Verbeterplan Plan van aanpak Valpreventie op de afdeling Geriatrie Stageplaats: Westfriesgasthuis Afdeling Geriatrie Hoorn Werkbegeleiders: Judith Buisman en Yvonne Heddes Naam: Joyce Stuijt Studentnr: 500635116 Opleiding: HBO- verpleegkunde Studiejaar: 4e jaar Klas: 4AGZ3 Studieloopbaanbegeleiders: Jose Harmsen-Goosens en Bart van Oort Datum: 4-12-2014 Stageperiode: 4 september 2014 t/m 13 februari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 3 2. Oriëntatie en analyse .......................................................................................................................... 3 2.1 Feiten ............................................................................................................................................. 3 2.2 Actoren .......................................................................................................................................... 3 2.3 Het probleem ................................................................................................................................ 4 3. Vraagstelling/ opdracht ....................................................................................................................... 5 3.1 Precisering ..................................................................................................................................... 5 3.2 Doel van het project ...................................................................................................................... 6 4. Onderzoeksplan................................................................................................................................... 6 4.1 Deelvragen..................................................................................................................................... 6 4.2 Gegevens ....................................................................................................................................... 7 4.3 Methode en procedures ................................................................................................................ 7 5. Plan van aanpak................................................................................................................................... 8 5.1 Tijd ................................................................................................................................................. 8 5.2 Organisatie .................................................................................................................................... 9 5.3 Kwaliteit ......................................................................................................................................... 9 Informatie ............................................................................................................................................ 9 Geldzaken .......................................................................................................................................... 10 Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 10 Bijlage 1: Beoordelingsformulier ........................................................................................................... 11 1. Inleiding De aanleiding van dit document is een stageopdracht. Hiervoor wordt er een aspect van de kwaliteit van zorg in beeld gebracht om de kwaliteit te verbeteren dit ga ik presenteren aan het verpleegkundig team, daardoor bevorder ik de deskundigheid van de verpleegkundige op de afdeling Geriatrie in het Westfriesgasthuis. Ik stel daarom een plan van aanpak waaruit een einddocument met een aanbeveling volgt. Samen met mijn werkbegeleiders en afdelingshoofd heb ik het onderwerp valpreventie gekozen, omdat de valincidentie op de afdeling Geriatrie erg hoog is. Een valincident heeft vaak ook grote gevolgen voor de geriatrische patiënt. Daarom is door het afdelingshoofd een opdracht gegeven om het probleem te onderzoeken. Hieruit is de volgende hoofdvraag opgesteld: ‘’Hoe kan de afdeling Geriatrie voldoen om de protocollen over valpreventie te implementeren, te verbeteren en bij te houden, zodat het aantal valincidenten bij de geriatrische patiënt die is opgenomen op de afdeling geriatrie van het Westfriesgasthuis verminderd.’’ In dit document wordt begonnen met de feiten en de betrokken personen betreffende het probleem. Vervolgens wordt het daadwerkelijke probleem geanalyseerd en beschreven. In het volgende hoofdstuk wordt de vraagstelling uiteengezet en worden de begrippen uit de hoofdvraag gedefinieerd. Daarop volgend wordt het doel van het project beschreven. Vervolgens worden de deelvragen uitgewerkt en hoe ik deze wil gaan beantwoorden. Tot slot wordt het plan van aanpak besproken, waarin een planning en taakverdeling zijn opgenomen en hoe ik verwacht aan informatie te komen. 2. Oriëntatie en analyse In dit hoofdstuk worden de feiten, actoren en probleemstelling omschreven. Eerst wordt de incidentie van valincidentie beschreven met bijbehorende feiten. Vervolgens wordt bij de actoren omschreven welke personen en disciplines betrokken zijn bij het zorgproces. Tot slot wordt het probleem geformuleerd en verklaard. 2.1 Feiten Vallen komt veel voor en kan tot ernstige gevolgen leiden. Vallen is een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit in het ziekenhuis. Incidentiecijfers in ziekenhuizen zijn sterk afhankelijk van de afdeling waar de telling heeft plaats gehad. Ongeveer 2 tot 15% van de opgenomen patiënten maakt minimaal één val door gedurende de opname, hoewel de spreiding van de gepubliceerde incidentiecijfers enorm varieert:0,3 tot 19 per 1000 patiëntdagen. In een Nederlands onderzoek was de valincidentie 8,9 per 1000 patiëntdagen. Dit heeft te maken met het feit dat valincidenten niet of nauwelijks worden gemeten in het ziekenhuis, waardoor niet bekend is hoe groot het probleem in werkelijkheid is. 30% van de opgenomen patiënten die gevallen zijn, valt nog een keer gedurende de opname(1). 2.2 Actoren Patiënt In dit document wordt er uitgaan van kwetsbare ouderen patiënten die 70 jaar of ouder zijn die opgenomen zijn in het Westfriesgasthuis en al één of meer keer zijn gevallen en/of verhoogd risico hebben op vallen. Verpleegkundige Een verpleegkundige heeft nauw contact met een patiënt. De verpleegkundige neemt de anamnese bij de patiënt af en vraagt hierbij in de anamnese naar het valrisico van de patiënt. Als de patiënt een verhoogd risico heeft, doet de verpleegkundige een aanvraag fysiotherapie. Dit betekent KATZ-ADL van >2.De verpleegkundige moet kennis hebben van de valrisico’s en de preventieve maatregelen om het vallen te voorkomen of de kans te verkleinen past interventies aan op de risicofactoren. Bij de anamnese rijkt de verpleegkundige bij een patiënt met een verhoogd risico op vallen een folder uit aan de patiënt en naasten. Naast zorg bieden aan de patiënt en de patiënt te observeren, dient een verpleegkundige ook aandacht te schenken aan diens naasten. Een verpleegkundige biedt de patiënt en naasten voorlichting over het risico op vallen met het ontslag. Als de patiënt naar een verzorgingsof verpleeghuis gaat geeft de verpleegkundige een overdracht mee voor continuïteit van de zorg. Geriater Stelt het beleid op voor de geriatrische patiënt. Fysiotherapeut De taak van de fysiotherapeut bestaat uit het meten van fysieke beperkingen door middel van DEMMI en het meten van het valrisico door middel van TUG. Afhankelijk van de uitkomst van de screening, wordt de patiënt wel of niet in behandeling genomen door de fysiotherapie. Beoordeelt of het inschakelen van de ergotherapeut noodzakelijk is bij problemen met wassen en kleden en eten. Als dat nodig is, vraagt de fysiotherapeut aan de arts-assistent / specialist een ICC (in consult) te maken voor de revalidatie arts voor het inschakelen van de afdeling ergotherapie. De fysiotherapeut zet het beweegschema voor de patiënt in het EPD (elektronisch patiënten dossier) document “Informatie overige disciplines” en via link in verpleegkundig activiteitenplan. Als onderdeel van de fysiotherapeutische interventie kan de klinimetrie worden herhaald. Bij ontslag wordt de klinimetrie herhaald. Bij ontslag wordt de patiënt zo nodig doorverwezen en met een overdracht naar een fysiotherapiepraktijk of naar een zorginstelling(2). 2.3 Het probleem Naar aanleiding van mijn stage op Geriatrie en de stageopdracht wordt er een aspect van de kwaliteit van zorg in beeld gebracht om de kwaliteit te verbeteren. Heb ik als opdracht gekregen om het probleem betreffende de hoge valincidentie op de afdeling Geriatrie te beschrijven en dit uit te werken. Ik heb als verpleegkundig probleem gekozen, hoge valincidentie bij de geriatrische patiënt. Het onderwerp is gekozen naar aanleiding van het hoogste aantal valincidenten op de afdeling Geriatrie. Ondanks de protocollen die aanwezig zijn blijft de valincidentie hoog. In een Nederlands onderzoek van Tutuarima et al., uitgevoerd in een cohort van 720 patiënten die een beroerte hadden gehad en afkomstig waren uit 23 ziekenhuizen, was de valincidentie 8,9/1.000 patiëntdagen. In deze populatie vielen 104 patiënten (14%) tenminste één keer, en er werden in totaal 173 valincidenten gerapporteerd. Wanneer de cijfers werden uitgesplitst naar eerste en tweede valincidenten, werden cijfers van achtereenvolgend 6,2/1.000 patiëntdagen en 17,9/1.000 patiëntdagen gevonden(3). Uit onderzoek blijkt dat de meeste valincidenten in en rondom het bed plaats vinden, lopen, zitten in een stoel en wassen/ baden volgt daarna.(4) Dit komt doordat een groot deel van de tijd in bed wordt doorgebracht door patiënten in het ziekenhuis, dit zou een verklaring kunnen zijn. De meeste incidenten vonden overdagplaats. De oorzaak was meestal een intrinsieke factor. Het tijdstip wanneer de meeste valincidenten gebeuren is tussen 9 uur en 11 uur ’s ochtends en tussen 17 uur en 18 uur ’s middags. Deze tijd zijn de patiënten vaak het actiefst. In de nacht werden piektijdstippen gevonden namelijk tussen 24 uur en 1 uur en tussen 3 uur en 4 uur. Het maakt geen verschil welke dag van de week het is en had de duur van de opname ook geen invloed (5). Het probleem wat de patiënt ondervindt is het feit dat het valincident lichamelijke en psychische gevolgen kan hebben. Dit kan variëren van hematomen en kneuzingen tot hoofdletsel en botfracturen. Waarvan 10% van de valincidenten bij ouderen leidt tot ernstig letsel. De ergste complicatie is een heupfractuur. De psychosociale gevolgen kunnen zijn sociale isolatie en valangst. De angst om nog een keer te vallen is vaak bij ouderen aanwezig, waardoor ze minder gaan mobiliseren en hierdoor meer afhankelijk zijn van naasten. Dit kan hospitalisatie als gevolg hebben. Andere gevolgen zijn langere ligduur, tijdelijk plaatsje in verzorgings- of verpleeghuizen, extra diagnostisch onderzoek en eventueel chirurgisch ingrijpen. Waardoor de kosten in de gezondheidzorg stijgen(1). Het probleem op de afdeling geriatrie is dat alle protocollen voor valpreventie aanwezig zijn. Gebaseerd op de richtlijn preventie van valincidentie bij ouderen en het veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Maar de implementatie is nog niet volledig. Uit onderzoek naar implementatie van richtlijnen wordt duidelijk dat invoering van richtlijnen complex kan zijn. Onderzoek naar implementatiemethodieken geeft verder aan dat er geen goed implementatieplan bestaat dat superieur is in het bereiken van verandering. Een oorzaak van het falen, kan zijn dat veel organisaties het standpunt in nemen dat kennis iets is wat kan worden gekocht, gemeten, verspreid wordt met de veronderstelling dat het dan juist en efficiënt zal worden toegepast in de praktijk. Dit is vaak niet zo. (1) Op de stageafdeling geriatrie wordt het protocol niet volledig uitgevoerd. Dit kan komen doordat het protocol niet goed is geïmplementeerd op de afdeling. Waardoor de valincidentie hoog is op de afdeling. Aan de hand van een enquête kom ik er achter welke punten van het protocol nog niet goed geïmplementeerd zijn. 3. Vraagstelling/ opdracht Vanuit de stage is de opdracht om een verpleegkundig probleem over het hoog aantal valincidenten te beschrijven. Het verpleegkundige probleem speelt zich af in de setting van een perifeer ziekenhuis. Tijdens de lessen risicomanagement is het onderwerp valincidentie ter sprake gekomen. Ik heb mij verdiept door middel van de cursus risicomanagement. Uit het aantal VIM (incident melding) blijkt in de maand oktober van de acht VIM meldingen, zes valincidenten gemeld te zijn. Uit cijfer van het ziekenhuis blijkt dat de afdeling geriatrie het hoogst aantal valincidenten heeft. Daarom is de volgende hoofdvraag opgesteld: ‘’Hoe kan de afdeling geriatrie voldoen om de protocollen over valpreventie te implementeren, te verbeteren en bij te houden, zodat het aantal valincidenten bij de geriatrische patiënt op de afdeling geriatrie van het Westfriesgasthuis verminderd.’’ Aan de hand van deze hoofdvraag wordt er een advies gegeven aan de afdeling. De opdracht van dit verbeterplan is het verwerven van competenties en deze te vertalen naar de praktijk op micro-, meso- en macroniveau en op evidence gebaseerde inzichten. Om onduidelijkheden over de definitie van bepaalde begrippen te voorkomen, worden deze onder het kopje ‘precisering’ in paragraaf 4.1 vermeld. 3.1 Precisering De volgende begrippen uit de hoofdvraag worden kort toegelicht, zodat er gedurende het gehele project dezelfde definitie wordt aangehouden en onduidelijkheden kunnen worden voorkomen. Implementeren: In de praktijk brengen, in gebruik nemen, toepassen, uitvoeren waarbij betrokkenheid en motivatie van werknemers om de verandering daadwerkelijk voor elkaar te krijgen erg belangrijk. (6) Valincidentie of val: een onbedoelde verandering van de lichaamspositie, die resulteert in het neerkomen op de grond of een ander lager niveau’. (1) Geriatrische patiënt: Ouderen met meerdere aandoeningen tegelijk. Vaak gaat het om een combinatie van lichamelijke, psychische en sociale problemen.(7) Afdeling Geriatrie: een medisch specialisme voor kwetsbare ouderen. Onder kwetsbare ouderen wordt verstaan: een specifieke conditie bij ouderen die geassocieerd wordt met vooral fysiek functieverlies. Functieverlies wordt geassocieerd met veroudering, beperking en multimorbiditeit. Kwetsbare personen zijn vaak oud en hebben meer dan één chronisch aandoening, meer lichamelijke beperkingen en een slechtere gepercipieerde gezondheid. (1,7) 3.2 Doel van het project Het doel is bij de patiënt geen functie verlies optreed tijdens de ziekenhuisopname door een valincident tijden het verblijf in het ziekenhuis door middel van verpleegkundige interventies te voorkomen of de kans verkleinen op de afdeling. Het doel is de verpleegkundige een advies geven hoe zij de kans op valincidenten kunnen verkleinen door de protocollen over valpreventie goed te implementeren, verbeteren en bij te houden op de afdeling. En daarmee het valincidentie te verlagen. 4. Onderzoeksplan Om de hoofdvraag juist te kunnen beantwoorden, zijn er deelvragen opgesteld die samen antwoord zullen geven op de hoofdvraag. Bij elke deelvraag wordt er een korte toelichting gegeven hoe het antwoord op de deelvraag wordt gevonden en volgens welke methode/procedure dit zal zijn. 4.1 Deelvragen ’Hoe kan de afdeling geriatrie voldoen om de protocollen over valincidentie te implementeren, te verbeteren en bij te houden, zodat het aantal valincidenten bij de geriatrische patiënt die is opgenomen op de afdeling geriatrie van het Westfriesgasthuis verminderd.’’ Welke protocollen zijn er aanwezig? Bij deze deelvraag ga ik na welke protocollen er op de afdeling geriatrie aanwezig zijn over valincidentie. Zijn de verpleegkundige op de hoogte van de protocollen en past iedereen ze juist toe? Als er protocollen over valincidentie zijn op de afdeling geriatrie ga ik na wat iedereen weet over die protocollen en in hoeverre de verpleegkundige deze protocollen toepassen in de praktijk. Om deze deelvraag te beantwoorden vindt er een enquête plaats. Zodat er een goed beeld komt of iedereen op de hoogte is van de aanwezig protocollen over valincidentie en in hoeverre de verpleegkundige deze protocollen toepassen. Wat mist er in de protocollen over valincidentie? Ik ga kijken of deze nog up to date zijn en of ze overeen komen met de richtlijn en wat er eventueel aangepast kan worden aan de protocollen. Hoe krijgt je de protocollen over valincidentie geïmplementeerd op de afdeling geriatrie? Bij deze deelvraag wordt gezocht naar wetenschappelijke literatuur hoe je het beste een protocol kunt implementeren op de afdeling geriatrie. In de richtlijn staat een EFQM- model beschreven die kan helpen bij het implementeren van een richtlijn/protocol. Maar is dit ook de beste manier om het zo goed mogelijk geïmplementeerd te krijgen om de afdeling of spelen er ook nog andere factoren een rol. Dit wordt onderbouwen met literatuur. Wat is het EFQM- model Bij deze deelvraag wordt er gezocht naar informatie over wat het EFQM-model inhoud. Waar het voor gebruikt wordt. En hoe het gebruikt kan worden op de afdeling geriatrie. Welke invloed heeft het EFQM- model op de implementatie? Hiervoor wordt er gekeken wat voor invloed het EFQM-model heeft op de implementatie. Hoe effectief is het EFQM-model op de implementatie van de protocollen over valincidentie. En als de protocollen goed geïmplementeerd zijn wat heeft dit dan voor invloed op het aantal valincidenten op de afdeling? Wat zijn de mogelijke gevolgen van implementatie? Er wordt beschreven wat de gevolgen zijn van de implementatie op de valincidentie. Er wordt gekeken naar de gevolgen van de patiënt en minder valincidenten. Hierbij kan er worden gekeken van de gevolgen van een goede implementatie op micro-meso en macroniveau. Zijn er al eerder oplossingen en verbetermaatregelen bedacht, welk effect hebben deze gehad? Deze vraag kan beantwoord worden door dit na te vragen aan de verpleegkundige die over de VIM meldingen en over de valincidenten gaat. Door middel van een interview kan deze deelvraag worden beantwoord. Om in kaart te brengen of er verbetermaatregelen bedacht zijn en of deze al toegepast zijn. En of de verbetermaatregelen effect hebben gehad op het aantal valincidenten op de afdeling. 4.2 Gegevens De gegevens die nodig zijn om de deelvragen volledig te kunnen beantwoorden zijn kennis over: • De protocollen over valincidentie • De richtlijn over valincidentie • De patiënten categorie • De beste manier op een protocol te implementeren • Het EFQM- model • Wat weten de verpleegkundige over de protocollen • Toepassing van protocollen • Gevolgen van implementatie van een protocol 4.3 Methode en procedures Welke methodes en procedures zijn gebruikelijk om de gegevens te verzamelen en deelproducten te realiseren? Verpleegkundige en medische Richtlijn, via diliguide Richtlijn met betrekking tot valincidentie bij ouderen. Wetenschappelijke artikelen in Pubmed, Cochrane P valincident geriatrische patiënt I preventieve interventies C verminderen/ verkleinen valincidentie O implementeren protocol die bijdraagt aan verminderen van valincidentie Zoektermen: fall incident geriatricpatient, preventiveinterventions, implementation, reduce risk of falling. Interviews die een verdieping kunnen geven aan de deelvragen, deze interviews zullen worden uitgevoerd na literatuuronderzoek. De betrokkenen die geïnterviewd zullen worden zijn: - Alle collega’s van de afdeling geriatrie in het Westfriesgasthuis - De collega die over valincidenten en VIM meldingen gaat 5. Plan van aanpak 5.1 Tijd Het is de bedoeling dat het advies van het kwaliteitsverbeterplan tijdens de stage wordt afgerond. Het is van belang dat er aan een strakke tijdsplanning gehouden wordt. Één keer in de twee weken is er een studiedag ingeplant waarin er aan het plan van aanpak gewerkt kan worden. Verder is het de bedoeling dat het advies wat uit het plan van aanpak naar voren komt gepresenteerd wordt op de afdeling, hiervoor moet een datum ingeplant worden. Tussendoor kunnen er vragen worden gesteld aan de werkbegeleiders en kan er gemaild worden voor vragen of advies. Er wordt een logboek bijgehouden zodat er wordt bijgehouden hoeveel uur er aan het plan van aanpak besteed is. Het plan van aanpak verslag en presentatie wordt beoordeeld met het zelf ontworpen feedbackformulier. Het moet beide met een voldoende beoordeeld zijn om leerdoel 4: ‘In week 8 breng ik een aspect van de kwaliteit van zorg in beeld om de kwaliteit te verbeteren dit ga ik presenteren aan het verpleegkundig team, daardoor bevorder ik de deskundigheid van de verpleegkundige op de afdeling Geriatrie in het Westfriesgasthuis’, te kunnen behalen. In onderstaande tabel is de tijdsplanning opgenomen met de deadlines en belangrijke data. Datum Wat? Verdere informatie 17-11-13 Oriënteren onderwerp. - 31-10-14 Hoofd en deelvragen maken en laten goedkeuren door werkbegleider Na ontvangen feedback, eventueel aanpassen. 07-11-14 Startdocument inleveren en enquête vragen inleveren - 14-11-14 Startdocument definitief inleveren en enquête Wachten op een ‘go’ of een ‘no go’. Week 48 Enquête afnemen bij collega’s - 21-11-14 Deelvragen beantwoord, Conclusie trekken uit enquête - 27-11-14 aanbeveling formuleren vanuit de deelvragen en enquête. - 31-12-14 aanbeveling verslag inleveren en feedback vragen. - 7-12-14 Feedback aanpassen - 7-12-14 Inleveren definitief aanbeveling verslag, datum plannen presenteren advies. - 13-12-14 Powerpoint en feedbackformulier voor presentatie maken - 13-12-14 Powerpoint en feedbackformulier laten nakijken - 5.2 Organisatie Dit verbeterplan wordt gemaakt door één persoon. Er is daarom geen samenwerkingscontract opgesteld. Wel zijn er afspraken gemaakt en deadlines gesteld. Deze staan vermeld in het plan van aanpak. 5.3 Kwaliteit Op het product aan de eisen te laten voldoen die in het beoordelingsformulier staan vermeld zijn de volgende eisen hanteert: - Overzichtelijke deadlines die haalbaar zijn met een kleine mogelijkheid om af te wijken voor onvoorziene omstandigheden. - De werkbegeleider wordt op de hoogte gehouden van de voorgang van het verslag - Minimaal een week voor de eerste inleverdatum van het plan van aanpak moet het plan van aanpak af zijn. De kwaliteitscriteria er gehanteerd worden: Er wordt gezorgd dat het plan van aanpak en advies aan de eisen, zoals deze staan vermeld op het zelfontworpen feedbackformulier voldoet. Ook wordt de feedback van de werkbegeleider meegenomen in het advies en wordt als kwaliteitscriteria gesteld. Bewaken van kwaliteit van de producten: - Er wordt regelmatig gecheckt waarmee ik bezig ben als er wordt gewerkt aan een onderdeel. Wijkt het niet te veel af van het onderwerp? Is dit relevant voor de hoofdvraag? Etc. - Door het plan van aanpak is er een planning wanneer wat gedaan wordt. Dit behoudt de kwaliteit doordat er een richtlijn wordt aangehouden. Informatie Om de informatie/producten goed te bewaren wordt er gebruik gemaakt van een USB-stick en dropbox.com. Hier worden alle documenten geplaatst die betrekking hebben tot het plan van aanpak. Via de mail is het mogelijk om contact op te nemen met de werkbegeleiders. Geldzaken Er worden kosten gemaakt voor dit verbeterplan. Namelijk een deelname aan het landelijke valsymposia. Deze kosten bedragen €95 euro en worden vergoed door de stage instelling. Daarnaast verwacht ik geen kosten. Literatuurlijst 1 Praktijkgids kwetsbare ouderen. 2009. http://www.vmszorg.nl/_library/5540/web_2009.0104_praktijkgids_kwetsbare_ouderen.pdf geraadpleegd 29 oktober 2014 2 Vegte M van der. Preventie valincidenten bij ouderen. 2004. http://apwfg16/portal/skin/default.aspx geraadpleegd 1 november 2014. 3 Tutuarima JA, Meulen JHP van der, Haan RJ de, Straten A van, Limburg M. Risk factors forfalls of hospitalizedstroke patients. Stroke 1997;28:297-301. 4 Vassallo M, Amersey RA, Sharma JC, Allen SC. Falls on integratedmedicalwards. Gerontology 2000;46:158-62. 5 Halfon P, Eggli Y, Melle G van, Vagnair A. Risk of fallsforhospitalizedpatients: a predictive model based on routenilyavailable data. J ClinEpidemiol 2001;54:1258-66. 6 Mandenmakers J. Succesvol implementeren, hoe doe je dat? 2014. http://oi.nl/succesvolimplementeren.html Geraadpleegd 29 oktober 2014 geraadpleegd 29 oktober 2014. 7 Introductieboekje afdeling klinisch geriatrie en neurologie. 2014. geraadpleegd 29 oktober 2014. Bijlage 1: Beoordelingsformulier 1. Algemeen 1.1 De student kan de plaats van de 5 vormen van deskundigheidsbevordering binnen de stageafdeling beschrijven, verklaren en aan anderen uitleggen. 1.2 Het geheel ziet er professioneel en verzorgd uit (lettertype, lay-out, omslag) 1.3 Bronvermelding is via de Vancouverstijl 2. Stappenplan: voorbereiding 2.1 De beschrijving van de huidige praktijk van de stageafdeling is correct. 2.2 In het stappenplan is verantwoord waarom de student voor deze praktijkopdracht heeft gekozen. 2.3 De door de student geformuleerde beoordelingscriteria / kwaliteitseisen zijn adequaat. 2.4 Het probleem wordt eerst vanuit relevante perspectieven (vanuit de patiënt, de medewerkers, organisatie, wettelijke bepalingen etcetera) geanalyseerd, voordat oplossingen ontwikkeld worden. 2.5 De doelstelling is duidelijk geformuleerd en bevat een analyse van de opdracht. 2.6 De methoden zijn geschikt om de hoofd- en deelvragen te beantwoorden. Deelvragen zijn beschreven en zijn relevant en leiden tot een antwoord op hoofdvraag 3. Stappenplan: planning en uitvoering 3.1 De resultaten van de praktijkopdracht heeft meerwaarde voor de afdeling 3.2 Het document bevat een globaal plan van aanpak, hierin wordt een informatieverzamelplan beschreven waarin onder meer literatuur en andere informatiebronnen die gebruikt worden op de hoofd- en deelvragen te beantwoorden. 3.3. Informatiebronnen zijn specifiek beschreven. 3.4. Het document bevat een tijdsplanning 3.5. Het evaluatierapport of verbeterplan is op een adequate manier ingebracht in een teamoverleg 3.6. De presentatie is uitgewerkt en gepresenteerd in een PowerPoint 4. Beroepshouding 4.1 De student heeft bij de uitvoering van de praktijkopdracht rekening gehouden met de beleving van de patiënt / cliënt. 4.2 De student heeft bij de uitvoering van de praktijkopdracht het afdelingsbeleid met betrekking tot deskundigheidsbevordering betrokken. 4.3 De student heeft bij uitvoering van de praktijkopdracht rekening gehouden met de beleving van de verpleegkundige.