Voedingsadvies bij nierschade - Albert Schweitzer ziekenhuis

advertisement
Voedingsadvies bij
nierschade
Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo.
Advies bestemd voor:
………………………………………………………………..
Datum: ……………………..…
Heeft u vragen over deze folder of het dieetvoorschrift, neem dan
gerust contact op met uw diëtist.
Sticker
1
Inleiding
U bent door uw nefroloog verwezen naar de diëtist omdat uw
nierfunctie achteruit gaat. In deze folder leest u voedingsadviezen
die belangrijk zijn als uw nieren niet goed werken. U krijgt uitleg met
welke voedingsstoffen en mineralen u rekening moet houden in uw
voeding en waarom. Ook leest u in welke voedingsmiddelen deze
stoffen zitten. Aan het einde van de folder krijgt u een aantal
praktische tips.
Waarom een dieet bij (pre)dialyse?
Een belangrijke taak van de nieren is het verwijderen van onder
andere afvalstoffen en vocht. Normaal gesproken zou u deze
afvalstoffen uitplassen. Als uw nieren niet meer in staat zijn om de
afvalstoffen voldoende uit uw lichaam te verwijderen, is een
dialysebehandeling nodig.
De arts en/of diëtist bespreekt met u van welke voedingsstoffen u
minder moet gaan gebruiken. Dit kan gaan om natrium, eiwit,
fosfaat, kalium en vocht. Daarnaast is het belangrijk dat u ondanks
de beperkingen toch in een zo goed mogelijke conditie blijft.
De diëtist stelt samen met u een persoonlijk dieetadvies op.
Hierna leest u meer over de afzonderlijke voedingsstoffen en
mineralen.
Natrium
Natrium is een mineraal dat in het lichaam voorkomt. Het kan niet
worden gemist. Eén van de functies van natrium is het regelen van
de vochtbalans van het lichaam. Natrium komt voor in zout. In
spreektaal wordt met zout meestal keukenzout bedoeld. Keukenzout
bestaat uit natrium en chloride.
2
In 1 gram zout zit 400 mg natrium. Zout wordt vaak gebruikt als
smaakmaker en als middel om de houdbaarheid van producten te
verlengen.
Waarom minder zout in de voeding?
Als u het advies krijgt minder zout te gebruiken, wordt eigenlijk
bedoeld dat uw voeding minder natrium moet bevatten. Vroeger
werd dan gesproken van een zoutloos of zoutarm dieet. Een betere
naam is een zoutbeperkt of natriumbeperkt dieet.
Als uw nieren goed werken plast u al het natrium dat u met de
voeding eet, weer uit. De hoeveelheid natrium, en daarmee de
hoeveelheid water, blijft daardoor constant. Als uw nieren minder
goed werken, blijft er te veel natrium in uw lichaam achter. U krijgt
dorst, het lichaam houdt meer vocht vast en de bloeddruk stijgt.
Bij nierziekten is er voldoende bewijs dat een zoutbeperking verdere
nierschade kan verminderen. Ook is bekend dat bepaalde
bloeddrukverlagende medicijnen beter werken als u minder zout eet.
Veel nierpatiënten krijgen daarom deze medicijnen, ook wel
‘plaspillen’ genoemd voorgeschreven. Hoe meer natrium er in uw
lichaam komt, hoe meer ‘plaspillen’ nodig zijn.
Ook verkleint u door minder zout te gebruiken de kans op hart- en
vaatziekten en botontkalking.
Natrium wordt door bijna iedereen in de vorm van keukenzout
gebruikt om het eten op smaak te brengen. Het meeste zout krijgt u
echter binnen doordat fabrikanten zout toevoegen aan voedingsmiddelen. Hierdoor kunt u ongemerkt veel zout binnenkrijgen:
gemiddeld zo’n tien tot twaalf gram zout per dag. Dit is bijna het
dubbele van wat geadviseerd wordt.
Bij een verminderde nierfunctie wordt een natriumbeperking van
2000 - 2400 mg natrium (= 5 - 6 gram zout) geadviseerd. Dit
betekent meestal dat u brood en beleg gewoon kunt gebruiken,
maar dat de warme maaltijd geen zout mag bevatten. Daarnaast
moet u goed letten op zoute tussendoortjes.
3
Wat betekent dit voor u?
Een natriumbeperking houdt meestal in dat u gewoon brood en
beleg kunt gebruiken. Voeg geen zout toe tijdens het bereiden van
uw maaltijden. Gebruik liever andere smaakmakers om uw eten op
smaak te brengen. U kunt bijvoorbeeld kruiden of specerijen
gebruiken, zoals nootmuskaat, peper, paprikapoeder, basilicum of
peterselie. Ook het meebakken van bijvoorbeeld ui, knoflook of
paprika kan voor extra smaak zorgen. Er zijn ook producten waar
door de fabrikant geen zout aan toegevoegd is. Deze kunt u
herkennen aan de vermelding: ‘geen zout toegevoegd’,
‘ongezouten’, ‘bereid zonder zout’ of ‘zonder toevoeging van zout’.
In het begin zult u moeten wennen aan de smaak van eten zonder
zout. Het duurt ongeveer 4-6 weken voordat u gewend bent aan
minder zout.
Vermijd het gebruik van producten die veel zout bevatten:
 Bouillonblokjes, bouillonpoeder, soeparoma (Maggi, Aromat),
ketjap, Worcestersaus, kip- of vleeskruiden, groente- en
kruidenmixen, sambal en mosterd, tomatenpuree
 Pakjes soep en saus en kant en klare soep en saus
 Kant-en-klare (diepvries)maaltijden, pizza
 Vleeswaren zoals rookvlees, pekelvlees, rauwe ham, bacon,
ontbijtspek, cervelaatworst en rookworst, Kies liever voor rosbief,
fricandeau, kipfilet, kalkoenfilet, filet américain en de vleeswaren
waarop staat dat ze geen of minder zout bevatten.
 Kaas bevat veel zout. Kies voor kaas waar minder zout in zit,
bijvoorbeeld Milner, Maaslander, cottage cheese en hüttenkäse
 Kant-en-klare en gepaneerde vleesproducten zoals rookworst,
gekruid gehakt, kroketten, hamburgers, frikadellen, slavinken en
schnitzels.
 Snacks (zoals bami- en nasischijven, loempia, frikadel en kroket,
zoutjes, gistextract (Marmite), sandwichspread, zuurkool, zure
en zoute haring, tafelzoetzuur (augurken, atjar en uitjes).
 Zuurkool, tomatensap en tomatengroentesap, groenten in blik of
pot en bewerkte diepvriesgroenten zoals spinazie à la crème.
 Apolinaris en Vichy mineraalwater: hier zit veel natrium in.
 Eet geen drop. Dit geldt zowel voor zoete als zoute drop. Alle
drop bevat een stofje dat bloeddrukverhogend werkt.
4
Ongeschikte zoutvarianten
 Zeezout, selderijzout, knoflookzout, uienzout, Herbamare original
zeezout, Himalayazout, Keltisch zeezout, etc. bevatten net
zoveel natrium als keukenzout.
 Mineraalzout*) bevat bijna de helft minder natrium dan
keukenzout.
 Jozo-vitaal en Losalt *) bevatten een derde van de hoeveelheid
natrium vergeleken met ‘gewoon’ keukenzout.
 In dieetzout*) is het natrium grotendeels vervangen door
kaliumchloride.
 Natriumarme smaakmakers*): natriumarme (strooi)aroma,
natriumarme juspoeder, natriumarme sauspoeder.
)
* Deze producten bevatten kaliumchloride. In veel natriumarme
producten wordt kaliumchloride gebruikt als smaakvervanger van
natrium. Als uw nieren niet goed werken is kalium echter geen goede
vervanging voor natrium. Let daarom goed op de ingrediënten die op de
verpakking staan. Als kaliumchloride wordt vermeld, is het product
voor u niet geschikt.
Eiwit
Eiwit is een voedingsstof die u dagelijks nodig heeft. De eiwitten in
de voeding zijn de bouwstoffen voor uw lichaam. Bij de afbraak van
eiwit ontstaat de afvalstof ureum. De nieren zorgen ervoor dat
ureum uw lichaam verlaat.
Als uw nieren niet goed werken, wordt ureum onvoldoende uit uw
lichaam verwijderd. Dit kan klachten geven, bijvoorbeeld moeheid,
misselijkheid, braken, smaakverandering, jeuk en hoofdpijn.
Om klachten te voorkomen moet er precies zoveel eiwit in uw
voeding zitten dat het genoeg bouwstoffen levert, maar niet te veel
ureum geeft. Gebruik niet meer, maar ook niet minder dan
voorgeschreven is. Als u te weinig eiwit binnenkrijgt, gaat uw
algehele conditie achteruit. Dit komt doordat er dan meer afbraak
dan opbouw is.
5
Waar zit eiwit in?
Eiwit zit vooral in vlees, vis, kip, wild, vleeswaren, kaas,
melk(producten), eieren, peulvruchten (zoals bruine en witte bonen,
kapucijners), sojaproducten (tahoe, tempé), vleesvervangers,
pinda’s en noten. In brood, aardappelen en groente zit minder eiwit.
Wat betekent dit voor u?
De hoeveelheid eiwit die u per dag mag gebruiken, is onder andere
afhankelijk van uw lengte en gewicht. De diëtist berekent de
hoeveelheid die u mag gebruiken.
Fosfaat
Fosfaat is een mineraal dat van nature voorkomt in voeding. Eén
van de functies van fosfaat is het geven van stevigheid aan botten.
Als uw nieren niet voldoende werken, kan er fosfaat in uw bloed
achterblijven. Dit kan leiden tot:
 Botproblemen, zoals verkalking in gewrichten.
 Een versneld proces van aderverkalking, waarbij bloedvaten
nauwer worden.
 Jeuk door ophoping van fosfaat onder de huid.
De hoeveelheid fosfaat is gekoppeld aan de eiwitinname. Eiwitrijke
producten bevatten namelijk ook veel fosfaat. Als de hoeveelheid
eiwit in uw voeding wordt beperkt, wordt dus tegelijkertijd ook de
hoeveelheid fosfaat die u binnenkrijgt minder.
Kant-en-klare producten bevatten veel kunstmatig toegevoegd
fosfaat. Dit fosfaat wordt door uw darmen voor honderd procent
opgenomen en komt in uw bloed terecht. Fosfaat dat van nature
voorkomt in voeding, wordt maar voor zestig procent opgenomen
door uw darmen.
Naast kant-en-klare producten, zit er ook veel fosfaat in smeerkaas,
light frisdrank en cola. Deze producten kunt u beter niet gebruiken.
6
Kalium
Kalium heeft een belangrijke functie bij de geleiding van zenuwprikkels. Kalium is een mineraal dat in vrijwel alle voedingsmiddelen
voorkomt. Als uw nieren goed werken, wordt kalium weer uitgeplast.
Als uw nieren niet voldoende werken, blijft er te veel kalium in uw
lichaam achter. Dit kan onder andere leiden tot hartklachten, zoals
hartritmestoornissen.
Waar zit het in?
Veel kalium zit in aardappelen, frites, groente, fruit, vruchtensap,
koffie, melkproducten, cacao, noten en peulvruchten. Ook wordt in
veel natriumarme producten kaliumchloride gebruikt als smaakvervanger van natrium. Let daarom goed op de ingrediënten die op
de verpakking staan. Als kaliumchloride wordt vermeld, is het
product voor u niet geschikt.
Wat betekent dit voor u?
Als het kaliumgehalte in uw bloed te hoog wordt, moet de hoeveelheid kalium in uw voeding aangepast worden. Uw voeding mag
maximaal 3000 mg kalium per dag bevatten, tenzij de diëtist of arts
anders met u heeft afgesproken.
We raden u aan om:
 Het gebruik van koffie te beperken. U kunt koffie vervangen door
thee.
 Per dag maximaal één stuk fruit of één klein glaasje vruchtensap
te gebruiken. Vruchtensap kunt u ook vervangen door limonade
of frisdrank (liever geen light frisdrank of cola light). Banaan,
mango, kersen en meloen bevatten veel kalium.
 Een paar keer per week aardappelen te vervangen door rijst of
pasta.
 Per dag maximaal twee melkproducten te gebruiken, zoals
(karne)melk, yoghurt of vla.
 Stamppot bevat veel aardappelen en dus veel kalium. Houd hier
de rest van de dag rekening mee door bijvoorbeeld minder koffie
en/of fruit te gebruiken.
7

Matig te zijn met chocolade, noten en pinda’s. Denk ook aan
beleg, zoals hazelnoot- en chocoladepasta, pindakaas.
Vocht
(Alleen van toepassing als uw dialyse al gestart is)
Teveel vocht in uw lichaam leidt tot oedeem (vochtophoping bij
enkels, handen en longen). U kunt hierdoor benauwd worden en uw
bloeddruk kan stijgen. Daarom is het belangrijk om bij de start van
de dialyse rekening te houden met vochtbeperking.
De mate van vochtbeperking is onder andere afhankelijk van de
hoeveelheid urine die uw lichaam produceert (diurese). Diurese
wordt gemeten met het verzamelen van 24 uurs urine. Hoe minder u
plast, hoe minder u mag drinken. Zo voorkomt u dat uw lichaam
teveel vocht vasthoudt. U mag per dag 500 ml drinken plus de
hoeveelheid diurese. Dit kunt u met uw arts overleggen.
Bij een vochtbeperking is een natriumbeperking heel belangrijk. Hoe
meer natrium u gebruikt, hoe meer dorst u zult krijgen en hoe meer
u gaat drinken. Vochtbeperking is moeilijk vol te houden als u teveel
natrium blijft gebruiken.
U krijgt het meeste vocht binnen door het drinken van bijvoorbeeld
water, koffie, thee en melk, maar ook met vast voedsel bijvoorbeeld
fruit. Ook uw warme maaltijd bevat vocht (inclusief toetje), maar
hiermee is al rekening gehouden bij uw vochtbeperking. U hoeft
deze dus niet mee te tellen. Op de volgende bladzijde volgt een
overzicht van gemiddelde inhoudsmaten. Het is verstandig om de
inhoud van uw eigen kopje/glas na te meten.
8
Inhoudsmaten (gemiddeld)
Mok
Gewoon kopje
Klein kopje
Glas
Wijnglas
Borrelglas
250 ml
125 ml
75 ml
150 ml
100 ml
35 ml
Diep bord
Soepkop
Dessertschaaltje
Sauslepel
IJsklontje
Portie fruit
250 ml
200 ml
150 ml
25 ml
15 ml
100 ml
Tips om met een vochtbeperking om te gaan
 Beperk de hoeveelheid zout in uw voeding. Zout eten
veroorzaakt dorst en zorgt ervoor dat uw lichaam vocht
vasthoudt.
 Zoete dranken lessen de dorst minder dan (koud) water of thee.
 Gebruik kleine kopjes of glazen en neem kleine slokjes. U kunt
het vocht dan beter over de dag verdelen. Houd daarbij rekening
met zaken als op bezoek of uit eten gaan.
 Een ijsklontje is niet zo snel op en helpt langer tegen de dorst.
 Verdeel fruit in partjes of stukjes. Als u dorst heeft kunt een
stukje nemen.
 Neem, als dat is toegestaan, uw medicijnen in bij de maaltijd
(bijvoorbeeld met een lepel appelmoes of vla) of bij het drinken
dat u gepland heeft. Dan heeft u geen extra vocht nodig.
 Neem af en toe een zuurtje of kauwgum. Dit zorgt ervoor dat uw
slijmvliezen geprikkeld blijven en vocht blijven produceren. Uw
dorstgevoel zal hierdoor minder worden.
 Een warme maaltijd (portie groente, drie aardappelen, stukje
vlees en jus) bevat ongeveer 400-500 ml vocht. In plaats van de
warme maaltijd kunt u ook eens een gelijke hoeveelheid soep of
pap eten (let wel op de hoeveelheid zout). Als u dat doet, mag u
ook nog de toegestane hoeveelheid vocht gebruiken.
9
Het gebruik van alcohol
Alcohol heeft een bloeddrukverhogende werking. Drink daarom
liever niet elke dag alcohol. Als u alcohol drinkt beperk het dan tot
één glas per dag voor vrouwen en twee glazen per dag voor
mannen. Door een andere lichaamssamenstelling verdragen
vrouwen alcohol minder goed dan mannen.
Drop
Eet liever geen drop. Het bevat glycyrrhizine en dit kan een
bloeddrukverhogende werking hebben. Het is een grondstof voor
alle dropsoorten, zowel zoete als zoute drop, laurierdrop en Engelse
drop. Drink ook geen zoethoutthee en sterrenmixthee,
ook dit bevat glycyrrhizine.
Sterfruit
Sterfruit is ook bekend onder de naam carambola. Het gebruik
van sterfruit wordt dringend afgeraden bij nierpatiënten. Na het
eten van sterfruit kunnen na ongeveer zes uur klachten optreden
zoals de hik, verwardheid, gevoelloosheid van ledematen,
epileptisch consult. Dit heeft te maken met een stof die van
nature in sterfruit zit (neurotoxine). Gebruik dus geen sterfruit of
sappen waarin het sap van sterfruit verwerkt is.
10
Praktische tips
Broodmaaltijden
Brood
Eén snee brood (35 g) levert 3 g eiwit. Dit is te vervangen door:
 3 beschuiten
 3 crackers
 3 sneetjes knäckebröd
 1 snee donker roggebrood
 3 plakken ontbijtkoek (à 20 g)
 1 croissant
 1 snee krenten- of rozijnenbrood zonder spijs
Broodbeleg
 1 plakje kaas (20 g) levert 5 g eiwit
 1 plakje vleeswaren (15) g levert 3 g eiwit
 15 g pindakaas levert 4 g eiwit
 1 ei levert 7 g eiwit
 150 cc melk of melkproducten levert 5 g eiwit
 zoet beleg is vrij toegestaan
De warme maaltijd
We raden u aan om de gehele warme maaltijd zonder zout te
bereiden. Smaakmakers zonder zout zijn bijvoorbeeld azijn,
suiker/zoetstof, citroensap, gember en knoflook. Specerijen maken
het eten pittiger; bijvoorbeeld peper, nootmuskaat, foelie, kruidnagel,
kerrie, gemberpoeder, cayennepeper of mosterdpoeder. Tuinkruiden
kunt u zowel vers, gedroogd als ingevroren gebruiken. Denk hierbij
aan selderij, peterselie, bieslook, tijm, basilicum en koriander.
Soep
Eén bord soep zonder vlees levert 1 g eiwit.
 Ongezouten bouillon kunt u trekken van kruiden (zoals; laurier,
foelie, lavas) veel verse groenten en vlees.
 U kunt ook gebruik maken van een kruidenbuiltje of natriumarme
bouillonpoeder (let op, dit kan kalium bevatten).
11
Aardappelen
Twee kleine aardappelen (100 g) leveren 2 g eiwit. Dit is te vervangen door:
 100 g aardappelpuree
 50 g patates frites
 50 g macaroni/spaghetti of rijst
Groente
 100 g groente levert gemiddeld 2 g eiwit.
 Alle soorten zijn toegestaan, zonder zout toegevoegd.
 De smaak van groente blijft beter behouden als u deze kort
kookt in weinig water.
 Bij de productie van zuurkool wordt veel zout gebruikt. Afspoelen
van de zuurkool heeft geen zin, omdat er toch veel natrium
achterblijft. U kunt dit beter niet gebruiken.
 Gebruik geen groente uit blik of pot, want daar zit veel zout in. U
mag wel diepvriesgroente gebruiken, als het maar niet op smaak
gemaakt is, zoals spinazie à la crème.
 Peulvruchten, tuinbonen en doperwten bevatten een dubbele
hoeveelheid eiwitten. Neem hiervan de helft van de toegestane
hoeveelheid groente.
 Voor stamppotten kunt u de hoeveelheid aardappelen en
groente bij elkaar optellen. U mag bijvoorbeeld 100 g
aardappelen en 150 g groente. U kunt dus 250 g stamppot
nemen. U kunt de groente binden met maïzena of
aardappelmeel en eventueel af-maken met een klontje
margarine, scheutje room en/of kruiden.
Vlees
50 g rauw vlees (35 g gaar) levert 10 g eiwit. Dit is te vervangen
door:
 50 g wild, gevogelte of vis (35 g gaar)
 1½ ei
 120 g klaar gemaakte peulvruchten (niet uit blik)
Als vlees, vis of kip bereid worden in aluminiumfolie of in een
braadzak, blijft de smaak beter behouden. Let op: vlees dat al bereid
is bevat vaak zout (bijvoorbeeld gepaneerde producten en
gestoomde en gerookte producten).
12
Let ook op vlees dat al gekruid is, zoals gekruid gehakt, slavinken,
verse worst. Hier zit al zout in.
Jus
Jus bevat geen eiwit. Als u ongezouten vlees gebruikt en u bereidt
het in ongezouten bak en braad of margarine, dan bevat deze jus
geen natrium. Maak geen gebruik van juspoeders, deze bevatten
veel natrium. Jus kunt u op smaak brengen met een gesnipperd
uitje, knoflook, paprika of champignons.
Nagerecht
 1 schaaltje vla (150 cc) levert 4 g eiwit
 1 schaaltje yoghurt (150 cc) levert 6 g eiwit
 1 schaaltje kwark (150 cc) levert 15 g eiwit!
 1 portie fruit levert 0 g eiwit
Algemeen
 Fruit, vruchtensap of vruchtendranken leveren geen eiwit, maar
bevatten wel veel kalium.
 Snoep bevat géén eiwit. U kunt vrij gebruik maken van: fondant,
roomborstplaat, boterbabbelaars, zuurtjes, pepermunt, marshmellows, mentos, kauwgom, fruitcaramels, winegums,
gomballen en Turks fruit.
Meer informatie
Nierstichting Nederland
Bel (035) 697 80 00 of stuur een e-mail [email protected]
www.nierstichting.nl
Nierpatiënten Vereniging Nederland NVN
Algemeen telefoonnummer: (035) 691 21 28.
www.nvn.nl
NPVR Nierpatiëntenvereniging Rijnmond
www.NPVR.nl
13
Tot slot
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Belt u dan gerust
uw diëtist, het telefoonnummer staat op de sticker op de eerste
pagina.
Uitsluitend voor het maken of wijzigen van poliklinische afspraken
belt u naar tel. (078) 652 33 97 (op maandagochtend, dinsdag en
donderdag).
Wilt u uw mening geven over deze folder? Dat kan hier: www.asz.nl/foldertest/
14
Albert Schweitzer ziekenhuis
mei 2017
pavo 0870
Download