van het lichaam gemeten wordt. De regels zijn niet rigide en er zijn kleine persoonlijke variaties in
de bewegingen.
68
positie het hoofd verder doorbuigt tot het voorhoofd de handen (bijna) raakt. Het bevel zich
terug te trekken tenslotte betekent dat de geadresseerde eerbiedig drie passen naar achter moet
doen. Als deze drie passen hem niet op de positie brengen waarnaar hij of zij zich (opnieuw)
moet begeven mag hij of zij zich omdraaien en gewoon verder wandelen naar die positie.
Voor een ritueel begint worden de moederlamp, en de zonne- en maanlamp
aangestoken. De oude wierookstokjes worden uit de pot verwijderd en de assen worden
gladgestreken. Wierookstokjes worden één per één in de pot geplaatst met de linkerhand. De
linkerhand is volgens Yiguan Dao de hand waarmee we het minste kwaad verrichten en
daarom het best geschikt om wierook te offeren.
8.3
HET RITUEEL TER PRESENTATIE VAN WIEROOK
(XIANXIANG LI)
Zoals het hoort volgens de voorschriften van Zhang Tianran wordt er in de Hal van de
Geurige Schittering drie keer per dag wierook geofferd. Hiervoor roept juffrouw Cai haar
zusters en broeders in de Dao (daoqin) op om zich naar de zaal van de Eerwaarde moeder te
begeven. Ze gebruikt hiervoor de interne geluidsinstallatie van de tempel. Dit gebeurt telkens
om zes uur ’s ochtends, om elf uur en om vijf uur ’s avonds. Niet alle aanwezigen begeven
zich elke keer naar de vijfde verdieping. ’s Avonds is er wat meer volk, maar overdag zijn er
vaak maar drie gelovigen die de lift naar boven nemen. Drie gelovigen is eigenlijk het
minimum, maar in heel wat kleinere tempels van Yiguan Dao wordt dit ritueel uitgevoerd
door één of twee personen en vaak maar één of twee keer per dag.
De drie gelovigen die in deze hal als het minimum mimorum beschouwd worden,
fungeren als voorganger, vicevoorganger en presentator van de wierook. Nadat elk zijn positie
heeft ingenomen neemt de voorganger het woord. Ik zal de volledige tekst van dit ritueel
hieronder vertalen (Song 1983: 50-53)2. In de linkerkolom is de voorganger aan het woord, in
de rechterkolom de vicevoorganger. De presentator van de wierook staat voor de wierookpot
en zal de aanwijzingen van de voorgangers volgen.
Buig, kniel
Aan de Helder Schitterende Hoogste Heerser
offer vijf stokjes wierook
Aan alle Hemelse Goden en Heiligen
offer drie stokjes wierook
Aan Patriarch Maitreya
offer drie stokjes wierook
2
één offer, twee offer, drie offer, vier offer, vijf offers
één offer, twee offer, drie offers
één offer, twee offer, drie offers
Een Engelse vertaling van dit ritueel is te vinden in Jordan & Overmyer (1986: 294-296).
69
Als er zoals in de Hal van de Geurige Schittering een tweede wierookpot staat op het
hoogste altaar, worden deze drie wierookstokjes in die hoogste wierookpot geplaatst. Als er
maar drie aanwezigen zijn zal de vicevoorganger dat doen en weer terugkeren naar zijn of
haar positie aan de zonnelamp.
Aan de God van de Stoof
offer één stokje wierook
Aan de Helder Schitterende Hoogste Heerser
tien kowtows
Sta recht, buig, kniel
Aan alle Hemelse Goden en Heiligen
vijf kowtows
Sta recht, buig, kniel
Aan Patriarch Maitreya
vijf kowtows
Sta recht, buig, kniel
Aan de Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee
vijf kowtows
Aan de Heiligen (stichters) van de Vijf Religies
vijf kowtows
Aan de Levende Boeddha en Geëerde Leraar
vijf kowtows
Aan de Maan-wijsheid Bodhisattva
vijf kowtows
Aan alle Bewakers van de Wet
vijf kowtows
Aan de God van de Stoof
drie kowtows
Aan de Geëerde Leraar
drie kowtows
Aan de Leraar-moeder
drie kowtows
Aan de Maarschalk van deze Zaal (beschermer)
drie kowtows
Aan de Generaal van deze Zaal (beschermer)
drie kowtows
Aan de Bodhisattva die de leer verspreid
drie kowtows
Aan alle Grote Onsterfelijken
drie kowtows
Aan de initiator
één kowtow
Aan de Spirituele Meester
één kowtow
Aan de Spirituele Gids
één kowtow
Aan de gemeenschap van de Voorgangers (in de Dao)
één kowtow
Aan onze eigen voorouders
één offer
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow,
negen kowtow, tien kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow,
vijf kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtows
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow
één kowtow, twee kowtow, drie kowtow
één kowtow
één kowtow
één kowtow
één kowtow
70
één kowtow
één kowtow
Ga verder met het declameren van de tekst van
oprechte berouw:
De voorgangers voegen zich nu bij de gelovigen die de vorige reeks kowtows hebben
uitgevoerd. De vrouwen staan recht en begeven zich naar de linkerkant van de zaal, de
mannen declameren geknield de tekst. Daarna doen de vrouwen hetzelfde. Er is telkens een
lid van de kowtowende groep die de het aantal kowtows afroept en telt.
Ik, (naam)
kniel met oprecht hart voor de lotus(troon) van de Helder Schitterende Hoogste Heerser.
[Drie kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtows]
Patriarch Maitreya, wiens wonderlijke Wet (leer) zonder grenzen is, die alle levende wezens beschermt en
bewaart, voor deze boeddha tonen we berouw, verbeteren en hernieuwen we onszelf en registreren we ons
gezamenlijk in de Hemel.
[Drie kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtows]
Allen van de congregatie, die verward of fout zijn of dwalen, kijk op en bidt tot Patriarch (Maitreya) die
grootmoedig onze zonden vergeeft.
[Tien Kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven
kowtow, acht kowtow, negen kowtow, tien kowtows]
Geprezen zij Amitabha Boeddha, de tien boeddha’s en de hemelse primordialen
[Tien Kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven
kowtow, acht kowtow, negen kowtow, tien kowtows]
Groot onheil komt naderbij, oprecht doen wij beroep op het de grote bezorgdheid en het grote medelijden van de
Eerwaarde Moeder; bescherm en bewaar alle levende wezens zodat ze rampen en tegenspoed mogen vermijden.
[Honderd Kowtows, één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven
kowtow, acht kowtow, negen kowtow, tien kowtow, één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf
kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, twee (20) kowtow, één kowtow, twee
kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, drie
(30) kowtow ... tien (keer tien, 100) kowtows.]
Sta recht, buig diep, het ritueel van het presenteren van de wierook is voorbij.
Allen trekken zich terug.
Dit laatste deel wordt dus tweemaal uitgevoerd. Eerst door de mannen, daarna door de
vrouwen. Alle kowtows worden zo snel als de voorganger ze kan uitspreken genomen. Zeker
tijdens de reeks van honderd gaat het om kleine, snelle hoofdknikjes in de richting van de
handen op het kussentje. De laatste kowtow van elke reeks wordt met meer nadruk
uitgesproken3. Tijdens deze vertraging buigen de meeste gelovigen hun hoofd helemaal naar
onder om zich vervolgens op te richten.
8.4
3
DE EIGENHEID VAN RITUELEN VAN YIGUAN DAO
In mijn vertaling is dat weergegeven met de meervoudsvorm. In het Chinees is het verschil 1 kou, 2 kou, enz...
als laatste x kou-shou.
71
De meeste Taiwanezen vinden de opvolging van buigingen en kowtows ietwat bizar.
De handelingen op zich sluiten aan bij het Chinese volksgeloof, maar het formalisme en de
overdaad van Yiguan-Daoceremonies intrigeren veel Taiwanese toeschouwers. In het Chinese
volksgeloof zijn er tal van rituelen, maar
de uitgebreide, formele riten worden enkel
uitgevoerd door religieuze specialisten, niet door de hele gemeenschap. Volgens Jordan &
Overmyer is deze ‘democratisering’ van gespecialiseerde handelingen één van de
aantrekkelijke punten voor aanhangers van Yiguan Dao (Jordan & Overmyer 1986: 276-277).
Voor deze rituelen baseerde Zhang zich op de Zhou-li, de riten van de Zhou-dynastie
(1121-256 v. Chr.). Deze vormden ook het ideaal voor Confucius en stonden model voor de
officiële offers tijdens het keizerrijk. Tegenwoordig worden zulke rituelen enkel nog
uitgevoerd op de feestdag van Confucius (28 september) en door Yiguan Dao. In het geval
van Yiguan Dao gaat het om vegetarische offers. Gelovigen zelf verwijzen ook naar de aloude
oorsprong van deze rituelen. Vanuit hun standpunt is dit de correcte manier en zijn de rituelen
van het Chinese volksgeloof onvolledige of foutieve afleidingen.
8.5
DE RITUELE KALENDER VAN YIGUAN DAO
De belangrijkste rituele activiteiten van Yiguan Dao zijn de tweewekelijkse
erediensten en wat ik zal noemen de culturele activiteiten. De 1ste en de 15de van de
maanmaand zijn voor iedere Chinese religie belangrijke dagen om de goden te vereren en
offers te brengen. Omdat de meeste mensen overdag werken, heeft Yiguan Dao het tijdstip
van deze erediensten verplaatst naar de avond van de 30ste en 14de dag van de maankalender.
Om zeven uur ’s avonds komen de gelovigen dan samen in de boeddha-hal. Vervolgens wordt
het Ritueel ter Presentatie van Wierook uitgevoerd, onmiddellijk gevolgd door het ritueel ter
Presentatie van Offeranden uitgevoerd. Daarna volgt er een lezing of toespraak van de
tempelvoorzitter of één van zijn assistenten. Om negen uur is de samenkomst voorbij en keert
iedereen naar huis terug. De geofferde schalen fruit blijven twee weken staan. Offerandes die
voor deze tijd oneetbaar dreigen te worden, worden vroeger weggehaald en verwerkt in de
tempelkeuken.
Er zijn ook een aantal grote feestdagen in het rituele jaar van Yiguan Dao. Deze zijn
gebaseerd op de maanmaand, maar ook hier is men flexibel. Belangrijke feesten kunnen
verplaatst worden naar het weekend dat het dichtst bij de datum uit de maankalender valt. De
vier grote offers aan de Hemel zijn de grootste ceremonies van Yiguan Dao. Er zijn er vier per
jaar: op de 15de van de 3de, 6de 9de en 11de maanmaand. In de Baoguang Yushan-tak vinden
72
deze rituelen enkel plaats in de hoofdtempel in Yushan. Geïnteresseerden begeven zich naar
daar, soms vaak in groep, maar de meeste gelovigen gaan naar hun lokale tempel en wonen
daar de normale twee wekelijkse eredienst bij.
Er zijn ook een aantal andere speciale feestdagen. De 2de van de 2de maanmaand
herdenkt men het verwerven van de Weg door Maitreya Boeddha. In het volksgeloof is dit de
feestdag van Tudi Gong, the Locality God (zie Feuchtwang 1992, Dell’Orto 2002). De andere
dagen herdenkt men de verjaardag van belangrijke goden en wijzen. Lü Dongbin op de 14de
van de 4de maand; Guan Gong op de 13de van de 5de; Guanyin op de 19de van de 6de. Zhang
Tianran’s verjaardag is de 19de van de 7de, die van Sun Suzhen op de 29ste van de 8ste.
Door mijn korte verblijf heb ik geen van deze feestdagen in kunnen bijwonen. Van het
einde van de 3de maand tot mijn vertrek op het einde van de 6de maanmaand werden alle
gemeenschappelijke activiteiten van Yiguan Dao afgelast door de Sars-epidemie. Ik kan dus
geen van deze grote feestdagen beschrijven.
73
9)
ACTIVITEITEN VAN YIGUAN DAO
De erediensten zijn maar een beperkt onderdeel van de activiteiten van Yiguan
Dao. Iedere donderdag worden er lessen georganiseerd in het leslokaal op de tweede
verdieping. Iedere zaterdag en zondag oefenen groepen zich in het bespelen van
traditionele instrumenten. Tegelijkertijd vinden er dan ook lessenreeksen plaats in
vegetarisch koken, bloemschikken of kalligrafie.
9.1
DE CURSUSSEN VAN YIGUAN DAO
De lessen van de Hal van de Geurige Schittering lijken de meest populaire activiteit
van de vereniging. Er komt iedere week een 100-tal geïnteresseerden. Dat is de volledige
capaciteit van het leslokaal. In feite worden de lezingen van Baoguang Yushan centraal
georganiseerd. Er zijn een aantal cursussen, die in een aantal tempels en door elkaar worden
gegeven. De Hal van de Geurige Schittering en de Hal van Heer Guan hebben een erg
gelijklopende reeks van wekelijkse lessen. Heel wat gelovigen komen iedere week naar de
lezingen en hebben er dus een aantal al gevolgd. Veel mensen weten niet tot welke lezingen
precies bij welk curriculum horen. De Hal van de Hemelse Heer heeft enkel maandelijkse
lezingen of occasionele lessenreeksen, die dan bijvoorbeeld vier opeenvolgende weken lopen.
Meestal gaat het om lezingen en interpretaties van klassieke Chinese teksten en
belangrijke publicaties van Yiguan Dao. De eerste maanden van 2003 werden er lezingen
gewijd aan delen uit taoïstische klassieken zoals de Daodejing en de Zhuangzi, uit de werken
van confucianistische filosofen zoals de Analecten van Confucius en de Mencius (Mengzi). Er
zijn ook lezingen over maatschappelijke problemen: de jeugd van tegenwoordig, gokken,
echtscheidingen en lessen in de rituele praktijken van Yiguan Dao.
Een voorbeeld is de lessenreeks die telkens een hoofdstuk uit The Ten Admonitory
Sermons from Mother to Her Children besprak1. Deze vond plaats op donderdag, maar slecht
om de drie weken. Op de andere donderdagen werden andere dingen besproken. De Sermons
is een werk dat geopenbaard is door de feniks in 1941. De Eerwaarde Moeder waarschuwt
haar kinderen voor het komende einde van de wereld en roept hen op zich te bekeren. Het
taalgebruik van deze openbaring is erg poëtisch en vaak cryptisch. Er worden een heel aantal
1
De lezingen waren net als het boek in het Chinees, maar ik kreeg van mijn Spirituele Gids, de restaurantbazin,
een Engelse vertaling van dit boek (Sermons 1998) (zie 5.4).
74
allusies op de autoriteit van Zhang Tianran en Sun Suzhen. Het is een van de meest
milleniaristische boeken uit de collectie van Yiguan Dao. De lector van deze reeks ging
daarom dieper in op het naderende einde van de wereld. Hij stelde dat het einde van de wereld
niet noodzakelijk letterlijk moet worden opgevat. Het kan best zijn dat er na een atoomoorlog
mensen overleven, maar het gevaar en het verval van de wereld is duidelijk. Iedere oorlog en
iedere ramp is een catastrofe van de Witte-Yangperiode. Geen moreel mens kan daar
onberoerd door blijven en het is de taak en roeping van Yiguan Dao om dit tij te keren. De
lector benadrukte dus dat de missie van Yiguan Dao positief is. Als het einde van de wereld
ter sprake kwam, wezen ook andere gelovigen op het verschil tussen Yiguan Dao en slechte
bewegingen in het Westen of Japan die collectief zelfmoord plegen.
9.2
ANDERE ACTIVITEITEN
Er zijn studiekampen voor de jeugd, animatie voor de kleinsten, daguitstappen en
reizen naar het buitenland. En er zijn nog een hele reeks liefdadigheidsacties:
inzamelingsacties van rijst en kleren, donaties aan wees-, zieken- en bejaardentehuizen. Ook
het publiceren van religieuze boeken en folders wordt door Yiguan-Daoleden als een goede
daad beschouwd. Juffrouw Cai vertelde me dat de Hal van de Geurige Schittering dat
afgelopen jaar bijna 3 miljoen NT$ had ingezameld.2 Het Jaarboek van het Informatiebureau
van de Overheid (Government Infomation Office, GIO) geeft de volgende schets voor heel
Yiguan Dao eind 1999:
In Taiwan, there are four I-kuan Tao [sic] seminaries, 34 kindergartens, one nursery,
one orphanage, four retirement homes, 21 hospitals, eight clinics, 20 libraries, 30
publishing houses, and 32 publications. The service ethic is closely related to the
order's tradition that believers should "give their hearts to the universe and
contribute their lives to humanity."
Since it was brought to Taiwan, I-kuan Tao has established many cultural and
educational units. These units train an average of 10,000 I-kuan Tao devotees each
year. Over half of the vegetarian restaurants around the island are run by I-kuan
Tao adherents, who are required to follow a strict vegetarian diet (GIO 2002:
Religion, V).
2
Iets meer dan 3 miljoen Belgische Franken.
75
De missie van gelovigen om tijdens hun leven bij te dragen tot het welzijn van de
mensheid blijft niet beperkt tot de activiteiten van de congregaties. Yiguan-Daoleden doen
inspanningen om hun religieuze en economische leven te integreren. Gelovigen werden
aangemoedigd familiebedrijfjes op te zetten en samen met hun werknemers de Dao daar in de
praktijk te brengen. In aardig wat bedrijven zijn Yiguan-Dao-altaren te vinden. Eén van die
bedrijfjes behoort nu tot Taiwans grootste conglomeraten: Evergreen (Vermander 1995: 12).
Evergreen omvat onder andere een handelsvloot, containerterminals, een hotelketen en een
vliegtuigmaatschappij. Dit bedrijf wordt altijd vernoemd als het voorbeeld van de speciale
band die Yiguan-Daoleden zouden hebben met het ondernemerschap. Maar het is niet
duidelijk of Yiguan Dao wel zo’n belangrijke factor voor dit succes was. Er zijn nu eenmaal
veel economische mirakels gebeurd in de recente Taiwanese geschiedenis. Er zou een grotere
loyaliteit bestaan in door Yiguan Dao geïnspireerde bedrijven (Clart 1995: 141).
Mijn hypothese is de volgende. Zoals we zagen is het niet ongebruikelijk dat
kapitaalkrachtige of invloedrijke mannen belangrijke positities verwerven in traditionele
tempelcomités. Ongeveer zoals Wang Shou deed bij zijn overname van de Hal van de Geurige
Schittering. De geloofsgemeenschap in de Chinese volksreligie blijft, ondanks enkele
integrerende aspecten, gescheiden volgens sociale status. Er zijn activiteiten waar het
tempelcomité zich niet mee inlaat. Omgekeerd zijn er andere waartoe de gemeenschap geen
directe toegang heeft (Feuchtwang 1992: 124-125).
Het ideaal binnen Yiguan Dao stelt dat enkel religieuze anciënniteit en verdiensten een
rol spelen en dat is ook vaak zo in de praktijk. Op die manier zorgen de cursussen en het
vrijwilligerswerk voor een grotere sociale gelijkheid en mobiliteit. De hiërarchie van Yiguan
Dao doorkruist dus sociale klassen. Mogelijk zijn de netwerken die daaruit ontstaan erg
vruchtbaar voor de economische emancipatie van heel wat leden.
Het staat vast dat Yiguan Dao een belangrijke rol heeft gespeeld in het oprichten van
vegetarische restaurants op het eiland. In 1993 meldde het GIO dat 90% van de vegetarische
restaurants door Yiguan-Daoleden werden gerund (GIO 1993: 511). In 2000 was dat nog
meer dan 50% (GIO 2002: Chapt. 25: V). Het lijkt mij dat dit aantal ondertussen sterk is
afgenomen. Twintig jaar geleden waren er amper vegetarische restaurants. Sindsdien zijn ook
veel boeddhistische leken en andere Taiwanezen afgestapt van het eten van vlees. De toename
(en sinds kort stabilisatie) van het aantal vegetarische restaurants heeft het aandeel van
Yiguan Dao in deze niche sterk verminderd.
76
10)
HET SUCCES VAN BAOGUANG YUSHAN
De wederzijdse beïnvloeding van moralistische fuluan-gezelschappen, populaire
divinatiepraktijken, de Witte-Lotustraditie en de moderniserende maatschappij zorgde in
Taiwan voor een reconfiguratie van het religieuze landschap. Na de Tweede Wereldoorlog
werd Yiguan Dao een belangrijke factor in deze veranderingen.
Samenvattend kunnen we zeggen dat Yiguan Dao pogingen deed om zhaijiaocongregaties in hun geheel te bekeren. Vaak lukte dat. Daarnaast voelden ook veel leden en
leiders van geest-schrijf-congregaties zich aangetrokken tot Yiguan Dao. Dit veel meer dan
andere congregaties over een structuur en een gesystematiseerde wereldvisie en kosmologie
(Clart 1997: 11-12). Naast Heer Guan en Lü Dongbin introduceerde Yiguan Dao ook Ji Gong
als geest-schrijf-god. We hebben reeds gezien dat deze godheid in de jaren 1980 een
bijzondere populariteit genoot.
Er zijn in Taiwan nog steeds veel andere geest-schrijf-congregaties (zie Thompson
1982; Jordan & Overmyer 1986; Clart 1997). Sommigen leggen zich nog steeds toe op het
publiceren van moraliteitsboeken. Andere gebruiken de feniks om vragen van gelovigen te
beantwoorden. Sommigen zijn erg beïnvloed door het milleniarisme van de Witte Lotus,
anderen promoten de confucianistische ethiek als de weg naar een moderne, sterke Chinese
republiek. Maar allemaal moeten ze concurreren met afdelingen van Yiguan Dao die nog
steeds aan geest-schrijven doen. Het ‘marktaandeel’ van Yiguan Dao is zo groot dat de meeste
geest-schrijf-verenigingen door buitenstaanders met Yiguan Dao geassocieerd worden (Jordan
& Overmyer 1986: 245). Er werden zijn pogingen geweest om de verschillende geest-schrijfcongregaties te verenigen in een aparte koepelorganisatie, maar die liepen op niets uit (Clart
1997: 13-17).
De overname van de Hal van de Geurige Schittering toont ons dat Yiguan Dao in het
begin van de jaren tachtig, genoeg aanzien (en financiële middelen) bezat om ook door
boeddhistisch georiënteerde gelovigen aanvaard te worden. Deze ommekeer kwam er nadat
Yiguan Dao in de jaren zeventig enkele belangrijke veranderingen onderging.
Zoals gezegd besteedde Yiguan Dao oorspronkelijk meer aandacht aan het nabije einde
van de wereld en was het hanteren van de feniks een belangrijk onderdeel van haar
activiteiten. In de jaren zeventig veranderden een aantal grotere takken van Yiguan Dao van
sociale structuur. Het is duidelijk dat Baoguang Yushan onder leiding van Wang Shou één
van deze takken is.
77
Voorheen had de meerderheid van de leden een vrij lage scholingsgraad, nu werden er
steeds meer hogeropgeleiden lid. Dit hing samen met de economische welvaart van de jaren
zeventig en de hernieuwde interesse van de nieuwe elite in haar traditionele cultuur. Terwijl
de Culturele Revolutie het vasteland overspoelde, bleken steeds meer mensen de droom van
Wang Shou te delen om de Chinese traditie opnieuw in ere te herstellen en een centrale rol in
het moderne leven te laten spelen. ‘Nationale Studies’ (guoxue) waren ‘in’ en Yiguan Dao
was een van de weinig organisaties die lessen en discussieavonden organiseerde over de
confucianistische en taoïstische klassieken (Clart 1995: 142). Yiguan-Dao-afdelingen werden
vanaf het eiden van de jaren zestig ook actief op universiteitscampussen waar ze
studentenhuizen of vegetarische studentenkantines oprichtten. Deze speelden een belangrijke
rol in het recruteren van hoger opgeleide leden (Lin Rongze 1996).
Clart noemt dit de intellectualisering van Yiguan Dao (Clart 1995: 142), maar in feite
beperken deze veranderingen zich niet tot een grotere aandacht voor confucianistische ethiek
en tekststudie. Deze grotere aandacht ging gepaard met een strikte beperking van het geestschrijven. De problemen die kunnen ontstaan wanneer de feniks wordt gemanipuleerd door
ambitieuze mediums worden beschreven door Jordan & Overmyer (1986: 166-173). In
Baoguang Yushan en veel afdelingen van Yiguan Dao is geest-schrijven ondertussen naar de
achtergrond verdwenen (Clart 2000: 131, Clart 1995: 142). Een ander aspect van deze
evolutie zijn de inspanningen die gedaan worden sinds de jaren zeventig om het christendom
(en in mindere mate de islam) te incorporeren in de leer van Yiguan Dao. Yiguan Dao spreekt
niet langer over de eenheid van de drie religies, maar over de vijf religies die hun oorsprong
kennen in de Dao (Seiwart 1981: 59). Tenslotte tonen de jiao en de centrale wierookpot ons
dat Baoguang Yushan elementen oveneemt van het volksgeloof die door andere YiguanDaotakken gemeden worden.
Het ondernemen van liefdadigheidsacties is een moderne trend in het hele religieuze
veld van Taiwan. Het is aannemelijk dat dit gebeurt in navolging van Westerse missionering
en initiatieven. Het is een sector waarin ook de moderne boeddhistische lekenbewegingen erg
actief en succesvol zijn (Jones 1999: 198-218). Ook het ondernemen van culturele activiteiten
is een fenomeen dat terug te vinden is in alle Taiwanese religieuze bewegingen. Formeel gaat
deze grotere culturele oriëntatie gepaard met het oprichten van non-profitorganisaties
(Caituan faren). Deze vervangen de traditionele tempelcomités. De overheid moedigt de
vorming van dit soort organisaties aan. Ze zijn beter controleerbaar en hun leiding wordt door
de geloofsgemeenschap verkozen en gecontroleerd (Huang 2000: 383-404, Feuchtwang 1974:
285-289). Dell’Orto is onder de indruk van de waaier van activiteiten die een Tudi-
78
Gongtempel in Taibei ontplooit. Hij zegt niet expliciet welke organisatievorm deze tempel
heeft, maar uit zijn beschrijving valt duidelijk op te maken dat het om een nonprofitorganisatie gaat (Dell’Orto 2002: 52-55). Deze organisatie is op twee manieren beter
geschikt om culturele en liefdadigheidsacties te organiseren. Enerzijds zorgt de grotere
transparantie in de boekhouding en het bestuur ervoor dat zulke acties geloofwaardiger
worden. Anderzijds impliceert de structuur van een non-profitorganisatie meer betrokkenheid
en verantwoordelijkheid van gelovigen in tempelzaken. Dit zorgt vaak voor een groter
engagement en activisme.
De Baoguang Yushan-tak van Wang Shou toonde zich op al deze domeinen een
gangmaker.
79
BESLUIT: YIGUAN DAO, EEN MODERNE CHINESE
RELIGIE
We zijn aan het eind gekomen van een uitvoerige bespreking van één van de
belangrijkste religieuze bewegingen van Taiwan. Yiguan Dao is niet enkel belangrijk door
haar numerieke grootte of de financiële middelen die ze door haar leden weet te genereren.
Het is een belangrijke religie omdat Yiguan Dao bijzonder goed is aangepast aan de
hedendaagse Chinese context.
We hebben niet lang stilgestaan bij de ontstaansgeschiedenis. Verder onderzoek
daarnaar is zeker boeiend, maar het volstond hier te zeggen dat Yiguan Dao ontstond als een
mengvorm van de Witte-Lotustraditie en de confucianistische geest-schrijf-congregaties.
Nieuwe bewegingen ontstonden gedurende een lange periode van de Chinese religieuze
geschiedenis. In het geval van Yiguan Dao gebeurde dit in een periode waarin de Chinese
traditie bedreigd werd door moderne en westerse invloeden. Door middel van de feniks werd
de geldigheid van de Chinese traditie benadrukt.
Daarnaast hebben we ook een zeldzame schets gegeven van de recente evolutie van
een religie in Taiwan. Daarbij zagen we dat Yiguan Dao kon overleven tijdens het bestuur van
de Guomindang en zelfs kon uitgroeien tot een landelijke religie. Daarbij ging de beweging
erg innovatief te werk. Andere religies in Taiwan kenden een gelijkaardige ontwikkeling,
maar de evolutie van Yiguan Dao is frappant, omdat ze gebeurde terwijl de religie officieel
verboden was.
Wat zijn de kenmerken van deze evolutie?
Er zijn, volgens mij twee bewegingen die Yiguan Dao (en elke succesvolle religie in
Taiwan vandaag) weet te combineren: traditionalisme en innovatie. Traditioneel is het geloof
in een moedergod. Nieuw het feit dat ze niet meer wordt afgebeeld en dat er over haar
gesproken wordt in filosofische concepten als Dao. Traditioneel is het boeddhistische geloof
in de komst van Maitreya Boeddha. Nieuw is de heersende opvatting dat Maitreya Boeddha al
op aarde is geweest, maar dat het einde der tijden daarom nog niet onmiddellijk zal volgen.
Traditioneel is de gedachte dat verschillende religieuze leren één zijn. Nieuw dat het
christendom en de islam hierbij horen. Traditioneel is de verheven positie van de Chinese
(religieuze) traditie, nieuw is het geloof dat deze universeel verkondigd kan worden.
80
Yiguan Dao’s milleniarisme werd geleidelijk aan vervangen door een groeiende
nadruk op moraliteit en het behoudt van de traditionele waarden. Dit pleidooi voor een ethisch
reveil is vandaag één van de aantrekkelijke punten voor gelovigen van Yiguan Dao.
Nieuw is ook dat Yiguan Dao haar leden toegang geeft tot praktijken en rituelen die in
het verleden enkel toegankelijk waren voor religieuze specialisten. We hebben een voorbeeld
daarvan gezien in hoofdstuk 8.
Verder biedt Yiguan Dao aan zijn gelovigen een wereldbeeld dat de Chinese traditie
zin geeft in de moderne maatschappij. We hebben heel wat voorbeelden gegeven van het
verbazende gemak waarmee Yiguan Dao en zijn leden verschillende elementen uit het
confucianisme, boeddhisme, taoïsme en christendom in één orde kunnen vatten. Dit is een
bezigheid die gelovigen erg aanspreekt. Verbanden tussen religies worden met groot
genoegen aan medegelovigen verteld.
Daarenboven worden dit wereldbeeld en deze praktijken meer dan in andere
bewegingen gestructureerd. Deze structuur wordt gesymboliseerd door de nieuwe tempels van
Yiguan Dao. Deze combineren devotie en ambitie. De devotie van gelovigen wordt geuit in
de magistrale altarenen en de rijjkelijke tempelingrichting. Het merendeel van de financiële
middelen van gelovigen in het Chinese volksgeloof wordt besteed aan offeranden. In Yiguan
Dao wordt voornamelijk geïnvesteerd in de luister van de boeddha-hal. De meeste daarvan
worden voortdurend uitgebreid en verfraaid. Tegelijkertijd symboliseren deze tempels, als
klaslokaal, uitgeverij en liefdadigheidscentrum ook de ambities van gelovigen. De praktijken
en het wereldbeeld van Yiguan Dao is namelijk ook gestructureerd in publicaties, cursussen,
aan te leren rituelen, vaardigheden en kennis.
Deze evolutie lijkt tenslotte samen te gaan met een verandering in de organisatiestructuur van tempels. Het oprichten van non-profitorganisaties zorgt voor een grotere
betrokkenheid van de gelogiven.
Yiguan Dao evolueerde in competitie met andere religieuze bewegingen en zal dit
blijven doen. Enkel de toekomst zal uitwijzen of de specifieke mix van Yiguan Dao zich zal
kunnen handhaven op de religieuze markt. Er zijn tekenen dat ze dit doet, maar er zijn ook
tekenen dat het orthodoxe boeddhisme en het volksgeloof door een grotere aandacht voor
culturele en caritatieve activiteiten aan een inhaalbeweging zijn begonnen.
Het is moeilijk om de toekomst van Yiguan Dao of het religieuze landschap van
Taiwan te voorspellen, maar ik hoop dat deze verhandeling er op zijn minst in is geslaagd een
aantal aspecten van een belangrijk onderdeel van het hedendaagse Taiwanese religieuze veld
te schetsen.
81
BIBLIOGRAFIE
BOSCO, Joseph
1994 Yiguan Dao: Heterodoxy and Popular Religion in Taiwan. pp. 423-444.
In RUBINSTEIN, Murray A. (red.) The Other Taiwan: 1945 to the Present. Armonk, NY
& London: M.E. Sharpe.
CHESNEAUX, Jean (red.)
1972 Popular Movements and Secret Societies in China, 1840-1950. Stanford, CA: Stanford
Univ. Press.
CLART, Philip
1994 The Birth of a New Scripture: Revelation and Merit Accumulation in a Taiwanese
Spirit-Writing Cult. British Columbia Asian Review 8: 174-203.
1995 Sects, Cults, and Popular Religion: Aspects of Religious Change in Post-War Taiwan.
British Columbia Asian Review 9: 120-163.
1997 The Phoenix and the Mother: The Interaction of Spirit Writing Cults and Popular Sects
in Taiwan. Journal of Chinese Religions 25: 1-32.
2000 Opening the Wilderness for the Way of Heaven: A Chinese New Religion in the
Greater Vancouver Area. Journal of Chinese Religions 28: 127-144.
DCA NEIZHENGBU MINZHENGSI 內政部民政司 (Department of Civil Affairs, Ministry of
Interior)
2001 Taiwan diqu zongjiao jianjie 台灣地區宗教簡介 [Beknopte Voorstelling van Religies
in Taiwan]. Internetpublicatie: DCA, MOI.
http://www.moi.gov.tw/div1/religon/religion_1.asp
DEAN, Kenneth
1998 Lord of the Three in One: The Spread of a Cult in Southeast China. New Jersey:
Princeton Univ. Press.
DELIUSIN, Lev
1972 The I-Kuan Tao Society. pp. 225-233, 277-278.
In Chesneaux, Jean (red.) Popular Movements and Secret Societies in China, 18401950. Stanford, CA: Stanford Univ. Press.
DELL’ORTO, Allessandro
2002 Place and Spirit in Taiwan: Tudi Gong in the Stories, Strategies and Memories of
Everyday Life. London & New York: RoutledgeCurzon.
82
DE WITT TWINEM, Paul
1925 Modern Syncretic Religious Societies in China. Journal of Religion 5: 463-482, 595606.
ELVIN, Mark & G. William SKINNER (red.)
1974 The Chinese City between Two Worlds. Stanford, CA: Stanford Univ. Press.
EXPLANATIONS
1991 Explanations of The Answers to the Truth – Xinglishi jieyi 性理釋解譯. EngelsChinese versie. Tainan: Tian Jiuh Book Store.
FAN Sheng-hsung 范勝雄
1993 Tainanshi Annanqu zhi simiao xinyang chutan (A Pilot Study on the Belief in the Gods
of the Templse [sic] in Annan District in Tainan City) 臺南市安南區之寺廟信仰初探.
Taiwan Wenxian 臺灣文獻: 44(2): 57-74.
FEUCHTWANG, Stephan
1974 City temples in Taipei under Three Regimes. pp. 262-301.
In ELVIN, Mark & G. William SKINNER (red.). The Chinese City between Two Worlds.
Stanford, CA: Stanford Univ. Press.
FEUCHTWANG, Stephan
1992 The Imperial Metaphor: Popular Religion in China. London & New York: Routledge.
GIO
= GOVERNMENT INFORMATION OFFICE
1992 A Brief Introduction to The Republic of China. Taipei: GIO.
1995 A Brief Introduction to The Republic of China. Taipei: GIO.
1997 A Brief Introduction to The Republic of China. Taipei: GIO.
2000 A Brief Introduction to The Republic of China – Taiwan 2001. Taipei: GIO.
2002 The Republic of China Yearbook – Taiwan 2002. Internetpublicatie: GIO.
http://www.gio.gov.tw/taiwan-website/5-gp/yearbook/index.htm
HUANG, Qingsheng 黃慶生
2000 Simiao jingying yu guanli 寺廟經營與管理. Taibei: Yongran wenhua.
INTRODUCTION
1996 Introduction to Dao – Xiantian dadao jianjie 先天大道簡介. Engels-Chinese versie.
Taibei: Zhengyi shanshu chubanshe.
JOCHIM, Christian
1986 Chinese Religions: a Cultural Perspective. Prentice-Hall Series in World Religions.
New Jersy : Prentice-Hall Englewood Cliffs.
83
JONES, Charles Brewer
1999 Buddhism in Taiwan: Religion and the State, 1660-1990. Honolulu: Univ. of Hawai’i
Press.
JORDAN, David K.
1982 The Recent History of the Celestial Way: A Chinese Pietistic Association. Modern
China 8(4, Oct): 435-462.
1990 Eufuncitions, Dysfunctions, and Oracles: Literary Miracle-Making in Taiwan.
Internetpublicatie: Department of Anthropology, Univ. of California San Diago.
http://weber.ucsd.edu/~dkjordan
1999 Gods, Ghosts, & Ancestors: Folk Religion in a Taiwanese Village. Third edition.
Internetpublicatie: Department of Anthropology, Univ. of California San Diago.
http://weber.ucsd.edu/~dkjordan
JORDAN, David K. & Daniel L. OVERMEYER
1986 The Flying Phoenix: Aspects of Chinese Sectarianism in Taiwan. Princeton, NJ:
Princeton Univ. Press.
LIN Rongzi
1996 Yiguan Dao dazhuan xuesheng huoshituan zhi yanjiu 一貫道大專學生伙食團之研究
(A Study of the Dining Societies of College Student Members of Yi-kuan-tao – A Case
Study of the “Taibei Student Circle” of the Fa-yi Chong-de Branch). Dongfang
zongjiao 東方宗教 1996(5): 233-296.
MICOLLIER, Evelyne
1998 Recomposition des faits religieux et tension identitaires à Taiwan: l’ Exemple de la
nouvelle religion Yiguan dao. Perspectives chinoises (Hong Kong) 48(Jul-Aug): 41-47.
OVERMYER, Daniel L.
1976 Folk Buddhist Religion: Dissenting Sects in Late Traditional China. Cambridge, MA:
Harvard Univ. Press.
QSM
2001 Quanguo simiao mingce 全國寺廟名冊 [Nationaal Register van Tempels]. Taibei:
Neizhengbu minzhengsi.
RUBINSTEIN, Murray A. (red.)
1994 The other Taiwan: 1945 to the Present. Armonk, NY & London: M.E. Sharpe.
84
SEIWART, Hubert
1981 Religious Response to Modernization in Taiwan: The Case of I-Kuan Tao. Journal of
the Hong Kong Branch of the Royal Asiatic Society 21: 43-70.
SEIWART, Hubert
1985 Volksreligion und Nationale Tradition in Taiwan: Studien zur Regionalen
Religionsgeschichte einer Chinesischen Provinz. Stuttgart: Franz Steiner Verlag.
SERMONS
1998 The Ten Admonitory Sermons from Mother to Her Children: Huangmu Xunzi Shijie
皇中訓子十誡. Translated by Johnny Tai. Engels-Chinese versie. Taibei: Yuan-Chern
Publishing Co.
SHAHAR, Meir
1998 Crazy Ji: Chinese Religion and Popular Literature. Cambridge, MA & London:
Harvard Univ. Asia Center.
SONG Guangyu 宋光宇
1983 Tiandao gouchen: Yiguan Dao diaocha baogao 天道鉤沈 :一貫道調查報告 [Vissen
naar de Hemelse Weg: Verslag van een onderzoek naar Yiguan Dao]. Taipei: Eigen
beheer.
SPENCE, Jonathan
1991 Op zoek naar het moderne China, 1600-1989. Amsterdam: Agon.
TAI, Johnny
1999 A Basic Guide to the Truth: Questions and Answers, Testimonials (1). Taibei: Yuan
Chern Publishing Co.
THOMPSON, Laurence G.
1982 The Moving Finger Writes: A Note on Revelation and Renewal in Chinese Religion.
Journal of Chinese Religions 10: 92-147.
THORAVAL, Joël
1992 Pourquoi les « religions chinoises » ne peuvent-elles apparaître dans les statistiques
occidentales?. Perspectives chinoises 1: 37-44.
THREE TREASURES
1998 Tiandao sanbao 天道三寶 [The Three Treasures of the Way of Heaven]. ChineesEngelse versie. Taibei: Zhengyi shanshu chubanshe.
VERMANDER, B.
1995 Religions in Taiwan Today. China News Analysis 1538-1539(1-15 juli): 1-15.
85
WELCH, Holmes & YÜ, Chün-Fang.
1980 The Tradition of Innovation: A Chinese New Religion. Numen: International Review
for the History of Religions 27: 222-246.
WITH = World I-kuan Tao Headquarters
2003 Yiguandao.com [Site van het World I-kuan Tao Headquarters]. Internetpublicatie:
WITH.
http://www.yiguandao.com/main.htm
YANG, C.K.
1961 Religion in Chinese Society: A Study of Contemporary Social Funcitons of Religion
and Some of Theri Historical Factors. Berkely, CA: Univ. of California Press.
86
BIJLAGE 1: CHINESE TERMEN
Amituo Fo
Annan Qu
Anping Qu
Ba Xian
Bai Yang
Bailian Jiao
Baiyunzong
bao shi
Baoguang Tan
Baoguang Yushan zhi
Baoguang zu
baojuan
Bei Qu
Caituan Faren
canjia cijia li
Chen Shuibian
cheng Dao
Chongde Shengtang
Dao
阿彌陀佛
安南區
安平區
八仙
白陽
白蓮教
白雲宗
保師
寶光壇
寶光玉山支
寶光組
寶卷
北區
財團法人
參駕辭駕禮
陳水扁
成道
崇德聖堂
道
Amitabha Boeddha
Annan Stadsdeel
Anping Stadsdeel
de Acht Onsterfelijken
Witte Yang
Witte-Lotustreligie
Witte-Wolkschool
geestelijke bewaarder
Altaar van de Kostbare Schittering
Kostbare Schittering, Yushan-tak
Afdeling van de Kostbare Schittering
kostbare rol
Noordelijk Stadsdeel
non-profitorganisatie
Ritueel bij het Betreden en Verlaten van de Tempel
Chen Shuibian, President van de ROC sinds 2000
bereiken van de Weg
Heilige Hal van de Verheven Deugd
Weg, de regulerende krachtvan de kosmos, het
begrijpen van de aard van de kosmos
taoïstische Klassieke van de Weg en de Deugd
geloofsgenoten, broeders en zusters in de Dao
Leider van de Dao
Daodejing
道德經
Daoqin
道親
Daozhang
道長
Daci Dabei Jiuku Jiunan Guanshiyin Pusa
大慈大悲救苦救難觀世音菩薩
Bodhisattva, Vol Bezorgdheid Vol Medelijden,
Redder van de Noodhebbenden en de Lijdenden,
die de (Treur)geluiden van de Wereld Aanhoort
Dashi zhi Pusa
大勢至菩薩 Boddhisatva van de Ultieme Grote Kracht
de Dao
得道
verkijgen van de Weg
Deyi Fotang
德義佛堂
Boeddha-hal van Rechtschapen Deugd
dian chuan shi
點傳師
spirituele meester
Dong Qu
東區
Oostelijk Stadsdeel
feng
鳳
mythologische vogel, feniks
Fojiao Xiangguang she
佛教香光社 Boeddhistische Vereniging van de Geurige
Schittering
fotang
佛堂
boeddha-hal
fuji
扶乩
het hanteren van een wichelroede, divinatietechniek
fuluan
扶鸞
het hanteren van de feniks, divinatietechniek
Fuyou Dijun
孚佑帝君
Beschermende Soeverein, Lü Dongbin
Fuzong Jingli
副總經理
Assistent-Hoofdmanager
Gaoxiong
高雄
Kaohsiung, plaatsnaam
87
Gewei falü Zhu
Guan Gong
Guan Sheng Dijun
Guandi Shengtang
Guanshiyin Pusa
Guomindang
guoxue
Haizi Dao
各位法律
關公
關聖帝君
關帝聖堂
觀世音菩薩
國民黨
國學
亥子道
(alle) Bewakers van de Wet
Heer Guan
Heilige Souverein Guan
Heilige Hal van Heer Guan
Guanyin Bodhisattva
Nationalistische Partij
Nationale Studies
Weg van Hai en Zi (eerste en laatste van de 12
aardse takken)
hetongyin
合仝印 of 合同印
contractzegel
Hong Yang
紅陽
Rode Yang
Houfo Shizun
活佛師尊
Levende Boeddha, Geëerde Leraar
Huang Dehui
黃德輝
Huang Dehui, de 9de patriarch (1624-1690)
Huangdi
黃帝
de Gele Keizer
Hufa
護法
Behoeders van de Wet
Huineng
慧能
Huineng, 6de zen-patriarch
Jiang Jieshi
蔣介石
Chiang Kai-shek, president ROC 1948-1975
jiao
珓
twee halve-banaanvormige divinatieblokjes
Ji Gong
濟公
Heer Ji
Ji Gong Huofo
濟公活佛
Heer Ji, de Levende Boeddha
Jingli
經理
manager
kaihuang
開荒
de wildernis ontginnen
Laomu
老中
de Eerwaarde Moeder
Lijiao
理教
Religie van de Orde
Liu Huapu
劉化普
Liu Huapu, de 16de patriarch
Lu
爐
wierookpot
Lü Dongbin
呂洞賓
Lü Dongbin
Lu Zhongyi
路中一
Lu Zhongyi, de 17de patriarch
Lü Zushi
呂祖師
Patriarch Lü
Luo Qing
羅清
Luo Qing (1442-1527)
Luojiao
羅教
Luo-sekten
Mengzi
孟子
Het Boek van Mencius
Mile Fo
彌勒佛
Maitreya Boeddha, de Boeddha van de Toekomst
Mile Zushi
彌勒祖師
Patriarch Maitreya
Mingming Shangdi
明明上帝
Helder Schitterende, Hoogste Heer
Mingming Shangdi Wuliang Qingxu Zhizun Zhisheng Sanjie Shifang Wanling Zhenzai
明明上帝無量清虛至尊至聖三界十方萬靈真宰
Helder Schitterende Hoogste Heer, Onmeetbare
Volmaakte Leegte, Meest Waardige, Meest Heilige,
Ware Heerser van de Drie Werelden, Tien
Richtingen en Tienduizend Krachten
Nan Putuoyan Shengtang 南普陀巖聖堂
Heilige Hal van de Zuidelijke Putuo-grot
Nan Qu
南區
Zuidelijk Stadsdeel
88
Nanhai Gufo
Nanji Xianweng
nimen bu zhidao
nüshi
Pan Hualing
Putuoshan
qian
Qianren
Qing Yang
qui Dao
Randeng Fo
ri
san bao
san he yi
San Yang Kaitai
Shennong
Shijiamouni Fo
Shimu
Shizun
shouyin
Su Xiulan
Sun Suzhen
Taibei
Tainan Shi
Taiyijiao
Taizhong
tan
Tang Zhu
Tian Dao
Tian ming
Tiande Tan
Tiandejiao
Tiandi Shengtang
Tiandijiao
Tudi Gong
Wang Jueyi
Wang Shou
weiyuanhui
wo zhidao
Wu Dao yi yi guan zhi
Wudi
Wuji Laomu
Wusheng Laomu
Wutai Fo Mile
南海古佛
Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee
南極仙翁
de Onsterfelijke van de Zuidpool
你們不知道 Jullie weten het niet.
女士
priores
潘華齡
Pan Hualing, stichter van Baoguang zu
普陀山
de berg Putuo
籤
platte bamboe-stokken, gebruikt bij divinatie
前人
Senior
青陽
Groene Yang
求道
verzoeken om de Weg
燃燈佛
de Dimpamkara Boeddha
日
zon
三寶
drie juwelen (boeddhisme) of schatten (Yiguan Dao)
三合一
de drie [religies] zijn één
三陽開泰
Heillanden van de Drie Yang
神農
de Goddelijke Boer
釋迦牟尼
Sakyamuni Boeddha
師母
Moeder-leraar (Sun Suzhen)
師尊
Geëerde Leraar (Zhang Tianran)
手印
handzegel
蘇秀蘭
Su Xiulan, priores van Baoguang in Taiwan
孫素真
Sun Suzhen, samen met Zhang de 18de patriarch
台北
Taipei, plaatsnaam
台南市
Tainan Stad
太易教
Religie van de Opperste Verandering
台中
Taichung, plaatsnaam
壇
altaar
堂主
Voorzitter van de Tempelhal
天道
Hemelse Weg
天命
Hemelse Mandaat
天德壇
Altaar van de Hemelse Deugd
天德教
Religie van de Hemelse Deugd
天帝聖堂
Heilige Hal van de Hemelse Heerser
天帝教
Religie van de Hemelse Heer
土地公
God van de Plaats, locality god
王覺一
Wang Jueyi, de 15de patriarch
王壽
Senior van Baoguang Yushan
委員會
tempelcomité
我知道
Ik weet het.
吾道一以貫之
Mijn weg is van een al-doordringende eenheid.
武帝
Martiale Heerser
無極老中
Ongelimiteerde Eerwaarde Moeder
無生老中
Ongeboren Eerwaarde Moeder
- - geheime mantra van Yiguan Dao
89
Xi Qu
Xiangguang Shengtang
Xiantian Dao
Xianxiang li
xingtan
Xinyi Shengtang
xiu Dao
Xu Jinan
xuan guan
Xuanyuanjiao
Yang Shouyi
Yao Hetian
Yaochi Jin Mu
Yiguan Dao
Yiguan Jiao
Yijing
yin shi
yue
Yuehui Pusa
Yunbao tongzi
Zao Jun
Zhaijiao
Zhang Guangbi
Zhang Tianran
zheng guan
Zhenli Tiandao
zhi
Zhong Qu
Zhouli
zi
Zong Jingli
zu
西區
香光聖堂
先天道
獻香禮
杏壇
信義堂
修道
徐吉南
玄關
軒轅教
楊守一
姚鶴天
瑤池金母
一貫道
一貫教
易經
引師
月
月慧菩薩
雲寶童子
灶君
齋教
張光璧
張天然
正關
真理天道
支
中區
周禮
子
總經理
組
Westelijk Stadsdeel
Heilige Hal van de Geurige Schittering
Weg van de Vroegere Hemel
Ritueel ter presentatie van wierook
abrikozengaard of -altaar
Heilige Hal der Eerlijkheid
cultiveren van de Weg
Xu Jinan, met Yang de 13de patriarch
Mysterieuze pas (nauwe poort)
Religie van de Gele Keizer
Yang Shouyi, met Xu de 13de patriarch
Yao Hetian, de 14de patriarch
Gouden Moeder van de Jade-poel
Weg van de Al-doordringende Eenheid
Leer van de Al-doordringende Eenheid
Boek der Veranderingen
spirituele gids
maan
Yuehui, Maan-wijsheid bodhisattva
Kinderen van de Wolkenschat
de Keuken- of Stoof-god
vegetarische religie
Zhang Tianran, de 18de patriarch
Zhang Tianran, de 18de patriarch
Ware Pas (nauwe poort)
Hemelse Weg van het Ware Principe
tak, subgroep
Centraal Stadsdeel
De riten van de Zhou-dynastie (boek)
kind
hoofdmanager
afdeling
Download