Ambities in de stad De dialoogsessie leverde een aantal concrete zaken op: word meer zichtbaar als waterschap, maak water letterlijk zichtbaar voor de burgers door onderscheidende projecten en belangrijker nog: sluit aan bij initiatieven, zodat de materie nog meer gaat leven. Menno Tigelaar, wethouder in Amersfoort, Jan Hofman, locatieleider van scholengemeenschap Accent in Nijkerk en Jeroen van Westen, (landschaps)kunstenaar namen als externen deel aan de dialoog. Eén overheidsloket voor grondwater: het waterschap Hierbij wordt uitgebreid stilgestaan. Terwijl de bestuursleden er vooral op hameren dat het waterschap ‘het gezicht’ moet zijn voor zowel burger als gemeentes, wil Jan Hofman graag dat het waterschap zich voornamelijk richt op de curatieve kant van het water. ,,Gezondheid is zo erg belangrijk. Het waterschap moet daar een voorlichtende taak in hebben.” De kennis die het waterschap heeft, moet meer bekend worden, zodat het waterschap een voortrekkerspositie krijgt. Belangrijk, want grondwater is ‘de motor van de wereld’. Of zoals kunstenaar Jeroen van Westen zegt: ,,Grondwater is onze onzichtbare delta.” De kunstenaar beseft dat inwoners van Nederland in het algemeen ‘nog maar bar weinig van water weten’. Het waterschap kan helpen om kennis te delen. De samenwerking tussen waterschap en gemeentes is evident, vindt de wethouder. ,,Wij kunnen veel van het waterschap leren, maar bij ons zitten ook veel ambtenaren die veel kennis hebben die verspreid moet worden.” Als het waterschap dan uiteindelijk het loket richting burger moet zijn, dan is goede voorlichting van essentieel belang. Begin bijvoorbeeld altijd met je afvragen wat je ondergrond is. Daarna komt de vraag wat je daarmee kunt doen om grondwater zo optimaal mogelijk aan te vullen. Toch spreekt men zich nog wel kritisch uit over de communicatie van het waterschap. Burgers hebben behoefte aan kennis en duidelijkheid over het waterschap. Volgens één van de aanwezigen is er daarom een goede voorlichtingscampagne nodig richting scholen, natuurorganisaties en sportverenigingen. ,,Want het waterschap zelf is nog te vaak onzichtbaar. Dat mag veranderen.” Over zichtbaarheid gesproken: dat water zelf mag ook zichtbaar worden. Zodat burgers er veel meer betekenis aan gaan hechten. Kijk naar kosten/baten op gebiedsniveau in plaats van alleen naar eigen belangen Menno Tigelaar vindt dat het waterschap en de gemeente de laatste tijd qua samenwerking al enorm grote stappen hebben gezet. Als het om de financiën gaat, wijken het waterschap en de gemeente nogal eens af. Idealiter zouden die twee partijen hun budget veel meer op elkaar moeten afstemmen, vinden de aanwezigen, zodat je ook de gemeentelijke bouwplannen en de waterschapsplannen tegelijk kunt oppakken. En van elkaar kunt leren. De gespreksleider vat samen: ,,De diverse partijen moeten elkaar vertrouwen, versterken maar nimmer negatief verrassen.” Ook Jan Hofman vindt dat die projecten als totaalprojecten gezien dienen te worden. ,,Vroeger had je het over gras, een sloot en een straat. Volgens mij moeten we er naar streven dat die projecten vanaf de start door iedereen tegelijk worden opgepakt.” De samenhang tussen grondwater en oppervlaktewater zou daarbij veel meer en beter op elkaar afgestemd kunnen worden, vindt Jeroen van Westen. ,,Bij bouwen wordt nu onvoldoende rekening gehouden met het waterpeil.” Samenwerken is er in zijn optiek bijna niet meer bij. ,,Water is kapot gemaakt door het lukraak bouwen van steden.” Van Westen vertelt over een project waarbij diverse partijen aan een kunstzinnig waterproject werkten. In Wierden hebben gemeente, Staatsbosbeheer, waterschap én burgers samen gezeten om een project af te ronden met de naam Wendel. Bij die beek tussen Almelo en Wierden wordt door middel van een watermeander en diverse naastgelegen ‘schalen’ die vollopen bij hevige regenval, zichtbaar gemaakt wat water doet met een omgeving. ,,We zijn begonnen met een raamwerk van voorwaarden, maar we lieten helemaal open hoe dat uiteindelijk gerealiseerd moest worden. Dat zorgt voor betrokkenheid van alle partijen.” In Deventer is er een retentiegebied aangelegd, waarbij landbouwwater en grondwater in de Zandwetering bij elkaar komen. ,,Daar is de hele watercyclus te zien. Zo gaat het water ook voor burgers leven.” In een nieuwbouwwijk in Bernheze zien bewoners volgens Van Westen letterlijk wat er met de hemelwater afvoer gebeurt. Die wordt vanaf de huizen getransporteerd naar de speeltuin waar kinderen op afkomen. Ook Hofman noemt een paar projecten die de omgeving van Nijkerk biologisch gezien rijker hebben gemaakt. Eén daarvan is het natuurlijk maken van waterkanten. Die zijn inmiddels recht afgestoken en er wordt een rietkraag toegevoegd. ,,Zo interesseer je mensen voor natuur. Men vraagt zich ineens af wat de functie van dat riet is. Het is dan leuk om te vertellen dat riet er voor zorgt dat water gezuiverd wordt. Ook dat zorgt voor meer betrokkenheid bij burgers.” Je moet rationeel bezig zijn met de natuur. Want dat zorgt voor een onderdeel van je cultuur, zo meldt men. Toch: mensen willen wel veranderen, maar willen niet zelf veranderd worden. Het zijn vooralsnog dus ook de kleine projecten die scoren en daardoor aandacht van burgers genereren. Hier moet je als waterschap voor gaan, aldus Hofman. Menno Tigelaar vindt dat je bij de ruimtelijke ontwikkeling van een stad ook naar water moet kijken. ,,Naast duurzaamheid moet er wellicht een paragraaf klimaatbestendigheid toegevoegd worden.” Van Westen stelt het sterker: ,,Water is essentieel. De waterkringloop is als de bloedsomloop van nieuwe bouwprojecten. Daar moet je sowieso dus altijd rekening mee houden.” Welke houding het waterschap dan zelf moet innemen? Doe de dingen die je moet doen, maar doe ze met openheid. Zoek de burger op, presenteer het eisenpakket wanneer er een nieuw project aan komt, maar bepaal samen met externe partijen hoe dat allemaal ingevuld moet gaan worden. Dat lijkt in eerste instantie misschien meer tijd te kosten, maar uiteindelijk zal tijdwinst terugkeren, omdat er minder bezwaren gemaakt worden wanneer alle hoofden dezelfde kant uit kijken, aldus de aanwezigen. Door een ontwerp samen goed te ontwikkelen wordt het draagvlak vergroot en zorgen de partijen samen voor veel meer inbreng. ‘Klimaatadaptatie in de stad moet creatief, kunnen we dat al?’ Inmiddels wordt dan ook steeds creatiever gekeken naar projecten waarbij klimaat en water samenkomen. Jan Hofman refereert aan een peilbuisproject waarbij jongeren zien wat er met water gebeurt. ,,Zodat er meer besef komt bij jongeren hoe ze het beste met water om kunnen gaan.” Er zijn bijvoorbeeld ook redelijk simpele manieren om een buffer op te bouwen van grondwater. Wethouder Menno Tigelaar vertelt over Operatie Steenbreek. Amersfoort is één van de vijf landelijke gemeentes waarbij verharding van wegen in wijken, maar ook in particuliere tuinen, zo veel mogelijk grond tussen de tegels krijgt, waardoor hemelwater gemakkelijk afgevoerd kan worden naar het grondwater. ,,Zo zorg je ervoor dat water wat neerkomt, ook direct gebruikt wordt.” Van Westen. ,,Als je denkt dat je een probleem oplost door er eendimensionaal tegenaan te kijken en er meer geld aan te besteden, creëer je vaak een groter probleem. Nóg meer geld investeren levert een nóg groter probleem op. Terwijl out of the box-denken juist zorgt voor hele frisse inzichten. Het zijn vaak de burgers die dergelijke ideeën hebben. Betrek hen er bij.” Daar zijn alle aanwezigen het zeker over eens.