European Commission

advertisement
EUROPESE COMMISSIE
PERSBERICHT
Doha, 8 december 2012
Op de klimaatconferentie in Doha is een bescheiden stap
gezet op weg naar een mondiale klimaatovereenkomst
in 2015
De Europese Unie is verheugd over het vandaag op de klimaatconferentie in Doha bereikte
resultaat dat de basis legt voor ambitieuzere internationale maatregelen tegen
klimaatverandering op de korte termijn, het pad effent voor een nieuwe mondiale
klimaatovereenkomst die in 2015 moet worden gesloten en de start van de tweede
periode van het Protocol van Kyoto op 1 januari 2013 mogelijk maakt.
Connie Hedegaard, Europees Commissaris voor Klimaat: "In Doha zijn we de brug
overgestoken van de oude klimaatregeling naar het nieuwe systeem. We zijn nu goed op
weg naar een mondiale overeenkomst in 2015. Het was geen gemakkelijke en
comfortabele rit. Snel ging het evenmin. Maar we hebben de overkant gehaald. Er wachten
ons nu zeer intensieve onderhandelingen. De tijd is gekomen om vaart te maken en de lat
hoger te leggen".
Sofoclis Aletraris, de Cypriotische minister van Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en
Milieu, wiens land momenteel het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt: "Dit
pakket besluiten biedt een stevige basis om het amibitieniveau van de mondiale
emissiereductiemaatregelen tegen 2015 op te voeren. De EU zal met haar partners
samenwerken om deze kans optimaal te benutten. We keken ernaar uit in Doha concrete
voorstellen van de ontwikkelingslanden te horen om het verlies en de schade aan te
pakken die met klimaatverandering gepaard gaan, en we zijn blij met het akkoord dat hier
bereikt is om volgend jaar institutionele regelingen voor deze kwestie uit te werken".
Platform van Durban voor versterkte maatregelen
Zoals de EU heeft verzocht, is op de conferentie een werkplan voor 2013 en daarna in het
kader van het Platform van Durban overeengekomen. Het platform heeft een dubbel
mandaat: een nieuwe mondiale klimaatovereenkomst met alle landen uitwerken, die in
2015 moet worden goedgekeurd, en manieren vaststellen om ambitieuzere mondiale
emissiereducties voor 2020 te verwezenlijken teneinde de kloof te dichten tussen de
huidige uitstootverbintenissen en hetgeen nodig is om de opwarming van de aarde onder
de 2°C te houden. In het in Doha overeengekomen werkplan is een tijdschema
vastgesteld en worden thema's naar voren geschoven die in het kader van beide
werkstromen moeten worden aangepakt. Dankzij het voornemen van VN-secretarisgeneraal Ban Ki-moon om in 2014 een wereldtop over klimaatverandering te beleggen,
zullen deze werkzaamheden hoger op de politieke agenda komen.
IP/12/1342
Onderhandelingen stroomlijnen
Het proces van internationale klimaatonderhandelingen is gestroomlijnd door de
succesvolle afsluiting van de parallelle werkgroepen over het Kyotoprotocol en over
langetermijnsamenwerking in het kader van het VN-klimaatverdrag. Het Platform van
Durban wordt dus het enige onderhandelingsplatform voor de overeenkomst van 2015.
Klimaatfinanciering
De EU is ’s werelds grootste donor van officiële ontwikkelingshulp en klimaatfinanciering
voor ontwikkelingslanden. In Doha heeft de EU laten zien dat zij op koers ligt om met de
volledige 7,2 miljard euro die zij voor de snelstartfinanciering voor de periode 2010-2012
heeft beloofd over de brug te komen en heeft zij haar partnerontwikkelingslanden
verzekerd dat zij ook na dit jaar klimaatfinanciering blijft verstrekken. Verscheidene EUlidstaten en andere ontwikkelde landen hebben specifieke financieringstoezeggingen voor
2013 en in sommige gevallen tot 2015 gedaan. Een pakket financieringsbesluiten spoort
ontwikkelde landen aan de klimaatfinanciering in 2013-2015 ten minste op het
gemiddelde niveau van hun snelstartfinanciering te handhaven. Gezien de belangrijke
mitigatiemaatregelen van ontwikkelingslanden en hun transparantie over de
tenuitvoerlegging daarvan, is in de besluiten ook voorzien in de verlenging met een jaar
van een werkprogramma inzake langetermijnfinanciering, met als doel ontwikkelde landen
te helpen manieren te vinden om de klimaatfinanciering uit openbare, particuliere en
andere bronnen uiterlijk in 2020 tot 100 miljard dollar per jaar op te trekken.
Verlies en schade door klimaatverandering
In Doha is een belangrijke zorg van ontwikkelingslanden weggenomen doordat is
overeengekomen institutionele regelingen vast te stellen, zoals een internationaal
mechanisme, om met name in kwetsbare ontwikkelingslanden iets te ondernemen tegen
de met de effecten van klimaatverandering gepaard gaande verliezen en schade. Deze
regelingen zullen worden vastgesteld op de VN-klimaatconferentie die eind volgend jaar in
Warschau wordt gehouden.
2
Kyotoprotocol
De evenwichtige uitkomst van Doha heeft de EU in staat gesteld haar toezegging te
bevestigen om deel te nemen aan de tweede verbintenisperiode van het Kyotoprotocol,
die aanvangt op 1 januari 2013. Op de conferentie is een ratificeerbare wijziging
goedgekeurd waarin de regels voor de tweede periode zijn vastgesteld. De tweede periode
loopt acht jaar, zodat er geen kloof is tussen het einde ervan en de inwerkingtreding van
een nieuwe mondiale overeenkomst in 2020. Hoewel de ratificatie door de Europese
instellingen en de lidstaten waarschijnlijk meer dan een jaar zal duren, zal de EU de
wijziging toepassen vanaf 1 januari 2013.



Voor de tweede periode is de EU een emissiereductieverbintenis aangegaan die
aansluit bij haar interne streefdoel om de emissies uiterlijk in 2020 met 20 % te
verlagen ten opzichte van de niveaus van 1990, maar zij heeft de mogelijkheid
opengelaten om deze reductie tot 30 % op te voeren als de omstandigheden
meezitten. De reductieverbintenis zal gezamenlijk worden nagekomen door de EU
en haar lidstaten, Kroatië en IJsland. De streefcijfers van alle landen die aan de
tweede periode deelnemen, worden in 2014 opnieuw bekeken zodat kan worden
overwogen de lat hoger te leggen.
De EU en andere landen die streefcijfers hebben vastgesteld in het kader van de
tweede periode zullen van bij het begin van die periode toegang tot de
Kyotomechanismen behouden. Er zal een limiet op aankopen van overtollige
emissierechten ("AAU's") uit de eerste verbintenisperiode gelden. Het besluit
omvat bovendien politieke verklaringen door de EU en haar lidstaten en alle andere
potentiële kopers – Australië, Japan, Liechtenstein, Monaco, Nieuw-Zeeland,
Noorwegen en Zwitserland – dat zij geen uit de eerste periode overgedragen AAU's
zullen aankopen.
De tweede periode past in het kader van de overgang naar de mondiale
overeenkomst die in 2020 van kracht wordt. De EU inbegrepen zijn de landen die
aan de tweede Kyotoperiode deelnemen slechts verantwoordelijk voor ongeveer
14 % van de emissies wereldwijd. Hieruit blijkt andermaal dat de toekomstige
klimaatregeling maatregelen van alle landen moet omvatten.
Contact :
Stephanie Rhomberg (+32 2 298 72 78)
Isaac Valero Ladron (+32 2 296 49 71)
3
Download