Lijst van de debatten Français Dinsdag 7 december 2004 : Het Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Europese Unie Spreker : Louis Michel, Europees Commissaris Voorzitter : Jean Cornil Ondervoorzitter : Patrik Vankrunkelsven Met de senatoren : Marie-Hélène Crombé-Berton, Sabine de Bethune, Pierre Galand en Lionel Vandenberghe Expert : Gérard Karlshausen (CNCD/Verantwoordelijke voor de cel "Europa", Voorzitter van het belgische platform CONCORD) Nagenoeg de helft van het aan hulp voor arme landen gespendeerde geld is afkomstig van de Europese Unie en haar lidstaten, waardoor de Unie als hulpverstrekker op de eerste plaats komt in de wereld. Ontwikkelingsbeleid heeft echter betrekking op meer dan het voorzien in drinkbaar water en verharde wegen, ofschoon deze voorzieningen natuurlijk belangrijk zijn. De Unie probeert ook via de handel de ontwikkeling te stimuleren door haar markten voor de uitvoer van arme landen open te stellen en deze landen aan te moedigen tot het uitbreiden van hun onderlinge handel. Voor meer informatie kan u terecht op de portaalsite van de Europese Unie. Indrukken van het debat Louis Michel, Europees commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, plant tegen maart-april 2005 een strategisch vijfjarenplan voor ontwikkelingsbeleid. Bedoeling is onder meer de partners in de ontwikkelingslanden ertoe aan te zetten zelf hun lot in handen te nemen. Er kan meer geld worden vrijgemaakt, maar dan moet het land goed bestuurd en de mensenrechten nageleefd worden. Eric Donkier, moderator van de krant Het Belang van Limburg, legt aan het publiek ter stemming de vraag voor of de Belgische Eurocommissaris invloed heeft op het Europees beleid. 90% van de aanwezigen meent van wel. Na afloop van het debat wordt opnieuw over deze vraag gestemd. Blijkbaar heeft Louis Michel nog andere mensen kunnen overtuigen en stemt vrijwel iedereen ja. Louis Michel : Tijdens lezingen in scholen en aan universiteiten stel ik een grote interesse voor ontwikkelingssamenwerking vast. Ik moet toegeven dat ik daar vroeger niet erg mee begaan was. Als minister van Buitenlandse zaken zag ik met eigen ogen de fysieke en morele ellende van de mensen in derdewereldlanden. Dat heeft mij diep getroffen. Ik voelde het als mijn morele plicht aan de verloren tijd in te halen en mijn gebrek aan interesse voor hun problemen om te zetten in een engagement voor het ontwikkelingsbeleid. Daarom heb ik uitdrukkelijk gekozen om Europees commissaris voor ontwikkelingssamenwerking te worden. Louis Michel : Ik pleit voor kwijtschelding van schulden aan de ontwikkelingslanden, maar in de EU bestaat daarover geen eensgezindheid. We mogen er echter geen mythe van maken. Schulden kwijtschelden alleen volstaat niet. In bepaalde gevallen is het zelfs niet aangewezen. Maar soms kan het wel heel nuttig zijn. Europa besteedt 0,42 % van het bruto inkomen aan ontwikkelingssamenwerking; de VS 0,15%. Een burger : Sinds 1961 hebben de rijke landen hun ontwikkelingshulp gehalveerd. Bent u bereid volgend jaar één maandloon af te staan aan de Noord-Zuidbeweging? Louis Michel : Wat ik doe met mijn salaris, gaat niemand aan. Wanneer ik iets geef aan de armen, zal ik dat beslist niet aan de grote klok hangen. Een andere burger : Vreest de commissaris niet dat wat wij nu aan ontwikkelingshulp besteden zich op zekere dag tegen ons zal keren? Dat we nu ontwikkelingslanden helpen groot te worden, dat onze bedrijven zich in die landen gaan vestigen en dat wij dan de ontwikkelingslanden worden? Louis Michel : Met een dergelijke redenering lokt u regelrecht een wereldwijde sociale explosie uit. Ik hoop dat uw stelling het niet haalt. We hebben werkelijk allen belang bij een eerlijke verdeling van de rijkdom in de wereld. Het is een liberaal die u dit zegt. Als u dat niet inziet, geeft u terrorisme alle kansen. Nog een burger : Hoe zal u vermijden dat Afrika nog langer de vuilnisbak is van Europa? Ik denk onder meer aan de versleten vrachtwagens, autobussen, ziekenwagens die massaal in Afrika worden gedumpt. Louis Michel : Wat hier wordt verkwist, kan in Afrika van essentieel belang zijn. Onze dienst van ontwikkelingssamenwerking heeft ooit een voorstel afgewimpeld om 99 autobussen van de de Waalse vervoersmaatschappij TEC, die afgeschreven waren, naar Afrika te sturen. Hadden we dat wel gedaan en er ook voor gezorgd dat er vervangstukken waren, dan konden die bussen nog een tiental jaren worden gebruikt. En dan waren daar nu een vijftigtal kleine bedrijfjes bijgekomen voor het onderhoud van die bussen. Na het debat werd nog gestemd over de vraag of België de nieuwe Europese Grondwet moet ratificeren. Het publiek stemde volmondig ja. Of er een referendum moet komen over de Europese grondwet, gaf als stemresultaat 112 stemmen voor, 42 tegen en 10 onthoudingen.