Basisbegrip elektriciteit; Water in de buis; Ampère=stroomsterkte De hoeveelheid water die per seconde door de buis stroomt. Watt=vermogen De kracht waarmee het water tegen een voorwerp stroomt, bijvoorbeeld een schoepenrad. Volt=spanning De druk van het water in de buis. Ohm=weerstand De dikte van de buis waar het water doorheen stroomt. Stroomkring De meisjes en jongens weten wat een stroomkring is. Gesloten stroomkring De meisjes en jongens weten en maken een gesloten stroomkring Open stroomkring De meisjes en jongens weten en maken een gesloten stroomkring Overige begrippen; Energie De meisjes en jongens leren en weten wat energie betekent en welke vormen deze kan hebben. Fossiele energie De meisjes en jongens weten welke fossiele brandstoffen gebruikt worden om energie op te wekken. Duurzame energie De meisjes en jongens weten wat duurzame energie is en welke verschijningsvormen die heeft. Statische elektriciteit De meisjes en jongens maken kennis met statische elektriciteit aan de hand van enkele experimenten. Dynamische elektriciteit De meisjes en jongens maken kennis met dynamische elektriciteit aan de hand van enkele proefjes en experimenten. Elektrische energie toepassingen De meisjes en jongens leren, nemen kennis en discussiëren over de vele toepassingen van elektrische energie in onze samenleving. Elektronen Negatief geladen deeltjes spelen een rol bij statische elektriciteit (statische ladingen) en elektriciteit. Protonen Positief geladen deeltjes spelen een rol bij wel of niet statische elektriciteit en elektriciteit. Minpool Waar een overvloed aan elektronen is. Pluspool Kant waar de protonen zitten Spanningsbron Dat kan een batterij zijn, maar ook een accu of ons elektriciteitsnetwerk. Geleider Voorwerp/materiaal dat stroom(elektronen) geleidt Isolator Voorwerp/materiaal dat stroom(elektronen) niet geleidt Aan de hand van verschillende opdrachten, proefjes en experimenten maken de meisjes en jongens kennis met het fenomeen elektriciteit/stroom. Er worden activiteiten aangeboden die voor verschillende groepen geschikt zijn, van groep 5 tot groep 8. Maar sommige proefjes kunnen ook in groep 3-4 aangeboden worden, het is aan de leerkracht te bepalen of dat zinvol is. Elektriciteit wordt in de kerndoelen pas genoemd vanaf groep 5, in kerndoel 42. Maar de activiteiten in dit deel doen ook een appel aan kerndoelen 44 en 45. (zie inleiding deel 1; blz. 3-5)