Schiedam en het Grotestedenbeleid Achtergrond Het Grotestedenbeleid is een gezamenlijk beleid van de rijksoverheid en de steden. Verantwoordelijk is de minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties t.w. minister Pechtold. Een groot aantal ministeries zijn hierbij betrokken zoals BZK, VROM, Justititie, OC&W, VWS. In totaal maken 31 steden deel uit van het Grotestedenbeleid. Dit zijn naast de 4 grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht nog 27 middelgrote steden Schiedam is er één van. Doel van het Grotestedenbeleid is om tot krachtige en bloeiende steden komen waar burgers zich thuis voelen en waarbij burgers trots op hun stad zijn. Het Grotestedenbeleid is vanaf 1994 in uitvoering. In de beginfase waren er 15 steden betrokken. Een aantal steden waaronder Schiedam is later betrokken geraakt. Schiedam heeft zich actief ingezet om deel uit te maken van het Grotestedenbeleid. Schiedam is vanaf 1998 betrokken in het Grotestedenbeleid. Aanpak Uitgangspunt voor het Rijk is dat de steden zelf verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beleid. Het Rijk stelt middelen voor 5 jaar beschikbaar. De steden stellen meerjarige ontwikkelingsprogramma’s op en geven daarbij aan welke prestaties geleverd worden. Na 5 jaar worden de middelen en de prestaties verantwoord. De inzet van het Grotestedenbeleid is heel breed. De aanpak loopt via 4 pijlers: 1. De economische pijler De economische pijler betreft de vraag naar en het aanbod van arbeidsplaatsen. De economische vitaliteit van de steden is cruciaal voor de vernieuwing en revitalisering van de steden. Vergroting van het aantal arbeidsplaatsen biedt meer mogelijkheden om mensen aan een juiste baan te helpen. Kleine en middelgrote bedrijven spelen een belangrijke rol in de steden bij de groei van het aantal arbeidsplaatsen. De praktijk laat zien dat juist deze bedrijven nieuwe banen creëren. Aan de andere kant worden werkzoekenden en jongeren geschoold waardoor zij eerder een baan kunnen vinden. 2. De fysieke pijler De fysieke pijler richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van de woningvoorraad, de inrichting van nieuwe bedrijfsterreinen, de herstructurering van oude woonwijken en bedrijfsterreinen alsmede het verbeteren van de verkeers- en vervoersinfrastructuur van de stad. De maatregelen in het kader van de fysieke pijler betreffen veelal (bouw- en verkeerskundige) ingrepen in de (bestaande) stedelijke structuur. 1 3. De sociale pijler De sociale pijler richt zich op het versterken van de sociale infrastructuur. Het betreft maatregelen gericht op het bevorderen van de maatschappelijke participatie van alle bevolkingsgroepen alsmede de sociale cohesie (omgang) tussen deze bevolkingsgroepen. Veel verschillende maatregelen vallen onder de sociale pijler. Genoemd kunnen o.a. worden de activiteiten die in het kader van het ouderenbeleid (hulp- en zorgverlening), jongerenbeleid (aanbod jongerenactiviteiten) en integratiebeleid worden ondernomen. 4. De pijler veiligheid Met de opkomst van Pim Fortuyn en de LPF heeft het thema veiligheid extra aandacht gekregen en heeft als aandachtsveld een belangrijke plaats gekregen. De pijler veiligheid is daarom toegevoegd aan het Grotestedenbeleid. Het betreft zaken zoals de beveiliging van riscicogebieden bijv. de stationslocaties in Schiedam, extra toezicht in openbare gebieden (lichtblauwe brigade), de aanpak van veelplegers en huiselijk geweld. Daarnaast krijgt preventie d.w.z. het voorkomen van criminaliteit en onveilige situaties voorname aandacht in het GSB. Resultaten Grotestedenbeleid tot nu toe Mede dankzij het Grotestedenbeleid heeft Schiedam de afgelopen jaren de nodige vooruitgang geboekt. De continue en meerjarige aanpak begint zijn vruchten af te werpen. De uitvoeringsprogramma’s van het meerjarige ontwikkelingsprogramma (MOP) staan vast in de begroting en worden consequent uitgevoerd. Dit werkt positief voor de continuïteit van het beleid. De koers wordt niet veranderd en is niet onderhevig aan ad hoc beslissingen. Hierdoor worden na verloop van tijd de resultaten en effecten zichtbaar. De verantwoording van de resultaten aan het Rijk van de resultaten over de afgelopen periode 2000 – 2004 laten dit duidelijk zien. Voor de eerder genoemde pijlers kunnen voor Schiedam de volgende resultaten genoemd worden: Economie: werk, arbeidsmarkt en inkomen Schiedam heeft een gunstiger werkgelegenheidsontwikkeling gehad dan de regiogemeenten. Over de totale periode 2000 - 2004 is het aantal bij het Centrum voor Werk en Inkomen ingeschreven werkzoekenden afgenomen van 5068 naar 4125 (per 1 januari 2005). Het aantal burgers (18 - 65 jaar) met een bijstandsuitkering is over de gehele periode 2000 2004 continu gedaald t.w. 3440 (per 1-8-1999) naar 2546 (1-1-2004). Gunstig is ook de werkloosheidsontwikkeling geweest voor de langdurig werklozen, lager opgeleide en jonge werkzoekenden (15 - 24 jaar). De werkloosheid van deze groep werkzoekenden is zowel in relatieve (aandeel van het totaal aantal ingeschreven werkzoekenden) als absolute zin afgenomen. Het aantal arbeidsplaatsen is gestegen van 24.500 in 1999 naar 27.931 in 2004. Schiedam heeft beter gepresteerd dan de regiogemeenten. Tot slot kan op het gebied van de inkomensontwikkeling geconstateerd worden dat er sprake is van een lichte stijging. Hierbij geldt dat de inkomensontwikkeling in Schiedam gunstiger is dan in de regiogemeenten. Geconstateerd kan worden dat de inkomensontwikkeling in Schiedam zich steeds meer naar het landelijk gemiddelde beweegt. 2 Fysiek: wonen Op het gebied van het wonen heeft Schiedam de afgelopen periode een aantal forse stappen gezet in de richting van een evenwichtiger woningvoorraad. Het aantal koopwoningen is in de periode 2000 - 2004 gestegen van 28% naar 42% eind 2004 en is inmiddels doorgestegen naar 43,7%. Hierdoor wordt het beter mogelijk om de midden- en hogere inkomens aan de stad te binden terwijl er voor de Schiedammers met lagere inkomens voldoende goedkope huurwoningen beschikbaar blijven. De verhuisanalyses van het bureau Onderzoek en Statistiek laten zien dat de instroom van kwetsbare groepen woningzoekenden vanuit de regio, mede ten gevolge van de fysieke herstructurering, tot stilstand gekomen is. Dit verruimt de mogelijkheden voor de Schiedamse werkzoekenden. De herstructurering in Nieuwland en Groenoord ligt op schema. Positief is dat met name de bewoners van Nieuwland in het leefbaarheidsinderzoek2004 positiever oordelen over het woon- en leefklimaat en weer vertrouwen uitspreken in de toekomst. Nieuwland scoort op nagenoeg alle punten positiever. De gekoppelde inzet van het sociale programma Nieuwland aan Zet en de fysieke herstructurering, met actieve inzet van bewoners, heeft dit tot stand gebracht. Sociaal: sociale infrastructuur, leefbaarheid en veiligheid Een groot aantal projecten wordt in dit kader o.a. uitgevoerd: opvang dak- en thuislozen; lokaal zorgnetwerk; inburgering nieuw- en oudkomers; integratiebeleid (o.a. project voor allochtone vrouwen, mentoraatsprojecten, antilliaan huisvestings- en scholingsproject Mi Kas Nobo); brede school en onderwijsachterstandenbeleid; culturele jongerenactiveiten (X-change); sport in de wijk / Thuis op straat; voorbereidingen meldpunt huiselijk geweld met openstelling hiervan in 2005. Op het gebied van de leefbaarheid en veiligheid zijn de resultaten van het Grotestedenbeleid minder positief dan op het gebied van de economie en het wonen. De scores voor de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte blijven achter bij die van de andere GSB-steden. De leefbaarheidsonderzoeken laten zien dat Schiedam minder scoort m.b.t. zaken van schoon, heel en veilig. De burgers vinden dat er teveel rommel op straat ligt , te vaak straten opengebroken zijn cq. paaltjes kapot zijn of scheef staan en dat burgers te weinig op elkaar betrokken zijn (sociale cohesie). Om de leefbaarheid en veiligheid voor de burgers te verbeteren worden in de periode 2005 – 2009 van het Grotestedenbeleid aangesloten bij ideeën en initiatieven van burgers (zoals Tien voor Schiedam) van burgers. In het kader van de sociale wijkaanpak zijn hiervoor in het Grotestedenbeleid extra middelen opgenomen en is in het met Rijk door de gemeente 3 afgesloten convenant een procesafspraak opgenomen dat burgers hierbij actief betrokken worden De gemeente wil met de onlangs gereedgekomen kadernota 'wijkgericht werken' hier, tezamen met de burgers en partners in de wijken, uitvoering aan geven. Immers zonder de inzet en betrokkenheid van de burgers en partners is een succesvolle uitvoering van het Grotestedenbeleid 2005 - 2009 niet mogelijk. Oordeel Rijk over resultaten Schiedam Ook het Rijk heeft inmiddels een positief oordeel gegeven. In de brief van 21 februari 2006 stelt Minister Pechtold, de minister van het Grotestedenbeleid dat Schiedam zowel wat betreft de ontwikkeling van het MOP 2005 – 2009 alsmede de verantwoording van de resultaten van het MOP 2000 – 2004 goed werk heeft geleverd. Het Rijk constateert dat uit de verantwoording naar voren komt dat de GSB-aanpak goed ingevoerd is in de ambtelijke organisatie. Zeer positief wordt het lerend vermogen gevonden zoals dat uit de beschrijving blijkt. Daarnaast is het Rijk positief dat op sociaal-economisch terrein Schiedam erin geslaagd is om de werkloosheid tegen te gaan. Dit is gebeurd via een effectieve sluitende aanpak en een goede benutting van gesubsidieerde arbeid. Aandachtspunt voor GSB III is de effectiviteit van maatregelen. M.b.t. GSB II wordt geconstateerd dat op het gebied van de fysieke en sociale leefbaarheid maatregelen wel genomen zijn maar dat het niet gelukt is doelstellingen te halen. De minister merkt op dat de gemeente flink geïnvesteerd heeft in de veiligheid. Aandachtspunt is wel het effect hiervan op de veiligheidsgevoelens in de stad. Dit blijft een belangrijk punt voor GSB III. Het Rijk constateert verder dat de aandachtspunten van GSB II grotendeels overeen komen met de afspraken in de convenantsperiode GSB III. Geconcludeerd kan worden dat de rode draad van de Schiedamse GSB-aanpak voor het Rijk duidelijk zichtbaar is. Minister Pechtold geeft in zijn brief aan ernaar uit te zien om in het kader van het Grotestedenbeleid 2005 – 2009 samen met Schiedam als partner het Grotestedenbeleid verder succesvol uit te voeren. MOP 2005 – 2009 De koers van het MOP 2000 – 2004 wordt vervolgd in het MOP 2005 – 2009. Het kabinet stelt voor de periode 2005 -2009 voor Schiedam in totaal zo'n 47 miljoen euro beschikbaar. Deze middelen worden door Schiedam breed ingezet. De 4 pijlers van het Grotestedenbeleid zijn vervangen door 3 brede doeluitkeringen. Dit biedt de steden meer beleidsruimte. Over de vele verschillende afzonderlijke regelingen hoeft niet meer apart verantwoord te worden. In het Meerjarenontwikkelingsprogramma 2005 – 2009 heeft Schiedam opgenomen welke prestaties geleverd zullen worden voor het beschikbaar gestelde geld. Op deze prestaties zal Schiedam in 2010 door het rijk worden beoordeeld. 4 Inzet GSB-middelen in Schiedam 2005 - 2009 Op economisch terrein worden de GSB-gelden ingezet voor de herstructurering en beveiliging van de verouderde bedrijfsterreinen zoals Nieuw Mathenesse, Spaanse Polder en "s-Graveland-Zuid en het versterken van het toerisme. Op het beleidsveld "Sociaal, integratie en veiligheid" worden middelen ingezet om o.a. de succesvolle projecten uit de huidige GSB-periode te kunnen voortzetten.Het gaat dan onder meer om het onderwijsachterstandenbeleid, de aanpak van voortijdige schoolverlaters, de projecten in het kader van jeugd en veiligheid en het minderhedenbeleid. Daarnaast wordt in de nieuwe GSB-periode extra ingezet op projecten in het kader van leefbaarheid en veiligheid. Met name wordt ingezet op de uitbouw van de lichtblauwe brigade, de aanpak van veelplegers en de aanpak van huiselijk geweld. Ook krijgt de sociale wijkaanpak, zoals al eerder is gezegd, extra aandacht, waarbij burgers en bewoners actief worden betrokken. Hiermee is in 2004 en begin 2005 al begonnen met de eenmalig door het Rijk beschikbaar gestelde impulsgelden burgerparticipatie. De voortzetting en ondersteuning van de succesvolle herstructurering in Nieuwland en Groenoord staat centraal in het beleidsterrein 'Fysiek'. Het gaat daarbij om het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte. Daarnaast krijgen de versterking van de binnenstad en het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken aandacht. Ook wordt ingezet op het versterken van het groen in en om de stad, de aanpak van de particuliere woningverbetering, de verbetering van het milieu via de aanpak van bodemvervuiling, geluidsoverlast en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Nader informatie over uitvoering Grotestedenbeleid/MOP 2005 – 2009. De pijlers van het Grotestedenbeleid zijn vervangen door drie brede doeluitkeringen t.w. - brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid; - brede doeluitkering fysiek (= Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV II)); - brede doeluitkering economie. Per brede doeluitkering zijn door Schiedam uitvoeringsprogramma’s opgesteld. In de uitvoeringsprogramma’s zijn de projecten (met de budgetten) opgenomen die gedurende de MOP-periode 2005 – 2009 worden uitgevoerd. Een overzicht van deze projecten is opgenomen in de productenbegroting 2006 (productenbegroting 2006, deel 3, blz. 361 – 365.) Het overzicht is ook terug te vinden via INTRAWEB (klik op kennis daarna Grotestedenbeleid vervolgens uitvoeringsprogramma’s MOP 2005 – 2009). Via de uitvoering van deze projecten worden de met het Rijk afgesproken outputprestaties gerealiseerd. Deze zijn opgenomen in het MOP 2005 – 2009 (het overzicht van alle prestaties is opgenomen in bijlage 5 van het MOP 2005 – 2009). Het MOP 2005 – 2009 is ook via INTRAWEB terug te vinden. Een exemplaar van het MOP 2005 – 2009 is op aanvraag beschikbaar. 5 Voor de burgers is informatie over het Grotestedenbeleid beschikbaar via de website van de gemeente Schiedam (www.schiedam.nl doorklikken op nieuws en activiteiten en vervolgens Grotestedenbeleid). Nog vragen? Nadere informatie bij: Roland de Vreede (coördinator GSB) Tel. 010 – 2465469 [email protected] 6