Preek over Jak. 5:14-15 over gebed en ziekenzaling (gehouden in Assen-Zuid, 08/11/2015) Lezen: Jakobus 5:7-20 Tekst: Jakobus 5:14-15 NB 1: een studiecommissie van de GKv Krimpen aan den IJssel heeft veel bruikbaar studiemateriaal op een website geplaatst, zoals artikelen uit Nader Bekeken en preken van ds J.B. de Rijke en ds Jos Douma over dit onderwerp. Hier de link naar de bedoelde site: http://www.pinxitontwerp.nl/ziekenzalving/. NB 2: een samenvatting van de preek + gespreksvragen is eveneens beschikbaar Thema: Gebed en ziekenzalving In de kerkbode hebt u kunnen lezen dat er een concreet verzoek is gedaan voor gebed en ziekenzalving. Ik heb dat gemeld op de kerkenraad. En met de beleidsouderlingen hebben we er afgelopen maandag over gepraat. Dat deden we naar aanleiding van een rapport van een zusterkerk, waar een commissie uitvoerig studie heeft gemaakt van dit onderwerp Eerst goed studie maken van dit onderwerp. Dat is om verschillende redenen nodig. Het is nodig simpelweg omdat het voor ons nieuw is. Je wilt weten waar je over praat. Wat de combinatie van gebed en ziekenzalving inhoudt. Het is nodig omdat er allerlei gevoeligheden rond dit onderwerp spelen. Ziekenzalving, is dat niet rooms, is dat geen bijgeloof, doe je dan soms alsof het gebed – persoonlijk en de voorbede in de kerk niet genoeg is? Is ziekenzalving niet typisch evangelisch of charismatisch? En gaat dat daar niet gepaard met beloften en claims van genezing? Welke verwachtingen wek je? Een derde reden, waarom het nodig is om goed studie van dit onderwerp te maken. Er wordt een nogal verschillende uitleg gegeven van de tekst waar het vanmorgen over gaat. Drie voorbeelden. Het eerste. In vers 14 staat: laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen… Voor dat woord ‘zieke’ gebruikt Jakobus een 1 woord dat ‘zwak’ betekent. Er is een uitleg die zegt: je moet dit figuurlijk zien. Een zwakke in het geloof. Die aan het wankelen is gebracht en metterdaad in zonde is gevallen. En dat die dan de hulp moet inroepen van ouderlingen. Daarom ook het gebed om vergeving. Het gaat in deze tekst niet over een lichamelijke ziekte, maar over geestelijke zwakte, zegt de eerste uitleg. Een tweede uitleg. De olie waar het hier over gaat moet je zien als het gangbare geneesmiddel van die tijd. Denk aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Hij verzorgt de wonden van de gewonde man langs de weg met olie. De toepassing voor vandaag laat zich raden. De olie bij Jakobus heedft vandaag plaats gemaakt voor medicijnen, allerlei specialistische medische behandelingen en therapieën. Het zou onzin zijn om vandaag terug te willen keren naar de zalfolie van Jakobus. Gebed en zalving betekent vandaag: bidden dat God zijn zegen geeft over medicijnen en medische ingrepen. Een derde voorbeeld. De oudsten waar Jakobus het over heeft, zijn niet zomaar oudsten. Want Jakobus, de schrijver van de brief, was de apostel van de moedergemeente in Jeruzalem. Die oudsten moet je daar zoeken. En dat waren oudsten met heel speciale gaven die ze deelden met de apostelen. Wat voor gaven? Nou, dat kun je lezen in Lucas 10. Jezus stuurt daar 70 mannen op pad, 2 aan 2 (Luc. 10). Wat ze moeten ze doen? ‘genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: ‘Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt’. Ben je níet welkom, trek dan door de straten en zeg ‘zelfs het stof van uw stad dat aan onze voeten kleeft, vegen we van ons af als aanklacht tegen u.’ En als die 70 mannen terugkomen rapporteren ze blij: ‘Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam’ (v. 17) Nou, de gedachte is dan: de oudsten die de zieke uit Jakobus 5 er bij moet roepen, zijn afkomstig uit de kring van die mannen die Jezus op pad heeft gestuurd in Israel. Jakobus’ brief is bestemd voor ‘de 12 stammen in de diaspora’ (Jak. 1:1), d.w.z. messiasbelijdende Joden die op de vlucht waren geslagen na de steniging van Stefanus (Hand. 8:1). En omdat die groep oudsten een unieke categorie vormden, is dit stukje van Jakobus niet meer van toepassing op ouderlingen vandaag. Ik denk dat u inmiddels begrijpt dat studie van deze tekst nodig is, om een antwoord te vinden op de vraag hoe de kerkenraad vandaag zou kunnen of moeten omgaan met een verzoek tot gebed en ziekenzalving. Ik sta vanmorgen stil bij vier dingen: de zieke, de oudsten, het bidden en zalven, het beloofde herstel. 2 de zieke Eerst de zieke. Inderdaad, Jakobus gebruikt niet het woord ‘zieke’ in vers 14. Er staat zwak zijn (asthenei) Toch is het niet waarschijnlijk dat het om een zwakke in het geloof gaat. Om een paar redenen. 1) De combinatie van zalven en lichamelijke zieken kom je ook tegen in Marcus 6. Jezus riep de 12 apostelen bij zich. Hij zendt ze twee aan twee uit en geeft ze macht over onreine geesten, lees je. En dan staat er in vers 12: ‘Ze gingen op weg en maakten het goede nieuws bekend om de mensen tot inkeer te brengen, en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.’ 2) Wat ook niet past bij een ‘zwakheid van geloof’ is dat in vers 15 nog een keer ‘zieke’ voorkomt, daar niet het woord ‘zwakke’ zoals in vers 14. Maar een woord dat een lichamelijk zieke typeert, meestal iemand die ernstig ziek is (kamnonta = fysieke uitputting, ziek zijn zonder hoop, wegkwijnen). 3) En nog een keer schrijft Jakobus over de zieke, in vers 16, ‘Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan (beter: opdat) zult u genezen.’ Het woord voor ‘genezen’ dat Jakobus hier gebruikt (iathete) is een echt medisch woord, dat past bij lichamelijke ziekte, niet bij geestelijke zwakheid. Waarom dan toch dat woord ‘zwakheid’? Nou, let dan even op het vorige vers. Vers 14 komt niet zomaar uit de lucht vallen. Jakobus geeft advies in drie situaties. De eerste : als één van u het moeilijk heeft, laat hij bidden. Blijf er niet mee rondlopen, ga niet zitten tobben, ga er mee in gebed. De tweede situatie: is hij vrolijk, laat hij een loflied zingen.. betrek God in je blijdschap, geef hem de dank! En dan de derde situatie in vers 14: laat iemand die zwak is de oudsten bij zich roepen om voor hem te bidden. Iemand is kennelijk zo uitgeput door ziekte, zo verzwakt, dat hij zelf niet kan komen, dat hij zelf misschien ook geen kracht meer heeft om te bidden. Die zwakheid in vers 14 gaat dus over een toestand van algehele verzwakking. De kracht vloeit uit je weg. Je voelt je enorm kwetsbaar en breekbaar. Intussen moet de zieke wel zélf de oudsten bij zich roepen. Die actie gaat van hem uit. Het is een daad van geloof, van vertrouwen stellen op God in die situatie van grote kwetsbaarheid. Dat over de zieke. 3 de oudsten Dan de oudsten. Ik noemde zonet de uitleg dat die oudsten hele speciale mensen waren, met uitzonderlijke gaven. Mensen uit de kring van de 70, die van Jezus zelf de opdracht kregen om elke ziekte te genezen. Een knappe uitleg vind ik dat. Maar ook een speculatieve. 1) We weten niet uit de Bijbel hoe het verder is gegaan met die 70 mannen die door Jezus op pad zijn gestuurd. 2) Nergens in het Bijbelboek Handelingen, dat begint in Jeruzalem, bij het Joodse volk, en dat eindigt bij de heidenvolken, kom je het onderscheid tegen dat oudsten voor het Joodse volk heel andere gaven of taken hadden, dan de oudsten die Paulus liet aanstellen in de gemeenten die hij samen met zijn medewerkers stichtte (oudsten van Jeruz -> Hand 11:30; en in Hand 15:2, 4, 6, 22v lees je steeds de combinatie ‘apostelen’ en ‘oudsten’). 3) Jakobus noemt de oudsten hier als college, ‘de oudsten’ - de mannen aan wie God de leiding van de gemeente toevertrouwde. Zoals wij zeggen ‘de kerkenraad’. 4) ‘De oudsten’ - dat was niet nieuw, een raad van oudsten had elke synagoge. De oudsten kom je tegen in het Oude Testament als de groep van wijze mannen in de poort. Hoe kersvers de kerk in Handelingen ook mag zijn, en hoe jong de gemeente waar Jakobus als apostel aan is verbonden, de inrichting van de kerk, dat er een raad van oudsten eindverantwoordelijkheid draagt en de leiding geeft, is oud en beproefd. Jakobus verwijst de zieke naar deze raad van oudsten. 5) Hij verwijst dus niet naar zichzelf. Had gekund. Hij had makkelijk kunnen zeggen: ik heb als apostel gaven van genezing ontvangen, kom maar bij mij als iemand ziek is. Of ga naar één van de andere apostelen. Maar hij zegt: ga naar de ‘raad van oudsten’. Laten er oudsten bij die verzwakte zieke in jullie midden komen. Laten die voor hem bidden. 6) Er is nog een reden waarom ik niet aan heel speciale oudsten met unieke gaven denk. Want in vers 17 benadrukt Jakobus juist dat het gebed van een rechtvaardige krachtig is, niet omdat er heel speciale mensen gaan bidden met hele bijzondere gaven. Jakobus zegt juist over de biddende Elia: Elia was maar een mens als wij. Met andere woorden: ook jouw gebed is krachtig, want bidden is je kracht zoeken bij God. Daarom zegt Jakobus ook dat de oudsten voor die zieke moeten bidden en die zieke moeten zalven in de 4 naam van de HEER. De verhoogde Heer geeft kracht aan het gebed van afhankelijke bidders op aarde. bidden en zalven Dan het bidden en zalven. Het bidden gaat voorop. Het zalven is een teken bij dit gebed. Daarom is het beter om niet te spreken van alleen ‘ziekenzalving’, zoals het meestal gebeurt. Maak van de olie ook geen ‘Haarlemmer-wonder-olie’… Zo van: jij hebt alles geprobeerd, je bent uitgedokterd, dit is je laatste redmiddel. Zoals sommigen ten einde raad hun heil zoeken bij alternatieve genezers of gebedsgenezers. En toch is die olie wel degelijk rijk aan betekenis. De geur van die olie mag de ruimte vullen. En zo Gods aanwezigheid, de kracht van de Heilige Geest symboliseren. Die olie heeft niet zozeer een medische als wel een Bijbelse achtergrond. En als oudsten met olie gaan zalven, dan kun je het beste aan die Bijbelse betekenis denken. 1) Ex. 40: 13 trek Aäron de heilige kleding aan en zelf hem; zo heilig je hem om mij als priester te dienen [in LXX hetzelfde woord aleiphoo als bij Jak] Lev. 14 -> een genezen melaatse moet naar de priester gaan. De priester strijkt eerst bloed, dan olie op bepaalde lichaamsdelen. Er vindt verzoening plaats door het offer en de genezen persoon mag weer functioneren in de samenleving. Bloed is symbool van verzoening, olie teken van toewijding en heiliging. 2) Met olie werden koningen, profeten, priesters gezalfd. Die olie zei: je staat er niet alleen voor, God is aan je zijde. Hij zal met zijn Geest jou bijstaan. 3) Het is de olie waar Psalm 23 van spreekt. U doet mijn hoofd overvloeien van olie. Heil en geluk zullen mij volgen al de dagen van mijn leven. Ik mag wonen in het huis van de HEER tot in lengte van dagen. Een zieke die oploopt tegen eigen zwakheid, en bijna niet verder kan, die zich zo kwetsbaar voelt, mag op die manier ervaren dat God tastbaar dichtbij is. En dat kan een heel krachtige ervaring zijn: In de dankdageditie van het ND (04/11/2015) konden mensen aangeven waar ze God dankbaar voor zijn. 5 Wouter Schraven vertelt daarin dat hij dit voorjaar ernstig ziek is geweest. Hij is dankbaar voor zijn gezin, familie, vrienden en kerkelijke gemeente. ‘Ze waren in het donkere dal van ziekte en totale ontreddering een grote steun. Hun gebed hielp me erdoorheen. Ik mocht de pastorale handeling van ziekenzalving ondergaan. Het was een heilig moment waar de hemel me raakte tot diep in mijn bestaan.’ Jakobus heeft het over een gebed en een zalving in naam van de HEER De olie is teken dat Gods koninkrijk nabij is, in deze gebroken wereld. Teken dat het rijk van de demonen, van duisternis, ziekte en dood moet wijken. Teken dat Jezus overwint. Want daarvoor stuurde Jezus toch zijn apostelen op pad. Van dorp tot dorp. Om te vertellen dat het koninkrijk van God voor de deur staat. Daarom werden in Jezus’ naam zieken genezen. Jezus leerlingen kwamen diep onder de indruk terug. Zo krachtig zagen ze de doorbraak van Gods koninkrijk om zich heen. Bij de discipelen zie je ook een gegarandeerd effect: ze zalfden de zieken en die werden genezen. Dat is gauw het spectaculaire waar de aandacht naar uit gaat. We zouden vandaag graag veel van dat soort genezingswonderen willen zien. Maar let dan goed op Jezus’ reactie op die enthousiaste verhalen waarmee de 70 mannen terugkomen. De Heer Jezus zet die genezingen in het juiste perspectief (Luc. 10:20) Hij zegt: Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen.. Ik heb jullie de macht geven om slangen en schorpioenen te vertrappen en de kracht van de vijand te breken…, zodat niets jullie kan schaden…’ v 20 ‘Verheug je er echter niet over dat de geesten (=de demonen) zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.’ Jouw naam staat in de hemel opgetekend, als jouw zonden zijn vergeven. Het is niet voor niets dat Jakobus bij ziekte het tegelijk heeft over zonde. Soms kan een zonde de oorzaak van ziekte zijn. Paulus zegt dat er in de gemeente van Korinte velen ziek en zwak zijn en dat er veel sterfgevallen in hun midden zijn,, vanwege zoveel onenigheid en liefdeloosheid in de gemeente, speciaal bvij het Avondmaal (1 Kor 11,30). Dat kán. Maar dat hoeft niet: Jezus zei tegen zijn leerlingen over een blinde: dat hij blind is komt niet door een zonde van hem of van zijn ouders (Joh. 9:13). Maar hoe dan ook, zonde moet weg, als je gaat bidden. 6 In Jak 4:2-3 staat: ‘je hebt niets omdat je niet bidt… (in verband met onderlinge ruzies) of dat je wel bidt maar niet ontvangt, omdat je verkeerd bidt, nog vol van je hartstochten.. Geen genezing zonder vergeving! Daarom zei de Heer Jezus tegen mensen voor genezing bij hem kwamen: ‘vriend, je zonden zijn je vergeven’ (bv. Luc. 5:20). Zo ook bij Jakobus: eerst het gebed om vergeving, dan om genezing. En dat gebed om genezing kan God vervolgens op twee manieren verhoren, dat tenslotte. het beloofde herstel God is de God van Genezing. Zo maakt Israëls God zich bekend aan Mozes: Ik ben de HEER, uw Heelmeester… God gaf de eeuwen door wonderen van herstel. Hij doet dat ook vandaag. Gebedsverhoring bij ziekte, een ommekeer ten goede, soms tegen alle verwachtingen van dokters in. Het gelovige gebed –dat is het gebed dat niet ziet op eigen kracht maar op Christus’ overwinning – zal de zieke redden en de HEER zal hem laten opstaan. God kan – door zijn macht – zeker genezing geven. Jezus Christus werkt vanuit de Hemel als verhoogde Heer en Hij geeft ook vandaag tekenen dat zijn koninkrijk voor de deur staat. Die genezing kan komen door het gebed van oudsten. Maar net zo goed door voor elkaar te bidden (vers 16) ‘beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar opdat u zult genezen… De ene vorm is niet belangrijker dan de andere. Neem in álle gevallen Gods belofte serieus: het gebed van een rechtvaardige (dat is een zondaar die gereinigd is door Christus’ bloed) is krachtig en mist zijn uitwerking niet. Maar besef dat God ook op een andere manier kan genezen van ziekte. Nog definitiever. De manier die ook heel goed past bij Jakobus 5, dat van begin tot eind gericht is op de dag dat Jezus terugkomt. De dag van het oordeel. Jakobus geeft namelijk déze belofte van God door: ‘het gelovige gebed zal de zieke redden en de HEER zal hem laten opstaan’. Jakobus gebruikt hier het woord ‘redden’, hetzelfde woord als ‘behouden’. Jakobus gebruikt dat woord 4x vaker in zijn brief, steeds met de betekenis: behouden worden, voor eeuwig gered worden 7 (1:21 ‘de boodschap die u kan redden’); 2:14 (‘als iemand zegt te geloven maar er niet naar handelt, kan dat geloof hem redden?’); 4:12 (‘er is maar één wetgever en rechter: hij die bij machte is te redden of in het verderf te storten’) en 5:20 (wie een zondaar van een dwaalspoor terugbrengt, redt hem van de dood en wist tal van zonden uit’). God kan jou namelijk ook redden van ziekte, door jou te verlossen van verdere pijn op aarde. Zo zeggen we dat geregeld: verlost uit verder lijden. Heel bijbels om het zo te zeggen: verlost, gered van verder lijden. Ook zó kan God genezen! Dezelfde dubbele mogelijkheid zit in het tweede stukje van Gods belofte: de HEER zal de zieke laten opstaan… Weer zijn er twee mogelijkheden. Het kan zijn: opstaan van een ziekbed. Dat de zwakheid weggaat. Dat de zieke geneest. Maar het kan ook zijn dat jij niet meer van je ziekbed afkomt. Ook dan kan God je namelijk laten opstaan. Opstaan op de jongste dag. Ook dat is door en door Bijbels. Romeinen 8 zegt: het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de glorie die over Gods kinderen geopenbaard zal worden. Openb. 21 zegt: ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer…. Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij. Wat er eerst was – dat is er nú dus nog wél! En daar hoort ook ziekte, zwakheid en psychische nood bij. Eens zul je opstaan van je zwakheid. Eens zal er geen gebrokenheid meer zijn. Ook daarvan mag gebed en zalving met olie een tastbaar teken zijn. God zalft je hoofd met olie. Hij maakt je klaar om je HEER te ontmoeten. Ik wil mijn uitleg van Jakobus 5:14-15 samenvatten. Het Woord van God geeft naar mijn mening ook vandaag de mogelijkheid aan iemand die zich in zijn ziekte ernstig verzwakt voelt aan de oudsten van de gemeente te vragen om gebed en zalving met olie op het hoofd. Daarin wil Christus als Goede Herder via zijn dienstknechten op aarde bemoedigen door gebed en zijn Geest tastbaar laten werken door de olie van de zalving. 8 Hoe God wil genezen leggen we in Zijn hand. We strekken ons uit naar Gods belofte, dat Hij het gebed van een rechtvaardige veel kracht geeft. Notendop Bid maar, voel maar: alles wordt nieuw, God geneest helemaal! Amen 9