Mondspelletjes Mondspelletjes Om te kunnen praten moet een kind taal begrijpen en zelf woorden en zinnen kunnen uitspreken. Met de lippen, de tong en het gehemelte worden klanken gevormd, klanken die samen woorden en zinnen gaan vormen. De inhoud en de vorm van de zinnen noemen we taal, de uitspraak van de woorden noemen we spraak. Problemen in de spraak kunnen ontstaan door een vertraagde ontwikkeling van de mondmotoriek, maar ook door verkeerde mondgewoonten: steeds ademen door de mond in plaats van door de neus, veelvuldig duimzuigen of intensief gebruik van een fopspeen, met als gevolg een verkeerd gebruik van de tong. Problemen in de spraak uiten zich als onduidelijk spreken, meerdere letters niet goed uitspreken, slissen. De volgende oefeningen bevorderen de mondmotoriek, de lipsluiting en de neusademhaling. Het is van belang dat u ze afstemt op de leeftijd en de interesse van uw kind. Zorg dat uw kind plezier heeft en plezier houdt in de mondspelletjes! Algemeen • geef uw kind voedsel waarop het goed moet kauwen • geef drinken uit een beker, niet uit een fles (is ook beter voor de tanden!) • probeer de fopspeen af te bouwen; uw kind gebruikt hem alleen nog uit gewoonte, niet omdat hij nog echt zuigbehoefte heeft. Lukt dit niet of gaat uw kind duimen geef de speen dan bij voorkeur alleen in bed, voor het inslapen • vanaf 1½ - 2 jaar kan een kind leren zuigen door een rietje • ga samen voor de spiegel “gekke bekken trekken”: gapen, kusmondjes maken, grote mond maken, kleine mond maken, brede mond maken etc. • wangen opblazen. Even vasthouden en dan met twee handen leegdrukken, met of zonder geluid • doen alsof het koud is: brrrrrrr Blazen • bellen blazen • • • • • • • • kaarsen uitblazen. Hoe verder de kaars staat, des te harder geblazen moet worden! bootjes over het water blazen in bad schuim maken door met een rietje te blazen in een beker sop of priklimonade een verfvlek uiteen blazen watjes of propjes van de tafel af blazen, met de mond of met een rietje blaasvoetbal, met of zonder rietje een papieren oproltoeter uitblazen en proberen vast te houden, blazen op een “echt” instrument: fluit, toeter, mondharmonica tegen een windmolentje blazen Zuigen • drinken met een rietje: water, limonade, maar ook vla, yoghurt, appelmoes • met een rietje al zuigend bv. snippers papier, rozijntjes van het ene bakje naar het andere verplaatsen. Oefeningen voor de lippen • kusmondjes maken in de lucht • met de lippen vol lippenstift kusmondjes maken op een vel papier • de lippen 10 tellen stevig dichtklemmen • koekhappen met (ontbijt)koek of brood • een dropveter of spaghettisliert van een bord eten zonder de handen te gebruiken • een potlood vasthouden tussen bovenlip en neus (poezensnor) • een brommer nadoen: brrrrrroemmm • de ezel zegt: ie-aa ie-aa ie-aa • de muis zegt: piep piep piep piep piep • de sirene doet: ie-oe ie-oe ie-oe • voor de oudere kinderen: een knikker op een lepeltje leggen en de steel in de mond houden zonder dat de knikker valt. Dan lopen met de lepel in de mond. Tongspelletjes • vla, yoghurt of hagelslag likken van een bordje met de handen op de rug • tong zover mogelijk uitsteken en weer terug • met de tong afwisselend de neus en de kin proberen aan te raken • klakken met de tong • yoghurt, vla of appelmoes likken van de holle en bolle kant van een lepel • met het puntje van de tong één voor één hagelslagjes of muisjes oppikken • met de tong de binnenkant en de buitenkant van de tanden poetsen • tong tussen de lippen en tanden laten fladderen • dierengeluiden: sissen als een slang, tok tok tok als een kip. • de bel zegt: tingelingeling • de telefoon zegt: toet toet toet toet • melodie zingen met: lalalalala, nanananana, tatatatata, dadadadada • toverbal maken (tong in de wang duwen) • Versje: Grote klokken zeggen bim, bam, bim, bam. Kleine klokken zeggen tikke, takke, tikke, takke. En de kleine polshorloges zeggen tikketikketikketikketik.