Wet van Buys Ballot Lucht beweegt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied, waarbij met de wind in de rug geldt dat op het noordelijk halfrond de wind een afwijking heeft naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. Depressies Westenwinden Passaten Westenwinden Depressies Zie je een depressie en het equatoriale minimum? Zeestromen (driften) • Aangedreven door de wind • Water beweegt vooral horizontaal Golfstroom Zeestromen o.i.v. passaten Westenwinddrift Bespreken huiswerk • Opdracht 7 §5 • Opdracht 8 §6 • huiswerk nakijken met stencils Weer en klimaat • Het weer is: de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald moment. Schijf de drie factoren op die het weer bepalen: 1. Temperatuur 2. Neerslag (hoeveelheid en vorm) 3. Wind (snelheid en richting) Weer en klimaat • Het weer is: de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald moment. • Het klimaat is: het gemiddelde weer over 30 jaar berekend. Mondiale klimaatgebieden volgens Köppen (zie GB 196) Klimaatgebieden volgens Köppen Natuurlijke vegetatiezones Klimaatzones • Mondiale luchtcirculatie: uitwisseling van lucht en warmte • De mondiale zee- en oceaanstromen: transport van water en warmte Leidt tot bepaalde verdeling van temperatuur en neerslag klimaatzones maken • Opdracht 2 §7 (gebruik GB 194 E 1 t/m 9; 198) Opdracht 2 is een belangrijke vraag! Je hebt hier je knipblad bij nodig drie factoren die het klimaat op lokale en continentale schaal bepalen: 1. Reliëf (loef- en lijzijde) Bijvoorbeeld: Sierra Nevada in de VS 2. Invloed van de zee Regel: zee heeft een matigende werking op temperatuur Gebieden die dicht bij zee liggen hebben een minder groot verschil tussen zomer- en wintertemperatuur dan je op basis van hun breedteligging zou verwachten Regel: wind van zee brengt vochtige lucht Gebieden die dicht bij zee liggen en waar sprake is van aanlandige wind hebben vaak een regenachtiger klimaat maken • Opdracht 3 §7 (gebruik GB 170, 171b, 171c) 3. Moesson: natte en droge moesson (voorbeeld India) Regel: -Wind van zee geeft regen -Warme lucht stijgt op, koelt af en geeft regen (hoge drukgebied) -Wind waait tegen een bergketen, stijgt op, koelt af en geeft regen Waarom en wanneer heerst er in India overwegend een hoge luchtdruk en waarom en wanneer een lage luchtdruk? http://aardrijkskunde.dbz.be/graad3/atmosfeer/figuren/circul-anim.gif 3. Moesson: natte en droge moesson (voorbeeld India) Regel: lucht stroomt van hoge druk gebieden naar lage druk gebieden (zie GB 194 b en d) maken • Opdracht 5 §7 (gebruik GB 194b en 194d) Klimaat in het geologische verleden • Afwisseling van interglacialen (warm) en glacialen (koud) • Oorzaken? - verschuiving continenten - vulkaanuitbarstingen - meteorietinslagen - baan van de aarde rond de zon en stand van de aarde ten opzichte van de zon maken • Opdracht 6 §7 Oefen opdrachten voor de toets • Opdracht 3 d en e §2