Uploaded by User465

15.Compositie in fotografie theorie

advertisement
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
COMPOSITIE
TIP
Een goede foto heeft
geen uitleg nodig
die staat op zichzelf
Een goede foto vertelt
zijn eigen verhaal
De term compositie hoor je niet alleen bij fotografie,
Hoewel een goede compositie een ontzettend belangrijk
maar ook bij andere beeldende kunst, muziek, dansen
onderdeel is van fotografie, is het erg lastig te
en zelfs literatuur. Compositie is dus een vrij algemene
definiëren wat nou precies een goede compositie is.
term, maar een goede compositie in literatuur is
Omdat dit zo lastig is zijn er veel verschillende
natuurlijk heel wat anders dan een goede compositie in
compositietechnieken gemaakt die je kunnen helpen om
fotografie.
de impact van je foto’s te verbeteren.
COMPOSITIE BETEKENIS IN FOTOGRAFIE
Hieronder een aantal compositie technieken:
Compositie in fotografie is simpel gezegd het correct
- regel van derden
plaatsen van verschillende onderwerpen in het beeld
- lijnenspel
dat je op de foto zet. Bij correcte plaatsing van de
- eenvoud
onderwerpen zou het samen een mooi geheel moeten
- dichter op je onderwerp
vormen.
- onscherpte / diepte
De samenstelling van een goede compositie is een erg
- symmetrie
belangrijk aspect van een foto wat niet vaak genoeg
- patronen en texturen
benadrukt kan worden.
- contrast / bright areas
- kleurcontrast
De compositie van een foto kan ervoor zorgen dat je
- horizontaal vs verticaal
een prachtige foto krijgt waar door veel mensen over
- verschillende standpunten
gepraat wordt, of een foto die net niet helemaal goed
- balans
overkomt en sneller vergeten wordt.
- kadering
De compositie is een manier om de kijker naar de
- negatieve ruimte
belangrijkste elementen van de foto te begeleiden.
Een geslaagde compositie brengt rust in het beeld en
zorgt ervoor dat duidelijk wordt waar het in de foto om
draait. Compositie is dus erg belangrijk bij het maken
van foto's.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
REGEL VAN DERDEN
Als je kijkt naar foto’s van professionele fotografen,
Op 2/3 is het aandeel dat de lucht inneemt op de
dan zul je zien dat de onderwerpen vaak op 1/3e of
foto veel groter, ideaal bij mooie wolkenluchten of
2/3e van de foto geplaatst zijn. Dit is expres zo gedaan
zonsondergangen. Bij de horizon op 1/3 gaat het juist
en heet de “regel van derden”.
om de voorgrond of om eventueel een witte lucht weg
te werken (hoewel dan helemaal inzoomen misschien
Zo werkt het: teken in gedachten een boter kaas
wel een beter idee is).
en eieren speelveld over je beeld heen (twee lijnen
Zorg er in ieder geval voor dat de horizon recht staat als
verticaal en twee horizontaal op gelijke afstand) en
deze een belangrijk deel van je foto vormt.
probeer het onderwerp op of dicht bij één van de
vier snijpunten te plaatsen. Als je gebruik maakt van
Ook bij beweging heeft deze regel nut, probeer het
deze regel ervaart het menselijk oog de foto als meer
onderwerp zo te plaatsen dat de richting waarin het zich
gebalanceerd en natuurlijker.
beweegt nog 1/3e ruimte heeft op de foto. Waarbij de
beweging naar het midden van de foto gaat. Dus als het
onderwerp zich van rechts naar links verplaatst, probeer
het onderwerp dan op een van de rechter snijpunten te
plaatsen en vice versa.
De lucht vult ruim 2/3e van het beeld, waardoor je een
enorm ruimtelijk effect krijgt. De rotsen zijn geplaatst
op de rechter onder snijlijn. Ze vormen een balans met
de zon die linksboven door de wolken komt en vormen
ook een contrast met diezelfde zon, door de lichte kleur
van de zon en de donkere kleur van de rotsen.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
GULDEN SNEDE VS REGEL VAN DERDEN
De gulden snede lijkt erg op de regel van derden.
De gulden snede is een getal en een verhouding dat
door mensen wordt gezien als het perfecte, het schone.
Deze verhouding is op veel onverwachte plaatsen te
zien en komt meer voor dan je denkt. De gulden snede
komt veel voor in de wiskunde, natuur, godsdienst,
kunst en architectuur en ook in het menselijk lichaam.
De regel van derden - Vlakken
Bij de regel van derden deel je een fotovlak op in negen
gelijke delen. Dit doe je door horizontaal en verticaal
het beeld in drieën op te delen. De beeldelementen
bevinden zich bij deze regel of de lijnen of nog beter, op
de snijpunten van deze lijnen.
De gulden snede - Kruispunten
Bij de gulden snede wordt het beeld ook horizontaal
en verticaal in drieën gedeeld maar de verhoudingen
zijn anders. De kruispunten bevinden zich iets meer
naar het midden van de foto. Het principe van de
gulden snede werd in de renaissance bekend door de
schilderkunst. Hier beseften ze al dat een beeld juist
krachtiger werd door het onderwerp iets uit het midden
te halen.
Toch lijken deze twee veel op elkaar en zijn ze beide
bruikbaar in de fotografie.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
LIJNENSPEL
Gebruik elementen zoals beekjes, muurtjes,
Verschillende soorten lijnen:
elektriciteitsdraden en weggetjes om het oog naar een
- horiontale lijnen
onderwerp te leiden. Door de lijnen te volgen van deze
- verticale lijnen
elementen kijk je dieper de foto in. Lijnen zijn een
- diagonale lijnen
van de belangrijkste elementen (naast – gekleurde –
- onregelmatige lijnen en rondingen
vlakken) om een compositie mee te bepalen.
- samenkomende lijnen
Lijnen, rondingen en vormen geven een sfeer aan een
foto en zijn belangrijke hulpmiddelen om het oog door
de foto te leiden. Met een uitgekiende compositie kun je
het oog van de kijker langs de belangrijkste elementen
van de foto leiden door goed gebruik te maken van
rustpunten, zichtbare en gesuggereerde lijnen en
visuele paden. Hoe het oog door het beeld wordt geleid
en het effect van de lijnen is afhankelijk van het type
lijnen en hoe ze in de compositie zijn opgenomen.
Lijnen kunnen rust aan een foto meegeven, maar ook
kracht of beweging suggereren. Van de kaarsrechte
horizon aan de kust tot golvende heuvellandschappen,
van lijnen die samenkomen in een punt tot zigzaggende
en gebogen lijnen die het oog door de hele foto leiden.
Denk bijvoorbeeld aan een berg die uit het niets over
de horizon opdoemt, een boom aan de rechterkant van
het beeld of een energiemast of een verticale paal in het
hek kan al genoeg zijn om de saaiheid te doorbreken en
een interessante foto te maken. Spelen met dit contrast
kan interessante resultaten opleveren.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
Horizontale lijnen
Het gebruik van horizontale lijnen voegt vaak rust,
kalmte, tijdloosheid en stabiliteit toe aan een foto.
Als je de horizon fotografeert gebruik dan de regel
van derden om het beeld daarmee dynamischer en
spannender te maken.
Belangrijk bij horizontale lijnen is dat ze echt
horizontaal zijn. Het effect van een kaarsrechte horizon
wordt teniet gedaan als deze voor een deel scheef loopt.
Mensen zijn feilloos in het ontdekken hiervan, het geeft
onbewust een soort ongemakkelijk gevoel.
Een foto met alleen horizontale lijnen is op zichzelf
misschien niet zo spannend, maar door opeens ergens
in het beeld verticale lijnen op te nemen doorbreek je
de rust en introduceer je een spannend element in de
foto. Denk bijvoorbeeld aan een berg die uit het niets
over de horizon opdoemt, een boom aan de rechterkant
van het beeld of een energiemast of een verticale
paal in het hek kan al genoeg zijn om de saaiheid te
doorbreken en een interessante foto te maken. Spelen
met dit contrast kan interessante resultaten opleveren.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
Verticale lijnen
Verticale lijnen kunnen verschillende associaties
oproepen. Van kracht en dominantie bij hoge gebouwen
tot groei (een tulp die richting de zon wijst in de lente)
en sterkte, maar ook met stabiliteit (een onverzettelijke
verticale rots in een woelige zee).
Welk effect de verticale lijnen hebben hangt mede
af van het onderwerp dat je fotografeert. Een boom
die uit de mist torent geeft een ander gevoel dan een
grote rots die de macht van de oceaan weerstaat. Hoge
gebouwen en bomen hebben een krachtige uitstraling;
we voelen ons nietig in vergelijking.
Door de verticale lijnen in portret stand te fotograferen
benadruk je de lengte, het geheel ziet er hoger uit.
Door verticale lijnen horizontaal te fotograferen geef je
de indruk dat de lijnen niet kunnen worden beteugeld
door het beeld, dat er meer is. Belangrijk bij de keuze
voor het gebruik van lijnen is dat ze passen bij wat de
rest van de foto moet uitstralen. Tenzij je er juist op uit
bent om verwarring en ongemak teweeg te brengen bij
de kijker.
Probeer de verticale lijnen zo veel mogelijk parallel
aan de foto te laten lopen. Met name belangrijk in
architectuurfotografie, anders krijg je juist het idee dat
het gebouw elk moment kan omvallen.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
Diagonale lijnen
Waar horizontale en verticale lijnen vooral sfeer aan
een foto toevoegen, geven diagonale lijnen richting aan
de foto. Een sterke diagonale lijn stuurt het oog van
de kijker een specifieke richting uit en kan diepte aan
een foto toevoegen. Ook voegt het dynamiek toe aan
een foto. Scheve lijnen maken het beeld spannender
en sportiever, waar horizontale en verticale lijnen meer
beperkt worden.
In het Westen beweegt ons oog van links naar rechts als
we foto’s en teksten bekijken. Het is daarom vaak een
goed idee om de lijnen links (onderin) het beeld te laten
beginnen en naar rechts (bovenin) te laten lopen. Plaats
hierbij de lijn niet precies in het midden (zodat hij recht
van de ene hoe naar de andere hoek loopt), maar plaats
hem iets hoger of lager in het beeld zodat een bepaald
gedeelte van het beeld de aandacht krijgt.
De diagonale lijnen kunnen het oog van de kijker
de juiste richting op leiden. Probeer ergens in het
beeld een element te plaatsen waar het oog kan
landen. Plaats dit element in de kijkrichting van de
kijker. Worden de lijnen veel herhaald, bijvoorbeeld
op een pas gemaaide akker, dan kunnen ze ook het
hoofdonderwerp van de foto vormen.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
Onregelmatige lijnen
Alle besproken lijnen tot nu toe zijn recht en
georganiseerd. Wil je juist ongemak, spanning of angst
overbrengen bij de kijker dan kun je het beste op zoek
gaan naar dynamische, onregelmatige lijnen. Mensen
kijken het liefst naar orde en regelmaat. Zoek een
onderwerp dat hier het tegenovergestelde van is om
ongemak te veroorzaken. Laat niet zien waar de lijnen
beginnen en eindigen, zoek donker of vreemd licht en je
kunt een angstige sfeer neerzetten.
Rondingen
Rondingen en bochten geven een prettig, sierlijk en
impactvol effect aan het beeld. Het is een natuurlijke
vorm die je vaak in landschappen kunt vinden, maar
ook de veren van een vogel, moderne auto’s of de
vormen van je model. Een ronding leidt het oog in een
vloeiendere en vrijere manier door de foto dan een
diagonale lijn, hierdoor krijg je als kijker een vrijer en
ruimtelijker gevoel. Alsof je meer tijd krijgt om de foto
te bekijken.
Een speciale categorie rondingen is de S-bocht.
Ook deze kun je veel in de natuur vinden.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
Samenkomende lijnen
Deze voegen diepte toe aan een foto. Je kunt er
een gevoel van afstand of schaal mee aangeven.
Het menselijk oog wil graag zien waar deze lijnen
samenkomen. Denk bijvoorbeeld aan samenkomende
lijnen in hoogspanningslijnen, een houten vlonder of
een spoorlijn.
Het is een goed idee om je onderwerp aan het einde
van deze samenkomende lijnen te plaatsen, hoewel de
lijnen op zichzelf soms ook al interessant genoeg zijn
om het hoofdonderwerp te vormen.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
Lijnen?
Lijnen hoeven niet altijd voor de hand te liggen en
Probeer specifiek te zoeken naar lijnen in je fotografie
meteen duidelijk te zijn voor de kijker. Ze kunnen ook
en probeer ze zo effectief mogelijk toe te passen.
een beetje verborgen zitten in de foto.
Dit hoeft trouwens niet altijd met een camera in de
hand te zijn, maar kan ook als je in de auto, bus of
Bij het fotograferen van modellen denk je niet direct
trein zit. Hoe meer je fotografeert en nadenkt over je
aan het toepassen van lijnen. Maar ook hier kun je
composities, hoe sterker je composities zullen worden
lijnen subtiel in de foto laten terugkomen door de
en hoe sneller je de uiteindelijke compositie kunt zien.
arm van het model zo te plaatsen dat deze een lijn
richting het gezicht vormt. Fotografeer je een persoon
die ergens naar kijkt, dan hebben we de neiging
tussen de kijker en hetgeen waar hij/zij naar kijkt een
denkbeeldige lijn te trekken; wij willen ook zien waar
die persoon naar kijkt.
Gevaar!
Deze lijnen zijn ook ‘gevaarlijk’ voor je compositie.
Ze zijn erg krachtig en als ze verkeerd worden
gebruikt kunnen ze het oog onbedoeld recht uit de
foto leiden, ongewenste spanning veroorzaken, het
beeld in stukken hakken of op een andere manier een
doordachte compositie verstoren. Het blijft belangrijk
met je oog alle hoeken van het beeld goed te bekijken
en te controleren of er geen ongewenste neveneffecten
ontstaan.
Zo makkelijk als dat lijnen het oog door de foto kunnen
leiden, zo makkelijk kunnen ze er ook voor zorgen dat
het oog lastig bij het eigenlijke onderwerp komt. Een
horizontale lijn die het hoofd van je model doorsnijdt
bijvoorbeeld.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
EENVOUD
Probeer het aantal onderwerpen in je foto te beperken.
Hoe duidelijker het hoofdonderwerp van de foto is,
hoe makkelijker je het jezelf maakt. De plaats van je
onderwerp in de foto wordt dan minder belangrijk om
duidelijk te maken wat het onderwerp is.
De sterkste foto’s zijn vaak het eenvoudigst. Probeer
niet te veel elementen in de foto op te nemen die de
aandacht kunnen afleiden, waardoor het niet meteen
duidelijk is wat het onderwerp van de foto is.
De kunst van het weglaten is één van de grootste
wapens die een fotograaf kan hebben, ondanks dat
fotografie vooral een vertellend medium is. Ook een
simpel onderwerp zegt vaak meer dan duizend woorden.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
DICHTERBIJ JE ONDERWERP
Een mooie manier waarop je de eenvoud uit het vorige
punt kunt bereiken is door simpelweg dichter op je
onderwerp te gaan zitten. Hierdoor vallen storende
elementen uit de achtergrond weg. Een goed voorbeeld
is een macrofoto waarbij je de rommelige achtergrond
en minder mooie onderdelen van een plant kunt laten
verdwijnen door alleen een detail te fotograferen.
Kom dichter bij het onderwerp (of zoom in) dan je in
eerste instantie wilt. Probeer het onderwerp behoorlijk
je beeld te laten vullen (bijvoorbeeld door maar 1/3
deel van de foto niet door het onderwerp te laten
vullen. Kijk maar eens hoeveel meer interessanter een
macro foto van een bloem is dan een setje bloemen
van een afstand genomen. Hiermee voorkom je ook dat
in de achtergrond storende elementen (prullenbakken,
drukke achtergronden) op de foto komen en afleiden
van het onderwerp. Je kunt dit ook later in een
beeldbewerkingsprogramma regelen door een deel van
de foto uit te knippen (te croppen).
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
ONSCHERPTE / DIEPTE
Onscherpte kun je gebruiken om eenvoud in je beeld
te brengen en je onderwerp er uit te laten springen.
Gebruik dus ook de diepte in je foto in je compositie.
Door te spelen met de scherptediepte bepaal je zelf in
hoeverre de achtergrond (of juist de voorgrond) wel of
niet meespeelt in je beeld.
Om de aandacht goed op het onderwerp gericht te
krijgen moet je het proberen vrij te maken van de
achtergrond. Dit kan door de achtergrond onscherp te
maken waardoor het scherpe deel uit de foto springt
(diafragma veranderen), maar ook bijvoorbeeld met
contrasten in kleur of licht en donker.
Een andere tip is het plaatsen van iets interessants
op de voorgrond van een foto. Als je bijvoorbeeld een
landschap fotografeert, probeer een boom / kerk /
rotsen, etc. te vinden, en op een snijpunt te plaatsen,
waardoor je iets interessants toevoegt op de voorgrond
en daarmee ook meer dieptewerking in de foto krijgt.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
SYMMETRIE
Overal is symmetrie te ontdekken. Zowel in de natuur
als in door de mens gemaakte objecten. Door deze vast
te leggen in beeld creëer je al gauw rust in je beeld.
Dit kijkt erg prettig.
Foto's met duidelijke symmetrie zijn vaak krachtige
beelden.
Wanneer je een symmetrisch onderwerp of
symmetrische omgeving in het midden van je foto zet,
benadruk je deze symmetrie en versterk daarmee de
compostie. In het midden zetten, is dus in tegenstelling
tot wat de regel van derden voorschrijft!
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
PATRONEN EN HERHALING
Patronen zijn relatief simpele vormen die steeds
worden herhaald, of kleuren of objecten, gerangschikt
Een over-all compositie
in regelmatige of onregelmatige formaties. Voor een
houdt in dat de
fotograaf is het gebruik van patronen de sleutel voor
beeldelementen zonder
enige rangorde op het
beeldvlak geplaatst
zijn. De elementen zijn
allemaal hetzelfde, doen
patroon-achtig aan en
lijken buiten de foto tot
goede composities en, wanneer er goed gebruik
van wordt gemaakt, kan het een anders saaie foto
transformeren in een dramatische en opvallende
foto. Patronen komen overal om ons heen voor – in
natuurlijke vorm en in vorm gemaakt door de mens.
De sleutel voor fotografen is om ze te vinden en om er
gebruik van te maken.
in het oneindige door te
kunnen gaan.
Wanneer je leert om patronen te waarderen zal je
fotografische werk verbeteren. Het zal je helpen
je fotografische kijk te verbeteren en je zal meer
waardering krijgen voor de interactie tussen vormen,
kleuren en lijnen in alle aspecten van fotografie. Je hebt
geen speciale apparatuur nodig om patronen in je werk
te maximaliseren, alleen een goed getraind oog en het
vermogen om een goed perspectief uit te kiezen.
Het is belangrijk vanuit welk punt je een foto schiet.
Als het een klein onderwerp is, zorg dan dat je dichtbij
genoeg bent om alle details van het patroon op je foto
te krijgen. Vaker komen patronen op grote schaal voor
en dan is van zo hoog mogelijk vaak de beste manier
om ze te fotograferen. Dus probeer, als het kan, zo
hoog mogelijk te komen om het vanuit vogelperspectief
te kunnen fotograferen en wie weet wat je vindt!
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
TEXTUREN
Texturen die je tegenkomt kunnen ook een krachtig
beeld opleveren. Textuur fotografie kan soms lastig zijn.
In textuur fotografie gaat het allemaal om patronen,
kleuren en diepte en elk detail van een structuur speelt
een belangrijke rol in de algemene compositie van de
foto. De combinatie van deze ingewikkelde details,
interessante patronen, levendige kleuren en een goede
diepte - zullen allemaal bijdragen aan een mooie
textuur. Texturen zie je overal om je heen.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
CONTRAST / BRIGHT AREAS
Je ogen zijn gevoelig voor het licht en dat geldt ook
voor foto’s. Ogen hebben de neiging om zich te richten
op de lichte delen van een foto. Hier kun je perfect mee
spelen, bijvoorbeeld door een specifiek deel van de foto
uit te lichten en een ander deel juist donker te maken.
Hierdoor wordt de aandacht direct op het onderwerp
gericht.
De compositie van een opname kan geweldig zijn, maar
dat kan geheel teniet worden gedaan als alle kleuren
vaag en flets zijn. Ook een te hoog of te laag contrast
zal het eindresultaat lelijk maken. Bij een te hoog
contrast lopen de schaduwen dicht, waardoor er geen
detail meer zichtbaar is. Bovendien zijn de lichte delen
uitgebeten en is ook daar vrijwel geen detaillering meer
te vinden. Het is echter toch verstandig de belichting op
het lichtste deel in te stellen, onderbelichting is namelijk
gemakkelijker te corrigeren dan overbelichting.
Licht en schaduw laten zich zeker buitenshuis niet
erg sturen. Toch is juist het contrast tussen lichte en
donkere partijen een effectief hulpmiddel om een foto
levendiger te maken en meer diepte te geven.
Een helder beeldelement in de verte krijgt vanzelf
de aandacht van ons oog. Licht aan het einde van
de tunnel, een open plek in een donker bos, een
kamerdeur die een streep licht binnenlaat: blikvangers.
Door bewust de voorgrond donker te laten, ontstaat een
prettige spanning op de foto.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
KLEURCONTRAST
Kleur is een enorm belangrijk compositie element in je
foto’s. Kleur kan een emotionele reactie van de kijker
uitlokken en voegt een visuele impact toe aan de foto.
Met kleur grijp je de aandacht van de kijker, felle
kleuren doen het altijd goed. Het is niet voor niets dat
foto’s van felgekleurde bloemen en zonsondergangen
het altijd goed doen. Kleur is dan eigenlijk meer
het onderwerp van de foto dan de objecten die je
fotografeert.
Door aandacht te besteden aan kleur in je composities
stijgt je foto boven de middenmoot uit.
Dat kleuren warm en koud worden ervaren komt door
onze associatie met natuurlijke elementen. Rood, geel
en oranje worden als warm gezien, waar blauw, groen
en violet als koele kleuren worden gezien.
Maar dit is relatief: geel/groen kan juist koel zijn naast
rood en oranje, maar is warm naast blauw-violet.
Als fotograaf kun je dus met kleuren spelen om
maximaal contrast te bereiken. Zijn het kleuren die
contrasteren (denk aan tegen over elkaar staan in de
kleurcirkel: geel-paars, rood-groen en blauw-oranje)
dan versterken ze elkaar meer.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
HORIZONTAAL VS VERTICAAL
Ons blikveld is horizontaal georiënteerd. Horizontale
composities worden daarom als natuurlijk ervaren.
Maar soms leent een onderwerp zich veel meer voor
een verticale compositie. Bijvoorbeeld om de hoogte
van de bomen te benadrukken.
Het fotograferen in de verticale stand wordt ook
wel de portretstand genoemd. Dat komt omdat het
fotograferen van personen logischer is in de portret
stand. Immers, mensen zijn ook verticaal gebouwd, niet
horizontaal. Een persoon die staat kun je het beste ook
‘staand’ fotograferen, oftewel in de verticale stand.
Natuurlijk zijn er ook situaties waarbij je een persoon
wel beter horizontaal kunt vastleggen. Bijvoorbeeld door
lichaamstaal of door de achtergrond die een bepaalde
rol speelt, maar dat als de persoon het hoofdonderwerp
is, zijn dat meestal uitzonderingen. Oftewel, portretten
kun je over het algemeen het beste maken in de
verticale stand.
Waar de verticale stand redelijk gangbaar is
bij portretten, is de horizontale stand dat voor
landschappen. Voor een gemiddeld landschap werkt de
horizontale stand het best. Maar laat je er vooral niet
van weerhouden om af en toe wat anders te proberen.
Soms voegt een bepaalde foto wat toe, bijvoorbeeld als
er een bijzonder onderwerp is.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
VERSCHILLENDE STANDPUNTEN
Men kan een beeld vanuit een ‘normaal’ standpunt
fotograferen. Hierbij fotografeert men het onderwerp
rechtaan zonder zelf een ongewone positie in te nemen.
Men kan het onderwerp ook vanuit een laag standpunt
fotograferen (kikkerperspectief). Hierdoor wordt het
perspectief versterkt en meestal zelfs overdreven.
Wanneer men omgekeerd te werk gaat en het onderwerp
van bovenuit fotografeert (vogelperspectief), dan wordt
het diepte effect verminderd. Het beeld wordt ‘platter’.
Daarom kan je kinderen het beste fotograferen op
ooghoogte. De foto wordt dan een stuk spannender
omdat je dan op gelijkwaardige hoogte bent. Natuurlijk
geldt dit niet alleen voor kinderen: ook voor producten!
Probeer het eens!
Bijna iedere foto is al eens gemaakt en dus is het de
kunst om creatief te zijn. Een afwijkend perspectief kan
verfrissend zijn.
Vanuit een ander standpunt bekeken kan hetzelfde
onderwerp er ineens volstrekt anders uitzien.
Loop eens een eindje opzij, zak door de knieën of klim
op een stoel of een trapje voor een foto van bovenaf.
Kortom, verander je gezichtspunt en probeer de kijker
te verrassen.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
BALANS IN JE FOTO
Balans in je foto is een belangrijk onderdeel binnen je
compositie. Je bent namelijk actief aan het schikken
met beschikbare elementen binnen het kader om een zo
goed mogelijk beeld vast te leggen. Dit beeld gaat jouw
verhaal vertellen en dat wil je zo uitdagend mogelijk
vertellen zodat de mensen die naar jouw foto kijken
geïnteresseerd blijven.
Hiervoor moet je wel een bepaalde spanning meegeven,
en dit doe je door het op de juiste manier gebruiken van
de aanwezige elementen.
Balans gaat niet alleen om links en rechts of boven en
onder. Diagonale lijnen in je compositie kunnen ook
een bepaalde balans uitstralen. Door te weten welk
verhaal je wilt vertellen en de positie van je onderwerp
zorgvuldig af te stemmen op dit verhaal kan je een
gevoel van zowel beweging en richting meegeven
binnen de juiste elementen, wat zorgt voor een
evenwichtige, aantrekkelijke foto.
Het oog zal altijd het onderwerp zoeken maar dat
betekend niet dat de resterende onderdelen binnen je
foto geen nut kunnen hebben. Alle elementen moeten
harmonieus samen werken voor het beste resultaat.
Als het onderwerp samenwerkt met de achtergrond heb
je het belangrijkste element van evenwicht te pakken.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
KADER JE BEELD
Kadering is het insluiten van je onderwerp door
objecten in de voorgrond. Kadering kan het beeld
meer diepte geven. Een voorbeeld van kadering is een
landschap ingesloten door de taken van een boom in de
voorgrond. Let op dat het onderwerp en de objecten die
als kadering dienen wel bij elkaar passen.
Zorg ervoor dat de kadering richting de foto 'wijst'.
Mensen, dieren of wegbewijzering dienen de foto in
te kijken of wijzen. Overdrijf de kadering niet; te veel
takken of boomstammen kunnen als storend worden
ervaren.
Een van de meest doeltreffende manieren om een
gestructureerde compositie te maken is je onderwerp
omkaderen. Overhangende takken, natuurlijke vensters,
rotsbogen, doorkijkjes, architectonische elementen als
natuurlijke kaders kunnen effectief zijn om een mooie
scène te krijgen.
Bij een natuurlijk kader ligt de nadruk op het naar
binnen leiden van het aandachtspunt. Het kader zorgt
voor een gevoel van diepte en geeft de kijker een
gevoel van betrokkenheid.
Je kan ook gebruik maken van een kader in een kader.
Je onderwerp krijgt een soort omlijsting, met dit kader
trek de aandacht naar je onderwerp.
THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM
NEGATIEVE RUIMTE
Negatieve ruimte is het gebied tussen en rondom
onderwerpen in de foto. Het hoofdonderwerp zelf
wordt vaak aangeduid als Positieve Ruimte. Je kunt het
gebruiken om vormen en formaten beter te laten zien
en om een betere compositie in de foto te krijgen.
Negatieve ruimte, ook wel aangeduid als witruimte
of negative space, is een bekend concept wat al
eeuwen lang veel wordt toegepast in kunst, design en
architectuur. Het is ook goed bruikbaar bij fotografie
en het kan ingezet worden om een gemiddelde foto de
compositie te veranderen in een geweldige foto.
Negatieve ruimte definieert en benadrukt juist het
onderwerp in de foto. Het trekt je oog er naar toe. Het
geeft ‘ademruimte’, door je ogen de ruimte te geven om
ergens te rusten, zonder dat het beeld meteen onrustig
of te druk wordt. Deze dingen samen zorgen voor een
betere compositie.
Wanneer negatieve ruimte op een goede manier
gebruikt wordt, voorziet het in een natuurlijke balans
ten opzichte van de positieve ruimte.
Probeer eens, wanneer je de uitsnede bepaalt, om de
compositie zodanig te vergroten of uit te breiden tot de
positieve en negatieve ruimte met elkaar in balans zijn.
Wees niet te zuinig met de hoeveelheid lege ruimte. Je
hoeft ook niet het gevoel te hebben dat in elke hoek van
het beeld iets interessants te zien moet zijn.
Download