KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Departement Sociale en Culturele Antropologie Yiguan Dao Aspecten van een moderne Chinese religie Eindverhandeling voorgelegd met het oog op het behalen van de graad van Licentiaat in de Sociale en Culturele Antropologie door Jo Swinnen o.l.v. Prof. Dr. V. Neckebrouck Augustus 2003 ii SAMENVATTING Jo Swinnen, Yiguan Dao: Aspecten van een Moderne Chinese Religie. Verhandeling aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Licentiaat in de Sociale en Culturele Antropologie, augustus 2003 Leiding: Prof. Dr. V. Neckebrouck Deze eindverhandeling wil een bijdrage leveren aan het onderzoek naar het religieuze landschap van het hedendaagse Taiwan. Zij doet dit door een beeld te geven van de religieuze beweging Yiguan Dao en combineert daarvoor veldobservaties met een studie van westerse en Chinese literatuur. Tot deze laatste behoren ook publicaties van Yiguan Dao. Het is de bedoeling om diverse aspecten van Yiguan Dao te belichten om zo de lezer een idee te geven van de elementen die kenmerkend zijn voor deze religie. Er wordt begonnen met een korte geschiedenis van Taiwan, een schets van het hedendaagse, religieuze landschap en een beschrijving van Tainan Stad, de locatie van mijn observaties (hoofdstuk 1). Bewegingen die een invloed hebben uitgeoefend op het ontstaan van Yiguan Dao op het einde van de 19de eeuw worden kort voorgesteld in hoofdstuk 2. Het gaat hier om de Witte-Lotustradtie en geest-schrijf-congregaties. Het is enkel mijn bedoeling om de historische achtergrond weer te geven, niet om een geschiedenis te schrijven over het ontstaan van Yiguan Dao. Yiguan Dao werd een religieuze massabeweging in het begin van de 20ste eeuw. Na de oorlog werd het gebrandmerkt als heterodoxe sekte en verboden. De belangrijkste gebeurtenissen en figuren uit deze periode komen aan bod in hoofdstuk 3. We zullen ook dieper ingaan op de komst van Yiguan Dao naar Taiwan en de periode voor de legalisatie in 1987 schetsen. In hoofdstuk 4 concentreren we ons op de leerstellingen van Yiguan Dao en worden een aantal belangrijke concepten van de beweging voorgesteld. Eén daarvan is de overdracht van de leer. De beschrijving van mijn eigen inwijdingsritueel in hoofdstuk 5 wordt gevolgd door een bespreking van de belangrijkste elementen van dat ritueel. Na dit inwijdingsritueel kunnen we ons concentreren op de religieuze gemeenschap van Yiguan Dao. De belangrijkste goden die er vereerd worden, stellen we voor in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 maken we kennis met de tempels van Yiguan Dao in Tainan Stad en gaan we dieper in op de geschiedenis en inrichting van twee tempels. De rituelen van Yiguan Dao worden voorgesteld aan de hand van een voorbeeld in hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9 doen we de activiteiten van een congregatie uit de doeken. Hoofdstuk 10 geeft ons een beeld van de recente trends die zich aftekenen in Yiguan Dao in Taiwan. Dit alles zou ons een beeld moet geven van de belangrijkste aspecten van deze moderne Chinese religie. Het zal ons ook in staat stellen om de combinatie van combinatie van traditionalisme en innovatie die Yiguan Dao kenmerkt te begrijpen. iii VOORWOORD Deze verhandeling is het eindpunt van een academische opleiding die zich in twee studierichtingen en twee landen afspeelde. Ze combineert de inzichten die ik opdeed in de richtingen sinologie en sociale en culturele antropologie van de K.U.Leuven en tijdens twee verblijven aan in Tainan Stad, Taiwan. Het is onmogelijk om de vele mensen die mij in die jaren geïnspireerd en geholpen hebben en aan wie ik dank verschuldigd ben op te sommen. Laat ik hen in stilte bedanken en mij beperken tot het vermelden van diegenen die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij het eigenlijke schrijven van dit werkstuk. Mijn moeder, wiens jarenlange steun en vertrouwen dit alles hebben mogelijk gemaakt. Mijn promotor, professor Neckebrouck, voor zijn grote vertrouwen en geduld en de inspanningen in de laatste rechte lijn. De mensen van K.U.Leuven en National Chengkung University die mijn verblijf in Taiwan niet alleen mogelijk, maar ook aangenaam maakten. Alle informanten en vrienden in Taiwan, Yiguan-Daoleden en andere, die vaak met veel enthousiasme en altijd met vriendelijkheid en geduld mij nieuwe dingen leerden en toonden en mijn eindeloze en vaak bizarre vragen beantwoordden. 吳 珮 文 en 蔡 佳 陵 , mijn ongelofelijke leraressen, onderzoeksassistentes en scootertaxi’s. Mijn lectoren, correctoren en klankborden, Els O., Jan, Karen en Monica voor hun hulp en intresse [sic]. Alex, Annika, Mario, Mingda, Paul, Ria, Rod, Thijs en Wolfgang voor logistieke en technologische en digitale ondersteuning. De andere voorbeeldfiguren, supporters, sympathisanten en vrienden: Catherine H., Catherine L., Cory, Els V., Fred, Henk, Pieter, Seba, Valerie en de hele bende van Sint-Katrien, Tainan, sinologie en antropologie. Dank u, merci, thank you, 謝謝! Ik hoop dat deze verhandeling jullie inspanningen enigszins eer aan doet. iv INHOUDSTAFEL SAMENVATTING II VOORWOORD III INHOUDSTAFEL IV INLEIDING 1 1 HET VELD: TAINAN STAD, TAIWAN 7 1.1 Beknopte Geschiedenis 7 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 Religie in Taiwan Erkende religies in Taiwan Religies in cijfers De structuur van het religieuze landschap 9 9 10 11 1.3 Tainan Stad 12 DE OORSPRONG VAN YIGUAN DAO 14 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 De Witte-Lotustraditie Algemeen De Weg van de Vroegere Hemel: Xiantian Dao De patriarchen van Xiantian Dao 14 14 15 17 2.2 Geest-schrijf-congregaties 18 DE GESCHIEDENIS VAN YIGUAN DAO 20 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 Yiguan Dao in China De laatste patriarchen Beschuldigingen van collaboratie De onderdrukking van Yiguan Dao in China 20 20 22 23 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 Yiguan Dao in Taiwan Het ontginnen van de wildernis De organisatie van Yiguan Dao Het politieke klimaat in Taiwan De zaak ‘Wang Shou’ De weg naar legalisering 24 24 25 28 30 30 BASISGEDACHTEN VAN YIGUAN DAO 32 4.1 Wat is Dao? 32 4.2 4.2.1 4.2.2 Het hemelse mandaat: transmissie van Dao De relatie tussen mens en Dao De overdracht van Dao: de patriarchen 33 33 34 4.3 De Witte-Yangperiode 36 4.4 Dao ontvangen 37 KENNISMAKEN MET YIGUAN DAO 40 5.1 De uitnodiging 40 5.2 De inwijding 41 2 3 4 5 v 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 De drie schatten De Boeddha Het zegel De nauwe poort 44 45 45 46 5.4 Paspoort naar het paradijs 47 DE GODEN VAN YIGUAN DAO 49 6.1 De Ongeboren Eerwaarde Moeder 49 6.2 Maitreya Boeddha 50 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 Andere belangrijke goden Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee Levende Boeddha, Heer Ji en Maan-wijsheid Bodhisattva Guan Sheng Dijun en Lü Dongbin 50 50 51 53 6.4 Andere goden 54 DE TEMPELS VAN YIGUAN DAO 55 7.1 Tempels in Tainan Stad 55 7.2 Yiguan Dao in Tainan Stad 56 7.3 7.3.1 7.3.2 De Hal van de Geurige Schittering De geschiedenis van de Xiangguang Shengtang De inrichting van de tempel 58 58 59 7.4 7.4.1 7.4.2 7.4.3 De Hal van Rechtschapen Deugd De goden van de Hal van de Rechtschapen Deugd De centrale wierookpot en divinatieblokjes Activiteiten van de Deyi Tang 63 64 64 65 DE RITUELEN VAN YIGUAN DAO 66 8.1 De dagelijkse praktijk 66 8.2 Enkele kenmerken en basisbewegingen 67 8.3 Het Ritueel ter Presentatie van Wierook (Xianxiang Li) 68 8.4 De eigenheid van rituelen van Yiguan Dao 70 8.5 De rituele kalender van Yiguan Dao 71 ACTIVITEITEN VAN YIGUAN DAO 73 9.1 De cursussen van Yiguan Dao 73 9.2 Andere activiteiten 74 HET SUCCES VAN BAOGUANG YUSHAN 76 6 7 8 9 10 BESLUIT: YIGUAN DAO, EEN MODERNE CHINESE RELIGIE 79 BIBLIOGRAFIE 81 BIJLAGE 1: CHINESE TERMEN 86 1 INLEIDING Het is gebruikelijk om verhandelingen over Chinese religie te beginnen met een aantal methodologische problemen. Het eerste probleem dat ik zal aanpakken is vrij eenvoudig. In deze verhandeling worden de termen Chinees en Taiwanees voortdurend door elkaar gebruikt. Chinees slaat op een geografische band met China of op een band met de culturele ruimte die gevormd wordt door de globale gemeenschap van Han-Chinezen. Taiwanees slaat op een geografische band met Taiwan of op die aspecten van de Chinese culturele ruimte die enkel of voornamelijk in Taiwan zijn terug te vinden. Yiguan Dao is een Chinese religie omdat het één van de vele religieuze bewegingen is, die ontstonden en opereren in de Chinese culturele ruimte. Yiguan Dao is een Taiwanese religie omdat ze samen met andere Chinese en westerse religies actief is in Taiwan. Het belangrijkste probleem is de definitie van de term religie in China. Om de eigenheid van het religieuze veld in Taiwan te benadrukken verwijst men doorgaans naar het werk van C.K. Yang (1961). In 1961 lanceerde hij het onderscheid tussen geïnstitutionaliseerde en diffuse religie. Sindsdien is Taiwan enorm geëvolueerd op economische, sociale en politieke vlak. Op religieus vlak natuurlijk ook, maar het paradigma van Yang wordt nog steeds vaak geciteerd. Vooraleer ik mijn positie bepaal ten opzichte van dit paradigma moet ik eerst iets zeggen over de studie van Taiwanese religies. David Jordan zei in 1994 over de studie van religie in het naoorlogse Taiwan: Surprisingly little research on religion in Taiwan has focused specifically on its ongoing transformation as such. Most of us have examined religion either from a more or less static functionalist standpoint or from a folkloric and antiquarian one that hopes to see in contemporary practice features that would help us to reconstruct earlier traditions as well. Some researchers have considered religious change (or even religious practice in general) as a ‘social problem’ in need of ‘improvement’, echoing official concerns about the rationalization of religious practice (Dell’Orto 2002: 22). Het statische, functionele standpunt is dat van Yang. Diffuse religie was voor hem een vorm van religie, waarvan de organisatie samenviel met natuurlijke groepen (dorp, clan, ...) en functies (keizer, familiehoofd, ...). Notabelen van het dorp zetelden tegelijkertijd in een tempelcomité; familiehoofden hadden religieuze functie tijdens voorouderrituelen, enz. Het 2 lijkt erop dat sommige onderzoekers diffuse religie zijn gaan beschouwen als een ongestructureerde traditie, die met het verlies van haar oorspronkelijke functies ook zelf zou verdwijnen. In Taiwan is niets minder waar. Bezoekers van Taiwan worden nog steeds getroffen door het levendige en diverse religieuze leven van het eiland. Dorpstempels fungeren misschien niet meer als lokale overheid en notabelen kunnen nu kiezen voor een carrière in de politiek, maar tempels hebben ander functies gezocht of hun oude behouden, hun gezagsdragers beroepen hun legitimiteit nu op andere gronden en gelovigen verwijzen nu vaker naar hun innerlijke overtuiging. Diffuse religie, later vooral aangeduid met de term volksreligie (popular religion, folk religion) bleef dus een levendig studiegebied in Taiwan. De evolutie van dit studiegebied is door Zhang Xun in 1996 opgedeeld in vijf fases. Etnografisch onderzoek tijdens de Japanse bezetting (1895-1945) werd gevolgd door evolutionistische en diffusionistische studies van de oude Chinese religie (1945-1965). De derde fase werd gekenmerkt door structureel-functionalistische studies van de voorouderverering en territoriale culten (1965-1983). Daarop volgde een fase van symbolische en structureel-functionalistische studies van de Mazu-cultus en zijn pelgrimstochten. Sinds 1993 spitst het onderzoek zich toe op rituele processen, gender, identiteit en wordt de aanpak meer interdisciplinair. (Dell’Orto 2002: 22-23). Er zijn dus wel degelijk evoluties in het onderzoek naar Chinese religie, maar dit concentreert zich vooral op de volksreligie. Een groot deel van het religieuze landschap in Taiwan valt daardoor buiten beeld. Ik denk dan vooral aan religieuze congregaties. Institutionele religieuze gemeenschappen nemen in Taiwan tal van vormen aan. We kunnen daarin minstens drie categorieën onderscheidden. Er zijn geest-schrijf-congregaties. Sommige van hen zijn duidelijk confucianistisch geïnspireerd, andere zijn meer syncretistisch en zijn beïnvloed door de Witte-Lotustraditie. Dit soort congregaties komt kort aan bod als we de oorsprong van Yiguan Dao zullen bespreken (hoofdstuk 2). Een tweede categorie zijn de boeddhistische lekenorganisaties, die de laatste decennia een grote bloei kennen in Taiwan (zie Jones 1999). Deze nieuwe boeddhistische organisaties vormen een onderdeel van het hedendaagse orthodoxe boeddhisme. Ze nemen grotendeels de plaats in van de vegetarische religie (zhaijiao). Zhaijiao was een verzameling van vegetarische lekengemeenschappen die zich tot voor de Japanse bezetting onderscheidde van het orthodoxe monnikenboeddhisme. Ook deze traditie wordt verder besproken in hoofdstuk 2. Ten derde zijn er een hele reeks nieuwe religies. Sommige daarvan zijn moeilijk te onderscheiden van de hedendaagse volkstraditie. Anderen 3 verkondigen niet alleen een nieuwe geloofsleer, maar worden ook gekenmerkt door een in Taiwan vrij nieuwe organisatievorm. Hun organisatie vertoont sterke overeenkomsten met die van Christelijke (protestantse) geloofscongregaties. Yiguan Dao is een voorbeeld van dit laatste type. Het is ook de grootste en bekendste van alle nieuwe religies in Taiwan. Helaas zijn deze nieuwe bewegingen doorgaans onderzocht vanuit het folkloristische standpunt waarnaar Jordan verwijst. Hedendaagse bewegingen werden enkel bestudeerd om een licht te werpen op China’s religieuze geschiedenis. In het beste geval gebeurde dat door te beschrijven hoe deze historische fenomenen tegenwoordig in Taiwan functioneerden. 1 In het slechtste geval werd het heden slechts terloops vermeld om meer relevantie te geven aan het historisch onderzoek.2 De hiaten in dat onderzoek werden dan opgevuld met de historische fossielen die in Taiwan werden gevonden. De haast exclusieve aandacht voor traditionele volksreligie en de folkloristische benadering van hedendaagse bewegingen gingen gepaard met nog een derde fenomeen in de studie van Chinese religie in Taiwan. Niet lang nadat Yang zijn fundamentele werk had geschreven, klapte het hele studieveld in elkaar. De communistische overheid en de Culturele revolutie maakten namelijk komaf met Chinese religie of toch minstens met de studie daarvan op het vasteland. Heel wat werken over Chinese religie werden vanaf dan opgedeeld in een statische, functionele beschrijving van diverse praktijken, een historisch overzicht van de grote tradities en een beschrijving van de impact van het communisme. Over Taiwan werd vaak niet meer gezegd dan dat de traditie er voortleefde. 3 Het religieuze landschap in het moderne, verstedelijkte Taiwan werd dus zelden in zijn eigen recht onderzocht. Deze verhandeling wil hieraan verhelpen. Niet door het geheel van het Taiwanese religieuze landschap in kaart te brengen, maar door een beeld te schetsen van één hedendaagse beweging: Yiguan Dao. Laten we terugkomen op het probleem van religie in China (en Taiwan). Yiguan Dao is in de woorden van Yang een institutionele religie. Haar leden treden als individu toe tot de beweging door middel van een initiatieritueel. De congregaties van Yiguan Dao vallen niet samen met natuurlijke groepen en de leiders van de beweging ontlenen hun status aan criteria die enkel binnen de religie worden verwezenlijkt. 1 Jordan & Overmyer (1986). Overmyer (1976). 3 Jochim (1986); Seiwart focust op de religieuze geschiedenis van Taiwan, maar als voorbeeld voor de algemene Chinese werkelijkheid (1985). 2 4 In hoofdstuk 4 verwijs ik naar Berger die religie omschrijft als ‘meaning-building on a cosmic scale: the attempt to concieve the whole cosmos as humanly meaningful’. Verder zal ik vooral gebruik maken van algemene termen als religieuze beweging en traditie. Deze zijn ruim genoeg om westerse vooroordelen te vermijden (Dean 1998: 13). Cultus, dat af en toe gebruikt wordt, is een variant hierop en wordt meestal gebruikt in combinatie met het object van verering. Er wordt geen specifieke sociologische eenheid mee bedoeld. De jarenlange blootstelling aan het westerse concept religie heeft er ondertussen ook voor gezorgd dat Taiwanese religies zich steeds meer gaan identificeren met dit westerse concept. Yiguan Dao omschrijft zichzelf zowel in het engels als in het Chinees als een religie. Dit wijst erop dat het concept religie voor Taiwanezen zijn welomlijnde westerse definitie heeft verlaten. Ik neem aan dat de confrontatie met niet-westerse religieuze bewegingen dezelfde gevolgen heeft gehad in het Westen. Ik ga er daarom vanuit dat de lezer wanneer hij of zij het woord religie tegenkomt niet meteen zal denken aan een organisatie als de katholieke kerk. Religie is een meerduidige term. Het is mijn bedoeling om diverse aspecten van Yiguan Dao te belichten om zo de lezer een idee te geven van de elementen die kenmerkend zijn voor deze religie. Uiteraard zijn er boeken en artikels gepubliceerd over Yiguan Dao. Ik maak gebruik van publicaties in enkele Westerse talen en van een aantal werken in het Chinees. Daarnaast kon ik ook beschikken over een aantal publicaties van Yiguan Dao zelf. Sommige daarvan zijn websites, maar deze vermeld ik enkel als ik geen bevestiging heb uit gedrukte bronnen. Tenslotte is een groot deel van mijn informatie vergaard tijdens twee verblijven in Taiwan. Eerst van september 1999 tot september 2000, daarna van september 2002 tot juni 2003. Het zou te ver gaan om de term veldwerk te gebruiken voor mijn korte tempelbezoekjes en mijn in slecht Chinees gestelde vragen. Mijn ‘veldobservaties’ beperkten zich allemaal tot Tainan Stad en haar omgeving. Ik heb een aantal activiteiten bijgewoond van in totaal vier verschillende congregaties. Meestal alleen en zonder al teveel vragen te stellen. Een aantal keer heb ik een wat uitgebreider vraaggesprek gehad met de manager van één congregatie en de leden van drie congregaties. Ik werd dan bijgestaan door mijn Chinese lerares. Zij was op de hoogte van wat ik wilde weten en kon mij later onderdelen van het gesprek die ik niet volledig had begrepen verduidelijken. Op die manier konden mijn informanten vlotter antwoorden zonder telkens te moeten zoeken naar andere formuleringen. 5 Omdat Yiguan Dao een erg onbekend onderdeel vertegenwoordigd van het Taiwanese religieuze landschap heb ik gepoogd zoveel mogelijk aspecten van deze beweging te beschrijven. Er worden ook aspecten behandeld die doorgaans niet worden voorgesteld aan een student van Chinese religies. Ik hoop dat deze nieuwe aspecten inspirerend werken. Mijn verhandeling begint met een korte geschiedenis van Taiwan, een schets van het hedendaagse, religieuze landschap en een beschrijving van Tainan Stad, de locatie van mijn observaties (hoofdstuk 1). Onder invloed van de ‘folkloristische’ benadering brengt een aantal publicaties Yiguan Dao in verband met de bekende categorie van heterodoxe, geheime, rebelse sekten. Overmyer heeft aangetoond dat deze termen zelfs voor historische bewegingen misleidend zijn (Overmyer 1976: 2-11). Voor het hedendaagse Yiguan Dao is dat zeker het geval. Er is een historische band met de Witte-Lotustradtie en geest-schrijf-congregaties uit het late keizerrijk. Deze band wordt in hoofdstuk 2 belicht. Het is enkel mijn bedoeling om de historische achtergrond weer te geven, niet om een geschiedenis te schrijven over het ontstaan van Yiguan Dao. Yiguan Dao werd een religieuze massabeweging in de eerste decennia van de 20 ste eeuw. Na de oorlog werd het gebrandmerkt als heterodoxe sekte en verboden. De belangrijkste gebeurtenissen en figuren uit deze periode komen aan bod in hoofdstuk 3. We zullen ook dieper ingaan op de komst van Yiguan Dao naar Taiwan en de periode voor de legalisatie in 1987 schetsen. In hoofdstuk 4 concentreren we ons op de leerstellingen van Yiguan Dao en worden een aantal belangrijke concepten van de beweging voorgesteld. Eén daarvan is de overdracht van de leer. De beschrijving van mijn eigen inwijdingsritueel in hoofdstuk 5 wordt gevolgd door een bespreking van de belangrijkste elementen van dat ritueel. Na dit inwijdingsritueel kunnen we ons concentreren op de religieuze gemeenschap van Yiguan Dao. De belangrijkste goden die er vereerd worden, stellen we voor in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 maken we kennis met de tempels van Yiguan Dao in Tainan Stad en gaan we dieper in op de geschiedenis en inrichting van twee tempels. De rituelen van Yiguan Dao worden voorgesteld aan de hand van een voorbeeld in hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9 doen we de activiteiten van een congregatie uit de doeken. Hoofdstuk 10 geeft ons een beeld van de recente trends die zich aftekenen in Yiguan Dao in Taiwan. Dit alles zou ons in staat moeten stellen te begrijpen waarom ik Yiguan Dao besproken heb in deze verhandeling en waarom ik haar in mijn titel omschrijf als een moderne Chinese religie. 6 Ik zal deze inleiding besluiten met enkele taaltechnische en bibliografische opmerkingen. Alle Chinese termen worden weergegeven in Pinyin. De eerste keer gebeurt dit cursief, tenzij voor persoons- en plaatsnamen. In bijlage vindt u de gebruikte Chinese termen in een lijst met pinyintranscriptie, karakters en vertaling. Sommige Chinese termen vertaal ik zo letterlijk mogelijk. Soms levert dat wat stroef Nederlands op. De lezer mag dat vergelijken met Onze-Lieve-Vrouw-Ter-Hulpe. Ik beschouw Yiguan Dao als een eigennaam en schrijf het daarom met een hoofdletter. Af en toe doorbreekt deze tekst genderstereotypen door naar onbekende derde personen te verwijzen met zij, in plaats van hij. Dit om het vervelende ‘hij of zij’ en ‘zijn of haar’ te omzeilen. Bibliografische referenties combineren regels en lay-out van de departementen van sociale en culturele antropologie en sinologie. Naar anonieme werken en websites wordt verwezen met een letterwoord, tenzij het gaat om een internetpublicatie. Enkel het webadres van de beginpagina van de website wordt geven. In verwijzingen staan er dan in plaats van bladzijden verwijzen naar hoofdstukken of titels van webpagina’s. 7 1) HET VELD: TAINAN STAD, TAIWAN In dit hoofdstuk wordt de historische en ruimtelijke context waarin dit onderzoek plaatsvond geschetst. Dit moet ons helpen Yiguan Dao later beter te plaatsen. Er wordt aandacht besteed aan de recente geschiedenis van Taiwan, aan het religieuze landschap van dit eiland en tenslotte aan de locatie van mijn veldobservaties. 1.1 BEKNOPTE GESCHIEDENIS Tainan is de oudste stad van het eiland. Een rijke verzameling monumenten getuigt van haar verleden. De meest bekende zijn misschien het fort Zeelandia en het fort Provintia, die gebouwd werden door de Nederlanders die er in 1624 een handelspost oprichtten. In 1661 werden de Nederlanders verdreven door Zheng Chenggong, een aanhanger van de ten val gekomen Ming-dynastie. Na jaren van verzet in de zuidelijke kustprovincies van China, verplaatste hij zijn hoofdkwartier naar Tainan. In 1684 slaagde de Qing-dynastie erin Taiwan te veroveren. Tainan bleef het belangrijkste economische en politieke centrum van het eiland tot op het einde van de 19de eeuw. Daarna nam Taibei de fakkel over. Taiwan werd Japans grondgebied in 1895. De Japanse overheid moderniseerde het bestuur en de infrastructuur op het eiland. Taibei werd de hoofdstad en bleef dat ook nadat Taiwan in 1945 weer in handen kwam van de Chinese republiek (Republic of China, ROC). De terugkeer naar ‘het moederland’ was een traumatische ervaring. De regering van de nationalistische partij (Guomindang GMD) besteedde meer inspanningen aan een klopjacht op communistische, separatistische of pro-japanse elementen dan aan het bestuur van het land. In twee jaar tijd verspeelde het corrupte en inefficiënte nieuwe bestuur zoveel krediet bij de bevolking dat de arrestatie van een vrouw die illegaal sigaretten verkocht, ontaarde in straatprotest. De volgende dag verspreidde het protest zich over het hele eiland en veranderde in een opstand. De Chinese regering reageerde met bruut geweld op dit incident van 28 februari 1947. In de maanden die volgden arresteerde en executeerde de overheid een onbekend aantal burgers uit alle lagen van de bevolking op verdenking van separatistische of communistische sympathieën. Het precieze aantal is niet geweten. Het 2-28-incident werd pas in de jaren negentig officieel erkend. Recente schattingen spreken over meer dan 30.000 slachtoffers (Jones 1999: 100-101; Dell’Orto 2002: 19-20). 8 In 1949 verloor de Nationalistische partij Guomindang het vasteland aan de communisten en evacueerde ze de regering en haar leger naar Taiwan. Ongeveer 1,5 miljoen ‘vastelanders’ weken uit naar Taiwan. Vanuit deze tijdelijke basis zouden ze zo snel mogelijk het Chinese vasteland (hun thuis) en hun medeburgers bevrijden van de communistische dictatuur. De staat van beleg werd afgekondigd, de grondwet tijdelijk geschrapt en de president kreeg speciale volmachten. Tegelijkertijd maakte de GMD gebruik van de economische basis die de Japanners hadden achtergelaten en moderniseerde ze het eiland razendsnel. Pas in 1987 werd de staat van beleg opgeheven. Het democratiseringsproces van de jaren negentig culmineerde in 1999 toen Chen Shuibian, van de Democratic Progressive Party de presidentsverkiezingen won en een einde maakte aan 50 jaar GMD-bestuur. Tot op het einde van de jaren tachtig waren de burgerlijke vrijheden van de Taiwanese bevolking beperkt. Dat was niet alleen op politiek vlak zo. Ook op cultureel en religieus gebied legde de staat beperkingen op. Het openbaar gebruik van het Taiwanees werd verboden. Burgerzin en nationale trots werden aangewakkerd door een selectieve cultuurpolitiek waarin voor bijgeloof en volkse (Taiwanese) cultuur geen plaats was. Zo hoopte men het moederland te heroveren. Onaanvaardbare gebruiken die niet bijdroegen tot dit doel, moesten worden bestreden of gemoderniseerd. De culturele politiek van de staat is sinds het einde van de jaren 1980 enorm veranderd. In 1984 begon een publicatie van het Informatiebureau van de Overheid (Govenment Information Office, GIO) een beknopte voorstelling van religie in Taiwan met: “Fundamentally the Chinese people tend to be humanistic, but they are tolerant of all beliefs. Faiths such as Buddhism, Taoism, and Christianity have had an influence on the way of their life.” (GIO 1984: 16). Dit citaat zegt meer over de culturele politiek die de GMD toen nog voerde, dan over de realiteit. In 1995 meldt het GIO dat de Taiwanese grondwet de vrijheid van religie waarborgt en voegt daar aan toe: “... and the people here are fairly religious.”(GIO 1995: 227). Religies in Taiwan hebben over het algemeen geprofiteerd van deze economische welvaart en van het vrije maatschappelijke klimaat. Groeiende financiële middelen, nieuwe noden van gelovigen en nieuwe vormen van religiositeit zijn tot nu toe belangrijkere elementen in het religieuze landschap dan de secularisering die vaak ook met modernisering gepaard gaat. In wat volgt zullen we dit religieuze landschap kort schetsen. 9 1.2 RELIGIE IN TAIWAN 1.2.1 Erkende religies in Taiwan Het online jaarboek van het GIO (2002) stelt om te beginnen dat religieuze gebruiken in alle lagen van Taiwans Chinese cultuur zijn terug te vinden en dat bijna alle Taiwanezen aan deze gebruiken deelnemen. Het gaat bijvoorbeeld om voorouderverering of tempelbezoeken om goddelijke assistentie te verkrijgen bij examens of ziekte. Het voegt daar meteen aan toe dat dit niet wil zeggen dat deze mensen verbonden zijn aan een erkende religie, tempel of religieuze organisatie. Cijfers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (Ministry of Interior, MOI) tonen immers dat in december 2000 ongeveer 10.8 miljoen Taiwanezen, bijna de helft van de bevolking, aan een geloof verbonden waren.1 (GIO 2002: Religion) De Chinese samenleving is polytheïstisch en syncretistisch. Ook al lijkt het alsof iedere religie haar eigen doctrine postuleert, vaak is een strikt onderscheid niet mogelijk. De volksgodin van de zee, Mazu en de boeddhistische Bodhisattva van het medelijden, Guanyin, worden vaak in dezelfde tempel vereerd. De Chinese religieuze visie is in staat om ogenschijnlijk contradictorische elementen verenigen. Hedendaagse Taiwanese religies combineren bijna allemaal elementen uit verschillende tradities. Zelfs het taoïsme, dat gebaseerd is op traditionele Chinese filosofie, heeft veel niet-Chinese elementen opgenomen. In tegenstelling tot het christendom, de islam en het judaïsme, die een exclusief geloof in hun eigen doctrines vereisen, hebben Chinezen zelden de noodzaak gevoeld om aspecten van andere religies uit te sluiten van hun persoonlijke of collectieve overtuigingen (GIO 2002: Religion). Het is dus niet gemakkelijk om de religieuze affiliatie van Taiwanezen te bepalen.2 Het jaarboek uit 2002 somt zestien erkende religies op. De Sectie voor Religieuze Assistentie van het Department of Civil Affairs (DCA) stelt op haar website deze zestien en nog drie extra religies voor aan de hand van teksten die geschreven zijn door leden van deze religies. Het gaat om de volgende negentien: taoïsme, boeddhisme, Yiguan Dao, protestantisme, katholicisme, Tiandijiao, Tiandejiao, Lijiao, Xuanyuanjiao, islam, tenrikyo, baha’i, mahikarikyo, confucianisme, Taiyijiao, Haizi Dao, Tibetaans boeddhisme, de verenigingsbeweging (moonsekte) en de Kerk van de heiligen der laatste dagen (mormonen). Voor het protestantisme beperkt de website zich tot de belangrijkste vierentwintig 1 Het MOI spreekt van gelovigen (believers). Ik gebruik de term geaffilieerde gelovigen, het gaat hier om regelmatige deelnemers aan tempelactiviteiten. 2 Zie ook Vermander (1995: 2) 10 denominaties. (GIO 2002: Relgion & DCA: Zongjiao jianjie).3 De meeste van deze religies zijn vrij klein, maar het is een eerste indicatie dat het religieuze leven in Taiwan erg geschakeerd is. 1.2.2 Religies in cijfers Zoals gezegd telde het MOI eind 2000 meer dan 10 miljoen gelovigne in Taiwan. Het is zeer moeilijk om in te schatten hoe accuraat deze cijfers zijn. De statistieken van de overheid kunnen van jaar tot jaar grillige veranderingen vertonen. Ook statistisch onderzoek naar religieuze affiliatie of deelname levert vaak tegenstrijdige of onduidelijke resultaten op 4. Om u een idee te geven van de relatieve verhoudingen tussen de erkende religies van Taiwan vindt u in tabel 1 de statistieken van het MOI. Tabel 1: Getalsterkte van religies in Taiwan Bron: (GIO 2002: Religion). Religies Taoïsme 8,604 4,546,000 1 2 9 Boeddhisme 4,010 3,673,000 8 3 35 Yiguan Dao 3,124 845,000 -- 21 30 Protestantisme 3,875 593,000 7 14 78 Katholicisme 1,193 298,000 4 11 9 Tiandi Jiao 47 213,000 1 -- 2 Tiande Jiao 5 200,000 -- -- 1 131 187,000 -- -- 1 21 150,000 -- -- 1 6 54,000 -- -- 1 150 24,000 -- -- -- Baha'i 7 16,000 -- -- 1 Mahikarikyo 9 1,000 -- -- -- 21,182 10,800,000 21 51 168 Li Jiao Xuanuang Jiao Islam Tenrikyo Totaal 3 Tempels Universiteiten of Gelovigen of Ziekenhuizen Uitgeverijen kerken Hogescholen Voor een korte bespreking van al deze religies verwijs ik naar het GIO (2002: Religion). Zie Thoraval (1992) voor een algemene uiteenzetting en Vermander (1995: 2-3) voor recente voorbeelden in Taiwan. 4 11 Uit deze cijfers kunnen we dus besluiten dat Yiguan Dao de derde grootste religie is in Taiwan. Maar daartegenover kunnen we de getallen zetten die in andere publicaties van de Taiwanese overheid te vinden zijn. In 1990 telde deze overheid 200 grote of middelgrote tempels en 15.000 familiealtaren, die behoorden tot Yiguan Dao (GIO 1992: 109). In 1994 registreerde ze 85 grote of middelgrote tempels, bijna 18.000 familiealtaren en ongeveer 911.000 gelovigen (GIO 1995: 231). De cijfers voor 1995 meldden 87 grote of middelgrote tempels, 75.000 tempelpriesters en 942.000 gelovigen (GIO 1997: 168). In 1999 waren er 31.245 Yiguan-Daotempels, 2.281 priesters en ongeveer 845.000 gelovigen in Taiwan (GIO 2000: 182). Het spreekt voor zich dat deze cijfers niet allemaal even accuraat zijn. Voor Yiguan Dao gelegaliseerd werd en zich als officiële religie liet registreren in 1987 vonden collectieve bijeenkomsten vaak plaats bij leden thuis. Gelovigen die over de mogelijkheden beschikken worden ook nu nog aangespoord om thuis een altaar te installeren. Dit altaar verschilt van traditionele huisaltaren, maar is vandaag de dag enkel bestemd voor familiaal gebruik. De belangrijkste activiteiten van Yiguan Dao zijn net als bij de meeste andere religies openbare activiteiten die plaats vinden in openbare religieuze ruimtes. Het lijkt erop dat de overheid nog steeds huisaltaren probeert te registreren en in de cijfers van 1999 geen onderscheid meer maakt tussen privé-altaren en publieke tempels. Het feit dat ieder Yiguan-Daolid, dat de procedure en de woorden kent, kan voorgaan in de dagelijkse rituelen zorgt waarschijnlijk voor het grote aantal ‘priesters’. Of dit alles te wijten is aan een wantrouwige overheid die ieder altaar geregistreerd wil zien, of aan religieuze ijver die het succes van Yiguan Dao in de verf wil zetten, is me niet duidelijk. Het is best mogelijk dat noch de administratie, noch de leden van Yiguan Dao zelf in staat zijn om een accuraat beeld te schetsen van de grote van Yiguan Dao. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de losse structuur van Chinese religies en grote flexibiliteit waarmee Taiwanezen zich aan een beweging verbinden. 1.2.3 De structuur van het religieuze landschap De meeste religies in Taiwan hebben een losse structuur. Om erkend te worden op een nationaal niveau en contacten met de regering te onderhouden worden er daarom nationale religieuze verenigingen gevormd. Een voorbeeld daarvan is de Buddhist Association of the Republic of China (BAROC). Deze werd opgericht op het vasteland en kwam met de 12 republikeinse overheid naar Taiwan. Ondertussen is haar organisatie aangepast aan het verlies van het vasteland. Op dit moment heeft de BAROC drie onderafdelingen (Taibei, Gaoxiong en Taiwan). Enkel de Provinciale afdeling van Taiwan heeft lokale afdelingen, meerbepaald éénentwintig (Jones 1999: 143). Slechts zelden vertegenwoordigen deze koepelorganisaties de gehele geloofsgemeenschap en doorgaans hebben ze geen institutionele macht over hun leden. De afwezigheid van centrale structuren is dus eerder de regel in Chinese religies. Daarom poogt de wetgever eerst en vooral lokale religieuze eenheden in kaart te brengen. Individuele tempels, kloosters, kerken, religieuze bewegingen of organisaties zijn verplicht om zich te registreren bij de lokale overheid. De katholieke kerk en het Tibetaans boeddhisme vallen beiden niet onder deze regel. Bovendien laten veel Chinese tempels zich niet registreren. Als ze dit wel doen moeten tempels hun religieuze affiliatie opgeven. Ze kunnen hiervoor enkel kiezen uit een van de erkende religies. Op die manier worden boeddhisme en vooral taoïsme categoriën waar de meest diverse religieuze bewegingen toe behoren. De meeste nieuwe religies en geest-schrijfverenigingen (zie 2.2) zijn niet geregistreerd of geregistreerd als taoïstische tempel. Een correcte weergave van het Taiwanese religieuze landschap zou dus moeten beginnen met een onderzoek naar de verschillende tempelcongregaties en verenigingen. Dit is in het kader van deze verhandeling niet mogelijk. Het is de bedoeling om hier slechts één nieuwe beweging in kaart te brengen. Yiguan Dao is maar één van de vele nieuwe Chinese bewegingen en één van de weinige die erkend is door de Taiwanese overheid. Yiguan Dao is één van de grootste en bekendste religieuze bewegingen in Taiwan. (zie 3.2). 1.3 TAINAN STAD Tainan Stad is met meer dan 700.000 inwoners de vierde grootste stad van Taiwan. Tainan is niet zo metropolitisch en modern als Taibei, Gaoxiong of Taizhong. Maar modernisering heeft alle Taiwanese steden beïnvloed en recentelijk doet de overheid moeite om ook van Taiwan een ‘hedendaagse stad’ te maken. De laatste evolutie op stedenbouwkundig gebied is het optrekken van wooncomplexen van enkele torens met een gym en een zwembad en van winkelcomplexen met een bioscoop of hotel en cafés. Deze complexen nemen meestal hele blokken in. In Tainan is deze trend nog maar pas begonnen in het zuidoostelijke deel van de stad en het valt niet te voorspellen in welke mate dit de stad zal transformeren. Op dit moment is het merendeel van de stad bebouwd met een ontelbaar aantal huizen van drie of vier verdiepingen of 13 appartementsblokken van vijf tot tien verdiepingen. In de hoofdstraten huizen in deze gebouwen op de benedenverdiepingen winkels, banken, restaurants en andere commerciële gebouwen. De typisch Aziatische overdaad aan neonreclames en verlichte naamborden is in al deze straten te vinden. Maar achter deze commerciële façade ligt er meestal een blok vol straatjes of steegjes waar woonhuizen en appartementen of kleine bedrijfjes te vinden zijn. Grote delen van het grondgebeid van Tainan Stad zijn nog niet helemaal verstedelijkt. Het Annan Stadsdeel (Annan Qu) bestaat voor de helft uit velden en uit vijvers waar vis gekweekt wordt. In hetzelfde stadsdeel ligt ook het Technologisch Industriepark. Ook in het zuiden rond de luchthaven is er nog open ruimte. Deze korte beschrijving van de historische, religieuze en ruimtelijke context zal ons later toelaten Yiguan Dao beter te plaatsen. Eerst moeten echter we een eind terug in de tijd om de oorsprong (hoofdstuk 2) en geschiedenis (hoofdstuk 3) van Yiguan Dao te achterhalen. 14 2) DE OORSPRONG VAN YIGUAN DAO 2.1 DE WITTE-LOTUSTRADITIE 2.1.1 Algemeen Op het einde van de 19de eeuw was Yiguan Dao één van de talloze syncretistische lekenbewegingen in China. Deze lekenbewegingen passen in een sektarische traditie die teruggaat tot de Yuan-dynastie (1271-1368). Naar deze ‘vierde traditie’1 verwijst men meestal met de namen Witte-Lotustraditie of ‘Motherist’ of ‘Maternist sectarianism’ (Shahar 1998: 198, Clart 1997: 4). De term Witte-Lotustreligie (Bailian Jiao) heeft een negatieve betekenis in Taiwan en wordt geassocieerd met geheime, illegale, misleidende, rebelse sekten (Jordan 1990: III). Taiwanese en Westerse literatuur gebruikt de term wel. Het merendeel van deze bewegingen was niet politiek geïnspireerd of gewelddadig en meestal waren ze zelfs niet geheim. Maar ze vergaderden zonder toelating in huizen of illegaal gebouwde tempels en gebruikten vaak onorthodoxe teksten. Deze lokale groepen liepen het gevaar om in tijden van bureaucratische ijver door de overheid ontdekt en onderdrukt te worden. Dit gebeurde door hen te brandmerken als heterodox en staatsgevaarlijk (Overmyer 1976: 2-11). Overmyer (1976) schets de evolutie van de Witte-Lotustraditie in het late keizerrijk. Het gaat hier om lekenbewegingen die voortkwamen uit het boeddhisme, maar radicaal syncretistisch waren. Diverse symbolen en praktijken uit het taoïsme werden overgenomen. In de 14de eeuw werd daar een volledige eschatologische leer aan toegevoegd. De Boeddha van de Toekomst, Maitreya (Mile Fo) speelde hierin een centrale rol. Op het einde van de 16de eeuw was de belangrijkste godheid van deze bewegingen een moedergodin: de Ongeboren Eerwaarde Moeder (Wusheng Laomu). De leden van deze groepen waren leken, die individueel en vrijwillig lid waren geworden. Andere kenmerken waren de hiërarchische structuur, de belangrijke rol die vrouwen er konden spelen en het bezit van eigen geschriften in de volkstaal. Verder zagen deze bewegingen zichzelf als onafhankelijke organisaties met een eigen geschiedenis (Overmyer 1976: 2, Jordan & Overmyer 1986: 16). Overmyer heeft ook aandacht voor religieuze lekenbewegingen die niet behoren tot de Witte-Lotustraditie. Hij vermeldt de Witte-Wolkschool (Baiyunzong) en de Luo-sekten (Luojiao) (Overmyer 1976: 109-129). Deze laatste baseren zich op de leer en geschriften van 1 De drie anderen zijn confucianisme, boeddhisme en taoïsme. 15 patriarch Luo Qing (1442-1527) (Jones 1999: 15). Het is echter zo dat een precieze afbakening van verschillende stromingen niet mogelijk is. De verschillende tradities beïnvloedden elkaar vaak sterk. Bovendien waren hun congregaties meestal klein en legden ze hun eigen accenten. Verschillende generaties of afdelingen van groepen konden dus sterk van elkaar verschillen, maar tegelijkertijd haalden ze hun inspiratie allemaal uit dezelfde bronnen en gebruiken. Overmyer geeft eveneens aan dat er in de 19de eeuw een algemene vermenging plaatsvond van namen en doctrines (Overmyer 1976: 109). De nieuwe bewegingen die uit deze vermenging voortkomen kunnen vaak niet meer zomaar boeddhistisch worden genoemd. 2 Yiguan Dao, dat uit deze traditie voortkomt, wordt door Overmyer een ‘congregational folk religion’ genoemd (Overmyer 1976: 2). De vierde traditie is dus geen uniforme beweging maar een verzameling van soms vrij uiteenlopende congregaties, tradities en stromingen. 2.1.2 De Weg van de Vroegere Hemel: Xiantian Dao Voor de ontwikkeling van Yiguan Dao is het cluster van Xiantian Dao-congregaties het belangrijkst. Xiantian Dao (Weg van de Vroegere Hemel) is één van de drie lekenbewegingen die in Taiwan samen worden aangeduid met de term zhaijiao, vegetarische religie3. Het gaat hier om boeddhistische lekenorganisaties. Leden namen toevlucht tot de drie juwelen (san bao) van het boeddhisme: de Boeddha, de leer (dharma) en de gemeenschap (van monniken) (sangha). Daarnaast hielden ze zich aan de Vijf Lekenregels (niet doden, niet stelen, geen overspel plegen, niet liegen en geen alcohol drinken) en zwoeren ze de Tien Deugden te bedrijven. Dit betekende dat zich onthielden van doden, stelen, overspel, leugens, dubieus, kwaadaardig en obsceen taalgebruik, hebzucht, gramschap en valse vooronderstellingen). Tenslotte beloofden ze ook antisociaal gedrag op te geven, met name het eten van vlees, het roken van opium of tabak, het gokken en het ontsteken van vuurwerk. Verder gold het celibatair leven als ideaal. Maar het was aanvaardbaar om slechts op bepaalde dagen vegetarisch te eten, en zo was ook seksuele onthouding eerder een na te streven ideaal. Enkel van de meest deugdzame en de leiders van de beweging kon men verwachten, dat zij dit ideaal volledig zouden verwezenlijken (Seiwart 1985: 191). Xiantian Dao was de meest strenge van alle zhaijiao bewegingen en verwachtte wel van zijn leden dat ze celibatair leefden. Hierdoor zou het ook de kleinste van de zhaijiao 2 3 Voorbeeld van nieuwe beweging zijn te vinden in Welch en Yü (1980), De Witt Twinem (1925). Een bespreking van zhaijiao is te vinden in Seiwart (1985: 161-192) en Jones (1999: 14-30). 16 bewegingen in Taiwan blijven. In 1919 telde ze 21 congregaties op het eiland (Jones 1999: 26). De vegetarische beweging distantieerde zich uitdrukkelijk van de boeddhistische monniken orde. De ware sangha was volgens hen de gemeenschap van gelovigen die in hun dagelijkse leven de leer van de boeddha volgden (Jones 1999: 15-16). Wat zijn praktijken en doctrine betreft, put zhaijiao uit vier bronnen. Uit het boeddhisme komen het reciteren van sutra’s en de zen-opvatting over plotse verlichting. Van taoïstische oorsprong zijn het gebruik van talismannen en technieken voor lichaamscultivatie. Het confucianisme vormde de basis voor zhaijiao’s moraal en kosmologie. Deze doctrine en moraal werd vastgelegd in moraliteitsboeken (baojuan). Deze werden vaak geschreven door mediums onder de inspiratie van goden (Jones 1999: 16). Xiantian-doctrine stelt dat er voorbij de werkelijkheid en de hemel van wijzen, goden en boeddha’s een onbeschrijfbare realiteit ligt, die de oorsprong is van alles. Deze realiteit wordt opgevat als de schepper van het universum en verpersoonlijkt als Wusheng Laomu. De Ongeboren Eerwaarde Moeder creëerde alle levende wezens, 9,6 miljard in totaal. Deze kinderen dwaalden steeds verder af van haar en belandden op die manier in de aardse wereld waar ze hun goddelijke oorsprong vergaten. Het wiel van leven en dood werd in gang gezet en de terugkeer naar het paradijs was niet meer mogelijk. De genade van de Eerwaarde Moeder zond daarom een reeks gezanten die haar kinderen terug moesten roepen. Diverse bronnen spreken over verschillende gezanten4. De meest verspreide versie stelt dat de Dimpamkara Boeddha (Randeng Fo) als eerste redder 200 miljoen lijdende kinderen redde. Sakyamuni Boeddha (Shijiamouni Fo) redde er daarna opnieuw 200 miljoen. Er blijven dus 9.2 miljard levende wezens over die gered zullen worden door de boeddha van de toekomst, Maitreya Boeddha. Volgens sommigen is Maitreya Boeddha al op aarde verschenen als patriarch Luo Qing. Een andere versie stelt dat taoïsme en boeddhisme elk 200 miljoen levens redden en dat de volgende 9.2 miljoen gered zullen worden door het confucianisme (Jones 1999: 17-18). Deze eschatologische opvattingen zijn afkomstig uit de Witte-Lotustraditie. De andere stromingen binnen zhaijiao waren er veel minder beïnvloed. Deze kosmologie is één van de elementen die Yiguan Dao zou erven van Xiantian Dao. Zhaijiao was aan het begin van de 20ste eeuw, los van een klein aantal verspreide orthodoxe kloosters, de enige vorm van boeddhisme in Taiwan. Statistieken uit 1918 spreken over 9.000 geregistreerde aanhangers van zhaijiao tegenover amper 800 monniken (Seiwart 4 Ook in Yiguan Dao is dit zo. Deze diverse versies geven vaak ook aanleiding tot logische contradicties. Deze worden opgelost door te zeggen dat het algemene doctrinaire schema belangrijker is dan de concrete invulling ervan. 17 1985: 197). Tijdens de Japanse bezetting verloren de congregaties hun autonomie en kwamen ze onder toezicht van de orthodoxe Japanse clerus. Na de Tweede Wereldoorlog speelde zhaijiao als beweging geen grote rol meer. Het is niet erkend als officiële religie in Taiwan. Zijn invloed in de heropleving van het orthodoxe lekenboeddhisme en in de groei van Yiguan Dao is wel bijzonder groot geweest. We komen daar later op terug. 2.1.3 De patriarchen van Xiantian Dao Bewegingen uit de Witte-Lotustraditie beriepen zich voor hun legitimiteit onder andere op een lange lijn van patriarchen. Xiantian Dao en Yiguan Dao beroepen zich op een deels gelijklopende lijn. Meestal zijn er in iedere genealogie wel legendarische keizers, illustere filosofen en namen uit het zenboeddhisme te vinden. 5 Dieper in het verleden worden de namen van patriarchen steeds bekender en meer legendarisch. Er bestaat dan ook meer onenigheid tussen verschillende versies. De eigenlijke stichter van Xiantian Dao is Huang Dehui (1624-1690). Hij wordt zowel door Yiguan Dao als door Xiantian Dao beschouwd als de 9de patriarch. Deze Huang zou de leer van Xiantian Dao ontvangen hebben van Luo Qing zelf. Transmissie van het patriarchaat is niet noodzakelijk een persoonlijke opvolging. Huang ontving de ‘transmissie door de geest’ en kreeg aldus de instructies om de beweging nieuw leven in te blazen als 9de patriarch. De daaropvolgende Xiantian Dao-patriarchen zijn ook terug te vinden bij Yiguan Dao, tot en met het 13de patriarchaat. Dat werd in 1826 overgedragen aan Yang Shouyi en Xu Jinan. Het feit dat deze twee mannen het 13de patriarchaat deelden, is voor Jones een teken van decentralisering die zich in die tijd voltrok. Een heel aantal bewegingen (subsects in Jones’ terminologie) ontstond rond deze tijd (Jones 1999: 27, Jordan & Overmyer 1986: 291). Yiguan Dao was één van hen. De eerste 13 patriarchen voor al deze nieuwe bewegingen zijn dezelfde. Vanaf dan beroept iedere subsect zich op zijn eigen patriarchen. In dat opzicht kunnen we de 14de patriarch beschouwen als de eerste leider van Yiguan Dao. Zijn naam was Yao Hetian, maar verder is er weinig over hem geweten (Clart 2000: 128, Jordan & Overmyer 1986: 291). Alvorens we de 15de patriarch voorstellen moeten we nog een andere traditie die Yiguan Dao sterk beïnvloed heeft, beschrijven. 5 We zullen later terugkomen op de vroegere patriarchen van Yiguan Dao. 18 2.2 GEEST-SCHRIJF-CONGREGATIES Geest-schrijf-congregaties is mijn vertaling van wat in de engelse literatuur spirit- writing cults worden genoemd. Het gaat hier om geloofsgemeenschappen die zich vormen rond een praktijk die in het Chinees fuji of fuluan wordt genoemd: het hanteren van een wichelroede of het hanteren van de feniks. 6 Deze vorm van communicatie met de transcendente wereld door geschreven openbaringen ontstond in de 11de eeuw. Eén (soms twee) medium in trance hanteert een wichel of ring waaraan een verticale stok is bevestigd en schrijft met de punt van deze stok karakters in een bak met zand, bloem of wierookasse. Soms wordt de stok vervangen door een penseel en wordt er met rode inkt direct op papier geschreven.7 Fuji werd door alle lagen van de bevolking gebruikt. Geleerden probeerden door geestschrijven hun persoonlijke lot of de vragen van een civiel examen te achterhalen. Ongeletterden gebruikten de diensten van mediums om genezing te bekomen of om te communiceren met de doden (Jordan & Overmyer 1986: 36). Uit deze praktijk groeiden taoïstische geest-schrijf-congregaties. Dit waren groepen die geregeld met een god communiceerden. Gelovigen hoopten op diens goddelijke assistentie in hun religieuze vervolmaking om onsterfelijkheid te bereiken (Clart 1997: 7). De taoïstische geest-schrijfcongregaties bundelden de teksten en richtlijnen die ze op deze manier ontvingen vaak in boeken. De publicatie van moraliteitsboeken was tot op dat moment het monopolie gewest van liefdadigheidsverenigingen. Deze verenigingen werden gevormd door rijke literati en handelaars. Naast de verdeling van medicijnen en de organisatie van begrafenissen voor de armen organiseerden ze ook publieke lezingen over confucianistische moraal. Volgens Clart ontstond uit deze twee bewegingen in het midden van de negentiende eeuw een nieuw type geest-schrijf-congregatie dat de interne structuur van taoïstische congregaties verbond met de conservatieve sociale leer van de liefdadigheidsorganisaties. Leden van deze nieuwe congregaties beschouwden het als hun taak om de goden te assisteren in de verspreiding van de traditionele moraal. De belangrijkste god van deze bewegingen was geen onsterfelijke, zoals Lü Dongbin, maar de rechtschapen, confucianistische8 krijgsheer en wijze, Heer Guan. 9 6 Zoals Clart opmerkt is feniks als vertaling van luan niet geheel correct. Luan is net als feng een mythologische vogel. Bij gebrek aan betere termen vertaalt men al deze vogels met de term feniks. Er is verder geen verband met deze vogel uit de westerse mythologie (Clart 1994: 175n2). 7 Beschrijvingen van fuji-rituelen zijn te vinden in Thompson (1982), Jordan & Overmyer (1986), Clart (1994) en Clart (1997). 8 Heer Guan kan evengoed een taoïstische god genoemd kan worden, maar leden van geest-schrijfcongregaties en Yiguan Dao leggen de nadruk op de confucianistische deugden die Heer Guan zou verpersoonlijken. 19 Op het einde van de 19de eeuw vestigden deze geest-schrijvende liefdadigheidsverenigingen zich ook in Taiwan. Daar zouden ze na de Tweede Wereldoorlog erg beïnvloed worden door Yiguan Dao. We komen daarom teurg in hoofdstuk 10. Groepen uit de Witte-Lotustraditie begonnen in het midden van de 19de eeuw, mogelijk daarvoor, gebruik te maken van de feniks. De boeken die ze op deze manier produceerden gingen gaandeweg de oudere religieuze werken (baojuan, kostbare rollen) vervangen. Dat religieuze bewegingen rond het midden van de 19de eeuw, mogelijk vroeger, gebruik gingen maken van deze techniek is mogelijk te wijten aan dreigingen waaraan de Chinese traditie op dat moment werd blootgesteld. Door middel van fuji konden Chinese wijzen en goden rechtstreeks spreken, richting geven en oproepen tot een ethisch reveil (Jordan & Overmyer 1986: 36). Clart wijst ook op de problemen waarmee de geletterde klasse in die tijd geconfronteerd werd. De klassieke weg van sociale promotie door het civiele examensysteem werd steeds moeilijker. Mogelijk zorgde dat er ook voor dat leden uit deze klasse minder aan de orthodoxe leer gehecht bleven en op zoek gingen naar alternatieve, ‘heterodoxe’ wegen (Clart 1977: 10). Clart ziet de 15de patriarch van Yiguan Dao als een voorbeeld hiervan. De 15de patriarch heette Wang Jueyi en was een geletterd man. Wang was vooral actief in de centrale provincie Sichuan en kwam aan de kost als reizende waarzegger. Hij was een medium en deed aan geestschrijven. Op die manier zou hij een aantal leerstellige boeken hebben geschreven. Zij tonen aan dat de heilsleer van de Witte-Lotustraditie op dat moment vermengd werd met de confucianistische moraal (Clart 1997: 10). Wang stierf in 1884 en zou zijn beweging de naam Yiguan Jiao, Leer van de Al-doordringende Eenheid, gegeven hebben (Clart 2000: 128). Over deze naamgeving bestaat er enige onenigheid, maar het is aannemelijk dat Wang door zijn geschriften de basis legde voor de doctrine van Yiguan Dao (Shahar 1998: 199). We zullen in hoofdstuk 3 dan ook verder gaan met de geschiedenis van Yiguan Dao. 9 Zie 6.3.3 voor een voorstelling van deze twee goden. 20 3) DE GESCHIEDENIS VAN YIGUAN DAO 3.1 YIGUAN DAO IN CHINA 3.1.1 De laatste patriarchen Volgens Jordan & Overmyer was het de 16de patriarch Liu Huapu die als eerste de naam Yiguan Dao (Weg van de Al-doordringende Eenheid) en de slogan san he yi, de drie [religies] zijn één, gebruikte1. Op een dag kreeg hij bezoek van een soldaat die vastbesloten was om de Dao te ontvangen. De jongeman noemde zichzelf Lu Zhongyi. Drie nachten na elkaar had hij in een droom te horen gekregen dat hij zich naar Shandong Provincie moest begeven om de Dao te ontvangen. Patriarch Liu ontfermde zich over hem. Lu was ongeletterd, maar patriarch Liu stemde toe hem te laten blijven als huisbediende. Volgens Jordan & Overmyer ontving Lu Zhongyi op zijn drieëndertigste in 1886 het ‘hemelse mandaat’ 2. Een informant vertelde mij hoe dat gebeurde: “Op zijn vijftigste [in 1886] vroeg patriarch Liu aan de Hemel wie hem moest opvolgen. De Eerwaarde Moeder antwoordde hem dat zijn opvolger vlakbij hem was en de karakters 合仝3 op zijn handpalmen waren te vinden. Liu droeg alle gelovigen op om hun handen te wassen en samen te komen in de tempelhal. Hij vond geen tekens. Patriach Liu had niet gedacht aan de eenvoudige keukenhulp Lu Zhongyi. Deze kwam net uit de keuken om zijn handen te wassen en daarop controleerde de patriarch ook zijn handen. Het bleek dat Lu Zhongyi door de Hemel was aangeduid als de 17de patriarch.” Song geeft een verhaal dat lichtjes afwijkt van deze versie. Het antwoord van de Eerwaarde Moeder bestond uit enkele cryptische verzen over de (on)herkenbaarheid van de Maitreya Boeddha op aarde. Daarop controleerde patriarch Lu de handen van alle gelovigen en uiteindelijk ook die van Lu. Maar patriarch Liu besteedde niet veel aandacht aan de handlijnen van zijn keukenhulp. Hij verklaarde daarop teleurgesteld aan zijn volgelingen dat ieder van hen het mandaat van de Hemel had gekregen en raadde iedereen aan om terug te keren naar hun plaats van herkomst. Lu deed dat en zou uiteindelijk in 1906 het 17de patriarchaat ontvangen door een geschreven openbaring van de Hemel (Song 1983: 120). Hij 1 De gedachte dat de drie leren (boeddhisme, confucianisme en taoïsme) één zijn en deze leuze zijn veel ouder. We komen later terug op het Hemelse mandaat. 3 Deze karakters betekenen ‘gelijkwaardige verbintenis’, zie ook 5.3.2 Het zegel. 2 21 zou Yiguan Dao leiden tot aan zijn dood in 1925. Gelovigen beschouwen Lu Zhongyi als de incarnatie van de Maitreya Boeddha en als de eerste patriarch van de laatste, kosmische periode, het tijdperk van Witte Yang (Jordan en Overmyer 1986: 215).4 De 18de patriarch was Zhang Guangbi, beter bekend onder zijn postume naam Zhang Tianran. Hij werd geboren in 1889 in de noordelijke provincie Shandong. In 1908 trouwde Zhang met een vrouw die Zhu heette. Zij schonk Zhang een jaar later een dochter, maar stierf zelf in het kraambed. Een paar jaar later trouwde Zhang opnieuw. Zijn nieuwe vrouw heette Liu. Zhang zou in 1914 zijn ingewijd in Yiguan Dao. De 17de patriarch Lu hoorde van Zhangs kwaliteiten en bekeringstalent en nodigde Zhang uit zich bij hem te voegen. Patriarch Lu stierf in 1925 (Song 1983: 121). Er zijn alternatieve versies over de overdracht van het 18de patriarchaat en over de ontmoeting van Zhang Tianran met Sun Suzhen (Song 1983: 121-122; Jordan 1982: 443; Clart 2000: 128). De meest eenvoudige versie stelt dat de Eerwaarde Moeder na lang beraad in 1930 het laatste patriarchaat overdroeg aan een man en een vrouw: Zhang en Sun (Song 1983: 122). Het feit dat er andere versie bestaan doet vermoeden dat de overdracht niet zo keurig verliep. Het is ook mogelijk dat Zhang en Sun elkaar in 1934 of 1936 ontmoetten (Song 1983: 122). De meest verspreide versie in de westerse literatuur stelt dat Zhang Sun Suzhen als tweede vrouw nam. Zij was toen al lid van Yiguan Dao en naar verluidt trouwde Zhang haar na een goddelijke boodschap (Jordan 1982: 442-443, Jordan & Overmyer 1986: 218, ). Alleszins vergezelde Sun Suzhen Zhang op zijn rondreizen en beschikte ze over een groot charisma en organisatorische kwaliteiten (Jordan 1982: 443). Zhang werd als 18de patriarch beschouwd als de incarnatie van Ji Gong Huofo, Heer Ji, de Levende Boeddha. Sun werd door velen beschouwd als de reïncarnatie van de bodhisattva Yuehui, (Yuehui Pusa) (Jordan & Overmyer 1986: 218)5. De meeste gelovigen waarmee ik sprak hebben weet van de onduidelijke relatie tussen Zhang en Sun, maar denken toch dat ze getrouwd waren. Los van Zhang en Suns relatie, is het voor hen een vaststaand feit dat zij samen het 18de patriarchaat bekleedden. Tijdens de oorlog verbleef Zhang Tianran in het gebied dat door de Japanners was bezet. Jordan maakt melding van occasionele vervolgingen door de Japanners (Jordan 1982: 441), maar blijkbaar telde de Chinese collaboratie-regering, die geïnstalleerd werd in 1940 in Nanjing een aantal Yiguan-Daoleden. Zhang Tianran kreeg daardoor een lage positie in het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het bijhorende paspoort voor binnenlandse 4 5 Ook de Witte-Yangperiode zal pas later verduidelijkt worden. Voor Ji Gong en Yuehui zie 6.3.1. 22 verplaatsingen. Op die manier kon hij zijn religieuze activiteiten verder zetten. Zhang Tianran overleed kort na de oorlog in 1947 (Jordan & Overmyer 1986: 216-217). Na Zhang’s dood poogde Sun het leiderschap van Yiguan Dao over te nemen. Mevrouw Liu verzette zich hiertegen en er ontstonden twee facties. Jordan en Jordan & Overmyer geven beiden meer informatie over de machtsstrijd tussen deze twee en over de wijze waarop ze hun legitimiteit poogden te bevestigen. Eén van de belangrijkste elementen daarin was het geestschrijven. Vlak na zijn dood nam Zhang Tianran als reïncarnatie van de Levende Boeddha meermaals bezit van een medium en verklaarde hij zijn steun aan Mevrouw Sun. (Jordan 1982: 442-449, Jordan & Overmyer 1986: 218-221). Mevrouw Sun slaagde erin om het grootste gedeelte van de beweging voor zich te winnen. Zeker in Taiwan zijn de meeste afdelingen van mening dat Zhang en Sun het 18de patriarchaat deelden. Zij vereren Zhang en Sun als de Geëerde Leraar (shizun) en de Moeder-leraar (Shimu) (Clart 2000: 129). De Liu-isten6 beweren dan weer dat Zhang de enige houder is van het 18de patriarchaat. Zij zouden in de meerderheid zijn buiten Taiwan (Jordan & Overmyer 1986: 219), maar volgens Clart behoort de meerderheid van Yiguan-Daotempels in de streek van Vancouver, Canada tot de Sun-strekking (Clart 2000: 129). Gelovigen van beide kanten benadrukken dat het geloof van de twee strekkingen hetzelfde is. De interne machtsstrijd was niet het enige probleem waarmee Yiguan Dao in die tijd geconfronteerd werd. 3.1.2 Beschuldigingen van collaboratie Tussen de jaren 1920 en 1940 groeide het aantal leden van Yiguan Dao tot meer dan 10 miljoen (Micollier 1998: 44). Door de snelle groei tijdens de Japanse bezetting werd Yiguan Dao na de oorlog beschuldigd van collaboratie. Ongeveer gelijktijdig werd de beweging buiten de wet gesteld door zowel de republikeinse regering als door de communisten. Deliusin vermeldt dat Yiguan Dao in 1949 door de communistische regering werd verboden. De religie werd ervan beschuldigd een antirevolutionair instrument te zijn in handen van de Nationalistische Partij van Chiang Kai-shek (Jiang Jieshi) (Deliusin 1972: 225). Hij schrijft de spectaculaire groei van de religie toe aan de relaties tussen Yiguan Dao en het collaboratiebestuur (Deliusin 1972: 231). Jordan weerlegt grotendeels de beschuldiging van collaboratie. Een van zijn informanten had Zhang Tianran persoonlijk gekend en beweerde dat één van diens vertrouwelingen op bevel van de nationalistische regering 6 Samen met Sun-isten is dit een term van Jordan (1982: 447). 23 infiltreerde in het collaboratieregime. Op die manier kwam Zhang in contact met enkele hooggeplaatsten die zich vervolgens bekeerden. Na Zhangs dood beschikten zijn volgelingen nog steeds over genoeg connecties bij de nationalistische regering om zijn lichaam te laten overvliegen naar Shanghai (Jordan 1982: 444-445). De beschuldigingen van collaboratie en het buiten de wet stellen van Yiguan Dao worden telkens in één adem genoemd. Maar als het bovenstaande waar is, lijkt het aannemelijker dat de collaboratiegeruchten niet de directe aanleiding zijn geweest voor het verbod. De communistische wetgeving was gericht tegen geheime, feodale, antirevolutionaire groeperingen. De wetgeving van de nationalistische regering was gericht tegen politieke en religieuze geheime genootschappen (Jordan & Overmyer 1986: 217). De wetgeving was dus bedoeld om potentieel machtige groeperingen te ontbinden, en niet zozeer om collaborateurs en hun groeperingen uit te schakelen. Na het verbod nam Yiguan Dao een hele reeks schuilnamen aan. Eén daarvan was Tian Dao (de Hemelse Weg) (Deliusin 1972: 232). Deze naam wordt nog steeds gebruikt in Canada en Taiwan (Clart 2000: 127; Jordan 1982: 435). Jordan & Overmyer berichtten dat de leden van één tak aan hun initiandi vertellen dat de correcte naam van de beweging Zhenli Tiandao (de Hemelse Weg van het Ware Principe) is (Jordan & Overmyer 1986: 229). Geen van mijn informanten ging daarmee akkoord. Er zijn veel namen, Tian Dao wordt vaak gebruikt, maar de officiële, echte naam van de religie is Yiguan Dao. We zullen later terugkomen op de religieuze politiek van de nationalistische overheid, die in 1949 naar Taiwan vluchtte, en eerst verder gaan met de lotgevallen van Yiguan Dao in China. 3.1.3 De onderdrukking van Yiguan Dao in China De machtsovername door de communisten was een drama voor Yiguan Dao, als grootste religieuze lekenbeweging op het Chinese vasteland. Deliusin citeert cijfers die stellen dat in de noordelijke Shanxi provincie 74 % van de arme en gemiddelde boeren lid was van Yiguan Dao (Deliusin 1972: 230). Hij stelt ook dat leiders hun volgelingen bedreigden, opdat deze laatsten trouw zouden blijven aan de beweging. “Maar onder de condities die gecreëerd werden door de nieuwe regering hadden dreigementen weinig kracht en verlieten leden ‘en masse’ Yiguan Dao.” Hij besluit triomfantelijk door te stellen dat ‘tussen 1949 en 1953 Yiguan Dao, één van de laatste en grootste geheime genootschappen in China, officieel en voorgoed werd opgeheven’ (Deliusin 1972: 232-233). Jonathan Spence schetst een ander beeld: 24 De stedelijke overheid in Tianjin benutte de campagne [tegen binnenlandse contrarevolutionairen] bovendien voor aanvallen op de sterkste nog bestaande religieuze groepering in de streek – de eclectische reveilsekte Yiguan Dao (...). Op massale bijeenkomsten en in beschuldigingsacties werden zo’n vierduizend leiders van de sekte op de korrel genomen, terwijl de leden werden gedwongen elkaar aan te geven en hun geloof af te zweren. In april 1951, op het hoogtepunt van de actie, beloofden wel 15.000 mensen per dag – voor de helft vrouwen- hun banden met de Yiguan Dao te verbreken. Aan het einde van het jaar, toen de campagne wegebde, stonden 280.000 mensen genoteerd die zich uit de sekte hadden teruggetrokken. (Spence 1991: 532). Er is weinig geweten over wat er na de jaren 1950 gebeurde met Yiguan Dao in China. Micollier meldt dat de beweging ondergronds bleef bestaan en vooral actief was tussen 1959 en 1962 en tijdens de Culturele Revolutie (1966-1969). Vandaag de dag zou ze opnieuw actief zijn (Micollier 1998: 44 en noot 35). Het is niet duidelijk of afdelingen uit Taiwan of Hong Kong daarin een rol spelen. Yiguan Dao heeft waarschijnlijk de juiste eigenschappen om ook op het vasteland uit te groeien tot een grote religieuze beweging, maar de lotgevallen van de Falun Gong tonen aan dat de tijd niet rijp is om openlijk te opereren of te ijveren voor een legalisatie van de beweging. 3.2 YIGUAN DAO IN TAIWAN 3.2.1 Het ontginnen van de wildernis Zhang Tianran had zijn voornaamste basis in het noorden van China, meer bepaald in de stad Tianjin. In 1930 trokken een aantal van zijn assistenten van Tianjin naar Shanghai om er ‘de wildernis te ontginnen’ (kaihuang). Ze stichtten er de Baoguang Tan (Altaar van de Kostbare Schittering). Na de dood van Zhang eerde patriarch Sun een aantal vooraanstaande leiders van de beweging met de titel Daozhang, Leider van de Dao. Eén van hen, Pan Hualing, wordt beschouwd als de stichter van de Afdeling van de Kostbare Schittering (Baoguang zu). Deze afdeling vertakte zich over tien Chinese provincies, onder andere naar Taiwan. Pan bezocht zijn assistenten in Taiwan op het einde van de jaren 1940, maar hij keerde daarop terug naar het vasteland. Hij zou daar kort na de machtsovername door de communisten zijn vermoord (Song 1983: 128-130). 25 Eén van Pan’s assistenten was Su Xiulan. Zij kwam in 1946 naar Taiwan. Su behoorde tot de Manchu-adel en beschikte over voldoende middelen om ook nog in Taiwan haar verkondigingswerk verder te zetten. Su en andere leiders van Yiguan Dao leerden Taiwanees en predikten in de volkstaal. Dit zou één van de elementen zijn die bijdroegen tot het succes van Yiguan Dao (Song 1983: 129). Al snel verzamelde priores (nüshi) Su een groep gelovigen rond zich en stichtte in Tainan Stad Tiande Tan (het Altaar van de Hemelse Deugd, een tempel). Eén van haar eerste volgelingen was Wang Shou (Song 1983: 128). Wang Shou werd geboren in de jaren 1920. Onder de Japanse bezetting was het verboden om Chinees te studeren. Toch groeide Wang op met een grote voorliefde voor de Chinese cultuur. Hij was dan ook erg tevreden over de teruggave van Taiwan aan China en zeer enthousiast toen zijn dorp bezoek kreeg van iemand die de vier waarden en de acht deugden 7 verkondigde: Su Xiulan. Yiguan Dao was voor Wang Shou een manier om de Chinese traditie opnieuw een centrale rol te geven. Niet alleen in zijn eigen leven, maar ook in dat van andere doorsnee Taiwanezen (Song 1983: 194). Na de dood van Su Xiulan in 1961 zou Wang Shou uitgroeien tot de leider (Qianren, Senior) van de grootste Baoguang-tak van Taiwan: Baoguang Yushan zhi (Song 1983: 194-204). De meeste tempels die geaffilieerd zijn met Wang Shou liggen in het zuiden van Taiwan. Het enorme tempelcomplex van Yushan in Tainan County fungeert als hoofdkwartier. In Tainan Stad zijn er drie tempels. We zullen één van hen later uitgebreid bespreken. 3.2.2 De organisatie van Yiguan Dao Na de communistische overwinning ontvluchtten tal van leiders en leden van Yiguan Dao het vasteland. Madame Liu was daar niet bij. Zij zou niet lang na Zhang Tianran zijn overleden (Jordan 1982: 448). Madame Sun daarentegen, vluchtte eerst naar Hong Kong en ging van daar naar Taiwan. Ze overleed in 1975. Maar reeds daarvoor was haar positie aan het hoofd van Yiguan Dao voornamelijk nominaal (Clart 2000: 219). Yiguan Dao is niet centraal georganiseerd. De meerderheid van de beweging erkende Su als medehouder van het 18de patriarchaat, maar anderzijds voelden haar volgelingen zich vrij om op eigen initiatief tempels te stichten en congregaties te vormen. Leider van de Dao Pan Hualing was daar een voorbeeld van. Er wordt wel eens gezegd dat er 18 Leiders van de Dao waren en evenveel afdelingen. Ik heb geen Yiguan-Daoleden gevonden die deze allemaal 7 De vier (civiele) waarden zijn: zin voor decorum, rechtvaardigheid, integriteit en zin voor schaamte. De acht deugden zijn: respect voor ouders, respect voor oudere broers of nederigheid, loyaliteit, vertrouwen, zin voor decorum, rechtvaardigheid, eerlijkheid, zin voor schaamte (Clart 2000: 128; WITH 2003: mainpage). 26 konden opsommen. De geraadpleegde werken blijken er evenmin toe in staat. Wel staat er een lijst van de oorspronkelijke 18 afdelingen op de website van het in Los Angeles gevestigde World I-kuan Tao Headquarters (WITH). Song toont een genealogie van Yiguan-Daotakken in Taiwan en daarbuiten. Er zijn volgens hem 13 afdelingen (zu) in Taiwan. Meestal hebben deze een heel aantal subgroepen of takken (zhi). Song traceert de leiders van deze groepen en subgroepen terug naar een aantal tempels of regio’s op het Chinese vasteland. (Song 1983: 123-131, appendix 38-40). Andere bronnen geven andere namen en groepen. Het is dus onmogelijk om precies te bepalen hoeveel afdelingen er zijn in Taiwan of daarbuiten en hoe groot de samenhang is tussen verschillende subgroepen. Tabel 2 geeft de naam van de groepen die in de literatuur en op de website van WITH worden vermeld. Tabel 2: De Afdelingen van Yiguan Dao Bronnen: J& O: (Jordan & Overmyer 1986: 219-220); Clart: (Clart 2000: 129); Song : (Song 1983: appendix p. 38-40); WITH: (WITH 2003: Orginisational Structures). Chinese naam 8 Vertaling8 Wordt vermeld door J& O Clart Song WITH Clart Song WITH 1 寶光 Baoguang Kostbare Schittering 2 興毅 Xingyi Enthousiaste Standvastigheid 3 發一 Fayi Promoot Eenheid J& O Song WITH 4 基礎 Jichu Fundering of Fundament J& O Clart Song WITH 5 安東 Andong Vreedzaam Oosten 6 浩然 Haoran Indrukwekkend 7 常州 Changzhou Changzhou (plaatsnaam) 8 文化 Wenhua Cultuur 9 天祥 Tianxiang Hemelse Voorspoed 10 慧光 Huiguang Wijze Schittering 11 正義 Zhengyi Correct principe 12 紫光 Ziguang Paarse Schittering Song WITH 13 明光 Mingguan Heldere Schittering Song WITH 14 金光 Jinguang Gouden Schittering Song WITH WITH Clart J& O Song WITH Song WITH Song WITH WITH J& O J& O Song WITH Song WITH Ik geef een letterlijke vertaling. In het Chinees verwijzen de benamingen vaak naar boeddhistische of filosofische concepten. 27 15 北平 Beiping Noordelijke Vrede 16 蒲光 Puguang Schittering van de Oever 17 天真 Tianzhen Onschuld WITH 18 禮智 Lizhi Rituele Wijsheid WITH 19 性理 Xingli Natuurlijke Orde Clart 20 善一 Shanyi Rechtvaardige Eenheid Clart 21 法一 Fayi9 Volg Eenheid WITH Clart J& O WITH Song De verschillende afdelingen zijn het resultaat van de individuele en competitieve inspanningen van een reeks missionarissen uit het vasteland en hun assistenten. De andere Leiders van de Dao en hun discipelen, andere assistenten van Pan en minstens één andere discipel van Su Xiulan bouwden net als Wang Shou een verzameling van congregaties (Song 1983: 194-204). De concurrentie tussen deze groepen zorgt ervoor dat ze weinig met elkaar in contact komen. Zelfs individueel contact tussen gelovigen van verschillende takken ligt moeilijk en kan geïnterpreteerd worden als een poging om gelovigen weg te lokken (Jordan 1982: 449).10 Er zijn dus meerdere takken die zich allemaal tot de Baoguang-afdeling rekenen. Omdat Pan Hualing stierf zonder een opvolger aan te duiden, lijkt het erop dat deze afdeling, net zoals Yiguan Dao in zijn geheel, geen centrale leiding meer heeft. Eén gelovige verduidelijkte het als volgt: “Baoguang is maar een naam. Leiders van verschillende takken kunnen besluiten om samen iets te ondernemen, bijvoorbeeld een liefdadigheidsproject. Ze zullen dan de naam Baoguang gebruiken. Als er nog leiders of groepen meedoen die niet tot een andere afdeling behoren, dan zal men de naam Yiguan Dao gebruiken om de gemeenschappelijke actie te benoemen.” Het lijkt erop dat de organisatie van verschillend takken kan verschillen en dat de structuur veeleer informeel is. Bosco spreekt over districten die elk een leidersstructuur hebben die de zaken van de tempels in het district regelt. Verschillende districten vormen een geografische eenheid onder leiding van een Meester. Deze meester rapporteert aan een Senior 9 Jordan & Overmyer vermoeden en Song bevestigt dat dit een alternatieve schrijfwijze is van nummer 3 (Jordan & Overmyer 1986: 220 en Song 1983: 169). 10 Jordan heeft aandacht voor de strategiën en de onderlinge competitie die ontstaan bij de uitbouw van een Yiguan-Dao congregatie. Ik heb aanwijzingen dat zijn Prior Gao een pseudoniem is voor Wang Shou, maar sommige elementen wijzen in de andere richting. Voor een beeld van de interne concurrentie: (Jordan 1982: 450457 en Jordan & Overmyer 1986: 246). 28 (Qianren) (Bosco 1994: 431). Baoguang Yushan beschikt over een systeem van formele en informele leiders. Als een geheel wordt de afdeling geleid door Senior Wang. Hij wordt bijgestaan door enkele adviseurs en door een Hoofdmanager (Zong Jingli) die de leiding van het tempelcomplex in Yushan en van de gehele beweging op zich neemt. De Hoofdmanager wordt bijgestaan door een dertigtal Assistent-Hoofdmanagers (Fuzong Jingli). Zij staan in verbinding met en houden toezicht op de managers van de lokale tempels. Deze structuur is ook te vinden bij Jordan en Overmyer en werd bevestigd door mijn informanten. Jordan & Overmyer spreken over meer dan 300 tempelmanagers. Dit aantal konden mijn informanten niet bevestigen.11 Jordan & Overmyer vermelden nog een lager niveau, dat van Voorzitter van de Tempelhal (Tang Zhu) (Jordan & Overmyer 1986: 223). Dit slaat waarschijnlijk op de huisaltaren waar congregaties samenkwamen toen Yiguan Dao nog verboden was. Baoguang Yushan komt in Tainan Stad niet meer samen in deze huisaltaren. Op het platteland en in steden waar Baoguang Yushan maar een beperkte aanhang heeft, is dit niveau nog wel aanwezig. Het gaat dan niet enkel om huisaltaren, maar ook om kleinere openbare tempels die niet als non-profitorganisatie georganiseerd zijn. Het is aannemelijk dat ook Baoguang Yushan op het platteland georganiseerd is in geografische eenheden zoals Bosco die beschreef. De drie Baoguang Yushan-tempels in Tainan zijn allemaal bij de overheid als nonprofitorganisaties (Caituan Faren) geregistreerd. Dat wil zeggen dat hun manager verkozen wordt door de geloofsgemeenschap van de tempel. Wang Shou is volgens de overheid de verantwoordelijke van al deze tempels. In de praktijk hebben ze allemaal hun eigen managers of beheerscomité. Het is mij niet duidelijk hoe dicht deze managers (Jingli) betrokken zijn bij het bestuur van de koepelorganisatie. Ze beweerden allemaal verkozen te zijn door de tempelgemeenschap, maar het is mogelijk dat deze verkiezingen enkel de beslissing van hogere bestuursniveaus bevestigen. De managers delegeren diverse verantwoordelijkheden aan leden van de geloofsgemeenschap. Ze kunnen een voorname rol spelen in rituelen, maar het komt vrij vaak voor dat de voorgangerspositie wordt afgestaan aan verdienstelijke gelovigen. 3.2.3 Het politieke klimaat in Taiwan Zoals ik eerder al opmerkte had de regering in 1946 alle geheime politieke en religieuze genootschappen verboden. Yiguan Dao werd bij naam genoemd in deze wet. Dit 11 Ik ga er dan ook van uit dat Baoguang Yushan de afdeling is die zij beschrijven. 29 verbod werd in de jaren vijftig een aantal keren herbevestigd door de GMD. 12 Maar nooit kwam het tot een systematische vervolging van de beweging. Song duidt 1963, 1974 en 1980 aan als de jaren waarin de overheid en de media het meest actief campagne voerden tegen Yiguan Dao (Song 1983: 10-11). In 1963 maakten de leiders van de belangrijkste Yiguan-Dao-afdelingen bekend dat het door de herbevestiging van het verbod onmogelijk was om verder legaal te opereren. Daarom riepen ze alle onderafdelingen op om hun activiteiten te staken (Song 1983: 9). Dao uitnodigde om lid te worden van deze erkende koepelorganisatie (Song 1983: 9-10). In datzelfde jaar was een Yiguan-Daolid betrokken bij de oprichting van de Taoist Association of the Republic of China (TAROC) (Clart 1995: 142). Exact één jaar na het communiqué van de leiders van Yiguan Dao publiceerde de TAROC een krantenadvertentie waarin ze leden en verenigingen van Yiguan Dao uitnodigde om lid te worden van deze erkende koepelorganisatie. Het merendeel van Yiguan Dao’s boeddha-hallen (fotang) ging op deze uitnodiging in. Een minderheid van hen werd lid van de Buddhist Association of the Republic of China (BAROC) (Song 1983: 10). Hallen die dit deden traden naar buiten als taoïstische of boeddhistische tempels, maar in het geheim, meestal op de eerste verdieping, vergaderden ze verder als Yiguan-Daogenootschappen. Een andere strategie om aan het oog van de overheid te ontsnappen was de organisatie van huisaltaren. Nieuwe congregaties begonnen dikwijls rond zo’n altaar (tan), zoals ook Su Xiulan er één stichtte in Tainan. In plaats van deze huiscongregaties te laten uitgroeien tot grote congregaties met een openbare boeddha-hal, opteerde Yiguan Dao ervoor ze te splitsen in steeds meer kleine groepen van een tiental gelovigen. In de media werd Yiguan Dao er van beschuldigd het volk te misleiden en schrik aan te jagen, communistische sympathieën te hebben en losbandige rituelen (zonder kleren) te organiseren (Song 1983: 12). Die laatste beschuldiging is veruit de bekendste. Veel, vooral jongere, Taiwanezen wisten niet dat Yiguan Dao tot in 1987 verboden was, maar iedereen heeft geruchten gehoord over naakte rituelen. Ook Yiguan-Daoleden zelf halen die geruchten aan, vaak met een glimlach, om aan te tonen dat je niet alles moet geloven wat men over Yiguan Dao zegt (Jordan & Overmyer 1986: 235). Gelovigen die al lang lid zijn van Yiguan Dao minimaliseren vandaag de impact van het verbod op hun beweging: “Er waren wel mensen die het vreemd vonden dat ik naar Yiguan-Daobijeenkomsten ging. Maar het volstond 12 De exacte data zijn niet duidelijk: 1951 en 1963 in Clart (1995: 142); 1962 in Jordan (1982: 435); 1952 en 1959 in Jordan & Overmyer (1986: 217); 1963 in Song (1983: 9); 1952, 1959, 1963 volgens Vermander (1995: 12). 30 om ze mee te nemen naar de tempel, opdat ze konden zien dat iedereen zijn kleren aanhield.” Of nog: “Het was toen niet mogelijk om openlijk te zeggen dat je Yiguan Dao was. Je moest een beetje voorzichtig zijn. Sommige tempelleiders werden wel eens lastiggevallen door de politie, voornamelijk om technisch-juridische redenen, maar over het algemeen waren er nooit problemen.” Eén van de uitzonderingen was de zaak ‘Wang Shou’. 3.2.4 De zaak ‘Wang Shou’ Wang Shou, de eminente leerling van Su Xiulan, was in 1976 nog steeds vol ambities om de Chinese traditie een centrale plaats te geven in het hedendaagse Taiwan en om de Dao te verspreiden. Met dat doel huldigde hij in 1976 met veel vertoon voor een massa aanwezigen een gigantisch tempelcomplex in. Het was gelegen in Yushan in de bergen van Tainan District. Op het einde van dat jaar werd hij samen met zijn secretaris gearresteerd. De politie viel ook binnen in verschillende tempels van Kostbare Schittering. Een voor de hand liggende reden voor deze politieactie was de spectaculaire groei die Yiguan Dao gekend had in de jaren zeventig. Jordan & Overmyer opperen ook de suggestie dat Wang Shou misschien het slachtoffer was van chantage of jaloezie. In ieder geval bleef een massale vervolging van Yiguan Dao uit. Wel berichtte de media uitgebreid over Wang Shou en zijn mysterieuze en gevaarlijke sekte. Wang werd er ook van beschuldigd de nieuwe keizer van China te willen worden. Er is niet onderzocht of dit ook werkelijk zo was. Het gebruik van keizerlijke termen als ‘hemels mandaat’ en het gebruik van keizerelijke officiële rituelen in Yiguan Dao kan aan de basis liggen van deze beschuldigingen. Historisch onderzoek moet uitwijzen of Wang Shou ook werkelijk politieke ambities koesterde. Mij lijkt dat weinig waarschijnlijk. Wang werd verplicht bekentenissen af te leggen op televisie en bleef bijna vier jaar in voorarrest. Uiteindelijk werden Wang Shou en zijn secretaris in 1980 vrijgelaten zonder dat er klacht tegen hen werd neergelegd (Jordan & Overmyer 1986: 240-247). 3.2.5 De weg naar legalisering Na dit incident werd er steeds openlijker over Yiguan Dao gesproken. Er verschenen oproepen in de media om de religie te legaliseren. De academische interesse in Taiwan nam toe. In 1982 werd er een congres georganiseerd door de Etnologische Vereniging van China in de beruchte tempel van Kostbare Schittering. Dit congres werd bijgewoond door afgevaardigden van het Departement voor Burgerlijke aangelegenheden. Vertegenwoordigers 31 van de Guomindang vertelden Jordan in 1980 dat enkel het gezicht van de overheid legalisatie tegenhield. Yiguan Dao legaliseren zou betekenen dat de overheid in het verleden een fout had gemaakt (Jordan & Overmyer 1983 247-248). Jordan & Overmyer eindigden het schrijfproces aan hun boek in 1983 en soms lijkt het erop dat ze aannamen dat legalisatie nog dat jaar zou gebeuren. Vermander schrijft echter dat de legalisatie sterk gerelateerd was aan de strijd tussen ‘vastelanders’ en ‘Taiwanezen’ binnen de GMD. Sinds 1983 deden kandidaten die niet zeker waren van hun herverkiezing een beroep op de netwerken van Yiguan Dao. Deze kandidaten slaagden er op die manier in hun positie te versterken en zouden de legalisering in 1987 hebben versneld. Op 5 maart 1988 werd de nationale Yiguan Dao Association of the Republic of China geregistreerd bij de autoriteiten (Vermander 1995: 12, Clart 1995: 142-143). 32 4) BASISGEDACHTEN VAN YIGUAN DAO Bergers definitie van religie luidt als volgt: “Religion is meaning-building on a cosmic scale: the attempt to concieve the whole cosmos as humanly meaningful.” (geciteerd in Clart 1995: 124). Welke betekenis vinden leden van Yiguan Dao in het bestaan? In wat volgt zullen dit verduidelijken door een aantal belangrijke concepten van Yiguan Dao van naderbij bekijken. 4.1 WAT IS DAO? Waarschijnlijk het eerste wat een lid over Yiguan Dao aan een niet-ingewijde zal vertellen heeft betrekking op Dao. Het is voor gelovigen duidelijk dat alle fenomenen -in de kosmos, de natuur, het menselijk leven- worden gekenmerkt door wetmatigheden. De bovennatuurlijke oorsprong van al deze fenomenen noemt men gemakshalve Dao. Dao bestond reeds voor tijd en kosmos en bracht hemel, aarde, mens en ‘de tienduizend dingen’ 1 voort (Introduction 1996: 1-2). Dao is geen amorele kracht, maar bezit oneindige kracht en wijsheid. De uitleg over Dao kan nu verschillende richtingen uitgaan. Als de verteller een voorliefde heeft voor klassieke citaten, kan hij of zij putten uit een indrukwekkend arsenaal aan citaten om de centrale rol van Dao in de kosmos, het leven en de moraal uit te leggen. Doorgaans komen die citaten uit confucianistische, taoïstische en boeddhistische klassieke werken, maar ook in de bijbel zijn er tal van verwijzingen naar Dao.2 Zo is het Woord in de openingsverzen van het Johannes-evangelie synoniem voor Dao: “In het begin was het Woord. En het Woord was bij God. En het Woord was God.” (Tai: 1999: 69). Op die manier wordt duidelijk dat het Ware en het Goede in overeenstemming moeten zijn met de Dao. Het Ware en het Goede zijn terug te vinden in de woorden en daden van de Wijzen en Heiligen uit de vijf wereldreligies. Het is de taak van de mens om de Weg te zoeken. Een minder intellectuele manier om de werking van Dao duidelijk te maken verwijst naar de belangrijkste godheid van Yiguan Dao, de Eerwaarde Moeder (Laomu). Volgens sommigen is het beeld van de Ongeboren Eerwaarde Moeder een erkenning van de levengevende en zorgende eigenschappen van Dao (Introduction 1996: 5-6 & Explanations Dit is een term uit de taoïstische filosofie. Een mogelijke vertaling is ‘de natuur’. Confucianisme, taoïsme, boeddhisme en christendom vinden hun oorsprong allemaal in de Dao. Dat is ook zo voor de islam, maar omdat deze traditie weinig bekend is in Taiwan kunnen de meeste gelovigen daar geen voorbeelden van geven. 1 2 33 1991: 2-5). Op die manier wordt de Eerwaarde Moeder soms verklaard als een conventionele metafoor voor Dao. Maar zoals Jordan en Overmyer opmerken is de verering van een Chinese moedergodin eeuwenoud. De notie dat zij een antropomorfe voorstelling is van Dao is recent (Jordan & Overmyer 1986: 230). Andere teksten van Yiguan Dao zeggen dat Dao zelf de term Moeder verkiest (Sermons 1998: 218). De wereld is in een staat van verval. Er is chaos, geweld, milieuvervuiling. Families funcitoneren niet meer. Mensen zijn egoïstische individualisten geworden. De mensheid volgt de Dao niet meer, meer nog de meeste mensen beseffen niet dat Dao hun ultieme oorsprong is. Het is de hoogste tijd dat de mensheid tot bekering komt. Daarom heeft de Eerwarde Moeder nu de volledige, éne Weg bekend gemaakt om haar kinderen te redden (Overmyer 1976:107). Het lijkt mij dat er twee motieven zijn die steeds terugkomen als mensen voor het eerst over Yiguan Dao spreken. Ten eerste het besef dat de kosmos, de mens, al wat is, doordrongen is van die formidabele kracht, Dao. Dit aanvoelen is ook vervat in de naam Yiguan Dao. Deze is afgeleid van een uitspraak van Confucius: “Mijn weg is van een aldoordringende éénheid.”3 (Clart 2000: 128 n7). Ten tweede, de noodzaak in deze moderne, chaotische tijd, aan moreel gedrag, aan een ethisch reveil. Nadat deze twee punten zijn duidelijk gemaakt, kreeg ik meestal te horen dat er nog veel meer verteld kon worden over rituelen en dergelijke, maar dat voor een verder begrip van Yiguan Dao inwijding noodzakelijk is. Gelovigen verwijzen met de term Dao zowel naar een kosmische kracht als naar de juiste kennis ervan. Deze kennis kan enkel worden overgedragen in een ritueel. In hoofdstuk 5 zullen we mijn initiatieritueel beschrijven. Eerst zullen we dieper ingaan op het zoeken en verkrijgen van Dao (qui Dao en de Dao)4. Hoe is de overdracht van Dao onstaan? Hoe is transmissie verlopen? Aan welke voorwaarden moet men voldoen om geïnitieerd te worden? 4.2 HET HEMELSE MANDAAT: TRANSMISSIE VAN DAO 4.2.1 De relatie tussen mens en Dao Het ontstaan van de overdracht van Dao leidt ons naar de kosmologie van Yiguan Dao. Deze is erg complex. Ze wordt gepresenteerd als een eenheid en is onder andere gebaseerd op interpretaties van het Boek der Veranderingen (Yijing) en boeddhistische concepten. In feite 3 4 Wu Dao yi yi guan zhi (Analecten: IV,15) Het ontvangen van of verzoeken om Dao zijn uitdrukkingen om over lidmaatschap en initiatie te spreken. 34 zijn er verschillende versies en interpretaties. Vaak zijn er ook logische contradicties in één versie.5 We zullen niet dieper ingaan op de verschillende hemelse sferen. Het niveau dat ons hier aanbelangt is dat van de aarde. In het begin woonde de mens bij de Eerwaarde Moeder in het paradijs. Geleidelijk aan dwaalde de mensheid steeds verder af van de Dao en belandde in de materiële wereld. Het wiel van leven en dood werd in gang gezet en de terugkeer van de mens naar de hemel werd geblokkeerd. De Eerwaarde Moeder was hierdoor diep bedroefd en zond zeven heersers om de mens te leiden. Op die manier leerde de mens het bouwen van huizen, het beheersen van het vuur en de landbouw. Van Shennong, de Goddelijke Boer, leerde men welke planten eetbaar of geneeskrachtig waren. Anderen leerde de mens de geneeskunde, het maken van kleding, het schrift en muziek. Op die manier bereikte de mens de beschaving (Explanations 1991: 66). Omdat de mens het besef van zijn goddelijke oorsprong verloor volgde er daarna een fase van regressie. Uit liefde voor haar kinderen zond de Eerwaarde moeder daarom boodschappers. De Boeddha, Confucius, Laozi, Jezus en Mohammed zijn de bekendste boodschappers van de Eerwaarde Moeder (Sermons 1998: 218). De faze van regressie kan opgedeeld worden in drie periodes: Groene Yang, Rode Yang en Witte Yang. 6 (Qing Yang, Hong Yang, Bai Yang). Elke van deze periode wordt geregeerd door een boeddha, die de aanvoerder is van een schare van goden, heiligen en wijzen die allemaal gestuurd werden om de mens terug op het juiste pad te brengen. In de eerste periode, groene yang, zond de Eerwaarde moeder de Dimpamkara (Randeng) Boeddha. In de tweede rode-Yangperiode, leidde Sakyamuni Boeddha de terugkeer van Moeders kinderen naar het paradijs. Ze slaagden er niet in de hele mensheid te redden. Daarom stuurde de Eerwaarde moeder bij het aanbreken van de catastrofale witte-Yangperiode 7 de Maitreya Boeddha naar de aarde om de gehele mensheid te redden (Jordan & Overmyer 1986: 214). 4.2.2 De overdracht van Dao: de patriarchen Dao is van alle tijden en het is dan ook logisch dat de overdracht van zijn ware essentie eveneens is terug te voeren tot het begin der tijden. Hoe is deze overdracht gebeurt en hoe 5 Zie bijvoorbeeld Explanations (1991: 1-44). De herkomst en vertaling van yang in deze context is onduidelijk (Jordan & Overmyer 1986: 214n). Gelovigen kunnen veel vertellen over de kleuren en de gebeurtenissen die samenhangen met deze periodes, maar over de keuze van het woord yang is weinig geweten. 7 De meeste bronnen zijn het erover eens dat de Witte Yang-periode begon in 1911. Het jaar van de val van het Chinese keizerrijk. 6 35 wordt dan verklaard dat Yiguan Dao als beweging pas ontstaan is op het einde van de 19de eeuw? We zagen al dat Yiguan Dao de legitimiteit van haar leer baseerde op een lange reeks patriarchen. De lijn van patriarchen bevat enkel die zendelingen die het volledige begrip van de Dao erfden. Het ontvangen van de ware Dao wordt ook omschreven als het Hemelse Mandaat (Tian ming). Zendelingen van Moeder die niet in de patriarchenlijn voorkomen, bijvoorbeeld Christus, hadden dus maar een beperkt mandaat en geen hemels mandaat. Waarom dit zo was en waarom deze ware Dao soms openbaar en soms in het diepste geheim werd overgedragen gaat het menselijk intellect te boven (Explanations 1991: 65). Zhang Tianran en Sun Suzhen waren beide drager van het 18de latere oosterse patriarchaat. Daarvoor waren er 18 vroegere oosterse patriarchen en 28 westerse patriarchen. In totaal zijn er dus 64 patriarchen geweest, evenveel als er hexagrammen zijn in het Boek der Veranderingen. 8 De eerste drager van het Hemels mandaat was Fuxi, de legendarische uitvinder van de acht trigrammen, die volgens sommigen 7000 jaar geleden in China leefde (Explanations 1991: 67). Hij werd opgevolgd door een reeks cultuurhelden, waaronder de Goddelijke Boer (Shennong), de Gele Keizer (Huangdi) en legendarische keizers. Daarna volgen een aantal historische heersers: bijvoorbeeld Tangdi, de stichter van de Shang-dynastie en de confucianistische held, de Graaf van Zhou. En tenslotte een reeks filosofen: Laozi, Confucius en diens belangrijkste leerlingen. En tenslotte Sakyamuni Boeddha. Grafisch weergegeven zou deze lijn soms splitsen om dan weer samen te vloeien. Soms worden latere figuren met stippellijn verbonden aan veel vroegere voorgangers.9 Yiguan-Daoleden benadrukken dat het hemelse mandaat niet noodzakelijk door persoonlijk contact wordt overgedragen. Transmissie ‘door de geest’ is ook mogelijk. Als er maar achttien van de mogelijke patriarchen worden vermeld, noemt men deze soms de 18 (Eerste) Oosterse Patriarchen (Explanations 1991: 67). De transmissie van de Dao stopte in China en werd door de Boeddha in het Westen verder gezet. Na Sakyamuni volgen er 28 Westerse Patriarchen. Deze zijn ook door het zenboeddhisme erkend. De 28ste westerse patriarch is Bodhidharma. Hij bracht de Dao terug naar China en is daarom ook de eerste Oosterse Patriarch. Na hem volgen nog vijf zenpatriarchen. Na de 6de zenpatriarch, Huineng, kwam de Dao in handen van een reeks 8 Jordan & Overmyer geven een volledige opsomming van de dragers van het Hemelse mandaat (Jordan & Overmyer 1986: 214-216 en 290-292). Zij geven ook aan dat verschillende bronnen kleine verschillen vertonen, vooral wat in het eerste deel van de lijst. Zie ook Explanations (1991: 67-72). 9 In een van de tempels die ik bezocht hing een tijdslijn, die de Chinese dynastiën, de kosmische periodes en tijdseenheden en de patriarchen van Yiguan Dao weergaf. 36 patriarchen waarover vrij weinig bekend is. Meer bekend is er over de laatste patriarchen, die reeds voorgesteld werden in 3.1.1. Het 18de Oosterse Patriarchaat was het laatste. Het einde van de transmissie van de Dao hangt samen met het aanbreken van het laatste kosmische tijdperk. 4.3 DE WITTE-YANGPERIODE Wat betekent het aanbreken van het laaste kosmische tijdperk? De Witte-Yangperiode is het laatste tijdperk van het aardse bestaan en zal enorme catastrofes met zich meebrengen. De Groene-Yangperiode kende negen grote water-catastrofes. De zondvloed is daar een voorbeeld van. Tijdens de Rode-Yangperiode werden de collectieve zonden van de mensheid groter. Daarom troffen 18 vuurcatastrofes de wereld. Dit getal komt ook overeen met het aantal chinese dynastieën 10 . 1911 wordt zeker sinds de jaren vijftig aangeduid als het beginjaar van de Witte-Yangperiode. Daarvoor werden er wel eens andere data genoemd of gezegd dat de Witte-Yangperiode op het punt stond te beginnen (Jordan & Overmyer 1986: 261-262). Deze periode zal gekenmerkt worden door 81 wind-catastrofes, een duidelijk voorbeeld daarvan zijn nucleaire rampen (Explanations 1991: 41-42). Yiguan Dao legde aanvankelijk een vrij grote nadruk op het nabije einde der tijden. Dat blijkt uit teksten die Zhang Tianran vlak na zijn dood tijdens geest-schrijfsessies openbaarde. Daarbij moeten we in het oog houden dat de nucleaire dreiging een belangrijk maatschappelijk thema is in Taiwan en ook voor andere religies vaak een symboolfunctie heeft. Vandaag de dag wordt veel minder aandacht besteed aan het einde van de wereld (Bosco 1994: 435; Deliusin 1972: 232). Met de Witte-Yangperiode is een nieuw tijdperk begonnen. Een tijdperk, zo zegt men, waarin het noodzakelijk en voordelig is om zich te bekeren tot Yiguan Dao, maar ook een tijdperk dat nog lang zal duren. Het meest gebruikte getal om de duur van de Witte-Yangperiode aan te duiden is 10.800 jaar. Yiguan Dao is dus geen apocalyptische beweging. Zoals gezegd viel het begin van de Witte-Yangperiode samen met de komst van de Maitreya Boeddha. Deze incarneerde als de 17de patriarch. Daarop incarneerde Heer Ji, de Levende Boeddha als de 18de en laatste patriarch. Deze kreeg samen met Sun Suzhen de volledige éne Weg geopenbaard. Daarop gaf de Eerwaarde Moeder hen de opdracht om deze Weg te openbaren aan iedereen die waardig is de Weg te ontvangen. In feite zijn er meer dynastiën geweest. Ik weet niet welke criteria men gebruikt om er maar 18 ‘te laten meetellen’. 10 37 4.4 DAO ONTVANGEN Wie is er in deze tijd waardig om geïnitieerd te worden in Yiguan Dao? Dao kan niet zomaar worden uitgelegd. Dao moet worden ontvangen. Een vraag in de ‘catechismus’ van Yiguan Dao, Explanations of the Answers to the Truth is juist “Why can’t Tian-Tao [Tian Dao] be explained first [and] then be transmitted?”. Het antwoord stelt dat Dao enkel mag worden overgedragen aan de juiste mensen die geloven in God en de wijsheid hebben om de Waarheid te herkennen. Mensen die hun oprechtheid hebben getoond kunnen worden ingewijd. Het antwoord haalt verder nog een zegswijze aan: “Tian-Tao is not transmitted unless it is the right timing, and Tian-Tao is not transmitted unless one is the right person.” (Explanations 1991: 77). De criteria om te bepalen of een persoon waardig is, zijn meestal niet zo streng. De meeste gelovigen gebruiken bovenstaande zegswijze als adagium en beschouwen het feit dat iemand in contact is gekomen met Yiguan Dao en is ingewijd als een voldoende bewijs van zijn of haar waardigheid. Anderen selecteren mensen op hun moreel karakter en gedrag (Clart 2000: 130). Jordan & Overmyer beschrijven in hun boek het inwijdingsritueel van meneer Huang. Voor het ritueel voert de novice een lang gesprek met de Senior van de afdeling (Jordan & Overmyer 1986: 223-226). Volgens hen is dat uitzonderlijk en te wijten aan het feit dat de novice in kwestie een vrij hoge sociale status heeft (Jordan & Overmyer 1986: 229). Mijns inziens is een gesprek dat voorafgaat aan de inwijding eerder de regel. Uitzonderlijk hier is dat Meneer Huang de eer heeft met de overste te spreken en niet met zijn lager geplaatse initiator (dianchuan shi). In het volgende hoofdstuk beschrijf ik de inwijding van mezelf en een Australische vriendin, Catherine. In grote lijnen komt deze inwijding overeen met de beschrijving van meneer Huang’s initiatie.11 Het lijkt erop dat het enige waaraan ik mijn inwijding te danken heb, mijn toevallige aanwezigheid is. Tijdens het voorafgaande gesprek toonde ik wel een beleefde intresse in de religie van mijn gastheren, maar meer niet. Mijn vriendin was een frequente bezoekster van een vegetarisch restaurant en maakte daar wel eens een praatje met de bazin. De doorslaggevende elementen die haar een uitnodiging opleverden voor een ‘vegetarisch banket’ waren waarschijnlijk het feit dat ze sinds haar dertiende geen vlees meer at en de interesse die ze toonde voor de vegetarische motivatie van de bazin. De plek was vrij populair bij buitenlandse studenten, maar ik heb nooit gehoord dat iemand anders werd 11 Zie Jordan & Overmyer (1986: 222-236). 38 uitgenodigd voor een ‘banket’. De tempel waarin ik werd ingewijd in 1999, was in 2002 nog steeds erg enthousiast om een antropologiestudent uren te vertellen over de Dao. Het introduceren van nieuwe leden wordt er nog steeds beschouwd als een daad van immense goedheid, die zowel voor de novice als voor zijn peter of meter goed karma oplevert. Het feit dat Dao niet aan zomaar iedereen kan worden uitgelegd is volgens Clart, die Yiguan-Daotempels in Canada onderzocht, één van de redenen waarom Yiguan Dao niet openlijk leden bekeert. In Canada, zoals nu in Taiwan, komen nieuwe leden voort uit de persoonlijke contacten van gelovigen (Clart 2000: 130). Maar er zijn momenten geweest waarop (sommige takken van) Yiguan Dao erg actief aan prosytilisme deden. 20% van de Taiwanese bevolking zou op een moment van hun leven lid zijn geweest van Yiguan Dao (Micollier 1998: 41). Vanuit mijn ervaring lijkt dat een aannemelijk getal. Daarbij moeten we niet uit het oog verliezen dat de meeste van deze ‘leden’ werden ingewijd tijdens hun eerste en vaak enige bezoek aan een Yiguan-Daotempel. Voor de meeste Taiwanezen geldt dat respect betuigen aan goden niet slecht kan zijn. Als het inderdaad gaat om een machtige god, dan kan het zelfs grote voordelen opleveren. Deelnemen aan rituelen van Yiguan Dao wil dus niet noodzakelijk zeggen dat de deelnemers zich met hart en ziel hebben bekeerd tot een ‘nieuw geloof’. De meeste van mijn Taiwanese vrienden hadden ooit wel eens te maken gehad met Yiguan Dao. Meestal via klasgenoten, vrienden of familie die hen uitgenodigd hadden om een bezoek te brengen aan hun tempel. Twee van mijn vrienden vertelden als tiener op straat te zijn aangesproken door leden van Yiguan Dao. In beide gevallen ging het om zeer enthousiaste en niet aflatende gelovigen, die er vaak in slaagden om hele groepjes hun tempel binnen te leiden om er ‘mee te bidden’, dit is ingewijd te worden. In één geval leidde dat tot wekelijkse bezoekjes aan huis. Aan de religieuze ijver kwam pas een eind toen de moeder van de toevallige novice expliciet vertelde niet geïnteresseerd te zijn en vroeg om niet meer op bezoek te komen. Ook Bosco merkt op dat de ijver van gelovigen vaak nieuwe leden afschrikt (Bosco 1994: 435). Leden van andere Yiguan-Daotempels in Tainan Stad vertelden mij evenwel dat het aantal nieuwe inwijdingen sterk is teruggelopen. Nieuwelingen worden nog steeds verwelkomd, maar ze ondernemen geen speciale acties meer om mensen te werven. “De mensen in de buurt die lid willen worden, zijn dat allemaal al. Geïntereseerden zullen ons wel vinden.” Yiguan Dao is dus een universele leer. Iedereen kan lid worden en zou dat voor zijn of haar eigen heil ook moeten doen. Dit kan gebeuren na een persoonlijke conversie, zoals het val is bij meneer Huang. Het kan ook eerder toevallig, zoals bij mij en Catherine. Wat de oorzaken ook zijn, lid worden van Yiguan Dao gebeurt door een inwijdingsritueel. In het 39 volgende hoofdstuk zal ik daarom het inwijdingsritueel dat ikzelf onderging, beschrijven. Daarna zullen we ingaan op de betekenis van dit gebeuren. 40 5) 5.1 KENNISMAKEN MET YIGUAN DAO DE UITNODIGING Toen ik op een zondagochtend in december 1999 in Tainan Stad wakker werd gebeld door Catherine, een Australische vriendin en klasgenote, wist ik niet dat ik op die dag kennis zou maken met Yiguan Dao. Ik werd gewekt om mee te gaan naar een ‘groot vegetarisch banket’. Mijn vriendin was uitgenodigd door de bazin van het vegetarische restaurant waar zij vaak ging eten: “geen idee, waarom”. Plaats van afspraak: het restaurant, tien uur ’s ochtends. Het restaurant was tot onze verbazing gesloten, maar we werden er opgewacht door een erg vriendelijke, onbekende man in deftige kleren en met een deftige, grote wagen. Hij zou ons naar het eten brengen. Na een halfuurtje rijden, stopten we bij een tempel van 5 verdiepingen hoog. Een nieuwe tempel, in marmer en gelakt hout, met airco en liften, glimmend en groots. Op de trappen voor de tempel stond een groepje middelbare scholieren. De jongens in dezelfde kleren als de onbekende man: wit hemd, donkere broek. De meisjes met een blouse en plooirok in dezelfde kleuren. Een van de jongens moest ons mee naar binnen nemen en bracht ons naar de kelder waar een grote eetzaal was en waar we de restaurantbazin ontmoetten. Ik werd voorgesteld aan meester He, diens vrouw en meneer Lin. Meneer Lin was de oudste, een zestiger en droeg een mooi, statig pak. Ikzelf bedacht dat ik beter iets anders had aangetrokken dan een korte broek en T-shirt en nam aan dat meneer Lin de president van de tempelvereniging was. Later bleek hij een gelovige uit Maleisië, die ter gelegenheid van dit tempelfeest naar Taiwan was gekomen. Het eten was erg lekker en overvloedig. Er werd ons verteld dat het in deze tempel gebruikelijk was om geen korrel rijst op je bord te laten liggen. Tijdens het eten praatten we met meester He. Meester He praatte over de Weg (Dao). Geregeld vroeg hij of we wisten wat voor tempel dit was en wat de betekenis was van karakters die hij op een papiertje schreef. Meestal wisten we dat niet. Daarop verklaarde Meester He telkens dat hij het wist (wo zhiDao) en vervolgens legde hij ons de schrijfwijze van Yiguan Dao uit en legde hij links tussen de schrijfwijze en betekenis van deze en andere karakters. "Ons hoofd," vertelde hij verder, "heeft vijf openingen.1 Wanneer we sterven komt onze ziel langs een van die openingen naar buiten. De weg die de ziel volgt, oren, ogen, neus, mond, bepaalt of we in een vis, een insect of in iets anders gereïncarneerd zullen worden. Welke Dao (weg) moet de ziel volgen om aan 1 We zullen later nog zien wat de vijfde opening is. 41 de reïncarnatiecyclus te ontsnappen?" vroeg hij ons. Ik glimlachte: "Wo bu zhiDAO, Ik weet niet," zei ik hem. (lettr: ik ken de weg niet). Meneer He over naar een ander onderwerp, hij wilde nog niet vertellen langs welke vijfde opening onze ziel dan wel hoorde te ontsnappen. Wij wisten de Weg niet, hij wel: “Nimen bu zhiDao, wo zhiDao.” Na het eten namen we een kijkje in de tempelhal. Op een aantal verdiepingen was er een zaal met telkens andere goden op het altaar. Daarna gingen we naar een soort lobby op de hoogste verdieping, waar we op massief houten stoelen zaten op een schitterend tapijt onder een magnifiek gedecoreerd plafond. Terwijl meester He ons, met zachte, vriendelijke stem, uiteenzette wat de Dao is en waarom een mens hier op aarde komt, zat een oudere man naast ons instemmend te knikken. De oude man stond nu en dan op, maakte een buiging, ging even weg en kwam terug met een nieuwe buiging en koffie, water of warme handdoekjes voor ons en meester He. Die namiddag spraken we nog over de illusie van de wereld, van het lichaam en over lijden en verlossing. De toon was voornamelijk Boeddhistisch, maar vaak werd er verwezen naar het christendom. “Veel Christenen dragen een diamanten kruis, maar dat is niet het echte kruis van Christus. Het kruis van Christus zit ergens anders, het hangt niet om je nek. Enkel door de Dao kan je dat ware kruis vinden.” Ons gesprek duurde ongeveer tot vier uur in de namiddag en bestond uit uiteenzettingen van meester He, afgewisseld met getuigenissen van de oude man en andere gelovigen, die zich bij ons voegden. Naast meester He werden we vooral toegesproken door een Maleisische dwerg, die werd voorgesteld als een goede vriendin en assistente van de meester. 5.2 DE INWIJDING Wat er op het einde van dat vermoeiende gesprek precies gezegd werd kan ik mij niet meer herinneren, maar in de veronderstelling dat mijn vriendin en ik naar een ritueel gingen kijken, begaven we ons allemaal weer naar de ingang van de tempel. We voegden er ons bij de restaurantbazin en een tiental andere mensen, “deze twee dames komen uit vietnam” vertelde ons de restaurantbazin. Het hele gezelschap stapte in twee minibusjes. We reden twee straten verder naar een groot, mooi huis. Daar kregen we slippers aan en schuifelden over het prachtige parket en de marmeren trap, onder de indruk van de statige meubels, de schilderijen en kalligrafieën. Op de hoogste verdieping was een grote ruimte met een marmeren vloer en een immens altaar met een Lachende Boeddha. Door de ramen konden we de grote tempel zien. We werden verzocht onze handen te gaan wassen en kregen daarna opnieuw warme handdoeken en stoelen aangeboden. 42 We zaten amper of iedereen veerde recht. De vrouwen gingen links voor het altaar staan, de mannen rechts. Vier mannen begaven zich naar de bidkussens 2 voor het altaar. Eén bidkussen stond vlak voor het midden van het altaar, gericht naar de Lachende boeddha. De andere zes stonden verder van het altaar. Ze vormden een erehaag, ongeveer zo breed als de tafel waarop de rondbuikige, lachende Boeddha stond. Er waren dus twee rijen naar elkaar gerichte kussentjes. De vier mannen zaten twee aan twee tegenover elkaar. Diegene die het dichtst bij de rechterhand van de boeddha (links vooraan dus) stond, reciteerde instructies en gebeden. Allemaal bogen ze, knielden ze en deden ze een reeks kowtows (geknielde buigingen). Na de mannen herhaalden drie vrouwen het ritueel. 3 Er werd geen wierook gebruikt en de hele ceremonie duurde maar vijf minuten. Het ritueel leek verbazend vlug voorbij, maar nog voor ik veel kon vragen, kwamen er weer drie mannen binnen, ditmaal gekleed in traditionele, lange, grijze, Chinese jassen. Iedereen sprong recht. De vrouwen gingen naar de linkerkant. Ik voegde me weer bij de oude man aan de rechterkant. Op het commando van de eerste voorganger, meester He, die ook vanuit het standpunt van de boeddha aan de rechterkant stond, knielde één van de mannen neer op het bidkussentje voor het altaar. De derde man stond tegenover meester He, aan de linkerhand van de boeddha. Nu werd er wel wierook geofferd. Meester He gaf de aanwijzigingen en terwijl de stokjes in de wierookpot werden geplaatst telde de derde man het aantal. Vervolgens sprak meester He enkele zinnen en op zijn commando begaven de mannen zich één voor één naar de zes centrale bidkussens. Nadat nummer vier was neergeknield, leidde de oude man mij naar de laatste twee kussentjes voor het altaar en knielden we als vijf en zes. De voorganger hield even stil en sprak mijn buurman toe, die prompt mijn rommelige T-shirt naar beneden trok en gladstreek. Daarop ging het ritueel verder en volgde ik de rest in kowtows en buigingen. 4 Na het korte ritueel mochten we terug aan de kant gaan staan. Meester He bleef op zijn positie en gaf een reeks aanwijzingen, waar ik zo goed als niets van begreep. Vervolgens nam de tweede man (die voorheen wierook offerde) plaats op een kussen dat een beetje van het altaar en van Meester He verwijderd lag. Daar ontvouwde hij een handgeschreven document. "In het jaar 88 van de republiek, op de negentiende dag van de tiende maanmaand..." las de geknielde nummer twee. 2 Het gaat hier om vierkante kussens op een houten sokkel, ongeveer 20 centimeter hoog. Dit was het Ritueel bij het Betreden en Verlaten van de Tempel (canjia cijia li). De vijfde man die op dat moment aanwezig was, zette mijn stoel opzij en toonde me waar ik moest gaan staan. Waarschijnlijk bad hij daarom niet mee. 4 Dit ritueel nodigt de goden en geesten uit naar het altaar af te dalen om toe te zien op de transmissie van de Dao. 3 43 Op dat moment begreep ik dat we niet zomaar naar een ritueel van Yiguan Dao zouden kijken. Dat werd bevestigd toen de lector zijn elegante, maar verder onbegrijpelijke Chinees even onderbrak om mijn naam, die van Catherine en de namen van de twee Vietnamese vrouwen uit te spreken. Nadat hij de hele tekst had voorgelezen vouwde de lector het dunne, gekalligrafeerde document op. De voorganger nam weer het woord. Hoewel het Chinees dat hij gebruikte veel te moeilijk was voor mij, begreep ik dat hij het document legitimeerde en nog een formule toevoegde die de aanwezigen aanmaande nu hun bezwaren uit te spreken. Na een korte stilte sprak hij opnieuw. Het dunne Chinese papier werd in brand gestoken en omhoog gehouden tot het door de warmte ten hemel opsteeg en als as weer naar beneden dwarrelde. Er volgde nog een heel ritueel 5 , waarbij ik neerknielde voor het altaar en het standbeeld van de Lachende Boeddha. De assistente van meester He gaf aanwijzigingen in het Engels en het Chinees. Ik offerde wierook met mijn linkerhand en herhaalde een complete eed waarvan ik alleen de woorden 'vandaag' en 'daarna' vatte. Meester He zwaaide met een brandende stok wierook, duwde met zijn uitgestrekte middelvinger op het punt tussen mijn ogen en daarna volgde een eindeloze reeks kowtows in groepen van vijf, drie of één. Toen ik uiteindelijk terug recht ging staan, glimlachten allen mij toe en feliciteerden me hartelijk. Vervolgens herhaalde Catherine, samen met de Vietnamese vrouwen het ritueel. Na nog meer hartelijke felicitaties en handdrukken, gingen we zitten aan de zijkant van de zaal. Daar stonden enkele tafeltjes voor een schoolbord. De Maleisische assistente lichtte ons daarop in over de Drie Schatten die we zojuist hadden ontvangen. Het eerste geheim was een mantra van vijf karakters. We mochten deze niet verder vertellen en zeker niet neerschrijven, want onze geest kan bij het zien van deze heilige naam van de Lachende Boeddha via de nauwe poort naar buiten treden. In tijden van nood kan ik, als gelovige, mijn ogen voor tachtig procent sluiten, mijn tong omhoog krullen, me concentreren op mijn nauwe poort, mijn handen op speciale wijze vouwen en op mijn hart drukken; aldus moet ik driemaal en in stilte de mantra reciteren. Deze mudra (handpositie) is de tweede schat, die mij voor onheil behoedt. Het derde onschatbare geschenk dat we hadden gekregen was de opening van onze nauwe poort. “De Maitreya-boeddha zit vaak op een lotus die uit de zee der lijden groeit. Je lippen lijken op golven, je neusvleugels lijken op lotusblaadjes en je nauwe poort bevindt zich, inderdaad, tussen je ogen, boven je neus.” Vanaf nu kan onze geest door deze opening naar buiten en ben ik verlost van onzalige wedergeboortes. 5 Vanaf hier begint het eigenlijke initiatieritueel. In de praktijk vormen het uitnodigings- en het initiatieritueel één geheel. 44 Na deze uitleg kregen we een initiatiekaart en een aantal boekjes over Yiguan Dao 6. Lid worden van Yiguan Dao kost geen geld, maar er werd aan de geïnitieerden gevraagd om, op een moment waarop ze dat zelf wilden, 200NT$7 te schenken aan de tempel. Dat was het einde van het onderricht. We maakten ons daarop klaar om terug te keren naar de tempel. Meester He gaf ons zijn adres, hij woonde in Californië, en vroeg ons ook ons thuisadres in België en Australië. Niemand vroeg ons naar ons Taiwanese adres. Vervolgens keerden we terug naar de tempel voor het avondeten, daar werd aan iedereen die in de buurt van onze tafel kwam, gemeld dat we zopas de weg hadden ontvangen (de Dao). Iedereen feliciteerde ons hartelijk en soms kregen we de vraag hoe we ons voelden. Tenslotte werden we met de auto teruggebracht naar onze fietsen die geparkeerd stonden voor het restaurant in Tainan. Tot zover de beschrijving van mijn inwijding in Yiguan Dao. Kennismaken met Yiguan Dao is vaak een vreemde ervaring. Niet alleen voor mij, nietsvermoedende buitenlandse student, maar ook voor Taiwanezen, die allemaal gehoord hebben van rituelen zonder kleren. Het is ook een vreemde ervaring voor de geïnteresseerde student die Yiguan Dao doorgaans omschreven ziet als een heterodoxe sekte of een nieuwe religie. Het lijkt mij daarom nodig om wat dieper in te gaan op een aantal belangrijke elementen van dit inwijdingsritueel. 5.3 DE DRIE SCHATTEN Het belangrijkste onderdeel van het initiatieritueel is de transmissie van drie geheime schatten (san bao).8 Tijdens het inwijdingsritueel drukt de initiator met zijn middelvinger en duim op het voorhoofd van de novice, net op het punt boven de neus, tussen de wenkbrauwen. De initiator spreekt de naam van de boeddha uit, en toont voor de novice aan een reeks kowtows begint, de correcte wijze waarop deze laatste zijn handen moet vouwen. Na het ritueel is het gebruikelijk dat de drie belangrijke punten verder worden uitgelegd. Ook na de inwijding van meneer Huang was er een les, inclusief schoolbord (Jordan & Overmyer 1986: 229-234). In wat volgt zullen we dieper ingaan op deze drie geheimen. 6 Het ging hier om Introduction (1996), Three Treasures (1998) en Explanations (1991). Minder dan 6 €. 8 Dit is een term die ook in het boeddhisme wordt gebruikt. Zie 2.1.1. 7 45 5.3.1 De Boeddha De eerste schat is een Mantra, meer bepaald een eerbiedwaardige aanspreking van Maitreya (Mile Fo): Wutai Fo Mile (Overmyer 1976: 106). Ik heb geen enkel lid van Yiguan Dao bereid gevonden dit op te schrijven, maar de karakters laten zich raden. Zoals gezegd leven we vandaag in de laatste kosmische periode en is de Maitreya Boeddha gezonden om de hele mensheid te redden. Meneer Huang kreeg enkel te horen dat deze naam die van Amitabha Boeddha vervangt. Diens naam werd gereciteerd door boeddhisten in de rodeYangperiode en door hen die niet weten dat de Witte-Yangperiode is aangebroken (Jordan & Overmyer 1986: 230).9 De naam van de Boeddha herinnert ons eraan dat de laatste periode is aangebroken en dat wij allen in ons binnenste de boeddha-natuur bezitten (Three Treasures 1998: 13-14). Maitreya wordt afgebeeld als een rondbuikige, breedlachende boeddha. De assistente van Meester He verklaarde dat zo: “Hij lacht omwille van de verlossing van de mensheid en Hij heeft een dikke buik, niet omdat Hij zoveel eet, maar omdat Hij onze zorgen en verdriet verlicht en in zich opneemt.” In het boeddhisme is Maitreya de Boeddha van de toekomst, die in de verre toekomst naar de aarde zal komen. Het geloof dat Maitreya al op aarde is geweest is van heterodoxe oorsprong.10 5.3.2 Het zegel De tweede schat is een mudra (shouyin, handzegel of hetongyin, contractzegel). De linkerhand wordt over de gestrekte rechtervingers gevouwen. De duimen raken elkaar op het punt waar de rechtpink en de handpalm samenkomen. De positie van de duimen vormen zo het karakter zi, kind.11 Deze mudra is een teken van respect, dat ons eraan herinnert dat we allemaal kinderen zijn van de Ongeboren Moeder. Het is een geheim teken van de zendelingen van Moeder, zoals dat ook te vinden is in de Bijbel (Matteus 19: 13-16): Jezus liet kinderen tot zich komen, legde hen de handen op en zei dat dat het rijk der hemelen is voor hen die zijn zoals zij (Three Treasures 1998: 15-16). In geval van nood kan een gelovige om goddelijke hulp vragen door haar handen in de mudra te vouwen en deze op haar hart te plaatsen. Vervolgens moet zij of in stilte driemaal de naam van de Boeddha uitspreken, terwijl 9 Volgens Clart is Sakyamuni de boeddha van de eerste periode en Amitabha de tweede (Clart 1997: 9). Dit is een variant die ik nergens anders ben tegengekomen. Maar gelijkaardige veranderingen en variaties (contradicties), vooral in tijdsindelingen komen geregeld voor in de publicaties en in de verschillende versies van gelovigen. 10 Over de geschiedenis van Maitreya-eschatologie zie Overmyer (1976: 150-161). 11 Er is wat verbeelding nodig om dit karakter te herkennen in twee duimen. 46 zij zich concentreert op haar hart met ogen die voor drie vierden zijn gesloten en met een licht opgekrulde tong. Dit werd ons verteld door de assistente van Meester He. Leden van andere tempels van Yiguan Dao hadden nog nooit gehoord van de tongpositie. Het sluiten van de ogen vonden ze aannemelijk en een teken van concentratie, maar verder was het aanroepen van de juiste naam met de juiste handpositie en vooral de juiste intentie voldoende. 5.3.3 De nauwe poort De derde schat is de Mysterieuze of Ware Pas (xuan guan of zheng guan).12 Zoals al werd vermeld, werd de positie van deze poort vergeleken met de afbeelding van een boeddha op een lotusbloem in de zee van het lijden (samsara). Ook meneer Huang werd overstelpt met zulke parallellen, die duidelijk maken dat de wereld gevuld is met tekens die de juistheid en de ultieme betekenis van de drie schatten bewijzen, en dus ook de juistheid van Yiguan Dao. De Mysterieuze poort is gelegen op het kruispunt van twee lijnen. De horizontale lijn loopt tussen de twee ogen, de vertikale van de neus tot het voorhoofd.13 Door het kruis als belangrijkste symbool te nemen, wordt ook het christendom verondersteld het belang van de mysterieuze poort voor de redding van de mensheid erkennen. Taoïsten zeggen dat de onsterfelijken wonen in de oude grot Gudong 古洞. Het karakter gu 古 bestaat uit een mond 口 en een kruis 十. De ware betekenis is dus niet ‘oud’, maar een gezicht. En de plek om onsterfelijkheid te zoeken is dus de ‘grot’ op het voorhoofd: de Mysterieuze poort. Confucius onderwees zijn leerlingen in een abrikozengaard (xingtan 杏壇). Ook die plek bevat verwijzingen naar een gezicht en de nauwe poort, met name in het karakter voor abrikoos 杏 (Jordan & Overmyer 1986: 231-232). Dit soort van glyphomancie was vroeger het tijdsverdrijf van de geletterde elite. Vandaag de dag wordt het nog steeds gebruikt in diverse religieuze, occulte en moralistische situaties. Yiguan-Daoleden lijken er een bijzondere voorliefde voor te hebben. Het lijkt erop dat de onderwijzer van meneer Huang zo opging in glyphomancie dat hij vergat de betekenis van de mysterieuze poort te verklaren (Jordan & Overmyer 1986: 233). Meester He had ons over de vijf lichaamsopeningen verteld. Hij sprak enkel over het hoofd. Eén van de boekjes die we na onze inwijding kregen heeft het over zes 12 Nauwe poort was een vertaling die tijdens mijn inwijding werd gebruikt. En zo hebben we het ware kruis van Christus gevonden waarover de assistente van meester He sprak voor het inwijdingsritueel. 13 47 lichaamsopeningen: ogen, oren, mond, neus en de navel of de kruin.14 De opening waarlangs de geest het lichaam verlaat bepaalt de levensvorm van de volgende incarnatie. Ogen: de eierleggenden; oren: levendgeboren dieren, behalve de mens; mond: dieren die in het water leven; neus: insecten. Navel en kruin zorgen beide voor een menselijke wedergeboorte. De eerste voor een gewone reïncarnatie. De kruin leidt naar een wedergeboorte als een rijk of machtig persoon. De zesde opening, in deze versie, is de mysterieuze poort. Deze leidt naar het paradijs van de Eerwaarde Moeder. Deze poort kan enkel geopend worden met God’s sleutel (Three Treasures 1998: 9-12). Het openen van de nauwe poort zorgt ervoor dat de geest het lichaam kan verlaten. Dit is de enige manier om niet opnieuw geïncarneerd te worden in de eeuwige cirkel van leven en dood. 5.4 PASPOORT NAAR HET PARADIJS Opdat ingewijden ook werkelijk naar het paradijs van de Eerwaarde Moeder kunnen terugkeren, moeten zij zich verder bekwamen in de Dao (Three Treasures 1998: 9-12). Deze noodzaak om verder te leven in goedheid en de Dao te volmaken werd niet aangehaald door de assistente van Meester He. Zij legde er telkens weer de nadruk op dat we gered waren. Dat bleek ook uit de verklaring die ze gaf voor het document dat tijdens het ritueel was verbrand. Dit was een document van de Eerwaarde Moeder en droeg aan de ambtenaren in de hel op om de namen van de initiandi uit het helleboek te schrappen. Tegelijkertijd worden hun namen ingeschreven in het hemelse boek van de Moeder. Yiguan Dao is een paspoort naar het paradijs. Daarom kregen we ook een initiatiekaart. De datum daarop mochten we beschouwen als onze nieuwe verjaardag. Op het kaartje waren een aantal titels gedrukt waarachter namen waren ingevuld. Spirituele meester (dian chuan shi): Meester He. Spirituele gids (yin shi): de restaurantbazin, die juffrouw Wu bleek te heten. Geestelijke bewaarder (bao shi): een zekere Meneer Liu. Meneer Liu en juffrouw Wu waren zowel mijn als Catherine’s ‘peter en meter’. We mochten hen beschouwen als onze beste vrienden in Taiwan. Zij konden ons helpen met vragen en problemen en boden aan om Chinese teksten te helpen lezen of ons vegetarische kooklessen te geven. Uit de gesprekken in de tempel was al gebleken dat Yiguan-Daoleden niet roken, niet drinken en vegetarisch eten. Achteraf zou blijken dat meneer Liu een bijzonder welgesteld man was. Hij was de eigenaar van het huis waar we werden ingewijd. Ik 14 De navel en kruin tellen als één opening in deze reeks van zes. Ook dit is een voorbeeld van de verschillen die er bestaan in de leer van Yiguan Dao. De achterliggende concepten zijn gelijklopend, de concrete uitleg verschilt naargelang de bron. 48 heb altijd aangenomen dat het een speciaal voorrecht was om een man van dergelijke status als peter te krijgen. De meeste leden van Yiguan Dao verwijzen naar het initiatieritueel met de term de Dao, het verkrijgen van de Weg. Maar alle publicaties spreken over qui Dao, het verzoeken om Dao. Daarna volgen ze nog een aantal fazen: het cultiveren van de Weg, xiu Dao en vervolgens het bereiken ervan, cheng Dao en tenslotte het verwerven van de Weg, de Dao (Jordan & Overmyer 1986: 213). Van gelovigen wordt verwacht dat ze Dao in de praktijk brengen. In het algemeen betekent dit dat ze volgens hun geweten moeten handelen, dat ze hun naasten in nood moeten helpen en hen moeten informeren over Yiguan Dao. Daarnaast wordt uiteraard ook verwacht dat de persoon de drie geheime schatten niet openbaart (Introduction 1996: 52-56). Het ontvangen van de Dao betekent dus niet alleen de redding van de ziel van de nieuwe gelovige. Idealiter is het de eerste stap in een project van persoonlijke vervolmaking. Het is ook en ook het begin van lidmaatschap in een congregatie van gelijkgestemde gelovigen. Wat Yiguan-Daogroepen in de praktijk doen om de weg te cultiveren komt aan bod in hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9. In hoofdstuk 7 zullen we onze blik richten op de locatie van deze congregaties: de Boeddha-hal. In het volgende hoofdstuk maken we kennis met de belangrijkste goden van Yiguan Dao die we in deze tempels zullen terugvinden. 49 6) 6.1 DE GODEN VAN YIGUAN DAO DE ONGEBOREN EERWAARDE MOEDER De Ongeboren Eerwaarde Moeder is de verpersoonlijking van de Dao. Zij is de belangrijkste godheid van Yiguan Dao. Haar volledige naam is Mingming Shangdi Wuliang Qingxu Zhizun Zhisheng Sanjie Shifang Wanling Zhenzai. Deze 20 karakters kunnen vertaald worden als Helder Schitterende Hoogste Heer, Onmeetbare Volmaakte Leegte, Meest Waardige, Meest Heilige, Ware Heerser van de Drie Werelden, Tien Richtingen en Tienduizend Krachten. Dit is maar één van de vele namen die aan de Dao gegeven worden (Song 1983: 43). In rituelen gebruikt men meestal de titel Helder Schitterende, Hoogste Heer (Mingming Shangdi). Als er over Dao en de daden van Dao geschreven of gesproken wordt, gebruikt men vaker Wusheng Laomu of Wuji Laomu (Ongelimiteerde Eerwaarde Moeder), de korte vorm daarvan is Laomu, Eerwaarde Moeder. Om aan te tonen dat het hier niet zomaar gaat om een persoon of gewone moedergod, gebruikt Yiguan Dao niet het gewone karater mu 母 (moeder), maar een volledig nieuw karakter: . Dit karakter verkrijg je door 母 90° te draaien. Maar het lijkt, niet toevallig volgens gelovigen, ook op 中 (zhong, centraal) en duidt dus op de centrale rol van Dao. Op de muur achter het belangrijkste altaar wordt in een centrale positie meestal de 20karakternaam aangebracht. Waneer goden, heiligen of transcendente concepten worden weergegeven op een tablet gebeurt dit in alle Chinese tradities meestal in gouden letters op een rode achtergrond. Voor dit tablet staat een olielamp. Meestal staat die op een sokkel en heeft ze de vorm van een ronde metalen bol. Achter de lont staan de karakters 無 極 , ongelimiteerd (wuji). Deze lamp is het belangrijkste onderdeel van het altaar, omdat haar vlam het beste symbool is voor de Dao. Dao, zo zeggen gelovigen, heeft net als een vlam geen materie, maar verlicht, verwarmt en leidt ons. Er zijn geen afbeeldingen van de Eerwaarde Moeder. Maar meestal staan er tussen de lamp en het tablet toch standbeelden van andere belangrijke goden. 1 Gelovigen zeggen 1 Volgens Jordan & Overmyer heeft de tempel die zij beschrijven wel een standbeeld van de Eerwaarde Moeder (Jordan & Overmyer 1986: 227). Het zou hier kunnen gaan om een afbeelding van, bijvoorbeeld, de Gouden Moeder van de Jade-poel (Yaochi Jin Mu), een godheid uit de Witte-Lotustraditie, die kan dienen als ‘alternatieve’ representatie van de Eerwaarde Moeder. Het is waarschijnlijk dat achter en voor dit beeld de volledige naam en de lamp van de Eerwaarde Moeder te vinden zijn. Mogelijk identificeren sommige minder doctrinaire gelovigen dit beeld toch met de Eerwaarde Moeder. 50 namelijk dat het makkelijker is om zich aanvankelijk op de beelden in plaats van op de lamp te concentreren. De Eerwaarde Moeder is dus altijd wel de belangrijkste godheid van een Yiguan-Daotempel. Maar vaak nemen andere goden ogenschijnlijk deze positie in. 6.2 MAITREYA BOEDDHA In iedere tempel van Yiguan Dao is er een lachende, rondbuikige boeddha te vinden: Maitreya Boeddha (Mile Fo). Meestal zit hij neer, soms ligt hij. Zoals we al hebben gezegd is hij de leidende boeddha van de Witte-Yangperiode. Daarom vereert Yiguan Dao hem onder de naam Patriarch Maitreya (Mile Zushi). In het orthodoxe boeddhisme zou Maitreya, de boeddha van de toekomst, pas over 5,6 miljard jaar op aarde komen en de gehele mensheid redden. Dit geloof verspreidde zich en werd de hoeksteen van populaire milleniaristische bewegingen in China. Vanaf de Ming dynastie (1368-1644) werd dit geloof onderdrukt en ging ondergronds (Song 1983: 44). Yiguan Dao is de belangrijkste erfgenaam van deze sektarische bewegingen. En zoals ik al zei, legde het aanvankelijk meer nadruk op de nabijheid van het einde van de wereld. Vandaag de dag fungeert Maitreya Boedda als de redder van de mensheid, die reeds op aarde kwam en de enige weg openbaarde naar de hemel tot op het moment dat de wereld zal vergaan op het einde van de Witte-Yangperiode. De parallellen met Christus zijn duidelijk. Maitreya heeft altijd een centrale positie in een Yiguan-Daotempel. Ofwel staat zijn beeld op het altaar voor het tablet en de lamp van de Eerwaarde Moeder, ofwel heeft hij zijn eigen altaar, vaak enige meters daarvoor, soms in een eigen ruimte. 6.3 ANDERE BELANGRIJKE GODEN 6.3.1 Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee Guanyin Bodhisattva (Guanshiyin Pusa) is de godin van het medelijden en de meest vereerde godheid in Taiwan (Jones 1999: 5). Ze is vaak terug te vinden op huisaltaars, heeft een groot aantal tempels die aan haar zijn gewijd en is in tal van andere tempels terug te vinden als secundaire godheid. Guanyin is de Chinese versie van de bodhisattva die in het Sanskrit Avalokitesvara heet. Avalokitesvara is mannelijk, maar kreeg in China een vrouwelijke gedaante. 51 Er zijn talloze verhalen en legendes over Guanyin. Eén ervan zegt dat ze woonde op de berg Putuo (Putuoshan) in Zhejiang Provincie. Er werd gezegd dat dit de meest zuidelijke berg van China was, zo zuidelijk dat hij in de zee zou liggen. Vandaar dat Guanyin ook de Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee (Nanhai Gufo) genoemd wordt. Yiguan Dao gebruikt deze benaming in zijn rituelen. Verder wordt er verteld dat ze door haar vader werd vermoord omdat ze non wilde worden. De woorden van troost die haar ziel daarop in de hel uitsprak veranderde de onderwereld in een paradijs. De hellekoning liet haar daarop terugkeren naar de aarde om non te worden. Nadat ze haar vader van een ziekte had genezen door haar eigen handen en ogen te offeren, bekeerde haar hele familie zich. Sakyamuni Boeddha gaf haar daarop de naam Daci Dabei Jiuku Jiunan Guanshiyin Pusa: Bodhisattva, Vol Bezorgdheid Vol Medelijden, Redder van de Noodhebbenden en de Lijdenden, die de (Treur)geluiden van de Wereld Aanhoort (Song 1983: 44). Guanyin vertoont dus erg veel gelijkenissen met de bezorgde Eerwaarde Moeder en wordt dan ook vaak voor haar tablet op het altaar geplaatst. Haar bezorgdheid, medelijden en zelfopoffering zijn ook voorbeelden voor iedereen die zich wil vervolmaken in de Dao. 6.3.2 Levende Boeddha, Heer Ji en Maan-wijsheid Bodhisattva Ji Gong (Heer Ji) was een excentrieke monnik ten tijde van de Zuidelijke Song dynastie (1127-1279). Hij bekommerde zich niet om uiterlijk vertoon, at vlees en dronk wijn. Daarom werd hij ook wel Gekke Ji genoemd (Song 1983: 46). Ji Gong en de verspreiding en groei van zijn cultus zijn uitgebreid beschreven door Meir Shahar (1998). Aanvankelijk was Ji Gong voornamelijk een lokale godheid in de streek van Hangzhou, Zhejiang Provincie. Zijn faam werd echter verspreid via volkse verhalen, toneelspelen en boeken. Op het einde van de 19de eeuw groeide Ji Gong uit tot een nationale, volkse god. Tegelijkertijd evolueerde zijn imago. Van een mirakeleuze genezer veranderde hij in een vrolijke, morele leraar en in een strijder voor de zwakken en verdrukten. Zo werd hij het idool van sociaalgeoriënteerde sektarische bewegingen. Als morele leraar en goedlachse mirakelverrichter werd hij één van de belangrijkste goden in geest-schrijfcongregaties. Hij is dat in Taiwan nog steeds. De talloze mediums die door hem worden bezeten beantwoorden de meest uiteenlopende vragen van gelovigen. Sommigen doen dat door in trance met de stem van Heer Ji te spreken. Anderen gebruiken de feniks of hanteren als medium een penseel en schilderen ‘in zijn naam’ schilderijen die een antwoord zijn op vragen van gelovigen (Shahar 1998: 176-198). Ji Gong is zo geliefd omwille van zijn excentrieke karakter. Zaken waarmee verheven goden als 52 bodhisattva Guanyin of Heer Guan (Guan Gong) zich niet mee inlaten, maken wel een kans bij Ji Gong. In het midden van de jaren tachtig verspreidde zich een enorme illegale loterij over het eiland. Naar schatting 3 miljoen Taiwanezen namen deel aan deze hype. Ji Gong werd door velen beschouwd als een god die zou sympathiseren met een verzoek om de winnende nummers te voorspellen. Een hele reeks nieuwe tempels werden gebouwd voor hem en vele bestaande tempels wijdden een altaar aan Ji Gong (Shahar 1998: 176-184). Heel wat Taiwanese gelovigen en leden van Yiguan Dao, keurden deze associatie van Heer Ji met het gokken af. Zij beargumenteerden hun standpunt onder andere met een gedicht dat Ji Gong via de feniks had geschreven en waarin hij gokken afkeurde. Ook de beweringen dat Ji Gong vlees at en alcohol dronk worden door Yiguan-Daoleden en orthodoxe boeddhisten ontkend. Sommigen wijzen ook naar de oorsprong van dit misverstand: Ji Gong nam op een dag deel aan een uitbundige picnic en at inderdaad vlees. Maar enkel om daarna alle dieren die hij gegeten had weer levend uit te braken. Op die manier bekeerde hij iedereen die aanwezig was tot het vegetarisme (Shahar 1998: 207). Volgens Yiguan Dao werd Ji Gong, nadat de Witte-Yangperiode was aangebroken door de Eerwaarde Moeder naar de aarde gestuurd. Maitreya Boeddha leidt de redding van de mensheid, maar Ji Gong werd in de gedaante van Zhang Tianran gestuurd om deze onderneming te organiseren (Song 1983: 46). Volgens Shahar weerspiegelt de keuze van Ji Gong niet alleen zijn populariteit aan het begin van de 20ste eeuw, maar heeft het verkondigingswerk van Yiguan Dao verder bijgedragen tot Ji Gongs populariteit als bezieler van mediums in het hedendaagse Taiwan (Shahar 1998: 199). Ji Gong schreef met Zhang Tianran als medium een reeks openbaringen, morele traktaten en aansporende geschriften. Ongeveer 80% van de fuji-teksten uit deze periode zou door Ji Gong geschreven zijn (Shahar 1998: 204). Eén daarvan was The Answers to the Truth uit 1937. Dit boek bevat vragen en antwoorden over de leer en praktijken van Yiguan Dao. Het werd in 1991 vertaald en herwerkt. Voorzien van nieuwe voorwoorden door de Eerwaarde Moeder en Ji Gong (Zhang Tianran zaliger) werd het uitgegeven als Explanations of The Answers to the Truth.2 Ook na Zhangs dood bleef Ji Gong/Zhang Tianran bezit nemen van de feniks. Er is een logische contradictie in het feit dat Zhang, die zelf een reïncarnatie was van Ji Gong, als medium bezeten werd door Ji Gong. Gelovigen erkennen dit, maar wijzen in dit geval de logischerationele benadering in zijn geheel af. Het is niet de goede manier om deze mysterieuze, 2 Zie Explanations (1991) 53 goddelijke werkelijkheid te benaderen. Hetzelfde probleem stelt zich in rituelen. Daar wordt eerst Ji Gong vereerd met de titel Houfo Shizun, Levende Boeddha, Geëerde Leraar. Even later is het dan de buurt aan Shizun, de Geëerde Leraar (Zhang Tianran). Zijn standbeeld is in de meeste Yiguan-Daotempels te vinden en staat vaak samen met Bodhisattva Guanyin op het hoofdaltaar. Yuehui Pusa is de vrij onbekende Maan-wijsheid Bodhisattva. Sun Suzhen zou een reïncarnatie zijn van deze godheid. Een aanvulling van Yiguan Dao op de tradtitionele Ji Gong-mythologie stelt dat Yuehui Pusa de vrouw van Ji Gong was. Ze waren getrouwd voor ze beiden toetraden tot de boeddhistische sangha (Shahar 1998: 200). Tijdens rituelen komt Yuehui Pusa altijd na Houfo Shizun. Haar beeltenis is enkel te vinden in grote tempels, als er een poging wordt gedaan om het hele pantheon van Yiguan Dao te verzamelen. 6.3.3 Guan Sheng Dijun en Lü Dongbin Heilige Souverein Guan (Guan Sheng Dijun) is sinds het late keizerrijk een populaire godheid in heel China en Taiwan. Deze vurige generaal staat vooral bekend om zijn loyaliteit en rechtschapenheid. Hij is een bestrijder van het kwaad en wordt afgebeeld met rood gelaat en een speer of een groot zwaard. Op basis van die eigenschappen en van zijn goddelijke kracht bracht hij het in de goddelijke hiërarchie tot Wudi, Martiale Heerser (Song 1983: 47).3 Heel wat mensen, ook in Yiguan Dao, menen dat Heer Guan ondertussen nog verder is gepromoveerd en op dit moment het hoogste ambt van Hemelse Jade-keizer bekleedt (Feuchtwang 1992: 105). Heer Guan neemt in de meeste geest-schrijfcongregaties ook vaak bezit van de feniks. Lü Dongbin is één van de Acht Onsterfelijken (Ba Xian). Net als Ji Gong was hij een vrij onconventionele god. Hij werd vooral vereerd door literati die hoopten met zijn steun te slagen in de civiele examens. Hij is dus ook een fuji-god. Een andere naam voor Lü is Fuyou Dijun, Beschermende Soeverein (Song 1983: 47). Net als Heer Guan bestrijdt ook Patriarch Lü (Lü Zushi) het kwaad. Hij maakt hierbij gebruik van zijn magische krachten en wordt dan ook vaak afgebeeld met een soort toverkwast. We zagen al da Lü Dongbin en Heer Guan belangijke goden waren in geest-schrijfcongregaties. In Yiguan Dao vervulden ze deze functie samen met Ji Gong (zie 2.2). Patriarch Lü en Heer Guan zijn als beschermers vaak te vinden aan de twee zijden van de Eerwaarde 3 Guan Gong wordt daarom vaak omschreven als de God van Oorlog. Dit is niet helemaal accuraat. Feuchtwang noemt hem de God van Oorlog en Handel (Feuchtwang 1992: 79). Heer Guan wordt vereerd om zijn rechtschapenheid en loyaliteit. Eigenschappen die zowel voor soldaten als voor handelaars belangrijk zijn. 54 Moeder. In rituelen wordt naar hen verwezen als Gewei falü Zhu, (alle) Bewakers van de Wet. Song geeft aan dat er nog enkele andere illustere generaals uit de Chinese traditie tot deze categorie behoren. Maar de meeste gelovigen zijn hier niet van op de hoogte. Zij identificeren enkel Guan en Lü als Behoeders van de Wet (Song 1983: 46-47). 6.4 ANDERE GODEN Yiguan Dao is niet zomaar een religie met haar eigen goden. Het is de geheime sleutel die onze redding brengt. Pas met die sleutel kan men de diverse goden, wijzen en heiligen die de Dao naar deze wereld heeft gezonden begrijpen. Yiguan Dao en gelovigen erkennen de wijsheid, heiligheid en meestal ook de goddelijkheid van de figuren uit de Chinese traditie, het christendom en de islam. 4 De goden die we hierboven besproken hebben zijn de belangrijkste in de doctrine en devotie van Yiguan Dao. Onder hen is Yuehui Pusa enkel belangrijk als incarnatie van Sun Suzhen en als vrouwelijke tegenhanger van Ji Gong. Ze wordt vermeld in tal van rituelen, maar de meeste gelovigen zijn veel meer vertrouwd met en gehecht aan de andere goden. De meeste andere goden die men tegenkomt in rituelen zijn door de meerderheid van de gelovigen enkel door deze rituelen gekend. Ze kunnen verder niets zeggen over deze godheid. Er zijn twee uitzonderingen die ik hier nog moet vermelden. Zao Jun is de Keukenof Stoof-god. Hij wordt in bijna iedere Taiwanese familie vereerd rond nieuwjaar. Yiguan Dao neemt hem ook op in tempelrituelen. Gelovigen geven hiervoor twee redenen. Volgens sommigen wordt Zao Jun vereerd in de boeddha-hal omdat bijeenkomsten vaak samengaan met vegetarische maaltijden en er dus een keuken is in de meeste tempels. Anderen zeggen dat de keukengod de beschermer is van de familie. Yiguan Dao hecht belang aan familiale harmonie en vereerd daarom Zao Jun in gemeenschappelijke rituelen. Tijdens het Ritueel ter Presentatie van Wierook (xianxiang li) wordt er ook een kowtow gemaakt voor de voorouders (van iedere gelovige). Ook dit kan worden gezien als een teken dat de familie in gemeenschappelijke rituelen van Yiguan Dao wordt geïntegreerd. Op dit ritueel komen we terug in hoofdstuk 8. 4 Geen enkele bron spreekt over het hindoeïsme. Desgevraagd verontschuldigen gelovigen zich en zeggen dat ze niets van het hindoeïsme afweten. Ze benadrukken wel dat hindoes probleemloos lid kunnen worden van Yiguan Dao. Eén erudiet gelovige merkte op dat de meeste goden van het boeddhisme uit het hindoeïsme afkomstig zijn en dat ze Yiguan Dao hen in die vorm erkent als dragers van de (onvolledige) Dao. Dezelfde logica gaat op voor het joodse geloof. 55 7) 7.1 DE TEMPELS VAN YIGUAN DAO TEMPELS IN TAINAN STAD Tainan beroept zich er nog steeds op de tempelhoofdstad van Taiwan te zijn. Het is volgens sommigen ook de meest christelijke stad van het eiland. 10% van de bevolking zou christelijk zijn. Dat is twee keer meer dan het nationale gemiddelde. Tainan beschikt door zijn rijke geschiedenis over tal van oude tempels, maar net als in heel Taiwan worden er sinds de Tweede Wereldoorlog ook talloze nieuwe tempels bijgebouwd. Veel tempels in diverse afmetingen zijn te vinden op de hoofdstraten, maar vaker nog tussen de huizen in de kleinere straten en steegjes. Het is onmogelijk om met zekerheid te zeggen hoeveel tempels er precies zijn in Tainan. Officiële cijfers uit 2001 spreken over 274 tempels, maar vervolgens worden slechts 243 tempels opgesomd (QSM: V, 324-339). Het Annan Stadsdeel telt volgens deze bron maar twee tempels. Fan telt er in Annan 35 (Fan 1993: 70-73). Ikzelf telde 46 tempels en 9 christelijke kerken in dat Stadsdeel, maar deze getallen zijn evenmin volledig. De Taiwanese overheid heeft ook altijd problemen gehad met het in kaart brengen van tempels. Eind jaren tachtig vermoedden officiële bronnen dat er 2,5 keer meer tempels waren dan het geregistreerde aantal (Clart 1995: 133). Zelf schat ik het aantal tempels en kerken in Tainan in 2003 op minstens 400. Sommige tempels zijn bekend in heel Tainan, zelfs heel Taiwan. Tot de eerste categorie behoren minder dan twintig tempels. Landelijk bekende tempels zijn er in Tainan minder dan tien. De meeste tempels in Tainan zijn dus enkel gekend door gelovigen of door de mensen die in de omgeving wonen. Die omgeving variëert in grootte. De grote meerderheid van kleine tempels in privéhanden zijn enkel gekend door hun ommiddellijke buren en de gelovigen die er komen bidden. Andere tempels zijn in een heel Stadsdeel gekend. Chinese tempels kunnen alle maten en vormen aannemen. Sommige tempels zijn gemaakt van een reeks stalen platen en lijken erg op een garagebox. Andere zijn kleine stenen bouwsels met een ruimte voor de goden en niet meer dan kleine berging ernaast. In plaats van een auto staat er een altaar met daarop één of enkele godenbeelden, een wierookpot en offerranden. Grotere tempels behuizen diverse goden in verschillende ruimtes en beschikken daarnaast over een plein voor de tempels en bergruimtes, een bureau of een gemeenschapszaaltje waarin gelovigen thee drinken, kaartspelen of vergaderingen beleggen. 56 Vroeger werd er niet in de hoogte gebouwd. Nieuwere tempels hebben vaak wel twee soms drie verdiepingen. 7.2 YIGUAN DAO IN TAINAN STAD Maar weinig inwoners van Tainan konden mij vertellen waar ik in hun stad een Yiguan-Daotempel kon vinden. Het hoofdkwartier van Wang Shou’s Baoguang-tak in Yushan is vrij bekend. Velen hebben dit tempelcomplex als eens bezocht, gekoppeld aan een zondagse wandeling in de bergen. Maar de lokale tempels van Yiguan Dao bezitten geen toeristische aantrekkingskracht en zijn enkel bekend door de leden van hun congregatie. Yiguan Dao telt in Tainan Stad zes tempels. De oudste is gebouwd in de jaren vijftig. De recentste in de jaren 1990. Twee tempels liggen in het vrij rurale Annan. Noord (Bei Qu), Anping (Anping Qu), Oost (Dong Qu) en Zuid (Nan Qu) tellen elk één tempel. In de oudste stadsdelen, Centraal (Zhong Qu) en West (Xi Qu), liggen geen tempels. Er zijn ongetwijfeld nog congregaties die niet beschikken over een openbare tempel en dus samenkomen rond een huisaltaar. Deze congregaties zijn bijzonder moeilijk te lokaliseren en het is onmogelij om te schatten hoeveel er zouden zijn in Tainan Stad. Het merendeel van de vroegere huisgemeenschappen vergadert sinds de legalisering van Yiguan Dao in openbare boeddhahallen. De laatste tempel, die in de jaren negentig gebouwd werd, lag net binnen de stadsgrenzen in het nog vrij goedkope zuidoosten. De enige tempel die ik vlak buiten de stadsgrenzen heb gevonden, is de Heilige Hal der Eerlijkheid (Xinyi Shengtang). Het is in deze tempel dat mijn inwijdingsritueel plaatsvond. Hij lag even buiten de stadsgrenzen in Gaoxiong County. Deze congregatie is een deel van de Xingyi-afdeling. De gelovigen van deze Hal woonden en werkten voornamelijk in Tainan Stad. Het is waarschijnlijk dat ook andere congregaties uit Tainan Stad hun tempels hebben gebouwd op de goedkopere gronden buiten de stad. Omdat Yiguan-Daoleden niet in contact komen met leden van andere congregaties kon niemand mij informeren hoeveel tempels er vlak buiten de stadsgrenzen zouden zijn. Om praktische redenen beperkte mijn onderzoek zich dus naar de zes tempels binnen de stadsgrenzen. De congregaties van deze tempels wonen en werken zowel in als rond Tainan Stad. De kleinste Yiguan-Daotempel in Tainan, de Heilige Hal van de Zuidelijke Putuo-grot (Nan Putuoyan Shengtang)1 behoort tot de Jichu-Afdeling. Een beetje groter is de Boeddha1 Puto is zaols we al vertelden een berg waar Guanyin gewoont zou hebben. Het is nu de locatie van een bekend boeddhistische bergklooster in Zhejiang Provincie. 57 hal van Rechtschapen Deugd (Deyi Fotang). Deze laatste rekent zich net als de Heilige Hal van de Verheven Deugd (Chongde Shengtang) tot de Fayi-afdeling. De Deyi Tang wordt later nog besproken. De andere drie tempels behoren tot de Baoguang-afdeling van Wang Shou. Het gaat hier om de Heilige Hal van de Hemelse Heerser (Tiandi Shengtang), de Heilige Hal van Heer Guan (Guandi Shengtang) en de Heilige Hal van de Geurige Schittering (Xiangguang Shengtang). De twee kleinere hallen zijn moderne, vierkante gebouwen. Een hele reeks nieuwe en kleine tempels zien er zo uit. Als de god die ze huizen voldoende volgelingen weet te verzamelen worden deze gebouwen zodra het kan vervangen door een traditionele, mooiere en grotere tempel. De congregatie van de Hal van de Rechtschapen Deugd en de Puto-grot zijn dan ook klein. Beide tempels werden zeker gebouwd door leden van Yiguan Dao. In de Puto-grot zit bodhisattva Guanyin op het hoofdaltaar. In de Hal van de Rechtschapen deugd neemt Maitreya Boeddha de centrale positie in. Voor een buitenstaander is het nog steeds aannemelijk dat deze tempels boeddhistisch zijn. Waarschijnlijk heeft geen van deze tempels ooit een poging gedaan om zich te laten registreren voor de legalisatie van Yiguan Dao. Ze hebben naar verluidt ook nooit problemen gehad met de politie. De Hal van Heer Guan en de Hal van de Hemelse Heerser zien er allebei uit als gewone Chinese tempels. De Hemelse Heer beschikt over drie verdiepingen, Heer Guan over twee. Deze twee tempels waren voor de legalisering geregistreerd als taoïstische tempels. Hun hoofdaltaar is dan ook gewijd aan traditionele Chinese goden: Heer Guan en Lü Dongbin 2. Het is mogelijk dat deze tempels oorspronkelijk ook echt taoïstische tempels waren met (of zonder) een geest-schrijfcongregatie. Jordan beschrijft een geval waarin Yiguan Dao zo’n tempel overnam in Tainan Stad (Jordan 1982). Informanten ontkennen dat dit het geval was en beweerden dat hun tempel van in het begin behoorde tot Yiguan Dao. De Hal van de Geurige Schittering de Hal van de Verheven Deugd en de Hal der Eerlijkheid zijn typische voorbeelden van recente Yiguan-Daotempels: ze tellen vijf verdiepingen. De laatste twee werden in de jaren negentig gebouwd. De Hal van de Geurige Schittering werd in dat decennium vergroot. We zullen de Hal van de Geurige Schittering van naderbij bekijken, omdat het een good voorbeeld is van een moderne Yiguan-Daotempel en de groei van de groei van Wang Shou’s Baoguang-Yushan-tak illustreert. Daarna zullen we ter vergelijking een beeld scheppen van de Deyi Tang, de Hal van de Rechtschapen Deugd. 2 Alle Chinese goden beschikken over een hele reeks titels. Hemelse Heer is de titel die in deze tempel aan Lü Dongbin gegeven wordt. 58 7.3 DE HAL VAN DE GEURIGE SCHITTERING 7.3.1 De geschiedenis van de Xiangguang Shengtang De geschiedenis van de Hal van de Geurige Schittering wordt beschreven op een groot bord aan de receptie van de hal en aan de hand hiervan door gelovigen enthousiast verhaald. De Boeddhistische Vereniging van de Geurige Schittering (Fojiao Xiangguang She) was oorspronkelijk een boeddhistische lekencongregatie. Deze werd in 1973 opgericht en vestigde zich in 1976 in een hal met dezelfde naam. Dit gebouw werd nooit volledig afgewerkt omdat de vereniging er niet in slaagde voldoende middelen te verzamelen. In 1982 was de financiële toestand zo slecht dat de drie oprichters van de hal de manager van de Hal van de Hemelse Heer opzochten. Deze bracht hen in contact met Wang Shou. De drie bleken bereid om het management van de vereniging zonder voorwaarden over te dragen. De eigenaar van de hal en de geloofsgemeenschap maakte hiertegen geen bezwaar. Daarop kocht Wang Shou, samen met een manager van de oude vereniging en de manager van de Hal van de Hemelse Heer het gebouw en de aanliggende gronden. Met Wang Shou als manager werd vervolgens begonnen aan de renovatie van de tempel, die vanaf nu Hal van de Geurige Schittering zou heten. De tempel werd in die tijd bestuurd door een tempelcomité (weiyuanhui) waarvan Wang Shou de voorzitter werd. Dit is een normale organisatievorm voor Chinese tempels. Een tempelcomité bestaat uit prominenten of kapitaalkrachtige leden van de gemeenschap. Het is het comité dat zijn eigen leden selecteert. Dat een kapitaalkrachtig persoon als Wang Shou een belangrijke positie verkrijgt door de inbreng van financiële middelen is niet ongebruikelijk. Nieuwe leiders kunnen in dat geval ook de religieuze oriëntatie van de tempel beïnvloeden.3 Het is mij niet duidelijk waarom de lekenvereniging te rade ging bij Yiguan Dao. Het is mogelijk dat er zakelijke of persoonlijke belangen meespeelden, maar het kan ook dat de lekenorganisatie Yiguan Dao als een verwante beweging beschouwde. De heringerichte Xiangguang Shengtang kende meer succes en groeide snel. In 1992 werd een algemene vergadering van de geloofsgemeenschap belegd. Die vergadering besloot een bouwcomité op te richtten belast met het vergroten van de boeddha-hal. Er werd beslist om het bestaande gebouw uit te breiden met twee zijbeuken en daar achter een nieuw gebouw van vijf verdiepingen op te trekken. Hiervoor moest het bestaande gebouw eerst verplaatst worden. Niet zonder trots vertelde men mij dat het hele gebouw op twee maanden tijd 12 3 Over tempelorganisatie en mangagement zie Feuchtwang 1974, Bosco 1994, Huang 2000. 59 meter zuidwaarts en 15 meter oostwaarts werd verschoven. Tegelijkertijd kwam het gebouw bijna twee meter hoger te liggen. Op de 2de dag van de 2de maanmaand in het jaar 1994 werd de nieuwe hal ingewijd. De volledige verbouwing zou 42 miljoen NT$ hebben gekost.4 7.3.2 De inrichting van de tempel De Hal van de Geurige Schittering ligt in het noordelijke Annan Stadsdeel. Rondom de tempel liggen voornamelijk rijstvelden, maar de gesloten bebouwing van Tainan Stad is al opgerukt tot enkele honderden meters ten zuiden van de tempel. In het noordoosten ligt er een kleine dorpskern waar ook een protestantse kerk en twee kleine Chinese volkstempels staan. Vóór de tempel is er een plein dat dienst doet als parking. Boven op de trap die naar de ingang leidt staat een grote driepotige wierookpot. De brede schuifdeuren geven toegang tot een ruime zaal. Zoals in elke Yiguan-Daotempel blinkt en glimt de hele inrichting van de zaal en zijn het altaar en de nissen waarin de godenbeelden staan rijk versiert en fijn afgewerkt. De zaal op het gelijkvloers van het voorste gebouw van de tempel is gewijd aan de Heillanden van de Drie Yang (Sanyang Kaitai). In het midden zit Maitreya Boeddha, aan zijn rechterkant Sakyamuni Boeddha, aan zijn linkerkant Dimpamkara Boeddha. Hun kleren komen overeen met de kleuren van hun kosmische periode. Maitreya draagt een goud-wit gewaad, Sakyamuni rood en Dimpamkara groen. Op hun altaar staat één wierookpot. Links en rechts daarvan staan twee houten kokers met een reeks lange, platte houten stokken. Op het altaar liggen ook een aantal rode blokjes in de vorm van een halve maan. Op de tweede verdieping is er een iets minder weelderig altaar. Dit altaar was het hoofdaltaar van de Vereniging van de Geurige Schittering. De centrale positie wordt ingenomen door Amitabha Boeddha (Amituo Fo). Aan de linkerkant zit Da Shizhi Pusa, rechts Bodhisattva Guanyin. Ook hier is er één wierookpot voor de drie goden. Er liggen jiaoblokjes, maar geen qian-stokken. Een buitenstaander zou deze twee altaren evengoed boeddhistisch kunnen noemen. 7.3.2.1 Divinatie met jiao en qian Deze rode blokjes (jiao) zijn een manier om met de goden te communiceren. Dit gebeurt door eerst wierook te offeren in de wierookpot op de tafel. Vervolgens knielt de gelovige op een van de bidkussentjes voor het altaar, terwijl hij of zij twee blokjes tussen twee 4 Zo’n 45 miljoen BEF. 60 handen tegen elkaar drukt. Jiao zijn maanvormig en hebben een platte en een ronde kant. Door de platte kanten tegen elkaar te houden krijg je iets wat een beetje op een banaan lijkt. Het probleem en een mogelijke oplossing wordt daarop in stilte of zacht fluisterend aan de god voorgelegd terwijl de gelovige de jiao voor zijn borst op en neer beweegt. Daarop laat de gelovige de jiao vallen. Er zijn drie manieren waarop jiao op de grond kunnen landen. Als de twee platte kanten op de grond landen en de jiao dus meteen tot stilstand komen, toont de geraadpleegde godheid dat de voorgestelde handelingswijze hem of haar niet bevalt. Jiao die met hun ronde zijde op de grond vallen, trillen nog even na en geven zo aan dat de god geamuseerd is door de gestelde vraag. Dit is nog geen positief antwoord. Mogelijk is het voorgelegde probleem helemaal niet problematisch en zal het wel goed aflopen. Ofwel betekenen de lachende jiao dat de vraag niet goed gesteld is en er naar andere aspecten van de situatie moet worden geïnformeerd. Als de jiao met een platte kant en een ronde kant op de grond vallen, betekent dit dat de god instemt met de voorgestelde handelswijze. Er worden dus altijd een aantal vragen gesteld. Aan de hand van de antwoorden kan de vraag “Zal ik in Taibei gaan verder studeren?” evolueren naar “Moet ik nog wel verder studeren?” , “Kan ik beter in Tainan blijven studeren?”, en zo verder tot de gelovige weet wat de beste handelswijze is of tot blijkt dat de god geen duidelijke uitspraak wil of kan doen. De met stokken (qian) gevulde kokers zijn een andere manier van divinatie. Na het offeren van wierook en het voorstellen van het probleem neemt een gelovige een stok uit de koker. Met de jiao wordt vervolgens uitgemaakt of de gelovige de juiste stok heeft genomen. Er zijn drie opéénvolgende positieve antwoorden nodig, zoniet moet er een nieuwe stok worden genomen. Meestal zijn er 60 stokken. Op iedere stok staat een nummer. In de buurt van het altaar is er soms een boek te vinden vol korte cryptische verzen die elk een nummer dragen. Meestal echter staan deze nummers en versjes op aparte papiertjes die te vinden zijn tegen een muur naast het altaar. Het cryptische vers bevat het antwoord op het voorgelegde probleem. Meestal staat er onder het vers verdere uitleg. Vaak ook is er in de buurt van het paneel vol papiertjes een oudere man te vinden, die de versjes interpreteren kan en de gelovigen van verder advies voorziet.5 Jiao en qian zijn te vinden in bijna iedere tempel uit het Taiwanese volksgeloof. Zelfs veel nieuwe boeddhistische lekencongregaties maken er gebruik van. Orthodoxe boeddhisten wijzen deze divinatie af en ook in een aantal tempels van Yiguan Dao zijn er geen divinatieblokjes of –stokken te vinden. Baoguang Yushan gebruikt ze wel. 5 Ook Jordan (1990: hoofdstuk 4) beschrijft deze twee vormen van divinatie. 61 7.3.2.2 De zaal van de Eerwaarde Moeder De vijfde en hoogste verdieping van het nieuwe gebouw wordt volledig ingenomen door de belangrijkste en mooiste ruimte van de tempel. De glimmende robijnkleurige marmeren vloer weerspiegelt er het rijkelijk versierde plafond dat reikt tot aan de nok van het dak. Tot ongeveer drie meter hoog zijn de muren bekleed met gelakt hout. Daarboven zijn er aan de zijkanten en op de muur tegenover het altaar muurschilderingen. Er zijn een tiental panelen van ongeveer 2 op 3 meter. Op het eerste zijn de eerste patriarchen te zien, ernaast staan Confucius, Sakyamuni, belangrijke confucianistische en boeddhistische patriarchen en Christus broederlijk naast elkaar, hun hoofden gericht naar de stralende hemel. Vervolgens worden er een aantal panelen gewijd aan de komst van Maitreya Boeddha en het leven van de laatste drie patriarchen. We zien patriarch Liu, die de handen van patriarch Lu onderzoekt en Zang Tianran en Sun Suzhen met hun belangrijkste volgelingen. De volgende panelen tonen Su Xiulan en Wangshou en de oprichting van de Yiguan Dao Association of the Republic of China. Het laatste paneel toont de inwijding van de nieuwe Hal van de Geurige Schittering. Het paneel met de 20-karakters-naam van de Eerwaarde Moeder is meer dan twee meter hoog en vormt het middelpunt van een 8 meter brede wand van bewerkt en goudgelakt hout. Deze wand staat voor de noordelijke muur van de ruimte. Voor het tablet van de moeder op een hoog vierkant altaar staan een beeld van de rechtstaande bodhisattva Guanyin, voor haar de boeddha-lamp en een witte Maitreya Boeddha, en daarvoor een wierookpot. Links en rechts van het hoogste altaar, tegen de gouden wand staan de metershoge beelden van de Yunbao tongzi (Kinderen van de Wolkenschat). Zij worden ook wel eens de Behoeders van de Wet (Hu Fa) genoemd en zijn de hemelse escorte van de Eerwaarde moeder. Aan de rechterkant staat de jongen. Hij draagt een waaier op een lange stok waarop Zon (Ri) geschreven staat. Het linkse wolkenkind is een meisje. Op haar waaier staat Maan (Yue). Op minder grote altaren zijn er geen beelden van deze twee Behoeders van de wet. Ze worden dan enkel voorgesteld door twee olielampen naast de centrale wierookpot. De enige functies van de wolkenkinderen is het onderstrepen van de luister van de Eerwaarde Moeder. Ze worden nooit apart vereerd of expliciet vernoemd tijdens rituelen. Ongeveer een meter voor het hoogste altaar staat een lager altaar van ongeveer 4 meter. Hierop worden de offergaven geplaatst: bloemen en schalen met fruit of snoepgoed. Offergaven zijn altijd vegetarisch en als ze telbaar zijn, presenteert men een oneven (yang) aantal per schaal. Ongeveer een meter verwijderd van dit middelste altaar staan de Bewakers 62 van de Wet: Heer Guan (rechts) en Lü Dongbin (links). Hun beelden zijn meer dan twee meter hoog en vooral de vuurrode Heer Guan in zijn groen- en goudkleurig gewaad, met zijn hellebaard in aanslag en met priemende ogen, die speuren naar het Kwaad, is indrukwekkend. Een halve meter voor het altaar met de offergaven staat het voorste altaar. Dit is iets langer dan de middelste tafel. Op de uiteinden van het altaar staan ook bloemen, maar het belangrijkste is de wierookpot in het midden van het altaar, recht voor de boeddha, de moederlamp en Guanyin. De bronzen wierookpot heeft een diameter van ongeveer 30 centimeter. Links en rechts ervan staan twee identieke potjes. In één ervan zitten kleine blokjes geurig hout, in het andere wierookassen. Een laag houten blokjes vormen de bodem van de wierookpot, daarop komen de wierookassen. Yiguan Dao gebruikt geurig wierook van hoge kwaliteit, dat verbrandt tot een bleek, fijn poeder. Voor ieder nieuw offer van wierook worden de assen in de pot met veel zorg gladgestreken. De houten blokjes op de bodem, zorgen ervoor dat de geofferde wierookstokjes mooi recht blijven staan. Aan de rechterkant tussen de centrale wierookpot en de bloemen staat de zonnelamp. Links op dezelfde positie staat een identieke maanlamp. Deze twee lampen worden samen met de moederlamp ontstoken voor het begin van rituelen. Voor het altaar staan bidkussentjes. Het standaardaantal in openbare tempels is tien. Het is gebruikelijk dat de hoofdingang van een tempelhal zich recht tegenover het altaar bevindt. De lift en de trap naar de zaal van de Eerwaarde Moeder liggen echter aan de oostkant van de zaal. Er is daarom een deur gemaakt die naar een balkon leidt, recht tegenover het moederschrijn. Van op het balkon kijkt men op het dak van de oude boeddhahal en ziet men Tainan Stad liggen. 7.3.2.3 Andere ruimtes in de Hal De overige ruimtes in de boeddha-hal vertellen ons minstens evenveel over Yiguan Dao. De derde en vierde verdieping worden momenteel verbouwd. Het is de bedoeling dat een grote aula met een podium de vroegere polyvalente ruimtes vervangt. Op de tweede verdieping is een leslokaal. Er is een groot bord en projector. Rijen smalle tafels en comfortabele stoelen bieden plaatst aan 80 mensen. Daarnaast is een tentoonstellingsruimte met onder andere houten beelden, schilderijen en kalligrafieën. Op de eerste verdieping is er een grote keuken en een vergaderzaal. In de kelder is een eetzaal waar een honderdtal mensen kunnen eten. Op de tweede etage van het oude voorgebouw is een polyvalente ruimte. In de nieuwe zijbeuken zijn er op de tweede en derde verdieping slaapzalen en –kamers en sanitaire 63 voorzieningen. Rechts (oostkant) voor de mannen, links (westkant) voor de vrouwen. De zijbeuken op de eerste verdieping worden ingenomen door de bureaus van de manager en het secretariaat van de tempel. Er is ook een ruimte met zetels, een salontafel waar de paar gelovigen die in de tempel verblijven of er iedere dag naartoe komen theedrinken of televisie kijken. Hier zijn altijd een aantal gelovigen te vinden die de tempel onderhouden en de dagelijkse offeranden verzorgen. Vooraleer we de activiteiten van de Hal van de Geurige Schittering voorstellen, zullen ter vergelijking kort een andere hal van Yiguan Dao voorstellen. 7.4 DE HAL VAN RECHTSCHAPEN DEUGD De Hal van Rechtschapen Deugd ligt ook in Annan Stadsdeel, in een dorpskern die doorkruist wordt door enkele invalswegen naar Tainan Stad. De dorpskern is dichtbebouwd, maar zelden zijn de gebouwen hier hoger dan drie verdiepingen. Het hoogste gebouw in de wijde omgeving is een bekende en grote tempel gewijd aan Mazu. Mazu werd oorspronkelijk vereerd door vissers en zeelieden in Zuid-China, maar groeide uit tot een van de populairste goden in Taiwan. Het is niet zo makkelijk om de Hal van Rechtschapen Deugd te vinden. Het gebouw telt maar twee verdiepingen en ligt een eindje van de straat verwijderd. Er is een grote ijzeren poort maar die staat meestal open. Tussen de tempel en de straat was er vroeger een gazon, maar omdat de ruimte gebruikt wordt als parkeerplaats zijn er nog maar een paar plekken waar gras groeit. Aan weerszijden van de parking staan een aantal bomen, planten in grote potten en bonsais voor een betonnen schutting. Rechts voor de tempel is een terras met een grote gootsteen en enkele kraantjes. De openbare toiletten die je ernaast zou verwachten zijn er niet. De hal zelf is een vierkante betonnen bouwsel. Op de eerste verdieping is er een balkon dat door twee witte zuilen wordt afgezoomd. Op het gelijkvloers is er een kleine portiek met dezelfde betonnen zuilen, maar nu in het rood. Daarachter zijn twee grote schuifdeuren. De Deyi Fotang is gebouwd in de jaren zestig en een paar keer heringericht. In het begin woonde er een lid van Yiguan Dao in de boeddha-hal, maar nu woont de manager een eindje verder in het dorp. De grote schuifdeuren geven toegang tot een zaal van 10 meter breed, 20 meter diep en 3 meter hoog. Aan de linkerzijde van de centrale hal zijn er toiletten, een bergruimte en een gang naar een keuken die achteraan in het gebouw ligt. Aan de rechterkant van de hal zijn twee kleine ruimtes en een trap naar boven. Er staat een bureau, een boekenkast en enkele prikborden tegen de muur. Er is een gasvuur om thee te maken, een ijskast, enkele zetels rond 64 een tafeltje en een hele hoop plastic krukjes. Ik heb de bovenverdieping nooit gezien, volgens de manager werd ze niet gebruikt. 7.4.1 De goden van de Hal van de Rechtschapen Deugd De achterste muur van de Deyi Tang is ingedeeld in drie nissen, met daarvoor een glazen wand. In het midden troont daar Maitreya Boeddha. Links vinden we Yuehui Pusa. Rechts van hem zit Jigong Houfo. Jigong wordt, zoals gewoonlijk, met een waaier en een kalebas afgebeeld. Verhalen uit het volksgeloof zeggen dat er in die kalebas wijn zit. Leden van Yiguan Dao brengen daar tegenin dat Jigong oorspronkelijk als een genezer werd vereerd en dat de kalebas dus medicijnen bevat (Shahar 1998: 207). Achter Maitreya Boeddha hangt een groot wit papier waarop de naam van de Eerwaarde moeder is gekalligrafeerd in zwarte inkt. Op het altaar voor deze nissen staan van links naar rechts: Lü Dongbin, de Oude Onsterfelijke van de Zuidpool (Nanji Xianweng) en Guan Gong. De Oude Onsterfelijke van de Zuidpool is een godheid die ook in veel taoïstische tempels is terug te vinden. 7.4.2 De centrale wierookpot en divinatieblokjes Vóór de ingang van de Deyi Tang staat er geen wierookpot op drie voeten. Deze wierookpot was wel te vinden in de Hal van de Geurige Schittering en is ook een onderdeel van de meeste andere Chinese tempels. Normaal staat hij buiten voor de deur en is hij gewijd aan de Hemel of alle hemelse goden. Omdat het hoofdaltaar van iedere Yiguan-Daotempel ook gewijd is aan de Hemel is dat niet nodig volgens de manager van de Deyi Tang. Bovendien kan zo’n pot buiten gestolen worden. Hij verzekerde mij dat ook andere Yiguan Dao tempels geen centrale wierookpot hebben. Dat is inderdaad zo. De redenen die de manager geeft zijn aannemelijk. Maar misschien is het verdwijnen van de centrale wierookpot ook een gevolg van Yiguan Dao’s illegale positie. Gebouwen waar een driepotige pot staat zijn duidelijk openbare tempels. Gebouwen zonder centrale wierookpot vallen minder op en kunnen verklaard worden als een privé boeddhaschrijn. Anderzijds zijn er ook geen divinatieblokjes te vinden in de Hal van de Rechtschapen Deugd. In de andere tempel in Tainan Stad die zich tot de Fayi-afdeling rekent, de Hal van de Verheven Deugd, liggen er dan weer wel jiao op het altaar. Maar zowel de centrale wierookpot, als de divinatieblokjes zijn elementen die uit het volksgeloof. De positie van de manager van de Deyi Tang sluit meer aan bij de overgeleverde doctrine van Yiguan Dao. De 65 toevoeging van een centrale wierookpot, divinatieblokjes en –stokken is dus mogelijk een teken van de vermenging van de leer en praktijken van Baoguang Yushan en andere YiguanDaotakken met gebruiken uit het volksgeloof. 7.4.3 Activiteiten van de Deyi Tang We zullen dadelijk de activiteiten van de Hal van de Geurige Schittering bespreken. Om vergelijking mogelijk te maken gaan we hier dieper in op een aantal activiteiten van de Deyi Tang. Volgens de manager behoren er meer dan 150 gelovigen tot zijn congregatie. Elke 14 de en 30ste van de maanmaand is er een eredienst (zie ook 8.1.4). Gewoonlijk zijn er zo’n 10 tot 20 aanwezigen op deze bijeenkomsten. Om de twee weken op dinsdag zijn er lezingen of lessen over belangrijke teksten of concepten van Yiguan Dao. Hier zijn er telkens 20 tot 30 aanwezigen. Voor de overige feesten en activiteiten gaan gelovigen naar een grotere tempel van de afdeling in Gaoxiong County. De manager van deze tempel hechtte groot belang aan dienstbaarheid. Het bijwonen van activiteiten in de afdelingshal omschreef hij als vrijwilligerswerk. Gelovigen kunnen er helpen in de keuken van de tempel, bij het onderhouden van de tempel, of bij in de liefdadigheidsprojecten die Yiguan Dao heeft opgezet. Er zijn naar verluidt omdat gelovigen zelfs als ze enkel gaan luisteren naar een lezing dit doen in een geest van bereidwilligheid en behulpzaamheid. De manager van de Deyi Tang was de enige die toegaf dat er nog geest-schrijf-sessies werden gehouden in zijn hal. Er zouden een zestal geest-schrijf-sessies zijn per jaar, maar deze waren enkel toegankelijk voor gelovigen die in deze congregatie waren ingewijd. Ik heb er dus geen kunnen bijwonen en ben ook amper iets te weten gekomen over het huidige belang en het verloop van deze sessies voor de congregatie van de Deyi Tang. 6 Ook dit wijst erop dat de Deyi Tang veel traditioneler is dan de congregaties van Wang Shou, waar geestschrijven tot een strikt minimum is beperkt en enkel nog plaats vindt in de tempel van Yushan. 6 Beschrijving van een schrijf-sessie zijn te vinden in Jordan & Overmyer (1986), Clart (1994 & 1997) en Thompson 1982. Maar geen van deze sessies gebeurd in een Yiguan-Dao congregatie. 66 8) 8.1 DE RITUELEN VAN YIGUAN DAO DE DAGELIJKSE PRAKTIJK Op een doordeweekse dag zijn er niet meer dan tien mensen aanwezig in de Hal van de Geurige Schittering. Een vijftal van hen zijn er bijna elke dag. Ze wonen vlakbij. De anderen komen naar de tempel als ze tijd hebben, sommigen van hen wonen een eindje verder en komen maar voor een deel van de dag. De meeste van hen zijn zestigplussers, maar mevrouw Chen en juffrouw Cai zijn veertigers. Juffrouw Cai woont met haar oude moeder in de tempel. De totale congregatie telt volgens juffrouw Cai meer dan 400 gelovigen. Welke riten Yiguan Dao volgt en wat de kenmerken van deze rituelen zijn wordt in dit hoofdstuk uiteengezet. Het was Zhang Tianran die de rituelen van Yiguan Dao vastlegde. Zijn regels en bepalingen worden geregeld onderbroken door formules die benadrukken dat deze regels niet ten allen prijzen gevolgd moeten worden. Als omstandigheden, financiële problemen of andere verplichtingen het onmogelijk maken, dan kan, bijvoorbeeld, het offeren van wierook weggelaten worden met behoud van de geijkte buigingen. Het is onder andere ook toegestaan het aantal rituelen van drie tot één per dag te beperken of de rituelen uit te voeren voor een kaars in plaats van een volledig ingericht altaar. Wat belangrijk is, is de innerlijke overtuiging en concentratie van de gelovige. Indien de situatie het toelaat, dan moeten de rituelen wel volgens de regels worden uitgevoerd (Song 1983: 49). In wat volgt beschrijf ik het Ritueel ter Presentatie van Wierook. Dit zal ons een idee geven van een aantal typische kenmerken van Yiguan-Daorituelen. Onder andere het kowtowen, het reciteren van teksten, het gebruik van twee voorgangers. Dit ritueel wordt in principe drie keer per dag uitgevoerd in iedere tempel van Yiguan Dao. Een verkorte versie bestaat voor het offeren van wierook in huisaltaren. De meeste gelovigen doen dit twee keer per dag (Song 1983: 49-50). Zoals al gezegd werd gaat dit ritueel ook vooraf aan een inwijdingsceremonie. Het is ook een onderdeel van de tweewekelijkse erediensten, waarover we later meer zullen zeggen. Ik geef de volledige vertaling van het ritueel, maar eerst moeten we enkele zaken en termen die erin voorkomen verduidelijken. 67 8.2 ENKELE KENMERKEN EN BASISBEWEGINGEN In een heel aantal rituelen zijn er twee voorgangers. De hoofdvoorganger gaat links vooraan staan, vaak ter hoogte van de maanlamp. Dit is links in de zaal en de kant waar de vrouwelijke gelovigen plaats nemen. Het is ook de plaats aan de rechterhand van de boeddha. De vicevoorganger gaat aan de zonnelamp staan. In andere rituelen is er geen voorganger maar telt iemand van de deelnemers het aantal buigingen hardop. De enige hiërarchie die hier telt, is die binnen Yiguan Dao. Tijdens formele gelegenheden nemen gelovigen posities in volgens hun geloofsanciënniteit en niet volgens hun leeftijd of geslacht. Wanneer rituelen door mannen en vrouwen apart moeten worden volbracht, zoals tijdens een inwijdingsritueel gaan mannen eerst en daarna de vrouwen (Song 1983: 50). Enkele gelovigen vertelden me echter dat dit geen absolute regel was, maar afhing van de leider van de gemeenschap. Als deze vrouwelijk was, dan zouden vrouwelijke gelovigen voor de mannen gaan. Ik heb enkel rituelen gezien in hallen met mannelijke leiders en zelfs als de voorganger een vrouw was, gingen de mannen eerst als er handelingen door de twee geslachten apart moesten worden vervuld. Rechtstaan doet men door beide voeten langs elkaar te zetten en de handen voor de borst samen te vouwen. Handen vouwen doet men door met de rechterhand een vuist te maken en deze te omsluiten met de linkerhand. Tijdens een buiging wordt het hoofd wordt gebogen en de handen die daarvoor samengevouwen voor de borst werden gehouden worden tot boven de ogen gebracht. Er is ook een diepe buiging, hiervoor brengt men de armen langs het lichaam en buigt men het bovenlichaam (75°)1 voorover. Knielen (op een bidkussentje) gebeurt als volgt. De beginpositie is rechtstaand voor een bidkussentje met de handen gevouwen voor de borst. Daarop doet men met links een stap naar voren en plaats men de linkervoet naast het bidkussen. Vrouwen of mannen met traditionele lange gewaden trekken hun kleed met beide handen langs de knieën lichtjes omhoog, zodat men door het rechterbeen kan buigen en de rechterknie op het kussen wordt gezet. Daarop worden de handen weer gevouwen voor de borst en plaatst men tegelijkertijd de linker- naast de rechterknie. Rechtstaan vanuit geknielde positie doet men net zo maar dan in omgekeerde volgorde. Een kowtow gebeurd vanuit geknielde positie. De gevouwen handen worden nu in de positie van de tweede schat (de mudra of het zegel) gebracht. Tegelijkertijd buigt men voorover en plaats men de handen op het uiteinde van het bidkussen. Eén kowtow betekent dat men vanuit deze 1 Dit getal werd vermeld als richtlijn tijdens een cursus over rituelen. Het is uiteraard niet zo dat de percieze hellingsgraad van het lichaam gemeten wordt. De regels zijn niet rigide en er zijn kleine persoonlijke variaties in de bewegingen. 68 positie het hoofd verder doorbuigt tot het voorhoofd de handen (bijna) raakt. Het bevel zich terug te trekken tenslotte betekent dat de geadresseerde eerbiedig drie passen naar achter moet doen. Als deze drie passen hem niet op de positie brengen waarnaar hij of zij zich (opnieuw) moet begeven mag hij of zij zich omdraaien en gewoon verder wandelen naar die positie. Voor een ritueel begint worden de moederlamp, en de zonne- en maanlamp aangestoken. De oude wierookstokjes worden uit de pot verwijderd en de assen worden gladgestreken. Wierookstokjes worden één per één in de pot geplaatst met de linkerhand. De linkerhand is volgens Yiguan Dao de hand waarmee we het minste kwaad verrichten en daarom het best geschikt om wierook te offeren. 8.3 HET RITUEEL TER PRESENTATIE VAN WIEROOK (XIANXIANG LI) Zoals het hoort volgens de voorschriften van Zhang Tianran wordt er in de Hal van de Geurige Schittering drie keer per dag wierook geofferd. Hiervoor roept juffrouw Cai haar zusters en broeders in de Dao (daoqin) op om zich naar de zaal van de Eerwaarde moeder te begeven. Ze gebruikt hiervoor de interne geluidsinstallatie van de tempel. Dit gebeurt telkens om zes uur ’s ochtends, om elf uur en om vijf uur ’s avonds. Niet alle aanwezigen begeven zich elke keer naar de vijfde verdieping. ’s Avonds is er wat meer volk, maar overdag zijn er vaak maar drie gelovigen die de lift naar boven nemen. Drie gelovigen is eigenlijk het minimum, maar in heel wat kleinere tempels van Yiguan Dao wordt dit ritueel uitgevoerd door één of twee personen en vaak maar één of twee keer per dag. De drie gelovigen die in deze hal als het minimum mimorum beschouwd worden, fungeren als voorganger, vicevoorganger en presentator van de wierook. Nadat elk zijn positie heeft ingenomen neemt de voorganger het woord. Ik zal de volledige tekst van dit ritueel hieronder vertalen (Song 1983: 50-53)2. In de linkerkolom is de voorganger aan het woord, in de rechterkolom de vicevoorganger. De presentator van de wierook staat voor de wierookpot en zal de aanwijzingen van de voorgangers volgen. Buig, kniel Aan de Helder Schitterende Hoogste Heerser offer vijf stokjes wierook Aan alle Hemelse Goden en Heiligen offer drie stokjes wierook Aan Patriarch Maitreya offer drie stokjes wierook 2 één offer, twee offer, drie offer, vier offer, vijf offers één offer, twee offer, drie offers één offer, twee offer, drie offers Een Engelse vertaling van dit ritueel is te vinden in Jordan & Overmyer (1986: 294-296). 69 Als er zoals in de Hal van de Geurige Schittering een tweede wierookpot staat op het hoogste altaar, worden deze drie wierookstokjes in die hoogste wierookpot geplaatst. Als er maar drie aanwezigen zijn zal de vicevoorganger dat doen en weer terugkeren naar zijn of haar positie aan de zonnelamp. Aan de God van de Stoof offer één stokje wierook Aan de Helder Schitterende Hoogste Heerser tien kowtows Sta recht, buig, kniel Aan alle Hemelse Goden en Heiligen vijf kowtows Sta recht, buig, kniel Aan Patriarch Maitreya vijf kowtows Sta recht, buig, kniel Aan de Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee vijf kowtows Aan de Heiligen (stichters) van de Vijf Religies vijf kowtows Aan de Levende Boeddha en Geëerde Leraar vijf kowtows Aan de Maan-wijsheid Bodhisattva vijf kowtows Aan alle Bewakers van de Wet vijf kowtows Aan de God van de Stoof drie kowtows Aan de Geëerde Leraar drie kowtows Aan de Leraar-moeder drie kowtows Aan de Maarschalk van deze Zaal (beschermer) drie kowtows Aan de Generaal van deze Zaal (beschermer) drie kowtows Aan de Bodhisattva die de leer verspreid drie kowtows Aan alle Grote Onsterfelijken drie kowtows Aan de initiator één kowtow Aan de Spirituele Meester één kowtow Aan de Spirituele Gids één kowtow Aan de gemeenschap van de Voorgangers (in de Dao) één kowtow Aan onze eigen voorouders één offer één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, tien kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtows één kowtow, twee kowtow, drie kowtow één kowtow, twee kowtow, drie kowtow één kowtow, twee kowtow, drie kowtow één kowtow, twee kowtow, drie kowtow één kowtow, twee kowtow, drie kowtow één kowtow, twee kowtow, drie kowtow één kowtow één kowtow één kowtow één kowtow 70 één kowtow één kowtow Ga verder met het declameren van de tekst van oprechte berouw: De voorgangers voegen zich nu bij de gelovigen die de vorige reeks kowtows hebben uitgevoerd. De vrouwen staan recht en begeven zich naar de linkerkant van de zaal, de mannen declameren geknield de tekst. Daarna doen de vrouwen hetzelfde. Er is telkens een lid van de kowtowende groep die de het aantal kowtows afroept en telt. Ik, (naam) kniel met oprecht hart voor de lotus(troon) van de Helder Schitterende Hoogste Heerser. [Drie kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtows] Patriarch Maitreya, wiens wonderlijke Wet (leer) zonder grenzen is, die alle levende wezens beschermt en bewaart, voor deze boeddha tonen we berouw, verbeteren en hernieuwen we onszelf en registreren we ons gezamenlijk in de Hemel. [Drie kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtows] Allen van de congregatie, die verward of fout zijn of dwalen, kijk op en bidt tot Patriarch (Maitreya) die grootmoedig onze zonden vergeeft. [Tien Kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, tien kowtows] Geprezen zij Amitabha Boeddha, de tien boeddha’s en de hemelse primordialen [Tien Kowtows; één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, tien kowtows] Groot onheil komt naderbij, oprecht doen wij beroep op het de grote bezorgdheid en het grote medelijden van de Eerwaarde Moeder; bescherm en bewaar alle levende wezens zodat ze rampen en tegenspoed mogen vermijden. [Honderd Kowtows, één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, tien kowtow, één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, twee (20) kowtow, één kowtow, twee kowtow, drie kowtow, vier kowtow, vijf kowtow, zes kowtow, zeven kowtow, acht kowtow, negen kowtow, drie (30) kowtow ... tien (keer tien, 100) kowtows.] Sta recht, buig diep, het ritueel van het presenteren van de wierook is voorbij. Allen trekken zich terug. Dit laatste deel wordt dus tweemaal uitgevoerd. Eerst door de mannen, daarna door de vrouwen. Alle kowtows worden zo snel als de voorganger ze kan uitspreken genomen. Zeker tijdens de reeks van honderd gaat het om kleine, snelle hoofdknikjes in de richting van de handen op het kussentje. De laatste kowtow van elke reeks wordt met meer nadruk uitgesproken3. Tijdens deze vertraging buigen de meeste gelovigen hun hoofd helemaal naar onder om zich vervolgens op te richten. 8.4 3 DE EIGENHEID VAN RITUELEN VAN YIGUAN DAO In mijn vertaling is dat weergegeven met de meervoudsvorm. In het Chinees is het verschil 1 kou, 2 kou, enz... als laatste x kou-shou. 71 De meeste Taiwanezen vinden de opvolging van buigingen en kowtows ietwat bizar. De handelingen op zich sluiten aan bij het Chinese volksgeloof, maar het formalisme en de overdaad van Yiguan-Daoceremonies intrigeren veel Taiwanese toeschouwers. In het Chinese volksgeloof zijn er tal van rituelen, maar de uitgebreide, formele riten worden enkel uitgevoerd door religieuze specialisten, niet door de hele gemeenschap. Volgens Jordan & Overmyer is deze ‘democratisering’ van gespecialiseerde handelingen één van de aantrekkelijke punten voor aanhangers van Yiguan Dao (Jordan & Overmyer 1986: 276-277). Voor deze rituelen baseerde Zhang zich op de Zhou-li, de riten van de Zhou-dynastie (1121-256 v. Chr.). Deze vormden ook het ideaal voor Confucius en stonden model voor de officiële offers tijdens het keizerrijk. Tegenwoordig worden zulke rituelen enkel nog uitgevoerd op de feestdag van Confucius (28 september) en door Yiguan Dao. In het geval van Yiguan Dao gaat het om vegetarische offers. Gelovigen zelf verwijzen ook naar de aloude oorsprong van deze rituelen. Vanuit hun standpunt is dit de correcte manier en zijn de rituelen van het Chinese volksgeloof onvolledige of foutieve afleidingen. 8.5 DE RITUELE KALENDER VAN YIGUAN DAO De belangrijkste rituele activiteiten van Yiguan Dao zijn de tweewekelijkse erediensten en wat ik zal noemen de culturele activiteiten. De 1ste en de 15de van de maanmaand zijn voor iedere Chinese religie belangrijke dagen om de goden te vereren en offers te brengen. Omdat de meeste mensen overdag werken, heeft Yiguan Dao het tijdstip van deze erediensten verplaatst naar de avond van de 30ste en 14de dag van de maankalender. Om zeven uur ’s avonds komen de gelovigen dan samen in de boeddha-hal. Vervolgens wordt het Ritueel ter Presentatie van Wierook uitgevoerd, onmiddellijk gevolgd door het ritueel ter Presentatie van Offeranden uitgevoerd. Daarna volgt er een lezing of toespraak van de tempelvoorzitter of één van zijn assistenten. Om negen uur is de samenkomst voorbij en keert iedereen naar huis terug. De geofferde schalen fruit blijven twee weken staan. Offerandes die voor deze tijd oneetbaar dreigen te worden, worden vroeger weggehaald en verwerkt in de tempelkeuken. Er zijn ook een aantal grote feestdagen in het rituele jaar van Yiguan Dao. Deze zijn gebaseerd op de maanmaand, maar ook hier is men flexibel. Belangrijke feesten kunnen verplaatst worden naar het weekend dat het dichtst bij de datum uit de maankalender valt. De vier grote offers aan de Hemel zijn de grootste ceremonies van Yiguan Dao. Er zijn er vier per jaar: op de 15de van de 3de, 6de 9de en 11de maanmaand. In de Baoguang Yushan-tak vinden 72 deze rituelen enkel plaats in de hoofdtempel in Yushan. Geïnteresseerden begeven zich naar daar, soms vaak in groep, maar de meeste gelovigen gaan naar hun lokale tempel en wonen daar de normale twee wekelijkse eredienst bij. Er zijn ook een aantal andere speciale feestdagen. De 2de van de 2de maanmaand herdenkt men het verwerven van de Weg door Maitreya Boeddha. In het volksgeloof is dit de feestdag van Tudi Gong, the Locality God (zie Feuchtwang 1992, Dell’Orto 2002). De andere dagen herdenkt men de verjaardag van belangrijke goden en wijzen. Lü Dongbin op de 14de van de 4de maand; Guan Gong op de 13de van de 5de; Guanyin op de 19de van de 6de. Zhang Tianran’s verjaardag is de 19de van de 7de, die van Sun Suzhen op de 29ste van de 8ste. Door mijn korte verblijf heb ik geen van deze feestdagen in kunnen bijwonen. Van het einde van de 3de maand tot mijn vertrek op het einde van de 6de maanmaand werden alle gemeenschappelijke activiteiten van Yiguan Dao afgelast door de Sars-epidemie. Ik kan dus geen van deze grote feestdagen beschrijven. 73 9) ACTIVITEITEN VAN YIGUAN DAO De erediensten zijn maar een beperkt onderdeel van de activiteiten van Yiguan Dao. Iedere donderdag worden er lessen georganiseerd in het leslokaal op de tweede verdieping. Iedere zaterdag en zondag oefenen groepen zich in het bespelen van traditionele instrumenten. Tegelijkertijd vinden er dan ook lessenreeksen plaats in vegetarisch koken, bloemschikken of kalligrafie. 9.1 DE CURSUSSEN VAN YIGUAN DAO De lessen van de Hal van de Geurige Schittering lijken de meest populaire activiteit van de vereniging. Er komt iedere week een 100-tal geïnteresseerden. Dat is de volledige capaciteit van het leslokaal. In feite worden de lezingen van Baoguang Yushan centraal georganiseerd. Er zijn een aantal cursussen, die in een aantal tempels en door elkaar worden gegeven. De Hal van de Geurige Schittering en de Hal van Heer Guan hebben een erg gelijklopende reeks van wekelijkse lessen. Heel wat gelovigen komen iedere week naar de lezingen en hebben er dus een aantal al gevolgd. Veel mensen weten niet tot welke lezingen precies bij welk curriculum horen. De Hal van de Hemelse Heer heeft enkel maandelijkse lezingen of occasionele lessenreeksen, die dan bijvoorbeeld vier opeenvolgende weken lopen. Meestal gaat het om lezingen en interpretaties van klassieke Chinese teksten en belangrijke publicaties van Yiguan Dao. De eerste maanden van 2003 werden er lezingen gewijd aan delen uit taoïstische klassieken zoals de Daodejing en de Zhuangzi, uit de werken van confucianistische filosofen zoals de Analecten van Confucius en de Mencius (Mengzi). Er zijn ook lezingen over maatschappelijke problemen: de jeugd van tegenwoordig, gokken, echtscheidingen en lessen in de rituele praktijken van Yiguan Dao. Een voorbeeld is de lessenreeks die telkens een hoofdstuk uit The Ten Admonitory Sermons from Mother to Her Children besprak1. Deze vond plaats op donderdag, maar slecht om de drie weken. Op de andere donderdagen werden andere dingen besproken. De Sermons is een werk dat geopenbaard is door de feniks in 1941. De Eerwaarde Moeder waarschuwt haar kinderen voor het komende einde van de wereld en roept hen op zich te bekeren. Het taalgebruik van deze openbaring is erg poëtisch en vaak cryptisch. Er worden een heel aantal 1 De lezingen waren net als het boek in het Chinees, maar ik kreeg van mijn Spirituele Gids, de restaurantbazin, een Engelse vertaling van dit boek (Sermons 1998) (zie 5.4). 74 allusies op de autoriteit van Zhang Tianran en Sun Suzhen. Het is een van de meest milleniaristische boeken uit de collectie van Yiguan Dao. De lector van deze reeks ging daarom dieper in op het naderende einde van de wereld. Hij stelde dat het einde van de wereld niet noodzakelijk letterlijk moet worden opgevat. Het kan best zijn dat er na een atoomoorlog mensen overleven, maar het gevaar en het verval van de wereld is duidelijk. Iedere oorlog en iedere ramp is een catastrofe van de Witte-Yangperiode. Geen moreel mens kan daar onberoerd door blijven en het is de taak en roeping van Yiguan Dao om dit tij te keren. De lector benadrukte dus dat de missie van Yiguan Dao positief is. Als het einde van de wereld ter sprake kwam, wezen ook andere gelovigen op het verschil tussen Yiguan Dao en slechte bewegingen in het Westen of Japan die collectief zelfmoord plegen. 9.2 ANDERE ACTIVITEITEN Er zijn studiekampen voor de jeugd, animatie voor de kleinsten, daguitstappen en reizen naar het buitenland. En er zijn nog een hele reeks liefdadigheidsacties: inzamelingsacties van rijst en kleren, donaties aan wees-, zieken- en bejaardentehuizen. Ook het publiceren van religieuze boeken en folders wordt door Yiguan-Daoleden als een goede daad beschouwd. Juffrouw Cai vertelde me dat de Hal van de Geurige Schittering dat afgelopen jaar bijna 3 miljoen NT$ had ingezameld.2 Het Jaarboek van het Informatiebureau van de Overheid (Government Infomation Office, GIO) geeft de volgende schets voor heel Yiguan Dao eind 1999: In Taiwan, there are four I-kuan Tao [sic] seminaries, 34 kindergartens, one nursery, one orphanage, four retirement homes, 21 hospitals, eight clinics, 20 libraries, 30 publishing houses, and 32 publications. The service ethic is closely related to the order's tradition that believers should "give their hearts to the universe and contribute their lives to humanity." Since it was brought to Taiwan, I-kuan Tao has established many cultural and educational units. These units train an average of 10,000 I-kuan Tao devotees each year. Over half of the vegetarian restaurants around the island are run by I-kuan Tao adherents, who are required to follow a strict vegetarian diet (GIO 2002: Religion, V). 2 Iets meer dan 3 miljoen Belgische Franken. 75 De missie van gelovigen om tijdens hun leven bij te dragen tot het welzijn van de mensheid blijft niet beperkt tot de activiteiten van de congregaties. Yiguan-Daoleden doen inspanningen om hun religieuze en economische leven te integreren. Gelovigen werden aangemoedigd familiebedrijfjes op te zetten en samen met hun werknemers de Dao daar in de praktijk te brengen. In aardig wat bedrijven zijn Yiguan-Dao-altaren te vinden. Eén van die bedrijfjes behoort nu tot Taiwans grootste conglomeraten: Evergreen (Vermander 1995: 12). Evergreen omvat onder andere een handelsvloot, containerterminals, een hotelketen en een vliegtuigmaatschappij. Dit bedrijf wordt altijd vernoemd als het voorbeeld van de speciale band die Yiguan-Daoleden zouden hebben met het ondernemerschap. Maar het is niet duidelijk of Yiguan Dao wel zo’n belangrijke factor voor dit succes was. Er zijn nu eenmaal veel economische mirakels gebeurd in de recente Taiwanese geschiedenis. Er zou een grotere loyaliteit bestaan in door Yiguan Dao geïnspireerde bedrijven (Clart 1995: 141). Mijn hypothese is de volgende. Zoals we zagen is het niet ongebruikelijk dat kapitaalkrachtige of invloedrijke mannen belangrijke positities verwerven in traditionele tempelcomités. Ongeveer zoals Wang Shou deed bij zijn overname van de Hal van de Geurige Schittering. De geloofsgemeenschap in de Chinese volksreligie blijft, ondanks enkele integrerende aspecten, gescheiden volgens sociale status. Er zijn activiteiten waar het tempelcomité zich niet mee inlaat. Omgekeerd zijn er andere waartoe de gemeenschap geen directe toegang heeft (Feuchtwang 1992: 124-125). Het ideaal binnen Yiguan Dao stelt dat enkel religieuze anciënniteit en verdiensten een rol spelen en dat is ook vaak zo in de praktijk. Op die manier zorgen de cursussen en het vrijwilligerswerk voor een grotere sociale gelijkheid en mobiliteit. De hiërarchie van Yiguan Dao doorkruist dus sociale klassen. Mogelijk zijn de netwerken die daaruit ontstaan erg vruchtbaar voor de economische emancipatie van heel wat leden. Het staat vast dat Yiguan Dao een belangrijke rol heeft gespeeld in het oprichten van vegetarische restaurants op het eiland. In 1993 meldde het GIO dat 90% van de vegetarische restaurants door Yiguan-Daoleden werden gerund (GIO 1993: 511). In 2000 was dat nog meer dan 50% (GIO 2002: Chapt. 25: V). Het lijkt mij dat dit aantal ondertussen sterk is afgenomen. Twintig jaar geleden waren er amper vegetarische restaurants. Sindsdien zijn ook veel boeddhistische leken en andere Taiwanezen afgestapt van het eten van vlees. De toename (en sinds kort stabilisatie) van het aantal vegetarische restaurants heeft het aandeel van Yiguan Dao in deze niche sterk verminderd. 76 10) HET SUCCES VAN BAOGUANG YUSHAN De wederzijdse beïnvloeding van moralistische fuluan-gezelschappen, populaire divinatiepraktijken, de Witte-Lotustraditie en de moderniserende maatschappij zorgde in Taiwan voor een reconfiguratie van het religieuze landschap. Na de Tweede Wereldoorlog werd Yiguan Dao een belangrijke factor in deze veranderingen. Samenvattend kunnen we zeggen dat Yiguan Dao pogingen deed om zhaijiaocongregaties in hun geheel te bekeren. Vaak lukte dat. Daarnaast voelden ook veel leden en leiders van geest-schrijf-congregaties zich aangetrokken tot Yiguan Dao. Dit veel meer dan andere congregaties over een structuur en een gesystematiseerde wereldvisie en kosmologie (Clart 1997: 11-12). Naast Heer Guan en Lü Dongbin introduceerde Yiguan Dao ook Ji Gong als geest-schrijf-god. We hebben reeds gezien dat deze godheid in de jaren 1980 een bijzondere populariteit genoot. Er zijn in Taiwan nog steeds veel andere geest-schrijf-congregaties (zie Thompson 1982; Jordan & Overmyer 1986; Clart 1997). Sommigen leggen zich nog steeds toe op het publiceren van moraliteitsboeken. Andere gebruiken de feniks om vragen van gelovigen te beantwoorden. Sommigen zijn erg beïnvloed door het milleniarisme van de Witte Lotus, anderen promoten de confucianistische ethiek als de weg naar een moderne, sterke Chinese republiek. Maar allemaal moeten ze concurreren met afdelingen van Yiguan Dao die nog steeds aan geest-schrijven doen. Het ‘marktaandeel’ van Yiguan Dao is zo groot dat de meeste geest-schrijf-verenigingen door buitenstaanders met Yiguan Dao geassocieerd worden (Jordan & Overmyer 1986: 245). Er werden zijn pogingen geweest om de verschillende geest-schrijfcongregaties te verenigen in een aparte koepelorganisatie, maar die liepen op niets uit (Clart 1997: 13-17). De overname van de Hal van de Geurige Schittering toont ons dat Yiguan Dao in het begin van de jaren tachtig, genoeg aanzien (en financiële middelen) bezat om ook door boeddhistisch georiënteerde gelovigen aanvaard te worden. Deze ommekeer kwam er nadat Yiguan Dao in de jaren zeventig enkele belangrijke veranderingen onderging. Zoals gezegd besteedde Yiguan Dao oorspronkelijk meer aandacht aan het nabije einde van de wereld en was het hanteren van de feniks een belangrijk onderdeel van haar activiteiten. In de jaren zeventig veranderden een aantal grotere takken van Yiguan Dao van sociale structuur. Het is duidelijk dat Baoguang Yushan onder leiding van Wang Shou één van deze takken is. 77 Voorheen had de meerderheid van de leden een vrij lage scholingsgraad, nu werden er steeds meer hogeropgeleiden lid. Dit hing samen met de economische welvaart van de jaren zeventig en de hernieuwde interesse van de nieuwe elite in haar traditionele cultuur. Terwijl de Culturele Revolutie het vasteland overspoelde, bleken steeds meer mensen de droom van Wang Shou te delen om de Chinese traditie opnieuw in ere te herstellen en een centrale rol in het moderne leven te laten spelen. ‘Nationale Studies’ (guoxue) waren ‘in’ en Yiguan Dao was een van de weinig organisaties die lessen en discussieavonden organiseerde over de confucianistische en taoïstische klassieken (Clart 1995: 142). Yiguan-Dao-afdelingen werden vanaf het eiden van de jaren zestig ook actief op universiteitscampussen waar ze studentenhuizen of vegetarische studentenkantines oprichtten. Deze speelden een belangrijke rol in het recruteren van hoger opgeleide leden (Lin Rongze 1996). Clart noemt dit de intellectualisering van Yiguan Dao (Clart 1995: 142), maar in feite beperken deze veranderingen zich niet tot een grotere aandacht voor confucianistische ethiek en tekststudie. Deze grotere aandacht ging gepaard met een strikte beperking van het geestschrijven. De problemen die kunnen ontstaan wanneer de feniks wordt gemanipuleerd door ambitieuze mediums worden beschreven door Jordan & Overmyer (1986: 166-173). In Baoguang Yushan en veel afdelingen van Yiguan Dao is geest-schrijven ondertussen naar de achtergrond verdwenen (Clart 2000: 131, Clart 1995: 142). Een ander aspect van deze evolutie zijn de inspanningen die gedaan worden sinds de jaren zeventig om het christendom (en in mindere mate de islam) te incorporeren in de leer van Yiguan Dao. Yiguan Dao spreekt niet langer over de eenheid van de drie religies, maar over de vijf religies die hun oorsprong kennen in de Dao (Seiwart 1981: 59). Tenslotte tonen de jiao en de centrale wierookpot ons dat Baoguang Yushan elementen oveneemt van het volksgeloof die door andere YiguanDaotakken gemeden worden. Het ondernemen van liefdadigheidsacties is een moderne trend in het hele religieuze veld van Taiwan. Het is aannemelijk dat dit gebeurt in navolging van Westerse missionering en initiatieven. Het is een sector waarin ook de moderne boeddhistische lekenbewegingen erg actief en succesvol zijn (Jones 1999: 198-218). Ook het ondernemen van culturele activiteiten is een fenomeen dat terug te vinden is in alle Taiwanese religieuze bewegingen. Formeel gaat deze grotere culturele oriëntatie gepaard met het oprichten van non-profitorganisaties (Caituan faren). Deze vervangen de traditionele tempelcomités. De overheid moedigt de vorming van dit soort organisaties aan. Ze zijn beter controleerbaar en hun leiding wordt door de geloofsgemeenschap verkozen en gecontroleerd (Huang 2000: 383-404, Feuchtwang 1974: 285-289). Dell’Orto is onder de indruk van de waaier van activiteiten die een Tudi- 78 Gongtempel in Taibei ontplooit. Hij zegt niet expliciet welke organisatievorm deze tempel heeft, maar uit zijn beschrijving valt duidelijk op te maken dat het om een nonprofitorganisatie gaat (Dell’Orto 2002: 52-55). Deze organisatie is op twee manieren beter geschikt om culturele en liefdadigheidsacties te organiseren. Enerzijds zorgt de grotere transparantie in de boekhouding en het bestuur ervoor dat zulke acties geloofwaardiger worden. Anderzijds impliceert de structuur van een non-profitorganisatie meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid van gelovigen in tempelzaken. Dit zorgt vaak voor een groter engagement en activisme. De Baoguang Yushan-tak van Wang Shou toonde zich op al deze domeinen een gangmaker. 79 BESLUIT: YIGUAN DAO, EEN MODERNE CHINESE RELIGIE We zijn aan het eind gekomen van een uitvoerige bespreking van één van de belangrijkste religieuze bewegingen van Taiwan. Yiguan Dao is niet enkel belangrijk door haar numerieke grootte of de financiële middelen die ze door haar leden weet te genereren. Het is een belangrijke religie omdat Yiguan Dao bijzonder goed is aangepast aan de hedendaagse Chinese context. We hebben niet lang stilgestaan bij de ontstaansgeschiedenis. Verder onderzoek daarnaar is zeker boeiend, maar het volstond hier te zeggen dat Yiguan Dao ontstond als een mengvorm van de Witte-Lotustraditie en de confucianistische geest-schrijf-congregaties. Nieuwe bewegingen ontstonden gedurende een lange periode van de Chinese religieuze geschiedenis. In het geval van Yiguan Dao gebeurde dit in een periode waarin de Chinese traditie bedreigd werd door moderne en westerse invloeden. Door middel van de feniks werd de geldigheid van de Chinese traditie benadrukt. Daarnaast hebben we ook een zeldzame schets gegeven van de recente evolutie van een religie in Taiwan. Daarbij zagen we dat Yiguan Dao kon overleven tijdens het bestuur van de Guomindang en zelfs kon uitgroeien tot een landelijke religie. Daarbij ging de beweging erg innovatief te werk. Andere religies in Taiwan kenden een gelijkaardige ontwikkeling, maar de evolutie van Yiguan Dao is frappant, omdat ze gebeurde terwijl de religie officieel verboden was. Wat zijn de kenmerken van deze evolutie? Er zijn, volgens mij twee bewegingen die Yiguan Dao (en elke succesvolle religie in Taiwan vandaag) weet te combineren: traditionalisme en innovatie. Traditioneel is het geloof in een moedergod. Nieuw het feit dat ze niet meer wordt afgebeeld en dat er over haar gesproken wordt in filosofische concepten als Dao. Traditioneel is het boeddhistische geloof in de komst van Maitreya Boeddha. Nieuw is de heersende opvatting dat Maitreya Boeddha al op aarde is geweest, maar dat het einde der tijden daarom nog niet onmiddellijk zal volgen. Traditioneel is de gedachte dat verschillende religieuze leren één zijn. Nieuw dat het christendom en de islam hierbij horen. Traditioneel is de verheven positie van de Chinese (religieuze) traditie, nieuw is het geloof dat deze universeel verkondigd kan worden. 80 Yiguan Dao’s milleniarisme werd geleidelijk aan vervangen door een groeiende nadruk op moraliteit en het behoudt van de traditionele waarden. Dit pleidooi voor een ethisch reveil is vandaag één van de aantrekkelijke punten voor gelovigen van Yiguan Dao. Nieuw is ook dat Yiguan Dao haar leden toegang geeft tot praktijken en rituelen die in het verleden enkel toegankelijk waren voor religieuze specialisten. We hebben een voorbeeld daarvan gezien in hoofdstuk 8. Verder biedt Yiguan Dao aan zijn gelovigen een wereldbeeld dat de Chinese traditie zin geeft in de moderne maatschappij. We hebben heel wat voorbeelden gegeven van het verbazende gemak waarmee Yiguan Dao en zijn leden verschillende elementen uit het confucianisme, boeddhisme, taoïsme en christendom in één orde kunnen vatten. Dit is een bezigheid die gelovigen erg aanspreekt. Verbanden tussen religies worden met groot genoegen aan medegelovigen verteld. Daarenboven worden dit wereldbeeld en deze praktijken meer dan in andere bewegingen gestructureerd. Deze structuur wordt gesymboliseerd door de nieuwe tempels van Yiguan Dao. Deze combineren devotie en ambitie. De devotie van gelovigen wordt geuit in de magistrale altarenen en de rijjkelijke tempelingrichting. Het merendeel van de financiële middelen van gelovigen in het Chinese volksgeloof wordt besteed aan offeranden. In Yiguan Dao wordt voornamelijk geïnvesteerd in de luister van de boeddha-hal. De meeste daarvan worden voortdurend uitgebreid en verfraaid. Tegelijkertijd symboliseren deze tempels, als klaslokaal, uitgeverij en liefdadigheidscentrum ook de ambities van gelovigen. De praktijken en het wereldbeeld van Yiguan Dao is namelijk ook gestructureerd in publicaties, cursussen, aan te leren rituelen, vaardigheden en kennis. Deze evolutie lijkt tenslotte samen te gaan met een verandering in de organisatiestructuur van tempels. Het oprichten van non-profitorganisaties zorgt voor een grotere betrokkenheid van de gelogiven. Yiguan Dao evolueerde in competitie met andere religieuze bewegingen en zal dit blijven doen. Enkel de toekomst zal uitwijzen of de specifieke mix van Yiguan Dao zich zal kunnen handhaven op de religieuze markt. Er zijn tekenen dat ze dit doet, maar er zijn ook tekenen dat het orthodoxe boeddhisme en het volksgeloof door een grotere aandacht voor culturele en caritatieve activiteiten aan een inhaalbeweging zijn begonnen. Het is moeilijk om de toekomst van Yiguan Dao of het religieuze landschap van Taiwan te voorspellen, maar ik hoop dat deze verhandeling er op zijn minst in is geslaagd een aantal aspecten van een belangrijk onderdeel van het hedendaagse Taiwanese religieuze veld te schetsen. 81 BIBLIOGRAFIE BOSCO, Joseph 1994 Yiguan Dao: Heterodoxy and Popular Religion in Taiwan. pp. 423-444. In RUBINSTEIN, Murray A. (red.) The Other Taiwan: 1945 to the Present. Armonk, NY & London: M.E. Sharpe. CHESNEAUX, Jean (red.) 1972 Popular Movements and Secret Societies in China, 1840-1950. Stanford, CA: Stanford Univ. Press. CLART, Philip 1994 The Birth of a New Scripture: Revelation and Merit Accumulation in a Taiwanese Spirit-Writing Cult. British Columbia Asian Review 8: 174-203. 1995 Sects, Cults, and Popular Religion: Aspects of Religious Change in Post-War Taiwan. British Columbia Asian Review 9: 120-163. 1997 The Phoenix and the Mother: The Interaction of Spirit Writing Cults and Popular Sects in Taiwan. Journal of Chinese Religions 25: 1-32. 2000 Opening the Wilderness for the Way of Heaven: A Chinese New Religion in the Greater Vancouver Area. Journal of Chinese Religions 28: 127-144. DCA NEIZHENGBU MINZHENGSI 內政部民政司 (Department of Civil Affairs, Ministry of Interior) 2001 Taiwan diqu zongjiao jianjie 台灣地區宗教簡介 [Beknopte Voorstelling van Religies in Taiwan]. Internetpublicatie: DCA, MOI. http://www.moi.gov.tw/div1/religon/religion_1.asp DEAN, Kenneth 1998 Lord of the Three in One: The Spread of a Cult in Southeast China. New Jersey: Princeton Univ. Press. DELIUSIN, Lev 1972 The I-Kuan Tao Society. pp. 225-233, 277-278. In Chesneaux, Jean (red.) Popular Movements and Secret Societies in China, 18401950. Stanford, CA: Stanford Univ. Press. DELL’ORTO, Allessandro 2002 Place and Spirit in Taiwan: Tudi Gong in the Stories, Strategies and Memories of Everyday Life. London & New York: RoutledgeCurzon. 82 DE WITT TWINEM, Paul 1925 Modern Syncretic Religious Societies in China. Journal of Religion 5: 463-482, 595606. ELVIN, Mark & G. William SKINNER (red.) 1974 The Chinese City between Two Worlds. Stanford, CA: Stanford Univ. Press. EXPLANATIONS 1991 Explanations of The Answers to the Truth – Xinglishi jieyi 性理釋解譯. EngelsChinese versie. Tainan: Tian Jiuh Book Store. FAN Sheng-hsung 范勝雄 1993 Tainanshi Annanqu zhi simiao xinyang chutan (A Pilot Study on the Belief in the Gods of the Templse [sic] in Annan District in Tainan City) 臺南市安南區之寺廟信仰初探. Taiwan Wenxian 臺灣文獻: 44(2): 57-74. FEUCHTWANG, Stephan 1974 City temples in Taipei under Three Regimes. pp. 262-301. In ELVIN, Mark & G. William SKINNER (red.). The Chinese City between Two Worlds. Stanford, CA: Stanford Univ. Press. FEUCHTWANG, Stephan 1992 The Imperial Metaphor: Popular Religion in China. London & New York: Routledge. GIO = GOVERNMENT INFORMATION OFFICE 1992 A Brief Introduction to The Republic of China. Taipei: GIO. 1995 A Brief Introduction to The Republic of China. Taipei: GIO. 1997 A Brief Introduction to The Republic of China. Taipei: GIO. 2000 A Brief Introduction to The Republic of China – Taiwan 2001. Taipei: GIO. 2002 The Republic of China Yearbook – Taiwan 2002. Internetpublicatie: GIO. http://www.gio.gov.tw/taiwan-website/5-gp/yearbook/index.htm HUANG, Qingsheng 黃慶生 2000 Simiao jingying yu guanli 寺廟經營與管理. Taibei: Yongran wenhua. INTRODUCTION 1996 Introduction to Dao – Xiantian dadao jianjie 先天大道簡介. Engels-Chinese versie. Taibei: Zhengyi shanshu chubanshe. JOCHIM, Christian 1986 Chinese Religions: a Cultural Perspective. Prentice-Hall Series in World Religions. New Jersy : Prentice-Hall Englewood Cliffs. 83 JONES, Charles Brewer 1999 Buddhism in Taiwan: Religion and the State, 1660-1990. Honolulu: Univ. of Hawai’i Press. JORDAN, David K. 1982 The Recent History of the Celestial Way: A Chinese Pietistic Association. Modern China 8(4, Oct): 435-462. 1990 Eufuncitions, Dysfunctions, and Oracles: Literary Miracle-Making in Taiwan. Internetpublicatie: Department of Anthropology, Univ. of California San Diago. http://weber.ucsd.edu/~dkjordan 1999 Gods, Ghosts, & Ancestors: Folk Religion in a Taiwanese Village. Third edition. Internetpublicatie: Department of Anthropology, Univ. of California San Diago. http://weber.ucsd.edu/~dkjordan JORDAN, David K. & Daniel L. OVERMEYER 1986 The Flying Phoenix: Aspects of Chinese Sectarianism in Taiwan. Princeton, NJ: Princeton Univ. Press. LIN Rongzi 1996 Yiguan Dao dazhuan xuesheng huoshituan zhi yanjiu 一貫道大專學生伙食團之研究 (A Study of the Dining Societies of College Student Members of Yi-kuan-tao – A Case Study of the “Taibei Student Circle” of the Fa-yi Chong-de Branch). Dongfang zongjiao 東方宗教 1996(5): 233-296. MICOLLIER, Evelyne 1998 Recomposition des faits religieux et tension identitaires à Taiwan: l’ Exemple de la nouvelle religion Yiguan dao. Perspectives chinoises (Hong Kong) 48(Jul-Aug): 41-47. OVERMYER, Daniel L. 1976 Folk Buddhist Religion: Dissenting Sects in Late Traditional China. Cambridge, MA: Harvard Univ. Press. QSM 2001 Quanguo simiao mingce 全國寺廟名冊 [Nationaal Register van Tempels]. Taibei: Neizhengbu minzhengsi. RUBINSTEIN, Murray A. (red.) 1994 The other Taiwan: 1945 to the Present. Armonk, NY & London: M.E. Sharpe. 84 SEIWART, Hubert 1981 Religious Response to Modernization in Taiwan: The Case of I-Kuan Tao. Journal of the Hong Kong Branch of the Royal Asiatic Society 21: 43-70. SEIWART, Hubert 1985 Volksreligion und Nationale Tradition in Taiwan: Studien zur Regionalen Religionsgeschichte einer Chinesischen Provinz. Stuttgart: Franz Steiner Verlag. SERMONS 1998 The Ten Admonitory Sermons from Mother to Her Children: Huangmu Xunzi Shijie 皇中訓子十誡. Translated by Johnny Tai. Engels-Chinese versie. Taibei: Yuan-Chern Publishing Co. SHAHAR, Meir 1998 Crazy Ji: Chinese Religion and Popular Literature. Cambridge, MA & London: Harvard Univ. Asia Center. SONG Guangyu 宋光宇 1983 Tiandao gouchen: Yiguan Dao diaocha baogao 天道鉤沈 :一貫道調查報告 [Vissen naar de Hemelse Weg: Verslag van een onderzoek naar Yiguan Dao]. Taipei: Eigen beheer. SPENCE, Jonathan 1991 Op zoek naar het moderne China, 1600-1989. Amsterdam: Agon. TAI, Johnny 1999 A Basic Guide to the Truth: Questions and Answers, Testimonials (1). Taibei: Yuan Chern Publishing Co. THOMPSON, Laurence G. 1982 The Moving Finger Writes: A Note on Revelation and Renewal in Chinese Religion. Journal of Chinese Religions 10: 92-147. THORAVAL, Joël 1992 Pourquoi les « religions chinoises » ne peuvent-elles apparaître dans les statistiques occidentales?. Perspectives chinoises 1: 37-44. THREE TREASURES 1998 Tiandao sanbao 天道三寶 [The Three Treasures of the Way of Heaven]. ChineesEngelse versie. Taibei: Zhengyi shanshu chubanshe. VERMANDER, B. 1995 Religions in Taiwan Today. China News Analysis 1538-1539(1-15 juli): 1-15. 85 WELCH, Holmes & YÜ, Chün-Fang. 1980 The Tradition of Innovation: A Chinese New Religion. Numen: International Review for the History of Religions 27: 222-246. WITH = World I-kuan Tao Headquarters 2003 Yiguandao.com [Site van het World I-kuan Tao Headquarters]. Internetpublicatie: WITH. http://www.yiguandao.com/main.htm YANG, C.K. 1961 Religion in Chinese Society: A Study of Contemporary Social Funcitons of Religion and Some of Theri Historical Factors. Berkely, CA: Univ. of California Press. 86 BIJLAGE 1: CHINESE TERMEN Amituo Fo Annan Qu Anping Qu Ba Xian Bai Yang Bailian Jiao Baiyunzong bao shi Baoguang Tan Baoguang Yushan zhi Baoguang zu baojuan Bei Qu Caituan Faren canjia cijia li Chen Shuibian cheng Dao Chongde Shengtang Dao 阿彌陀佛 安南區 安平區 八仙 白陽 白蓮教 白雲宗 保師 寶光壇 寶光玉山支 寶光組 寶卷 北區 財團法人 參駕辭駕禮 陳水扁 成道 崇德聖堂 道 Amitabha Boeddha Annan Stadsdeel Anping Stadsdeel de Acht Onsterfelijken Witte Yang Witte-Lotustreligie Witte-Wolkschool geestelijke bewaarder Altaar van de Kostbare Schittering Kostbare Schittering, Yushan-tak Afdeling van de Kostbare Schittering kostbare rol Noordelijk Stadsdeel non-profitorganisatie Ritueel bij het Betreden en Verlaten van de Tempel Chen Shuibian, President van de ROC sinds 2000 bereiken van de Weg Heilige Hal van de Verheven Deugd Weg, de regulerende krachtvan de kosmos, het begrijpen van de aard van de kosmos taoïstische Klassieke van de Weg en de Deugd geloofsgenoten, broeders en zusters in de Dao Leider van de Dao Daodejing 道德經 Daoqin 道親 Daozhang 道長 Daci Dabei Jiuku Jiunan Guanshiyin Pusa 大慈大悲救苦救難觀世音菩薩 Bodhisattva, Vol Bezorgdheid Vol Medelijden, Redder van de Noodhebbenden en de Lijdenden, die de (Treur)geluiden van de Wereld Aanhoort Dashi zhi Pusa 大勢至菩薩 Boddhisatva van de Ultieme Grote Kracht de Dao 得道 verkijgen van de Weg Deyi Fotang 德義佛堂 Boeddha-hal van Rechtschapen Deugd dian chuan shi 點傳師 spirituele meester Dong Qu 東區 Oostelijk Stadsdeel feng 鳳 mythologische vogel, feniks Fojiao Xiangguang she 佛教香光社 Boeddhistische Vereniging van de Geurige Schittering fotang 佛堂 boeddha-hal fuji 扶乩 het hanteren van een wichelroede, divinatietechniek fuluan 扶鸞 het hanteren van de feniks, divinatietechniek Fuyou Dijun 孚佑帝君 Beschermende Soeverein, Lü Dongbin Fuzong Jingli 副總經理 Assistent-Hoofdmanager Gaoxiong 高雄 Kaohsiung, plaatsnaam 87 Gewei falü Zhu Guan Gong Guan Sheng Dijun Guandi Shengtang Guanshiyin Pusa Guomindang guoxue Haizi Dao 各位法律 關公 關聖帝君 關帝聖堂 觀世音菩薩 國民黨 國學 亥子道 (alle) Bewakers van de Wet Heer Guan Heilige Souverein Guan Heilige Hal van Heer Guan Guanyin Bodhisattva Nationalistische Partij Nationale Studies Weg van Hai en Zi (eerste en laatste van de 12 aardse takken) hetongyin 合仝印 of 合同印 contractzegel Hong Yang 紅陽 Rode Yang Houfo Shizun 活佛師尊 Levende Boeddha, Geëerde Leraar Huang Dehui 黃德輝 Huang Dehui, de 9de patriarch (1624-1690) Huangdi 黃帝 de Gele Keizer Hufa 護法 Behoeders van de Wet Huineng 慧能 Huineng, 6de zen-patriarch Jiang Jieshi 蔣介石 Chiang Kai-shek, president ROC 1948-1975 jiao 珓 twee halve-banaanvormige divinatieblokjes Ji Gong 濟公 Heer Ji Ji Gong Huofo 濟公活佛 Heer Ji, de Levende Boeddha Jingli 經理 manager kaihuang 開荒 de wildernis ontginnen Laomu 老中 de Eerwaarde Moeder Lijiao 理教 Religie van de Orde Liu Huapu 劉化普 Liu Huapu, de 16de patriarch Lu 爐 wierookpot Lü Dongbin 呂洞賓 Lü Dongbin Lu Zhongyi 路中一 Lu Zhongyi, de 17de patriarch Lü Zushi 呂祖師 Patriarch Lü Luo Qing 羅清 Luo Qing (1442-1527) Luojiao 羅教 Luo-sekten Mengzi 孟子 Het Boek van Mencius Mile Fo 彌勒佛 Maitreya Boeddha, de Boeddha van de Toekomst Mile Zushi 彌勒祖師 Patriarch Maitreya Mingming Shangdi 明明上帝 Helder Schitterende, Hoogste Heer Mingming Shangdi Wuliang Qingxu Zhizun Zhisheng Sanjie Shifang Wanling Zhenzai 明明上帝無量清虛至尊至聖三界十方萬靈真宰 Helder Schitterende Hoogste Heer, Onmeetbare Volmaakte Leegte, Meest Waardige, Meest Heilige, Ware Heerser van de Drie Werelden, Tien Richtingen en Tienduizend Krachten Nan Putuoyan Shengtang 南普陀巖聖堂 Heilige Hal van de Zuidelijke Putuo-grot Nan Qu 南區 Zuidelijk Stadsdeel 88 Nanhai Gufo Nanji Xianweng nimen bu zhidao nüshi Pan Hualing Putuoshan qian Qianren Qing Yang qui Dao Randeng Fo ri san bao san he yi San Yang Kaitai Shennong Shijiamouni Fo Shimu Shizun shouyin Su Xiulan Sun Suzhen Taibei Tainan Shi Taiyijiao Taizhong tan Tang Zhu Tian Dao Tian ming Tiande Tan Tiandejiao Tiandi Shengtang Tiandijiao Tudi Gong Wang Jueyi Wang Shou weiyuanhui wo zhidao Wu Dao yi yi guan zhi Wudi Wuji Laomu Wusheng Laomu Wutai Fo Mile 南海古佛 Oude Boeddha van de Zuidelijke Zee 南極仙翁 de Onsterfelijke van de Zuidpool 你們不知道 Jullie weten het niet. 女士 priores 潘華齡 Pan Hualing, stichter van Baoguang zu 普陀山 de berg Putuo 籤 platte bamboe-stokken, gebruikt bij divinatie 前人 Senior 青陽 Groene Yang 求道 verzoeken om de Weg 燃燈佛 de Dimpamkara Boeddha 日 zon 三寶 drie juwelen (boeddhisme) of schatten (Yiguan Dao) 三合一 de drie [religies] zijn één 三陽開泰 Heillanden van de Drie Yang 神農 de Goddelijke Boer 釋迦牟尼 Sakyamuni Boeddha 師母 Moeder-leraar (Sun Suzhen) 師尊 Geëerde Leraar (Zhang Tianran) 手印 handzegel 蘇秀蘭 Su Xiulan, priores van Baoguang in Taiwan 孫素真 Sun Suzhen, samen met Zhang de 18de patriarch 台北 Taipei, plaatsnaam 台南市 Tainan Stad 太易教 Religie van de Opperste Verandering 台中 Taichung, plaatsnaam 壇 altaar 堂主 Voorzitter van de Tempelhal 天道 Hemelse Weg 天命 Hemelse Mandaat 天德壇 Altaar van de Hemelse Deugd 天德教 Religie van de Hemelse Deugd 天帝聖堂 Heilige Hal van de Hemelse Heerser 天帝教 Religie van de Hemelse Heer 土地公 God van de Plaats, locality god 王覺一 Wang Jueyi, de 15de patriarch 王壽 Senior van Baoguang Yushan 委員會 tempelcomité 我知道 Ik weet het. 吾道一以貫之 Mijn weg is van een al-doordringende eenheid. 武帝 Martiale Heerser 無極老中 Ongelimiteerde Eerwaarde Moeder 無生老中 Ongeboren Eerwaarde Moeder - - geheime mantra van Yiguan Dao 89 Xi Qu Xiangguang Shengtang Xiantian Dao Xianxiang li xingtan Xinyi Shengtang xiu Dao Xu Jinan xuan guan Xuanyuanjiao Yang Shouyi Yao Hetian Yaochi Jin Mu Yiguan Dao Yiguan Jiao Yijing yin shi yue Yuehui Pusa Yunbao tongzi Zao Jun Zhaijiao Zhang Guangbi Zhang Tianran zheng guan Zhenli Tiandao zhi Zhong Qu Zhouli zi Zong Jingli zu 西區 香光聖堂 先天道 獻香禮 杏壇 信義堂 修道 徐吉南 玄關 軒轅教 楊守一 姚鶴天 瑤池金母 一貫道 一貫教 易經 引師 月 月慧菩薩 雲寶童子 灶君 齋教 張光璧 張天然 正關 真理天道 支 中區 周禮 子 總經理 組 Westelijk Stadsdeel Heilige Hal van de Geurige Schittering Weg van de Vroegere Hemel Ritueel ter presentatie van wierook abrikozengaard of -altaar Heilige Hal der Eerlijkheid cultiveren van de Weg Xu Jinan, met Yang de 13de patriarch Mysterieuze pas (nauwe poort) Religie van de Gele Keizer Yang Shouyi, met Xu de 13de patriarch Yao Hetian, de 14de patriarch Gouden Moeder van de Jade-poel Weg van de Al-doordringende Eenheid Leer van de Al-doordringende Eenheid Boek der Veranderingen spirituele gids maan Yuehui, Maan-wijsheid bodhisattva Kinderen van de Wolkenschat de Keuken- of Stoof-god vegetarische religie Zhang Tianran, de 18de patriarch Zhang Tianran, de 18de patriarch Ware Pas (nauwe poort) Hemelse Weg van het Ware Principe tak, subgroep Centraal Stadsdeel De riten van de Zhou-dynastie (boek) kind hoofdmanager afdeling