THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM COMPOSITIE TIP Een goede foto heeft geen uitleg nodig die staat op zichzelf Een goede foto vertelt zijn eigen verhaal De term compositie hoor je niet alleen bij fotografie, Hoewel een goede compositie een ontzettend belangrijk maar ook bij andere beeldende kunst, muziek, dansen onderdeel is van fotografie, is het erg lastig te en zelfs literatuur. Compositie is dus een vrij algemene definiëren wat nou precies een goede compositie is. term, maar een goede compositie in literatuur is Omdat dit zo lastig is zijn er veel verschillende natuurlijk heel wat anders dan een goede compositie in compositietechnieken gemaakt die je kunnen helpen om fotografie. de impact van je foto’s te verbeteren. COMPOSITIE BETEKENIS IN FOTOGRAFIE Hieronder een aantal compositie technieken: Compositie in fotografie is simpel gezegd het correct - regel van derden plaatsen van verschillende onderwerpen in het beeld - lijnenspel dat je op de foto zet. Bij correcte plaatsing van de - eenvoud onderwerpen zou het samen een mooi geheel moeten - dichter op je onderwerp vormen. - onscherpte / diepte De samenstelling van een goede compositie is een erg - symmetrie belangrijk aspect van een foto wat niet vaak genoeg - patronen en texturen benadrukt kan worden. - contrast / bright areas - kleurcontrast De compositie van een foto kan ervoor zorgen dat je - horizontaal vs verticaal een prachtige foto krijgt waar door veel mensen over - verschillende standpunten gepraat wordt, of een foto die net niet helemaal goed - balans overkomt en sneller vergeten wordt. - kadering De compositie is een manier om de kijker naar de - negatieve ruimte belangrijkste elementen van de foto te begeleiden. Een geslaagde compositie brengt rust in het beeld en zorgt ervoor dat duidelijk wordt waar het in de foto om draait. Compositie is dus erg belangrijk bij het maken van foto's. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM REGEL VAN DERDEN Als je kijkt naar foto’s van professionele fotografen, Op 2/3 is het aandeel dat de lucht inneemt op de dan zul je zien dat de onderwerpen vaak op 1/3e of foto veel groter, ideaal bij mooie wolkenluchten of 2/3e van de foto geplaatst zijn. Dit is expres zo gedaan zonsondergangen. Bij de horizon op 1/3 gaat het juist en heet de “regel van derden”. om de voorgrond of om eventueel een witte lucht weg te werken (hoewel dan helemaal inzoomen misschien Zo werkt het: teken in gedachten een boter kaas wel een beter idee is). en eieren speelveld over je beeld heen (twee lijnen Zorg er in ieder geval voor dat de horizon recht staat als verticaal en twee horizontaal op gelijke afstand) en deze een belangrijk deel van je foto vormt. probeer het onderwerp op of dicht bij één van de vier snijpunten te plaatsen. Als je gebruik maakt van Ook bij beweging heeft deze regel nut, probeer het deze regel ervaart het menselijk oog de foto als meer onderwerp zo te plaatsen dat de richting waarin het zich gebalanceerd en natuurlijker. beweegt nog 1/3e ruimte heeft op de foto. Waarbij de beweging naar het midden van de foto gaat. Dus als het onderwerp zich van rechts naar links verplaatst, probeer het onderwerp dan op een van de rechter snijpunten te plaatsen en vice versa. De lucht vult ruim 2/3e van het beeld, waardoor je een enorm ruimtelijk effect krijgt. De rotsen zijn geplaatst op de rechter onder snijlijn. Ze vormen een balans met de zon die linksboven door de wolken komt en vormen ook een contrast met diezelfde zon, door de lichte kleur van de zon en de donkere kleur van de rotsen. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM GULDEN SNEDE VS REGEL VAN DERDEN De gulden snede lijkt erg op de regel van derden. De gulden snede is een getal en een verhouding dat door mensen wordt gezien als het perfecte, het schone. Deze verhouding is op veel onverwachte plaatsen te zien en komt meer voor dan je denkt. De gulden snede komt veel voor in de wiskunde, natuur, godsdienst, kunst en architectuur en ook in het menselijk lichaam. De regel van derden - Vlakken Bij de regel van derden deel je een fotovlak op in negen gelijke delen. Dit doe je door horizontaal en verticaal het beeld in drieën op te delen. De beeldelementen bevinden zich bij deze regel of de lijnen of nog beter, op de snijpunten van deze lijnen. De gulden snede - Kruispunten Bij de gulden snede wordt het beeld ook horizontaal en verticaal in drieën gedeeld maar de verhoudingen zijn anders. De kruispunten bevinden zich iets meer naar het midden van de foto. Het principe van de gulden snede werd in de renaissance bekend door de schilderkunst. Hier beseften ze al dat een beeld juist krachtiger werd door het onderwerp iets uit het midden te halen. Toch lijken deze twee veel op elkaar en zijn ze beide bruikbaar in de fotografie. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM LIJNENSPEL Gebruik elementen zoals beekjes, muurtjes, Verschillende soorten lijnen: elektriciteitsdraden en weggetjes om het oog naar een - horiontale lijnen onderwerp te leiden. Door de lijnen te volgen van deze - verticale lijnen elementen kijk je dieper de foto in. Lijnen zijn een - diagonale lijnen van de belangrijkste elementen (naast – gekleurde – - onregelmatige lijnen en rondingen vlakken) om een compositie mee te bepalen. - samenkomende lijnen Lijnen, rondingen en vormen geven een sfeer aan een foto en zijn belangrijke hulpmiddelen om het oog door de foto te leiden. Met een uitgekiende compositie kun je het oog van de kijker langs de belangrijkste elementen van de foto leiden door goed gebruik te maken van rustpunten, zichtbare en gesuggereerde lijnen en visuele paden. Hoe het oog door het beeld wordt geleid en het effect van de lijnen is afhankelijk van het type lijnen en hoe ze in de compositie zijn opgenomen. Lijnen kunnen rust aan een foto meegeven, maar ook kracht of beweging suggereren. Van de kaarsrechte horizon aan de kust tot golvende heuvellandschappen, van lijnen die samenkomen in een punt tot zigzaggende en gebogen lijnen die het oog door de hele foto leiden. Denk bijvoorbeeld aan een berg die uit het niets over de horizon opdoemt, een boom aan de rechterkant van het beeld of een energiemast of een verticale paal in het hek kan al genoeg zijn om de saaiheid te doorbreken en een interessante foto te maken. Spelen met dit contrast kan interessante resultaten opleveren. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Horizontale lijnen Het gebruik van horizontale lijnen voegt vaak rust, kalmte, tijdloosheid en stabiliteit toe aan een foto. Als je de horizon fotografeert gebruik dan de regel van derden om het beeld daarmee dynamischer en spannender te maken. Belangrijk bij horizontale lijnen is dat ze echt horizontaal zijn. Het effect van een kaarsrechte horizon wordt teniet gedaan als deze voor een deel scheef loopt. Mensen zijn feilloos in het ontdekken hiervan, het geeft onbewust een soort ongemakkelijk gevoel. Een foto met alleen horizontale lijnen is op zichzelf misschien niet zo spannend, maar door opeens ergens in het beeld verticale lijnen op te nemen doorbreek je de rust en introduceer je een spannend element in de foto. Denk bijvoorbeeld aan een berg die uit het niets over de horizon opdoemt, een boom aan de rechterkant van het beeld of een energiemast of een verticale paal in het hek kan al genoeg zijn om de saaiheid te doorbreken en een interessante foto te maken. Spelen met dit contrast kan interessante resultaten opleveren. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Verticale lijnen Verticale lijnen kunnen verschillende associaties oproepen. Van kracht en dominantie bij hoge gebouwen tot groei (een tulp die richting de zon wijst in de lente) en sterkte, maar ook met stabiliteit (een onverzettelijke verticale rots in een woelige zee). Welk effect de verticale lijnen hebben hangt mede af van het onderwerp dat je fotografeert. Een boom die uit de mist torent geeft een ander gevoel dan een grote rots die de macht van de oceaan weerstaat. Hoge gebouwen en bomen hebben een krachtige uitstraling; we voelen ons nietig in vergelijking. Door de verticale lijnen in portret stand te fotograferen benadruk je de lengte, het geheel ziet er hoger uit. Door verticale lijnen horizontaal te fotograferen geef je de indruk dat de lijnen niet kunnen worden beteugeld door het beeld, dat er meer is. Belangrijk bij de keuze voor het gebruik van lijnen is dat ze passen bij wat de rest van de foto moet uitstralen. Tenzij je er juist op uit bent om verwarring en ongemak teweeg te brengen bij de kijker. Probeer de verticale lijnen zo veel mogelijk parallel aan de foto te laten lopen. Met name belangrijk in architectuurfotografie, anders krijg je juist het idee dat het gebouw elk moment kan omvallen. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Diagonale lijnen Waar horizontale en verticale lijnen vooral sfeer aan een foto toevoegen, geven diagonale lijnen richting aan de foto. Een sterke diagonale lijn stuurt het oog van de kijker een specifieke richting uit en kan diepte aan een foto toevoegen. Ook voegt het dynamiek toe aan een foto. Scheve lijnen maken het beeld spannender en sportiever, waar horizontale en verticale lijnen meer beperkt worden. In het Westen beweegt ons oog van links naar rechts als we foto’s en teksten bekijken. Het is daarom vaak een goed idee om de lijnen links (onderin) het beeld te laten beginnen en naar rechts (bovenin) te laten lopen. Plaats hierbij de lijn niet precies in het midden (zodat hij recht van de ene hoe naar de andere hoek loopt), maar plaats hem iets hoger of lager in het beeld zodat een bepaald gedeelte van het beeld de aandacht krijgt. De diagonale lijnen kunnen het oog van de kijker de juiste richting op leiden. Probeer ergens in het beeld een element te plaatsen waar het oog kan landen. Plaats dit element in de kijkrichting van de kijker. Worden de lijnen veel herhaald, bijvoorbeeld op een pas gemaaide akker, dan kunnen ze ook het hoofdonderwerp van de foto vormen. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Onregelmatige lijnen Alle besproken lijnen tot nu toe zijn recht en georganiseerd. Wil je juist ongemak, spanning of angst overbrengen bij de kijker dan kun je het beste op zoek gaan naar dynamische, onregelmatige lijnen. Mensen kijken het liefst naar orde en regelmaat. Zoek een onderwerp dat hier het tegenovergestelde van is om ongemak te veroorzaken. Laat niet zien waar de lijnen beginnen en eindigen, zoek donker of vreemd licht en je kunt een angstige sfeer neerzetten. Rondingen Rondingen en bochten geven een prettig, sierlijk en impactvol effect aan het beeld. Het is een natuurlijke vorm die je vaak in landschappen kunt vinden, maar ook de veren van een vogel, moderne auto’s of de vormen van je model. Een ronding leidt het oog in een vloeiendere en vrijere manier door de foto dan een diagonale lijn, hierdoor krijg je als kijker een vrijer en ruimtelijker gevoel. Alsof je meer tijd krijgt om de foto te bekijken. Een speciale categorie rondingen is de S-bocht. Ook deze kun je veel in de natuur vinden. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Samenkomende lijnen Deze voegen diepte toe aan een foto. Je kunt er een gevoel van afstand of schaal mee aangeven. Het menselijk oog wil graag zien waar deze lijnen samenkomen. Denk bijvoorbeeld aan samenkomende lijnen in hoogspanningslijnen, een houten vlonder of een spoorlijn. Het is een goed idee om je onderwerp aan het einde van deze samenkomende lijnen te plaatsen, hoewel de lijnen op zichzelf soms ook al interessant genoeg zijn om het hoofdonderwerp te vormen. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Lijnen? Lijnen hoeven niet altijd voor de hand te liggen en Probeer specifiek te zoeken naar lijnen in je fotografie meteen duidelijk te zijn voor de kijker. Ze kunnen ook en probeer ze zo effectief mogelijk toe te passen. een beetje verborgen zitten in de foto. Dit hoeft trouwens niet altijd met een camera in de hand te zijn, maar kan ook als je in de auto, bus of Bij het fotograferen van modellen denk je niet direct trein zit. Hoe meer je fotografeert en nadenkt over je aan het toepassen van lijnen. Maar ook hier kun je composities, hoe sterker je composities zullen worden lijnen subtiel in de foto laten terugkomen door de en hoe sneller je de uiteindelijke compositie kunt zien. arm van het model zo te plaatsen dat deze een lijn richting het gezicht vormt. Fotografeer je een persoon die ergens naar kijkt, dan hebben we de neiging tussen de kijker en hetgeen waar hij/zij naar kijkt een denkbeeldige lijn te trekken; wij willen ook zien waar die persoon naar kijkt. Gevaar! Deze lijnen zijn ook ‘gevaarlijk’ voor je compositie. Ze zijn erg krachtig en als ze verkeerd worden gebruikt kunnen ze het oog onbedoeld recht uit de foto leiden, ongewenste spanning veroorzaken, het beeld in stukken hakken of op een andere manier een doordachte compositie verstoren. Het blijft belangrijk met je oog alle hoeken van het beeld goed te bekijken en te controleren of er geen ongewenste neveneffecten ontstaan. Zo makkelijk als dat lijnen het oog door de foto kunnen leiden, zo makkelijk kunnen ze er ook voor zorgen dat het oog lastig bij het eigenlijke onderwerp komt. Een horizontale lijn die het hoofd van je model doorsnijdt bijvoorbeeld. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM EENVOUD Probeer het aantal onderwerpen in je foto te beperken. Hoe duidelijker het hoofdonderwerp van de foto is, hoe makkelijker je het jezelf maakt. De plaats van je onderwerp in de foto wordt dan minder belangrijk om duidelijk te maken wat het onderwerp is. De sterkste foto’s zijn vaak het eenvoudigst. Probeer niet te veel elementen in de foto op te nemen die de aandacht kunnen afleiden, waardoor het niet meteen duidelijk is wat het onderwerp van de foto is. De kunst van het weglaten is één van de grootste wapens die een fotograaf kan hebben, ondanks dat fotografie vooral een vertellend medium is. Ook een simpel onderwerp zegt vaak meer dan duizend woorden. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM DICHTERBIJ JE ONDERWERP Een mooie manier waarop je de eenvoud uit het vorige punt kunt bereiken is door simpelweg dichter op je onderwerp te gaan zitten. Hierdoor vallen storende elementen uit de achtergrond weg. Een goed voorbeeld is een macrofoto waarbij je de rommelige achtergrond en minder mooie onderdelen van een plant kunt laten verdwijnen door alleen een detail te fotograferen. Kom dichter bij het onderwerp (of zoom in) dan je in eerste instantie wilt. Probeer het onderwerp behoorlijk je beeld te laten vullen (bijvoorbeeld door maar 1/3 deel van de foto niet door het onderwerp te laten vullen. Kijk maar eens hoeveel meer interessanter een macro foto van een bloem is dan een setje bloemen van een afstand genomen. Hiermee voorkom je ook dat in de achtergrond storende elementen (prullenbakken, drukke achtergronden) op de foto komen en afleiden van het onderwerp. Je kunt dit ook later in een beeldbewerkingsprogramma regelen door een deel van de foto uit te knippen (te croppen). THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM ONSCHERPTE / DIEPTE Onscherpte kun je gebruiken om eenvoud in je beeld te brengen en je onderwerp er uit te laten springen. Gebruik dus ook de diepte in je foto in je compositie. Door te spelen met de scherptediepte bepaal je zelf in hoeverre de achtergrond (of juist de voorgrond) wel of niet meespeelt in je beeld. Om de aandacht goed op het onderwerp gericht te krijgen moet je het proberen vrij te maken van de achtergrond. Dit kan door de achtergrond onscherp te maken waardoor het scherpe deel uit de foto springt (diafragma veranderen), maar ook bijvoorbeeld met contrasten in kleur of licht en donker. Een andere tip is het plaatsen van iets interessants op de voorgrond van een foto. Als je bijvoorbeeld een landschap fotografeert, probeer een boom / kerk / rotsen, etc. te vinden, en op een snijpunt te plaatsen, waardoor je iets interessants toevoegt op de voorgrond en daarmee ook meer dieptewerking in de foto krijgt. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM SYMMETRIE Overal is symmetrie te ontdekken. Zowel in de natuur als in door de mens gemaakte objecten. Door deze vast te leggen in beeld creëer je al gauw rust in je beeld. Dit kijkt erg prettig. Foto's met duidelijke symmetrie zijn vaak krachtige beelden. Wanneer je een symmetrisch onderwerp of symmetrische omgeving in het midden van je foto zet, benadruk je deze symmetrie en versterk daarmee de compostie. In het midden zetten, is dus in tegenstelling tot wat de regel van derden voorschrijft! THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM PATRONEN EN HERHALING Patronen zijn relatief simpele vormen die steeds worden herhaald, of kleuren of objecten, gerangschikt Een over-all compositie in regelmatige of onregelmatige formaties. Voor een houdt in dat de fotograaf is het gebruik van patronen de sleutel voor beeldelementen zonder enige rangorde op het beeldvlak geplaatst zijn. De elementen zijn allemaal hetzelfde, doen patroon-achtig aan en lijken buiten de foto tot goede composities en, wanneer er goed gebruik van wordt gemaakt, kan het een anders saaie foto transformeren in een dramatische en opvallende foto. Patronen komen overal om ons heen voor – in natuurlijke vorm en in vorm gemaakt door de mens. De sleutel voor fotografen is om ze te vinden en om er gebruik van te maken. in het oneindige door te kunnen gaan. Wanneer je leert om patronen te waarderen zal je fotografische werk verbeteren. Het zal je helpen je fotografische kijk te verbeteren en je zal meer waardering krijgen voor de interactie tussen vormen, kleuren en lijnen in alle aspecten van fotografie. Je hebt geen speciale apparatuur nodig om patronen in je werk te maximaliseren, alleen een goed getraind oog en het vermogen om een goed perspectief uit te kiezen. Het is belangrijk vanuit welk punt je een foto schiet. Als het een klein onderwerp is, zorg dan dat je dichtbij genoeg bent om alle details van het patroon op je foto te krijgen. Vaker komen patronen op grote schaal voor en dan is van zo hoog mogelijk vaak de beste manier om ze te fotograferen. Dus probeer, als het kan, zo hoog mogelijk te komen om het vanuit vogelperspectief te kunnen fotograferen en wie weet wat je vindt! THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM TEXTUREN Texturen die je tegenkomt kunnen ook een krachtig beeld opleveren. Textuur fotografie kan soms lastig zijn. In textuur fotografie gaat het allemaal om patronen, kleuren en diepte en elk detail van een structuur speelt een belangrijke rol in de algemene compositie van de foto. De combinatie van deze ingewikkelde details, interessante patronen, levendige kleuren en een goede diepte - zullen allemaal bijdragen aan een mooie textuur. Texturen zie je overal om je heen. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM CONTRAST / BRIGHT AREAS Je ogen zijn gevoelig voor het licht en dat geldt ook voor foto’s. Ogen hebben de neiging om zich te richten op de lichte delen van een foto. Hier kun je perfect mee spelen, bijvoorbeeld door een specifiek deel van de foto uit te lichten en een ander deel juist donker te maken. Hierdoor wordt de aandacht direct op het onderwerp gericht. De compositie van een opname kan geweldig zijn, maar dat kan geheel teniet worden gedaan als alle kleuren vaag en flets zijn. Ook een te hoog of te laag contrast zal het eindresultaat lelijk maken. Bij een te hoog contrast lopen de schaduwen dicht, waardoor er geen detail meer zichtbaar is. Bovendien zijn de lichte delen uitgebeten en is ook daar vrijwel geen detaillering meer te vinden. Het is echter toch verstandig de belichting op het lichtste deel in te stellen, onderbelichting is namelijk gemakkelijker te corrigeren dan overbelichting. Licht en schaduw laten zich zeker buitenshuis niet erg sturen. Toch is juist het contrast tussen lichte en donkere partijen een effectief hulpmiddel om een foto levendiger te maken en meer diepte te geven. Een helder beeldelement in de verte krijgt vanzelf de aandacht van ons oog. Licht aan het einde van de tunnel, een open plek in een donker bos, een kamerdeur die een streep licht binnenlaat: blikvangers. Door bewust de voorgrond donker te laten, ontstaat een prettige spanning op de foto. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM KLEURCONTRAST Kleur is een enorm belangrijk compositie element in je foto’s. Kleur kan een emotionele reactie van de kijker uitlokken en voegt een visuele impact toe aan de foto. Met kleur grijp je de aandacht van de kijker, felle kleuren doen het altijd goed. Het is niet voor niets dat foto’s van felgekleurde bloemen en zonsondergangen het altijd goed doen. Kleur is dan eigenlijk meer het onderwerp van de foto dan de objecten die je fotografeert. Door aandacht te besteden aan kleur in je composities stijgt je foto boven de middenmoot uit. Dat kleuren warm en koud worden ervaren komt door onze associatie met natuurlijke elementen. Rood, geel en oranje worden als warm gezien, waar blauw, groen en violet als koele kleuren worden gezien. Maar dit is relatief: geel/groen kan juist koel zijn naast rood en oranje, maar is warm naast blauw-violet. Als fotograaf kun je dus met kleuren spelen om maximaal contrast te bereiken. Zijn het kleuren die contrasteren (denk aan tegen over elkaar staan in de kleurcirkel: geel-paars, rood-groen en blauw-oranje) dan versterken ze elkaar meer. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM HORIZONTAAL VS VERTICAAL Ons blikveld is horizontaal georiënteerd. Horizontale composities worden daarom als natuurlijk ervaren. Maar soms leent een onderwerp zich veel meer voor een verticale compositie. Bijvoorbeeld om de hoogte van de bomen te benadrukken. Het fotograferen in de verticale stand wordt ook wel de portretstand genoemd. Dat komt omdat het fotograferen van personen logischer is in de portret stand. Immers, mensen zijn ook verticaal gebouwd, niet horizontaal. Een persoon die staat kun je het beste ook ‘staand’ fotograferen, oftewel in de verticale stand. Natuurlijk zijn er ook situaties waarbij je een persoon wel beter horizontaal kunt vastleggen. Bijvoorbeeld door lichaamstaal of door de achtergrond die een bepaalde rol speelt, maar dat als de persoon het hoofdonderwerp is, zijn dat meestal uitzonderingen. Oftewel, portretten kun je over het algemeen het beste maken in de verticale stand. Waar de verticale stand redelijk gangbaar is bij portretten, is de horizontale stand dat voor landschappen. Voor een gemiddeld landschap werkt de horizontale stand het best. Maar laat je er vooral niet van weerhouden om af en toe wat anders te proberen. Soms voegt een bepaalde foto wat toe, bijvoorbeeld als er een bijzonder onderwerp is. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM VERSCHILLENDE STANDPUNTEN Men kan een beeld vanuit een ‘normaal’ standpunt fotograferen. Hierbij fotografeert men het onderwerp rechtaan zonder zelf een ongewone positie in te nemen. Men kan het onderwerp ook vanuit een laag standpunt fotograferen (kikkerperspectief). Hierdoor wordt het perspectief versterkt en meestal zelfs overdreven. Wanneer men omgekeerd te werk gaat en het onderwerp van bovenuit fotografeert (vogelperspectief), dan wordt het diepte effect verminderd. Het beeld wordt ‘platter’. Daarom kan je kinderen het beste fotograferen op ooghoogte. De foto wordt dan een stuk spannender omdat je dan op gelijkwaardige hoogte bent. Natuurlijk geldt dit niet alleen voor kinderen: ook voor producten! Probeer het eens! Bijna iedere foto is al eens gemaakt en dus is het de kunst om creatief te zijn. Een afwijkend perspectief kan verfrissend zijn. Vanuit een ander standpunt bekeken kan hetzelfde onderwerp er ineens volstrekt anders uitzien. Loop eens een eindje opzij, zak door de knieën of klim op een stoel of een trapje voor een foto van bovenaf. Kortom, verander je gezichtspunt en probeer de kijker te verrassen. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM BALANS IN JE FOTO Balans in je foto is een belangrijk onderdeel binnen je compositie. Je bent namelijk actief aan het schikken met beschikbare elementen binnen het kader om een zo goed mogelijk beeld vast te leggen. Dit beeld gaat jouw verhaal vertellen en dat wil je zo uitdagend mogelijk vertellen zodat de mensen die naar jouw foto kijken geïnteresseerd blijven. Hiervoor moet je wel een bepaalde spanning meegeven, en dit doe je door het op de juiste manier gebruiken van de aanwezige elementen. Balans gaat niet alleen om links en rechts of boven en onder. Diagonale lijnen in je compositie kunnen ook een bepaalde balans uitstralen. Door te weten welk verhaal je wilt vertellen en de positie van je onderwerp zorgvuldig af te stemmen op dit verhaal kan je een gevoel van zowel beweging en richting meegeven binnen de juiste elementen, wat zorgt voor een evenwichtige, aantrekkelijke foto. Het oog zal altijd het onderwerp zoeken maar dat betekend niet dat de resterende onderdelen binnen je foto geen nut kunnen hebben. Alle elementen moeten harmonieus samen werken voor het beste resultaat. Als het onderwerp samenwerkt met de achtergrond heb je het belangrijkste element van evenwicht te pakken. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM KADER JE BEELD Kadering is het insluiten van je onderwerp door objecten in de voorgrond. Kadering kan het beeld meer diepte geven. Een voorbeeld van kadering is een landschap ingesloten door de taken van een boom in de voorgrond. Let op dat het onderwerp en de objecten die als kadering dienen wel bij elkaar passen. Zorg ervoor dat de kadering richting de foto 'wijst'. Mensen, dieren of wegbewijzering dienen de foto in te kijken of wijzen. Overdrijf de kadering niet; te veel takken of boomstammen kunnen als storend worden ervaren. Een van de meest doeltreffende manieren om een gestructureerde compositie te maken is je onderwerp omkaderen. Overhangende takken, natuurlijke vensters, rotsbogen, doorkijkjes, architectonische elementen als natuurlijke kaders kunnen effectief zijn om een mooie scène te krijgen. Bij een natuurlijk kader ligt de nadruk op het naar binnen leiden van het aandachtspunt. Het kader zorgt voor een gevoel van diepte en geeft de kijker een gevoel van betrokkenheid. Je kan ook gebruik maken van een kader in een kader. Je onderwerp krijgt een soort omlijsting, met dit kader trek de aandacht naar je onderwerp. THEORIE | GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM NEGATIEVE RUIMTE Negatieve ruimte is het gebied tussen en rondom onderwerpen in de foto. Het hoofdonderwerp zelf wordt vaak aangeduid als Positieve Ruimte. Je kunt het gebruiken om vormen en formaten beter te laten zien en om een betere compositie in de foto te krijgen. Negatieve ruimte, ook wel aangeduid als witruimte of negative space, is een bekend concept wat al eeuwen lang veel wordt toegepast in kunst, design en architectuur. Het is ook goed bruikbaar bij fotografie en het kan ingezet worden om een gemiddelde foto de compositie te veranderen in een geweldige foto. Negatieve ruimte definieert en benadrukt juist het onderwerp in de foto. Het trekt je oog er naar toe. Het geeft ‘ademruimte’, door je ogen de ruimte te geven om ergens te rusten, zonder dat het beeld meteen onrustig of te druk wordt. Deze dingen samen zorgen voor een betere compositie. Wanneer negatieve ruimte op een goede manier gebruikt wordt, voorziet het in een natuurlijke balans ten opzichte van de positieve ruimte. Probeer eens, wanneer je de uitsnede bepaalt, om de compositie zodanig te vergroten of uit te breiden tot de positieve en negatieve ruimte met elkaar in balans zijn. Wees niet te zuinig met de hoeveelheid lege ruimte. Je hoeft ook niet het gevoel te hebben dat in elke hoek van het beeld iets interessants te zien moet zijn.