Deel 2: hoe data voorstellen, verwerken en communiceren met digitale systemen Hoofdstuk 1: inleiding 1.1 Analoge vs. digitale informatiesystemen Discrete grootheid: ken enkel toe- of afnemen in stappen van een veelvoud van het kwantum (= de kleinste stap). Op natuurlijke wijze: gehele getallen, kwantum = 1. Analoge grootheid: continue grootheid: er kan geen kwantum worden gedefinieerd. Op natuurlijke wijze: reële getallen. Fysische wereld is analoog, fysische grootheden zijn continu. Dat denken wij maar dit is niet waar, het kwantum is gewoon extreem klein. Alle grootheden zijn dus discrete grootheden. Toch is het nuttig om bv. een hoeveelheid water als analoog te beschouwen. Digitale systemen voeren bewerkingen uit op discrete grootheden om hieruit nieuwe discrete grootheden af te leiden. Voor een aantal bewerkingen lijkt het zich beperken tot discrete grootheden het meest natuurlijk. Voor andere grootheden is het natuurlijker om analoge grootheden te hebben. Analoge systemen maken bewerkingen op analoge grootheden, maar deze systemen worden meer en meer vervangen door digitale systemen. Maar digitale systemen kunnen enkel bewerkingen uitvoeren op discrete grootheden waardoor analoge grootheden eerst moeten gediscretiseerd worden (= benaderd door discrete grootheden) Discretisatie : conversie van continue naar discrete grootheden, 2 verschillende bewerikingen 1. Het discretiseren van de onafhankelijke veranderlijke t, meestal tijd. 2. Het kwantiseren van de afhankelijke veranderlijke u. de grootte van de eerste discretisatiestap ∆t moet worden gekozen i.f.v. de tijdschaal waarop de continue grootheden veranderen in de tijd. Enkel als die stap klein is vgl. met de tijdschaal, dan is de verwerking een goede benadering en zal die zowat dezelfde resultaten geven als een analoog systeem. Extra uitleg Hst 2. Combinatorische systemen http://websites.khlim.be/jgenoe/Cursus/Logische_algebra_tekst.pdf http://nl.wikipedia.org/wiki/Logische_poort http://nl.wikipedia.org/wiki/Flipflop https://word.office.live.com/wv/WordView.aspx?FBsrc=https%3A%2F%2Fwww.facebook.com%2Fatt achments%2Ffile_preview.php%3Fid%3D282242588615606%26time%3D1430827852%26metadata& access_token=1257877193%3AAVJ05EeSatjWK1Ybvb4jE_WLWes8lZJ2VWivQkdgAuIog&title=foto_s+bij+deel+2.doc https://word.office.live.com/wv/WordView.aspx?FBsrc=https%3A%2F%2Fwww.facebook.com%2Fatt achments%2Ffile_preview.php%3Fid%3D837236886306289%26time%3D1430828578%26metadata& access_token=1257877193%3AAVIWx_DDl0Bexv2idk5rYBfYU5H04jKzO8eHh0Ns6dAPlA&title=Exame nvragen+digitale+info.docx https://word.office.live.com/wv/WordView.aspx?FBsrc=https%3A%2F%2Fwww.facebook.com%2Fatt achments%2Ffile_preview.php%3Fid%3D1504715393085058%26time%3D1430829282%26metadata &access_token=1257877193%3AAVK9ztwSrEkPntzJMDy8nZFhSb9NOlOKvbnTgV9G0f3eyQ&title=Digi tale+vragen+deel+2.doc https://word.office.live.com/wv/WordView.aspx?FBsrc=https%3A%2F%2Fwww.facebook.com%2Fatt achments%2Ffile_preview.php%3Fid%3D1472403179661568%26time%3D1430829277%26metadata &access_token=1257877193%3AAVKTAqTAbZ5xMMbPTC8ubM5fvcu_AbBwBn5B3NlmuqpRdg&title= Digitale-vragen.doc Historische evolutie ICT: Periode 1: ’60-’70: de mainframes IS-architectuur: o Centralisatie: alle verwerkingen op de mainframe o Enkel voor grote organisaties o Veel manueel Hardware: o Mainframes Krachtige processor Duur o Domme terminal: tekstgebaseerd, voor eindgebruiker Netwerken: o Traag tussen mainframe en domme terminal o Tussen organisaties en pc’s: Arpa, maar integratieproblemen o Geen mobiliteit Software o Maatwerk: duur o Programmeertalen: COBOL: gestructureerde programmeertaal, Pascal Anderen (1GL, 2GL) o Databanken: databases vervangen bestanden Hierarchisch en netwerk Integratie tussen apps Informatie: o Gestructureerd: getallen, strings, transactie-geörienteerd o Semi-gestructureerd: beperkt (vb mails) o Ongestructureerd: graf, audio etc weinig/geen Informatiesystemen o Type 1: TPS: batches, gestandaardiseerd MIS: gestandaardiseerd DSS: weinig ECS: weinig (geen semi en ongestructureerde info o Intra-organisatorisch o Geen strategie Grote kloof business/IT Periode 2: 1980: de PC IS architectuur o Gecentraliseerde mainframe o En gedecentraliseerd: verwerking verdeeld over server en client (thick client) 2-lagen architectuur: Client: vraagt diensten aan de server Server: biedt diensten aan (file server, printer server, database serv) Gespecialiseerde hw en sw in beide lagen o Steeds minder manueel in grote bedrijven, kleine bedrijven schaffen pc aan Hardware: o Ook pc: verwerkingscapaciteiten, stand-alone Verwerking van persoonlijke werken Niet afhankelijk van mainframe Eigen processor o Wet van moore: misiaturisatie van chips aantal transistoren elk 2 jaar x2 => capaciteit verhoogt exponentieel Software o Programmeertalen: Dezelfde 3GL Begin object-georienteerde talen: Antropomorfisme Communicatie tussen objecten, bevatten (vb Java, .NET) o Data/attributen (vb doeladres) o Procedures/methoden (bereken huidige positie) o Klasse: beschrijft data en methoden o Objecten= instanties van klassen: concreet maken van een klasse door er specifieke waarden aan toe te kennen Comunicatie via berichten/messages Encapsulatie/information hiding: verbergen van de objecten van de ene klasse voor de andere o Meer relationele databanken, met de SQL-taal (4G) o Maatwerk en pakketten Informatie o Grafische weergave voor gestructureerde info o Semi-gestuructureerd: grafisch voor tekst (WYSIWYG), grafieken in rekenbladen… o Audio en video blijft beperkt o Eigen data-verzameling door PC’s Informatiesystemen: o Type 1: TPS: real-time verwerking MIS: meer grafische mogelijkheden (WYSIWYG), gebruiksvriendelijker ECS: Apps voor rekenbaden en tekstverwerking Verspreiding pc’s => eigen gebruik zonder specifieke bedrijfsapp via frame of mini DDS: eerste rekenbladen o Intra-organisatorisch o Strategisch: Efficientrer interne bedrijfsprocessen Automatisering Beschikbaarheid info en communicatiemiddelen Standaardisatie: o Weinig o Verschillende netwerkprotocollen o PC: meerdere automatisaties, ECS paketten, automatiseringseilanden verdieping hardware: nog lezen p 48-49 moederbord met bussen en sockets o input-apparaten: gegevens en instructies o output-apparaten: verwerkte gegevens begrijpbaar weergeven processor/CPU: gegevensverwerking o ALU: basisberekeningen o Control unit: stuurt alu aan voor sequenties, zorgt dat instructies in registers komen o Geheugenregisters: kleine, snelle geheugeneenheden Snelheid vd processor bepaald door: o Kloksnelheid (gHz) o Woordlengte (aantal bits dat tegelijkertijd kan verwerkt worden, 32 of 64) o Aantal kernen Multi-core: meerdere processoren op 1 chip, meer verwerken zonder de snelheid van 1 chip te moeten verhogen Single core: als de snelheid moet verhogen ontstaan defecten Geheugen: o RAM- geheugen: primair geheugen Tijdelijk data van actieve programmas opslaan (nodig voor processor) o Secundair geheugen vb harde schijf Data voor toekomstig gebruik Trager maar cheaper Randapparatuur: o Servers; computers die diensten aan clients bieden Klein Beperkte grafische mogelijkheden want zijn niet voor eindgebruik In server-rek, in data-centers o Blade-servers: zeer smal, enkel cruciale componenten (cpu, RAM) Bits: weergave van gegevens o Opgeslagen in transistoren op computerchip o Byte: groepering van bits o Tekenset: afspraken: welk karakter voor welk bit ASCII, extended ASCII:American Standardised Code Information Interchange tekens (alfabet etc) EBDIC: Extended Binary Coded Decimal Interchange Code, voor mainframe Unicode: alle gebruikte schriften weergeven, 32-bit o Bitmap: geeft afbeeldingen weer met pixels Verdieping Software Machinetalen:1GL o Welke instructies voor welke data op de CPU o Elke instructie voor de alu en de control unit numeriek manueel ingeven 2GL: assembly talen o Beter begrijpbaar, toegankelijker o Tekst-codes o 1 programmeerinstructie=1 processorinstructie Procedurele talen 3GL o Meerdere processorinstructie per instructie o Broncode door programmeur, opgeslagen in bronbestand, vertaalde code opgeslagen in objectfile, die in het RAM wordt opgeladen Vertaler: Compiler Interpreter (genereert machinecode) Niet-procedurele talen: 4GL o Gewenst resultaat opgeven o SQL Natuurlijke taal programmeertalen (5GL) o Bestaat ng niet Verdieping modulariteit: lezen p 51-52 Software bestaat uit modules. o Module = deel van een systeem, heeft duidelijke interface met de rest. o Interface = ingang-uitgangmodel Applicatie bestaat uit modules. Gebouwd door programmeertaal met constructen. o Constructen= instructie in de programmeertaal waarbij de module wordt gemaakt. Functies Vb pascal: functiewaarde afhangend van parameters Procedures Units Klassen (vb bij java) = record met een aantal functies= variabelen (attributen) en methoden. Componenten, services.. o Artefact wordt gebouwd met constructen. Modulaire structuur met modules en interactie =applicatie Aanroepen module = gebruik= inkomende parameters > instructies > uitgaande parameters 2 perspectieven o Black-box perspectief: Modulen kan aangeroepen worden zonder dat aanroeper kennis heeft van de instructies in de module Complexiteitsreducerend (enkel naam module weten o White-box pp: Vb voor als er een foutief resultaat is Instrucies nakijken => complexiteit. Alle details zichtbaar Systeemnetwerkdiagram: o Hierarchie va fucties, de bovenste roept een van de volgende aan, die op zijn beurt een andere boom aanstuurt. Een artefact kan modulair zijn of modulariteit hebben als eigenschap o Lage granuliteit = weinig modules (monolithisch) o Modulariteit = hoge granulariteit Voordelen van modulariteit (plug and play): Hergebruik o Not invented here syndroom! Evolueerbaarheid: flexibiliteit en aanpasbaarheid tijdens het onderhoud door complexiteitsreductie en ripple-effects Wicked problem Periode 3 1990: internet IS-architectuur o Hw: servers en clients Servers= opvolgers mainframes Clients= pc, laptop ed o SW: n-lagen architectuur (4) softwaremodule opgedeeld in stukken, verschillende software-objecten Databanklaag Apps User interface Webbrowser o Meer complexiteit Hardware o Niet echt veranderd o Gecentraliseerd: mainframes o Gedistribueerd: servers, pc o Performantie stijgt ( cf. Moore) o Computers verkleinen Draagbaar PDA, laptops ed o GSM Software o Software pakketten aangekocht en bruikbaar in verschillende organisaties MRP (material requirements) >ERP-paketten (entreprise resourcing paketten) Tekortkoming: beschikbare capaciteit en personeel compatible? => MRP2 ERP: planning, kost en opbrengst van activiteiten, gekoppeld aan andere systemen vb transport en acc. Voordelen: integratie met elke afdeling Customisaties Vanilla-integraties o Programmeertalen: object-georienteerd: java/.NET o Complexiteit Vb Y2K bug Moesten oude infosystemen blijven gebruiken voor de integratie Netwerken o Openstelling internet 1993 voor prive en bedrijf o Backbones o GSM-netwerk opgebouwd Informatie o Semi gestructureerd: websites met teks fotos ed BK info via mails ed massaal verspreid => veel digitale informatie CMS: content management systems o Ongestructureerd: digitale opsag mogelijk en geshared o Gedrags-georienteerde data (locatie, zoektermen ed) Informatiesystemen o Oudere blijven bestaan o Meer performantie, meer volumes, meer grafische representatie ipv tekst o Type 1: DDS: steeds meer performantie Data warehousing ECS: internet en nieuwe communicatiemiddelen DMS: document management systems o Inter-organisatorisch dankzij internet Interne efficientie optimaliseren o Strategie: meer strategie dan administratie Outsourcing neemt toe Standaardisatie o Vensters in user interface o Programmeertalen: alleùaal object georienteerd, maar 2 groepen; java en .NET o Specifieke talen voor de 4-talen archi HTML voor hypertekst (via hyperlinks) WWW=> URL netwerkknoppen (uniform resource locator) UML voor ontwerp van object-georienteerde talen o Unified process voor ontwikkelen van software o ERP-paketten Periode 4: 2000- mobiele netwerken IS-architectuur o Decentralisatie o Ubiquitous computing o Internet of things o Sommige verwerking centraal op servers. Vb zoekmachines, apps ed o Automatisering neemt toe o Manueel voor tacit knowledge Hardware o Mobiele hardware o Geavanceerde user interface o Servers sterker door krachtigere processoren maar ook distributed computing. o Big data Software o