Parkinson en het preferentiebeleid Onderzoek naar problematiek omtrent het preferentiebeleid Kernpunten Uit het vooronderzoek van Ahmad blijkt dat geneesmiddelsubstitutie bij Parkinsonpatiënten vaak tot serieuze klachten of bijwerkingen leidt. Uit dit onderzoek blijkt dat de medicatie van 52% Parkinsonpatiënten gesubstitueerd is. N=123. De apotheek heeft bij 3% van de Parkinsonpatiënten, de medicatie omgezet met toestemming van de voorschrijver. N=64. Door geneesmiddelsubstitutie heeft 52% van de Parkinsonpatiënten gezondheidsproblemen ondervonden. N=64. Tekst | Fairuz Thawfiq Abstract Doelstelling In dit artikel wordt beschreven wat de aard en de omvang van het problematiek is rondom preferentiebeleid bij Parkinsonpatiënten. Het doel van dit onderzoek is achterhalen hoe vaak, bij hoeveel patiënten welke problematiek zich nu voor doet. Methode Dit onderzoek bestond uit een kwantitatieve enquête en een kwalitatieve verdieping. In totaal hebben 135 Parkinsonpatiënten de enquête ingevuld. Hiervan zijn 12 respondenten uit de data verwijderd, omdat ze niet binnen de doelgroep vielen. Daarnaast zijn zes Parkinsonpatiënten telefonisch geïnterviewd. Resultaten Uit dit onderzoek blijkt dat 52% van de Parkinsonpatiënten met geneesmiddelsubstitutie te maken heeft (N=123). Meer dan de helft van de Parkinsonpatiënten die met geneesmiddelsubstitutie te maken heeft, ondervindt gezondheidsproblemen door de substitutie. De omzetting naar een generiek geneesmiddel heeft doorgaans niet levensbedreigende consequenties, maar is in veel gevallen een duidelijke aanslag op kwaliteit van leven, blijkt uit dit onderzoek en uit de meldingen bij LAREB. Dit kan variëren van minder ernstige (misselijkheid) tot hele ernstige (enorme slaperigheid) consequenties. De apotheek heeft bij 3% van de Parkinsonpatiënten die met geneesmiddelsubstitutie te maken heeft, de medicatie omgezet met toestemming van de voorschrijver (N=64). 76% van de Parkinsonpatiënten zijn niet geïnformeerd over de mogelijke nadelige gevolgen van de omzetting door de apotheek (N=50). Conclusie De medicatie van meer dan de helft van de Parkinsonpatiënten is gesubstitueerd. Van hen heeft de helft hiervan matig tot ernstige problemen ondervonden. De apotheek heeft in 3% van de gevallen de voorschrijver om toestemming gevraagd voor de substitutie. Inleiding Volgens de handleiding geneesmiddelsubstitutie van de KNMP is bij Parkinsonpatiënten die ingesteld zijn op hun medicatie, een minutieuze dosistitratie van groot belang. Kleine verschillen in de biologische beschikbaarheid kunnen leiden tot grote gevolgen. De dosering luistert bij de Parkinsonmedicatie heel nauw. (KNMP 2013, 2013) De bevindingen uit het onderzoek van Ahmad bevestigen dat geneesmiddelsubstitutie niet altijd verantwoord is bij Parkinsonpatiënten. Sommige Parkinsonpatiënten ondervinden problemen na de substitutie van een geneesmiddel. Het substitueren van geneesmiddelen bij een stabiel ingestelde Parkinsonpatiënt gaat gepaard met risico’s op de gezondheid en het dagelijks functioneren van de patiënt. (Ahmad, 2013) Een spécialité is een merkgeneesmiddel die als eerste op de markt gebracht is door een farmaceutisch bedrijf. Een generiek is een namaak geneesmiddel die de zelfde werkzame stof, sterkte en toedieningsvorm bevat als het spécialité. Een generiek geneesmiddel is meestal veel goedkoper. (Steeg-van Gompel, Jan-Willem , & Harmsen, 2011) Verandering van een geneesmiddel kan een psychologisch effect hebben op de patiënt. Een ander uiterlijk, kleur, vorm of verpakking kan leiden tot een toename van het aantal gemelde bijwerkingen of een verslechtering van het ziektebeeld. (Roos, Craen, Leonard de Vries, & Klei, 1996) (KNMP 2013, 2013) De Parkinson Vereniging heeft Zorgbelang Gelderland gevraagd om het probleem rondom geneesmiddelsubstitutie bij Parkinsonpatiënten in beeld te brengen. Dit onderzoek is gericht op de vraag wat de aard en de omvang van de problematiek is rondom preferentiebeleid bij Parkinsonpatiënten. De onderzoeksvraag luidt als volgt: ‘Hoeveel procent van de Parkinsonpatiënten heeft bij benadering met preferentiebeleid te maken en wat zijn de effecten op de gezondheid?’ In opdracht van Zorgbelang Gelderland is door Ahmad een verkennend vooronderzoek gedaan naar de problematiek rond mensen met Parkinson en het preferentiebeleid. (Ahmad, 2013) Er is gesproken met een beperkt aantal sleutelfiguren: vier neurologen, vijf apothekers en vier Parkinsonpatiënten. Het oriënterend vooronderzoek van Ahmad bevestigt de richtlijn van de KNMP, namelijk dat het voor een aantal Parkinsonpatiënten van wezenlijk belang is vast te houden aan hetzelfde medicijn. (Ahmad, 2013) Het onderzoek van Ahmad gaf een goed beeld van de problematiek, de aantallen zijn echter te klein om een uitspraak te doen over de vraag hoe vaak, bij hoeveel patiënten welke problematiek zich nu voor doet. Het doel van dit onderzoek is daar wel een zinvolle uitspraak over te doen. 2 Methode De methode die wordt gehanteerd bij dit onderzoek is een combinatie van een kwantitatief surveyonderzoek (enquête) en een kwalitatieve verdieping. De onderzoeksvraag is kwantitatief van aard. Tevens is er al een kwalitatief vooronderzoek gedaan door Ahmad, waardoor er meer behoefte is aan een kwantitatief onderzoek. Om de kwantitatieve data beter te kunnen interpreteren, zijn zes Parkinsonpatiënten telefonisch geïnterviewd. Bij het kwantitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode. Met sneeuwbalmethode wordt er bedoeld dat er via via respondenten zijn benaderd. De enquêtevragen zijn opgesteld vanuit de deelvragen. Met behulp van de achtergrondvragen (geslacht, leeftijd, lid van de Parkinson patiëntenvereniging) in de enquête kan de representativiteit van de steekproef getest worden. De representativiteit zegt iets over de betrouwbaarheid van de data. Er is tevens gekozen voor een combinatie van open en gesloten vragen. Open vragen gaan ten koste van het aantal respondenten, omdat de respondenten minder bereid zijn om de enquête in te vullen, blijkt uit praktijk. Om deze reden bestaat de enquête voor ongeveer 90% uit gesloten vragen. (Verhoeven, 2008) Veel respons was van groot belang, om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag. Dit was mogelijk met behulp van een enquête die online stond. De Parkinson Vereniging heeft door heel het land Parkinson Cafés georganiseerd. Voor dit onderzoek is er telefonisch contact opgenomen met de contactpersonen van de 45 Parkinson Cafés in Nederland. Telefonisch is dit onderzoek toegelicht en er is gevraagd of de contactpersonen mee willen werken aan dit onderzoek. Na accordering hebben de contactpersonen van de Parkinson cafés een mail ontvangen met de link naar de enquête en een inleidende tekst over dit onderzoek. Er is gevraagd of de contactpersonen de mail door kunnen sturen naar alle Parkinsonpatiënten die ze kennen. Indien de gesprekspartner ook de ziekte van Parkinson had, is er gevraagd of ze ook de enquête willen invullen. Langs deze weg is een groot gedeelte van de respondenten benaderd. Daarnaast is de enquête uitgezet op de website van de Parkinson Vereniging, Radioparkies en deeljezorg. Via de link naar de enquête komen alle resultaten van de enquête in een Excel bestand. Vanuit het Excel bestand is er geanalyseerd. Voor de kwalitatieve verdieping zijn zes Parkinsonpatiënten, die de enquête hebben ingevuld, telefonisch benaderd. Deze zes Parkinsonpatiënten zijn willekeurig uitgekozen. In de enquête hebben deze patiënten toestemming gegeven om opgebeld te worden. Door de kwalitatieve verdieping kon er meer specifieke informatie verkregen worden, waardoor de kwantitatieve data een meerwaarde kreeg. De kwalitatieve verdieping heeft een beter beeld opgeleverd van de aard van de problematiek bij geneesmiddelsubstitutie. Voor het afnemen van de telefoongesprekken is er een vragenlijst opgesteld en vervolgens tijdens het gesprek daarop doorgevraagd. Hierdoor vond tevens een validatie plaats van de kwantitatieve gegevens. 3 Resultaten Respondenten In totaal hebben 135 Parkinsonpatiënten de enquête ingevuld voor dit onderzoek. Van het totaal aantal respondenten behoren 12 niet tot de doelgroep. Deze 12 respondenten zijn uit de data verwijderd. Bij die 12 respondenten heeft de voorschrijver met opzet de medicatie omgezet en dus niet door preferentiebeleid. Alle resultaten die hierna worden weergegeven hebben betrekking op 123 respondenten. 64% van de respondenten is man en 36% is vrouw. 83% van alle respondenten is lid van de Parkinson patiëntenvereniging. 86% van de respondenten zit tussen de 50 en 80 jaar. Voor de kwalitatieve verdieping zijn zes Parkinsonpatiënten telefonisch geïnterviewd. De leeftijden zitten tussen de 50 en 90 jaar en alle respondenten zijn lid van de Parkinson patiëntenvereniging. Parkinsonpatiënten en geneesmiddelsubstitutie Uit dit onderzoek blijkt dat 52% van de Parkinsonpatiënten met geneesmiddelsubstitutie te maken hebben (gehad). Hierbij is de medicatie van spécialité omgezet naar generiek, of van de ene generiek omgezet naar een andere generieke geneesmiddel. 52% komt overeen met 64 Parkinsonpatiënten van de totaal 123 respondenten. De overige 48% geeft aan dat de medicatie nooit is omgezet naar een geneesmiddel van een andere fabrikant. N=123. Omzetting medicatie Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de apotheek bij 92% van de Parkinsonpatiënten de medicatie heeft omgezet, naar een geneesmiddel van een andere fabrikant. De overige 8% geven aan dat ze niet weten door wie de medicatie is omgezet. N=64. In Afbeelding 1 is te zien bij hoeveel % van de Parkinsonpatiënten de specialist toestemming heeft gegeven voor de omzetting van de medicatie door de apotheek. Wat opvalt is dat slechts in 3% van de gevallen toestemming door de specialist gegeven is. Toestemming van de specialist voor de omzetting van de Parkinsonmedicatie N=64 3.2% Ja 39% 57.8% Nee Weet ik niet Afbeelding 1 Problemen door geneesmiddelsubstitutie 52% van de Parkinsonpatiënten geeft aan dat ze bijwerkingen en/of achteruitgang van het ziektebeeld hebben ondervonden na de omzetting van de medicatie. De overige 48% geeft aan, dat dit niet van toepassing was. N=64. Door een verminderde effect van de medicatie hebben de Parkinsonpatiënten een verslechtering van het ziektebeeld ondervonden, blijkt uit dit onderzoek. De Parkinsonpatiënten spreken hierdoor slechter, zijn trager geworden en hebben startproblemen. Verder zijn er meldingen gedaan in dit onderzoek waarbij bijwerkingen zijn opgetreden zoals: misselijkheid, spierproblemen, huidproblemen en bijwerkingen van psychische aard (zoals een enorme slaperigheid, vermoeidheid, depressie, angst, agressie, beroerdheid, duizelingen, hallucinaties, psychose, wanen en meer emoties). 4 Informatievoorziening door de apotheek Uit dit onderzoek blijkt dat 50% van de respondenten niet geïnformeerd zijn door de apotheek, over het feit dat hun geneesmiddel is omgezet naar een geneesmiddel van een andere fabrikant. 8% van de respondenten weet het niet meer en 42% is wel geïnformeerd door de apotheek over de omzetting van de medicatie. N=64. In Afbeelding 2 is weergegeven of de Parkinsonpatiënten toestemming hebben gegeven voor de omzetting van hun medicatie door de apotheek. Daaruit blijkt dat 54,7% aangeeft dat de apotheek niet om toestemming heeft gevraagd. Toestemming van de Parkinsonpatiënten voor de omzetting N=64 Ja 10.9% 6.3% 3.1% Nee 25% 54.7% Mij is niet om toestemming gevraagd Weet ik niet Niet ingevuld Afbeelding 2 In de enquête is de volgende vraag opgenomen: ‘Bent u door de apotheek geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de omzetting naar een geneesmiddel van een andere fabrikant?’. In Afbeelding 3 zijn de resultaten van deze vraag weergegeven. Opvallen is dat slechts 6% zegt dat ze geïnformeerd zijn over de mogelijke gevolgen van de omzetting en dat ze daar wel op moeten letten. N=50. Informatievoorziening door de apotheek over de mogelijke gevolgen van de omzetting N=50 Ik ben niet geïnformeerd over de 76% gevolgen van de omzetting. Mij is wel verteld dat ik iets anders kreeg, maar met geruststelling dat het niets uitmaakt. Ik ben wel geïnformeerd over de 18% gevolgen van de omzetting. Ik heb begrepen dat het niet anders kon. Ik ben wel geïnformeerd, wetende 6% dat het mogelijk gevolgen heeft en dat ik daar wel op moet letten. Afbeelding 3 LAREB meldingen Lareb heeft van 1995 tot heden in totaal zestien meldingen ontvangen. Bij tien gevallen gaat het om een verminderd effect of verslechtering van de symptomen van de ziekte van Parkinson. Bij de overige zes gevallen gaat het om het optreden van een of meerdere bijwerkingen na de geneesmiddelsubstitutie. (LAREB, 2013) Conclusie Voor dit onderzoek is er een onderzoeksvraag opgesteld. Het antwoord op de onderzoeksvraag is: 52% van de Parkinsonpatiënten is gesubstitueerd en de effecten zijn meer last van de bijwerkingen, verminderde effect van de medicatie en achteruitgang van het ziektebeeld door geneesmiddelsubstitutie. De helft van de Parkinsonpatiënten die met geneesmiddelsubstitutie te maken heeft, ondervindt gezondheidsproblemen. De apothekers informeren de Parkinsonpatiënten bij meer dan driekwart van de gevallen niet over de gevolgen van de omzetting. Ook wordt de medicatie in bijna alle gevallen gesubstitueerd door de apotheek zonder toestemming van de voorschrijver. 5 Beschouwing Vergelijking prevalentie Het NPCF heeft in juli 2013 een onderzoek uitgevoerd over de ervaringen van patiënten met betrekking tot de verstrekking van medicatie op recept. Daaraan hebben 11.000 patiënten met verschillende ziektebeelden deelgenomen. 55 patiënten van het totaal aantal (11.000) zijn Parkinsonpatiënten. Het NPCF heeft voor dit onderzoek een destillatie gemaakt van de onderzoeksgegevens van Parkinsonpatiënten die niet eerder gepubliceerd zijn. De subset NPCF data is vergeleken met de onderzoeksresultaten van dit onderzoek. In Afbeelding 4 is deze vergelijking weergegeven. (Haastert & Lekkerkerk, 2013) Vergelijking onderzoeksresultaten NPCF subset data Parkinson en het preferentiebeleid (dit onderzoek) 55% van de Parkinsonpatiënten heeft met preferentiebeleid te maken (gehad). N=55. 52% van de Parkinsonpatiënten heeft met preferentiebeleid te maken (gehad). N=123. 59% van de Parkinsonpatiënten zijn onvoldoende geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van het preferentiebeleid. N=64. 60% van de Parkinsonpatiënten zijn onvoldoende geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van het preferentiebeleid. N=55. 48% van de Parkinsonpatiënten hebben problemen ervaren door het preferentiebeleid. N=55. Afbeelding 4 52% van de Parkinsonpatiënten hebben problemen ervaren door het preferentiebeleid. N=64. Tevens is er naar de onderzoeksresultaten van het totaal aantal 11.000 respondenten gekeken. Opvallend is dat 55% van alle respondenten met verschillende ziektebeelden te maken hebben met het preferentiebeleid. Uit de onderzoeksresultaten van het NPCF blijkt dat de gemiddelde patiënt bijna even vaak met preferentiebeleid te maken heeft in vergelijking met de Parkinsonpatiënten. De verwachting was dat de gemiddelde patiënt veel vaker met het preferentiebeleid te maken zou hebben, in vergelijking met Parkinsonpatiënten die op de lijst van KNMP staat, waarin geneesmiddelsubstitutie ongewenst is. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de beschermde status van het KNMP niet in de praktijk blijkt. Vergelijking gevolgen Om een inzicht te kunnen krijgen in de problemen die Parkinsonpatiënten hebben ondervonden na geneesmiddelsubstitutie is in Afbeelding 5 een overzicht gemaakt van de gemelde problemen bij LAREB, onderzoek van Ahmad en in dit onderzoek. Daarnaast heeft het NPCF in hun onderzoek gevraagd of de Parkinsonpatiënten problemen hebben ondervonden na het preferentiebeleid. 17,3% geeft aan: ‘ja, ik heb grote problemen ondervonden’. 31% geeft aan: ‘ja, ik heb kleine problemen ondervonden’ en 51,7% geeft aan: ‘nee, ik heb geen problemen ondervonden’. N=29. Na dit onderzoek en na het vergelijken van de resultaten, kan ik nog geen uitspraak doen over hoe vaak de problematiek zich nu voordoet bij de Parkinsonpatiënten. Hiervoor is te weinig data beschikbaar. Wat ik wel kan concluderen is dat de problematiek kan variëren van minder ernstige gevolgen tot zeer ernstige gevolgen. 6 Problemen door geneesmiddelsubstitutie Parkinson Afname effect na substitutie: en het - Verslechtering van het preferentieziektebeeld beleid - Slechter spreken - Startproblemen (Dit onderzoek) Meer last van bijwerkingen: N=33 - Misselijkheid - Spierproblemen - Huidproblemen - Bijwerkingen van psychische aard (zoals een enorme slaperigheid, vermoeidheid, depressie, angst, agressie, beroerdheid, duizelingen, hallucinaties, psychose, wanen en meer emoties) Onderzoek Ahmad N=4 LAREB meldingen N=16 Afname effect na substitutie: - Verslechtering van het ziektebeeld - Traag worden - Slecht spreken Meer last van bijwerkingen: - Hartproblemen - Spierproblemen - Bijwerkingen van psychische aard (zoals slaperigheid, vermoeidheid, depressie, angst en agressie) Afname effect na substitutie: - Minder effect van de medicatie - Spierproblemen - Mobiliteit daling Meer last van bijwerkingen: - Hartstoornis - Vermoeidheid - Bijwerkingen van psychische aard (zoals angst, verwarring en agressief gedrag) - Buikpijn - Oedeem - Hoofdpijn - Eczeem Betrouwbaarheid en validiteit Deelnemers van dit onderzoek zijn niet geheel representatief voor de Parkinsonpatiënten in de Nederlandse bevolking met betrekking tot de leeftijd en geslacht. De respondenten zijn merendeel mannen. 83% van de respondenten is lid van de Parkinson patiëntenvereniging. De leden van de Parkinson patiëntenverenigingen kunnen meer betrokkenheid en alertheid tonen bij het gebruik van hun medicatie. De uitkomsten van dit onderzoek had wellicht anders kunnen zijn indien even veel leden als niet leden de enquête hadden ingevuld. Waarschijnlijk weten heel veel Parkinsonpatiënten niet wat preferentiebeleid is. Een gemiddelde Parkinsonpatiënt zal wellicht de problematiek niet herkennen. Het feit dat 83 % van de respondenten lid is van de Parkinson patiëntenvereniging maakt de onderzoeksgroep dus niet representatief omdat van alle Parkinsonpatiënten slechts een klein deel lid is van deze vereniging, maar maakt de resultaten wel betrouwbaarder, omdat zij meer kennis en verstand van zaken hebben over deze materie. De uitkomsten van dit onderzoek geven een goed beeld van de problematiek rondom preferentiebeleid bij Parkinsonpatiënten. De resultaten van dit onderzoek tonen overeenkomsten met de onderzoeksresultaten van de NPCF en LAREB. Hierdoor kan geconcludeerd worden dat de resultaten van dit onderzoek betrouwbaar zijn. Afbeelding 5 7 Aanbevelingen Met de bevindingen van dit onderzoek kan de Parkinson Vereniging haar belangenbehartiging vormgeven richting de apothekers en KNMP. Het is van groot belang dat de apothekers worden aangesproken door de KNMP over het feit dat geneesmiddelsubstitutie tot grote - - - problemen kan leiden bij Parkinsonpatiënten. Voor de apothekers wordt aanbevolen dat bij substitutie van de Parkinson medicatie altijd overlegd wordt met zowel de voorschrijver als de patiënt, zoals voorgeschreven door de Multidisciplinaire Richtlijn ziekte van Parkinson. (Bloem, 2008) Bibliografie Verhoeven, N. (2008). Wat is onderzoek? In N. Verhoeven, Wat is onderzoek (p. 254). Amsterdam, Nederland: Jan Willem, Sharon en Sander. Ahmad, M. (2013). Geneesmiddelsubstitutie bij de ziekte van Parkinson. Opgeroepen op 02 2014, van Parkinson Vereniging : http://www.parkinsonvereniging.nl/files/8413/8080/9278/Menal_Ahmad_2013_Parkinson.Preferentiebeleid.pdf Bloem, B. R. (2008). Multidisciplinaire richtlijn ziekte van Parkinson. Haastert, C., & Lekkerkerk, T. (2013). Meldactie ‘Ervaring met verstrekking medicijnen’ juni / juli 2013. NPCF. Utrecht: NPCF. KNMP 2013. (2013). Handleiding Geneesmiddelsubstitutie. (KNMP, Producent) Opgeroepen op 02 2014, van Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie: http://www.knmp.nl/downloads/producten-diensten/farmacotherapie/handleiding-substitutie.pdf LAREB. (2013). Substitutie van Geneesmiddelen. Nederlands Bijwerkingen Centrum , 's-Hertogenbosch. Parkinson Vereniging. (2014). Oproepen voor onderzoek. Opgeroepen op 2014, van Parkinson Vereniging : http://www.parkinson-vereniging.nl/onderzoek-en-ontwikkeling/oproepen/ Steeg-van Gompel, C., Jan-Willem , W., & Harmsen, M. (2011). Generieke geneesmiddelsubstitutie: wel of niet doen? IQ healthcare. Nijmegen: Roel Smit. Roos, P., Craen, A., Leonard de Vries, A., & Klei, J. (1996, 01). Effect of colour of drugs: systematic review of perceived effect of drugs and of their effectiveness. (A. de Craen, Producent) Opgeroepen op 02 2014, van ResearchGate: http://www.researchgate.net/publication/14217215_Effect_of_colour_of_drugs_systematic_review_of _perceived_effect_of_drugs_and_of_their_effectiveness 8