NIKIM nationaal informatie- en kenniscentrum integrative medicine De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft voorspeld dat het aantal mensen in de westerse wereld dat zal komen te overlijden door een hart- of vaatziekte zal stijgen van 17,1 miljoen in 2004 naar 23,4 miljoen in 2030. Ook al krijgen patiënten dezelfde medische behandelingen, zij blijken een verschillend ziektebeloop te hebben. Uit onderzoek is gebleken dat angst, depressie en persoonlijkheid hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Door: Karlien Bongers, chirurg, bestuurslid NIKIM Gezond opgroeien A ngst en depressie komen vaak in combinatie voor en worden emotionele stoornissen genoemd. Cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) laten zien dat in Nederland 700 tot 800 duizend mensen een depressieve stoornis hebben en hetzelfde aantal een angststoornis. Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in ons land. Zij blijken nauw samen te hangen met lichamelijke ziekten. Emotionele stoornissen komen veel vaker voor bij mensen met een lichamelijke ziekte. Deze verhogen het risico op lichamelijke ziekten en hebben een negatieve invloed op het verloop van lichamelijke ziekten. Het Center of Research on Psychology in Somatic diseases (CoRPS), een onderzoeksgroep van de Universiteit van Tilburg, doet onderzoek naar het verband tussen depressie, angst en hartziekten. Doel is de behandeling van mensen met hartziekten die een emotionele stoornis hebben te verbeteren. De uitkomsten van het onderzoek suggereren dat hoe eerder angst onderkend en behandeld wordt, des te kleiner is de kans op een hartziekte. Emotie en gevoel Hoewel in het dagelijks spraakgebruik onder emotie en gevoel vaak hetzelfde wordt verstaan, blijkt uit biopsychologisch onderzoek dat het toch zinvol is deze begrippen te scheiden. Emoties in biologische zin zijn affectieve reacties die worden gereguleerd door het limbisch systeem in de hersenen. Een emotie in strikte zin duurt niet langer dan 15 seconden. Door straffen en belonen kunnen de uitkomst van de regulering van emoties bekrachtigd worden. Gevoelens kunnen gepaard gaan met lichamelijke reacties, zoals zweten of een versnelde hartslag bij angst. Volgens sommige theorieën, zoals die van James Lange, is het zelfs zo dat gevoelens niets anders zijn dan bewustwordingen van lichamelijke reacties. De reactie op een emotie hoeft niet gepaard te gaan met een gevoel. Een gevoel is namelijk de bewuste reflectie van een emotie. Of, anders gezegd, een gevoel is de expliciete beleving van de lichamelijk reacties die tijdens een emotie automatisch worden opgeroepen. Om een gevoel te kunnen ervaren is dus invloed van onze prefrontale cortex nodig. De bewuste beleving van prikkels uit de omgeving, waaronder dus ook affectieve prikkels, loopt van het limbisch systeem naar de prefrontale cortex en wordt beïnvloed door gedachten. Ook dit reguleringssysteem kan worden beïnvloed door straffen en belonen. Communicatie De eerste jaren van ons leven blijken cruciaal voor ons emotionele leren. We ontdekken hoe we onszelf voelen en hoe anderen op ons reageren. We leren denken over onze emoties, welke keuzen we hebben om met onze emoties, gedachten en gevoelens om te gaan en hoe anderen reageren op onze gekozen strategie. Zoals de rationele geest zich uitdrukt in woorden, zo is de uitdrukkingswijze van emoties over het algemeen non-verbaal. Uit communicatieonderzoek blijkt 90% van een emotionele boodschap non-verbaal te zijn. Kinderen die goed zijn in het interpreteren van non-verbale boodschappen blijken onafhankelijk van hun IQ betere schoolresultaten te behalen. Het leren begrijpen van non-verbale boodschappen begint direct na de geboorte. De mate waarin een ouder of verzorger het eigen gedrag kan afstemmen op de emotionele uitingen van het kind, bepaalt of het kind zich in zijn behoeften begrepen voelt of juist niet. Als een ouder consequent niet bij machte is empathie te hebben voor een bepaalde emotie bij het kind, bijvoorbeeld tranen of de behoefte aan een knuffel, dan gaat het kind vermijden deze emoties te tonen of zelfs bewust te voelen. Daarnaast speelt een rol dat kinderen leren door gedrag van ouders of verzorgers te kopiëren. Drie maanden oude baby’s van depressieve moeders zijn bijvoorbeeld angstiger, verdrietiger, minder spontaan en minder nieuwsgierig dan baby’s van niet depressieve moeders. En als een ouder consequent niet reageert op activiteiten van het kind wordt het kind passiever. Basisdrijfveren Geen enkele ouder of verzorger doet het helemaal goed als het gaat om herkennen van emoties en behoeften van het kind, laat staan dat de reactie erop altijd ondersteunend zal zijn. Hierdoor ontwikkelen wij als mensenkinderen drie basisdrijfveren die ons motiveren onze doelen te bereiken en richting geven in ons leven: 1) Woede 2) Angst en 3) Behoefte aan waardering. Deze worden ook wel negatieve emoties, belemmerende emoties of “ego driven emotions” genoemd. De drie basisdrijfveren zijn bij iedereen in meer of mindere mate te herkennen, hoewel we ons er vaak niet van bewust zijn dat we ons erdoor laten leiden. Uiteindelijk leidt het doel dat je bereikt door één van deze drie drijfveren niet tot blijvend geluk. Een voorbeeld. Stel je begint een relatie omdat je verliefd bent op iemand. Je zegt dat je van die iemand houdt en altijd bij elkaar wilt blijven. Je verborgen drijfveer echter is je angst om alleen achter te blijven. Hoewel je geniet van de relatie, blijf je bang. Uiteindelijk zal je je partner steeds meer gaan claimen en wat je partner ook zegt of doet, het zal nooit genoeg zijn je (onbewuste) angst op te lossen. De enige die werkelijk iets aan je angst kan doen ben jijzelf. Therapie Gelukkig hebben we in ons later leven mogelijkheden om onze eigen weg te vinden om om te gaan met emoties. Bijvoorbeeld door het aangaan van gesprekken met een therapeut. De resultaten van deze therapie zijn echter niet altijd afdoende. Een deel van de bron van je angst is immers non-verbaal aangeleerd en dus met woorden en gedachten niet af te leren. In de psychiatrie is ondertussen herkend dat heftige emotionele gebeurtenissen, vooral indien betrokkene geen controle had, levendige herinneringen worden in het emotionele controle systeem: de posttraumatische stress stoornis (PTSS). PTSS was jarenlang een zeer therapie resistente aandoening tot dat eind jaren tachtig door Shapiro de Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) techniek werd geïntroduceerd. Hoewel er veel wetenschappelijk onderzoek naar is verricht, is nog niet goed bekend waarom EMDR werkt. Niettemin staat EMDR voor de behandeling van PTSS in de categorie van therapieën met de hoogste effectiviteit. Een aan EMDR verwante techniek is de Emotional Freedom Technique (EFT) waarbij belemmerende emoties als het ware uit je systeem worden geklopt. Met andere woorden: het reguleringscircuit van belemmerende emoties wordt veranderd met behulp van stimulatie van bekende acupressuurpunten. Het grote voordeel van deze techniek is dat het door iedereen te leren is en je het op jezelf kunt toepassen. Eerste wetenschappelijke onderzoeken naar de effectiviteit van EFT laten een bemoedigd resultaat zien. Ik stel voor om te onderzoeken of EFT onderwijs aan opgroeiende kinderen niet een middel is om kinderen al in een vroeg stadium te leren omgaan met emoties waardoor psychische en lichamelijke ziekten op latere leeftijd kunnen worden voorkomen. < www.nikim.nl Referenties - “Emotionele intelligentie, emoties als sleutel tot succes”; Daniel Goleman; Olympus 2004 -“EFT van A tot Z”; Gabriëlle Rutten en Henk van Veen; Gopher 2009