- Scholieren.com

advertisement
Aardrijkskunde
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Paragraaf 2
De Middellandse zee:
- Een gele grote binnenzee, die slechts door een smalle opening bij Gibraltar
verbonden is met de Atlantische Oceaan.
- Heeft invloed op het klimaat van omliggende landen
- Zonder deze binnen zee zou het gebied een droge woestijn zijn.
Middellands Zeeklimaat / Mediterraan klimaat
Mengvorm: Steppeklimaat & Het Nederlandse gematigde klimaat
Zomer: Warm & Droog
Winter: Mild & Vochtig
Tijdelijk steppeklimaat boven de Middellandse zee:
Omdat in de zomer de hogedrukgebieden vanuit Noord-Afrika naar het noorden schuiven
In de winter schuiven de hoge drukgebieden weer terug ( Voor & Najaar )
Problemen:
- ’s zomers een groot watertekort ( Negatief )
- Regenbuien zijn hevig ( Zorgt voor erosie )
Waterbalans: Verschil neerslag en verdamping
- Meeste regen in de winter
- In zomer zware onweersbuien
Aride: Droog
Intensiteit van neerslag:
Variabiliteit in neerslag:
Landschap:
- Het Europese deel in het Noorden en Westen ontvangt meer regen en is dus groener
- Subtropische landschapszone
- Aangepaste planten Bijv. Olijfbomen, kurkeiken, sinaasappelbomen, wijnranken
Leerachtige bladeren om vochtverlies tegen te gaan
- Mediterrane vegetatie
Mediterrane vegetatie:
Irrigatielandbouw:
- Spanje heeft enorme ontziltingsinstallaties gebouwd om zout zeewater om te zetten in zoet
drink- en irrigatiewater
- Israël haalt water uit de Jordaan, maar die rivier is eigenlijk ook wel een beetje van de
Palestijnen
- Egypte heeft de Nijl
- Ethiopië dreigt met oorlog om te voorkomen dat die het water zelf gaan gebruiken (?)
Paragraaf 3
Rond de Middellandse zee liggen veel gebergtes
De Middellandse zee is de plek waar Afrika tegen Europa botst
Afrikaanse plaat tegen de Euraziatische plaat
Spanje & Portugal: Iberische plaat ( Drukt tegen Frankrijk aan )
Oost-Italie & Adriatische zee: Apulische plaat
Ontstaan gebergten: Als aardkorstplaten op elkaar botsen.
Alpien plooiingsgebied: De botsende platen in het gebied zijn in de afgelopen 65 miljoen jaar
sterk ontplooid en opgeheven zijn. Als er plotseling wat meer verschuift -> Aardbeving
Convergente plaatgrens: De grens tussen 2 platen die op elkaar botsen
Bij plaatgrenzen vind je ook vulkanen.
- De Etna: Doordat er een oude oceaanbodem in de ondergrond zit komt er deels
hetzelfde materiaal naar boven als in IJsland: Basalt.
Basalt: Een zwart gesteente dat nogal zwaar is
Word in Nederland gebruikt bij de bouw van dijken
Een vulkaan die basaltische lava spuwt barst normaal gesproken heel rustig uit en vormt
helemaal geen kegelvormige stratovulkaan
Door bijmenging met andere gesteenten, water en gassen wijkt de Etna hier van af.
Explosieve eruptie:
De kraterpijp is verstopt geraakt en de magma eronder heeft zich opgehoopt. Er onstaat
druk.
- As
- Lava
- Brokstenen
Magma: Gesmolten gesteente zolang dit in de aarde zit
Lava: Gesmolten gesteente aan de buitenkant
Stratovulkaan: Kegelvormige vulkaan
Tuf: Geleidelijk word as samengedrukt tot nieuwe lagen ( Licht gesteente vol met gaatjes )
Rond 1500 voor Christus ontplofte de vulkaan van Santorini met zo’n geweld dat er van de
vulkaan weinig meer overbleef dan een grote baai omringd door eilanden.
Caldera: Ingestorte vulkaankrater
Paragraaf 4
Het veranderen van een landschap:
- Erosie
- Verwering
- Sedimentatie
- Aardverschuivingen
Erosie: Los materiaal door: ( Dit word beperkt door plantengroei )
- Water : Planten remmen het stromende water af
- ijs
- Wind : Houden met hun wortels de losse bodem bij elkaar
Verwering: Het geleidelijk uiteenvallen van gesteente door:
- Temperatuurverschillen
- Plantenwortels
- Gravende dieren
- Chemische processen
Sedimentatie: Bezinking ( Waar het minder hard waait / Stroomt )
- Rivierdalen
- Duinen
- Delta’s
3 Voorwaarden aardverschuiving:
- Reliëf
- Geen vegetatie
- Los materiaal
Dit soort vormen, groot of klein noem je: Landvormen dat word bestudeerd door
geomorfologie
Aardverschuivingen: Als hele stukken grond naar beneden schuiven
Bijv. Door een aardbeving
Versnelde bodemerosie:
- Als je schapen en geiten iets te veel laat grazen blijft er te weinig vegetatie over om
de bodem te beschermen
- Branden
- Wind en water kan zorgen dat de bodem sneller erodeert
Afspoeling: Bodemerosie door water
Als de bovenste laag van een bodem door stromend water word meegenomen
Geulerosie: Als water zich gaat concentreren in geulen
Als de plantengroei van een berg of heuvel is verwijderd en de bodemmassa door zware
regenval is gaan verschuiven, wordt de rots zelf aangetast door de neerslag. In de rotsen
worden dan geulvormige patronen uitgesleten. We noemen dit geulerosie. -> Er blijft dan
een stenige bodem over
Bodem kan moeilijk gebruikt worden bij:
Verwoestijning
Verzilting ( Zout blijft achter als water verdampt )
Boosdoener verzilting:
- Planten kunnen niet tegen zulke grote hoeveelheden zout
- Poriën in bodem gaan verstopt zitten -> Weinig zuurstof voor planten
Landdegratie: De geleidelijke beschadiging van de bodem
Om landdegratie te voorkomen word er steeds meer geprobeerd gebruik te maken van
duurzaam landgebruik:
- Altijd bedenkt houden van bodem met vegetatie
- Boomgaarden: Gewassen geteeld
- Steile hellingen meer bebost
- Verzilting kan worden tegengegaan door meer water te gebruiken
Het is erg belangrijk dat het water meteen word afgevoerd zodat het niet kan
verdampen
- Verschillende gewassen in stroken te verbouwen, zo voorkom je dat water snel naar
beneden stroomt tussen de rijtjes van 1 soort gewas of dat de hele helling een tijd
braak ligt ( Stripcropping )
- Verzilting kun je tegengaan door irrigatiewater snel af te voeren ( Drainage )
De 4 V’s landdegratie:
- Verwoestijning
- Versnelde bodemerosie
- Verzilting
- Verdroging
Soorten irrigatie:
- Druppelirrigatie
- Geulirrigatie
Paragraaf 5
Lucht zet bij opwarming uit -> Minder luchtdeeltjes ( Lagedrukgebied / Minimum )
- Minder zwaar
- Minder druk
Het lagedruk gebied rond de evenaar:
Intertropische convergentiezone ( ITCZ ) / Zone van de equatoriale lage luchtdruk
Paragraaf 6
Windrichting heeft te maken met atmosferische circulatie
Ontstaan zeestromen: Wind over zee sleurt zeewater mee
Oceanische circulatie
Warme zeestroom -> Uit relatief warm gebied
Koude zeestroom -> Relatief koud gebied
In de subtropen met een koude zeestroom vind je veel woestijnen
Het koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor het weinig vocht kan vasthouden
Belangrijke factoren verdeling warmte op aarde:
- Zeestromingen
- Luchtstromingen
Bijzondere situatie Antarctica:
Rondom het continent is een koude zeestroming waardoor warme zee en luchtstromingen
niet bij het continent kunnen komen
Omdat het ijs wit is, kaatste het zonlicht weg waardoor de aarde afvoelt
Een periode tussen 2 ijstijden: Interglaciaal
Atmosferische circulatie bepaald voor een groot patroon het klimaat
Klimaatgebied: Een grote gebieden met hetzelfde klimaat
Evenaar -> Tropische klimaten
Polen -> Polaire klimaat
30 graden van de evenaar -> Droge klimaten
60 graden van de evenaar ->
- Gematigde klimaten aan zee
- Landklimaten landinwaarts
Gebergten:
- Houden wind van zee tegen
- Zorgen voor droge gebieden in het binnenland
Gebieden aan zee:
- Regenrijker
- Mildere winters
- Koelere zomers
Algemene regel: De zee houd langer warmte vast, en trager warmte opneemt dan land
Moessom: Veel regen
Paragraaf 7
In het landschap zie je de klimaatgebieden terug in wat we landschapszones noemen
Landschapzones: Gebieden waarin bepaalde bodem- en vegetatietypen domineren
Bijv. Tropisch regenwoud
Het is nog gecompliceerder door verschillende: ( Deze factoren veranderen gelijdelijk )
- Diersoorten
- Plantsoorten
- Grondsoorten
- Invloed van de mens
De tropische zone word gekenmerkt door tropisch regenwoud rond de evenaar met
daaromheen savanne.
Bodem onvruchtbaar omdat het in de tropen heel warm is en hierdoor breken
voedingsstoffen en bodemdeeltjes heel snel af
Vruchtbaar maken:
- Stukje oerwoud plat branden
- Zochten nieuw plekje
- Niet steeds dezelfde plek bevruchten
Hierdoor kan het oerwoud weer herstellen
Rondom de gebieden met regenwoud kent het klimaat een droge periode, meestal in de
winter. Het oerwoud word minder dicht tot er nog slechts verspreid staande bomen over zijn
en je van een savanne spreekt.
/ Door de hevige regen spoelen voedingsstoffen uit de bodem
Java -> Vulkanische bodem
Richting het noorden en het zuiden word savanne steeds droger
Als er geen bomen meer over zijn -> Steppe (Nomaden )
Als er geen vegetatie meer is -> Woestijn
Snowbirds: Rijke Amerikanen die hun winters doorbrengen in een tweede huis in de
woestijn van Arizona
Gobiwoestijn: Ligt in de regenschaduw van de Himalaya, het is daar minder heet en het kan
er zelfs erg koud zijn
Aride zone: Weinig leven waardoor voedingsstoffen in de bodem nauwelijks worden
afgebroken
Oplossing:
- Irrigatie
- Nijl van Egypte
-
Paragraaf 8
Suptropische zone: Het gebied dat een Middellandse Zeeklimaat heeft
( En delen van China en Japan )
Je hebt ook nog wat gebieden met een droge winter. Dit zijn gebieden met een klimaat dat sterk lijkt
op een savanne-klimaat, maar die door hun noordelijke of zuidelijke ligging en hun hoogteligging net
te koud zijn om bij de tropische zone te horen
Bijv. Delen van China & Johannesburg in Zuid-Afrika
Aangepaste vegetatie:
- Leerachtige bladeren
- Japanse kersenbloesem ( Veel regen )
Gematigde zone:
- Veel loofbossen die in de herfst hun bladeren verliezen
- Grassteppe
Grassteppe: Zeer vruchtbaar omdat er eeuwen lang grasresten zich hebben opgehoopt
De Boreale zomer:
Lijkt op de gematigde zone, maar kouder.
- Uitgestrekte naaldbossen
- Niet echt vruchtbaar
- Naaldbossen ( Vaak productie hout )
- Canada, alaska, siberie, scandinavie
Polaire zone:
- Mossen en grassen
- Toendra
- Nomadisch
Paragraaf 9
Dynamisch systeem: Een landschap dat voortdurend veranderd
Geofactoren: Om te zien welke factoren een landschap bepaald
- Klimaat
- Gesteente
- Relief
Groen landschap:
- Regen
- Milde winters en koele zomers
-
Zandige grond -> Gras en daarmee runderen
Relief -> Vorm aan de loop van water
 Water erodeert er ontstaat relief
De mens is ook een geofactor
Alle geofactoren hangen met elkaar samen, als de een veranderd. Veranderd de rest mee.
Het versterkte broeikasteffect:
- Fossiele brandstoffen -> CO2
- Atmosfeer houd warmtestraling tegen ) Versterkt )
- Methaan
Klimaatverandering
Paragraaf 10
Oorzaken landdegradatie:
- Wegspoelen of –waaien van bodemdeeltjes
- Ontbossing
- Als de boeren hun akkers in de droge tijd braak laten liggen
- Boeren teveel vee laten grazen ( Overbeweiding )
- Irrigatie: Als irrigatiewater verdampt ( Verzilting )
Verwoestijning word versterkt door de opwarming van de aarde
- Meer verdamping
- De inventiviteit van neerslag veranderd
Verwoestijning is niet de eerste plaat van klimaatverandering maar van verzilting en
bodemerosie.
Het is een vorm van landdegratie en niet van klimaatverandering
Klimaat verandering kan het proces van verwoestijning wel versnellen ( Kan een milieuramp
worden )
Aantekeningen
Luchtdruk: Het gewicht van deeltjes dat op de aarde drukt
Lage druk ontstaat wanneer de lucht stijgt
Stijgende druk geeft neerslag
Stijgende druk geeft neerslag
Hoe ontstaat neerslag?
1. Zon verwarmt het water
2. Het water verdampt
3.
4.
5.
6.
Warme lucht en waterdamp stijgen op
Hoe hoger je komt hoe kouder het word
Koude lucht kan minder waterdamp vasthouden dan warme lucht
De waterdamp condenseert -> Neerslag
Hoe ontstaat vulkanisme ?
- De oceanisme plaat is zwaarder dan de continentale plaat. Dus de oceanische plaat
duikt onder de continentale plaat.
- Er ontstaat een aardbeving
- De oceanische plaat drukt de continentale plaat omhoog ( Opheffing )
( Diepe troggen naast continentale platen )
- De oceanische plaat gaat naar beneden, dat word verhit omdat de plaat naar
beneden ( Richting de mantal ) gaat
Water van de zee word meegenomen in de trog waar de damp zorgt voor druk
De oceanische plaat is hier diep genoeg zodat hij smelt. Land inwaarts ontstaat de
vulkaan. De botsing zorgt voor een aardbeving en de oceanische plaat komt omhoog
 Opheffing & Ontplooiing tot het een gebergte word
Stratovulkaan: Kegelvormige vulkaan
Namen bewegingen:
- Convergent (  )
- Divergent (  )
- Transform ( Langs elkaar heen )
- Subductie
Sediment:
- Klei
- Grind
- Zand
Endogene krachten: Krachten van binnenuit de aarde
Exogene krachten: Krachten van buiten de aarde af
Aardkorst:
- Continentale platen
- Oceanische platen
Gevolg van platentektoniek:
- Aardbevingen
- Vulkanen
- Gebergten
Kern:
- Binnen kern
- Buiten kern
Mantel: Is stroperig / Plastisch
Bevinden convergente stromingen
Breedteligging veroorzaakt luchtcirculatie
Warme lucht stijgt op:
- Ze uit, word lichter
- Minimum ( Lage druk )
- Evenaar
Koude lucht daalt:
- Krimpt, word zwaarder
- Maximum ( Hoge druk )
- Tropen
Een gebied met hogedrukgebied gaat naar een lagedrukgebied
Stijgingsneerslag: Bij de evenaar
Stuwingsneerslag: Bij bergen
Temperatuurverschillen leiden tot luchtdrukverschillen
Luchtdrukverschillen leiden tot neerslag / geen neerslag
Wat is de verklaring dat op 30 graden van de evenaar het droog blijft -> Er is een hoge
luchtdruk waardoor de lucht daalt, waardoor de lucht word opgewarmd en warme lucht kan
meer waterdamp vasthouden
Waarom nat bij evenaar: De lucht word kouder, koude lucht kan minder waterdamp
vasthouden dan warme lucht en hierdoor krijg je neerslag.
Warme lucht kan meer water opnemen dan koude lucht
Wereldlijke luchtstromingen:
1. Hoe dichter bij de evenaar hoe lager de druk
2. Hoe hoger hoe kouder
3. Water warmt langzaam op en koelt snel af
Land warmt snel op en koelt langzaam af
4. Warme en koude zeestromingen beïnvloeden het klimaat
Veel neerslag omdat een koude luchtstroom tegen een warmte luchtstroom botst
Ligging van gebergten:
- Loef zijde ( Loefzijde is droefzijde )
- Lijzijde ( Lijzijde is blijzijde )
Loefzijde:
- Stijgende lucht
-
Neerslag
Lijzijde is het vaak droog
- Dalende lucht
- Droog
Algemene regel:
Hoe dichter bij de polen hoe kouder
- Omdat de zon dan een groter oppervlak moet verwarmen
- Zon is langer onderweg naar de polen waardoor het warmte verliest
Breedteligging: Afstand tot de evenaar
Hoe groter de invalshoek hoe meer energie
Warme lucht met waterdamp koelt af en de waterdamp condenseert
Hydrologische cyclus -> Waterkringloop
Landzee verdeling:
- Aanlandige wind geeft in de winter een verwarmend effect
En in de zomer een verkoelend effect
- Zeewater verwarmt minder snel op en koelt minder snel af dan land
- Landinwaarts neemt het effect af
- Aan zee meer neerslag
Luchtdeeltjes zijn afhankelijk van de temperatuur
Draaien van de aarde -> Coriolis effect
De wet van Buys Ballot ( KNMI )
De lucht stroomt van hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden heeft daarbij op het
noordelijk halfrond een afwijking naar rechts
En op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links
NooRdelijk -> Rechts
Lucht stroomt vaan een maximum naar een minimum
Op het noordelijk halfrond ligt het lage drukgebied links van je, gemeten met de wind in de
rug
Gemeten met de wind in de rug
Mondiale luchtdrukcirculatie:
- Subpolair minimum
-
Equatoriaal minimum
-
Polair max
Subtropische max
Depressie:
Het botsen van koude poollucht met warmte lucht rond het sub polair minimum …
Luchtstromen veroorzaken zeestromen:
- Oppervlaktestromen en dieptestromen
- Zeestromen beïnvloeden weer en klimaat -> ijskoude zee lands zonnige kusten &
Havens Noorwegen ijsvrij
- Als wind langdurig in dezelfde richting waait -> Zeestromen / Driften
- Dit voelen wij als wind
- Door luchtdrukverschillen gaat de lucht stromen
Passaat: Wind die richting de evenaar gaat
Doordat de aarde schuin staat en 1 jaar lang om de zon draait hebben we seizoenen
Het zuidelijkhalfrond en het noordelijk halfrond hebben aparte zomermaanden
Zuidelijk: December Januari
Noordelijk: Juni Juli
ITCZ: Verschuift altijd door seizoenen ( Omdat de aarde rond de zon draait in een schuine
stand )
De wind komt uit het zuidwesten, want de Zuidoost passaat vanuit het zuidelijk halfrond
draait bij de evenaar en komt dan van uit het Zuidwesten
( De wind komt van land maar omdat de evenaar draait komt die van zee )
Wind over zee: Natte moesson, omdat hij waterdamp meeneemt
Moesson:
Vragen:
- Droge tijd?
- Temp koudste maand?
- Temp warmste maand?
- Droge tijd ? -> Wanneer
- Noordelijk halfrond / Zuidelijk halfrond?
Effect op het klimaat:
Zeestromen ( warm / koud )
Land/Zeeverdeling
Hoogteligging: Hoe hoger hoe kouder
Ligging gebergten
Luchtstroming
Download