CCG Zondag 31 juli 2016

advertisement
CCG Zondag 31 juli 2016
Inleiding:
Vorige week Daniël: ‘Don’t worry, be happy’.
Conclusie: Matth. 6:25-34; we moeten ons geen zorgen maken in deze tijd, noch over ons
leven, noch over wat om ons heen gebeurt, maar ons richten op het Koninkrijk van God.
Hoe groter het Koninkrijk van God in ons leven wordt, hoe minder we ons zorgen maken.
Vandaag:
Doorborduren op dit thema door onze aandacht te vestigen op het grotere gebeuren op de
ontwikkelingen van deze tijd.
Geen zorgen maken is echter niet hetzelfde als ‘zorgeloos leven’. Leven in de geest van ‘na
ons de zondvloed’, zoals veel mensen in de wereld.
De Bijbel beschrijft dat zelfs:
Zoals het eraantoe ging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de
Mensenzoon: 27 ze aten, ze dronken, ze huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag
waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. 28 Of zoals het
eraantoe ging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze
plantten, ze bouwden; 29 maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur
en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. 30 Zo zal het ook gaan op de dag waarop de
Mensenzoon wordt geopenbaard.
(Lukas 17:26-30)
Vandaag: hoe interpreteren we de tijd waarin we leven en wat betekent dat voor ons
leven?
Lezen: Matth. 24:3-14:
3 Op de Olijfberg ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen, en nu ze onder elkaar
waren vroegen ze: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen
we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?’ 4 Jezus antwoordde hun: ‘Pas op
dat niemand jullie misleidt. 5 Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en
zeggen: “Ik ben de messias,” en ze zullen veel mensen misleiden. 6 Jullie zullen berichten
horen over oorlogen en oorlogsdreiging. Laat dat je dan niet verontrusten, die dingen
moeten namelijk gebeuren, al is daarmee het einde nog niet gekomen. 7 Het ene volk zal
tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen
er hongersnoden uitbreken en zal de aarde beven: 8 dat alles is het begin van de weeën. 9
Dan zal men jullie onderdrukken en doden, en jullie zullen door alle volken worden gehaat
omwille van mijn naam. 10 Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en
elkaar haten. 11 Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. 12 En
doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen. 13 Maar wie
standhoudt tot het einde, zal worden gered. 14 Pas als het goede nieuws over het koninkrijk
in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen.
Lukas 21:25-31:
25 Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de
volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; 26 de mensen
worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse
machten zullen wankelen. 27 Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen,
bekleed met macht en grote luister. 28 Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op
en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!’
29 Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen. 30
Als je ziet dat ze uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is. 31 Zo moeten jullie ook weten,
wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het koninkrijk van God nabij is.
Achtergrond:
Jezus heeft Zijn werk volbracht en keert terug naar de Vader.
Vooraf geeft Hij nog instructies aan Zijn discipelen, o.a. over de dingen die komen gaan.
2e lezing: Openb. 12:7-12
7 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de
draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand 8 maar werden verslagen; sindsdien is er
voor hen in de hemel geen plaats meer. 9 De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de
slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen
met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. 10 Toen hoorde ik een luide stem in de hemel
zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid
geworden, en de heerschappij van zijn messias. Want de aanklager van onze broeders en
zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. 11 Zij hebben
hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan
het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard. 12 Daarom: juich, hemel, en allen die daar
wonen! Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend,
want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.’
Achtergrond:
Het boek Openbaring is opgebouwd uit cycli die de tijd tussen de eerste en de tweede
komst van Jezus omspannen. Elke sectie benadert de tijd vanuit een verschillend
perspectief. Bv. H. 1-3 benadert de eindtijd vanuit het perspectief van Christus en Zijn kerk.
De volgende sectie (H. 4-7) belicht de eindtijd vanuit het perspectief van het universum (de
hemel; Christus die de zegels opent). Dan is er de sectie (H. 8-11) die gaat over de ‘zeven
bazuinen’ die de wereld treffen.
Dan begint in H. 12 de sectie die ons een blik achter de schermen gunt: wat speelt er zich in
werkelijkheid af in het universum wat zijn effect op aarde heeft. Dit gedeelte beschrijft de
geboorte en hemelvaart van Christus, de vervolging van Israël en de kerk, de introductie van
de vijanden van Christus en de kerk (de draak, het beest en de grote hoer). Uiteindelijk
eindigt het tweede deel van Openbaring met de overwinning van Christus en Zijn kerk, Zijn
wederkomst en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Op de schaal van de eindtijd, zou je kunnen zeggen, leven wij in de laatste uren en voltrekt
zich voor onze ogen wat we hier lezen.
Leven in de ‘eindtijd’
Theologisch gezien leven we in de eindtijd: de tijd die begon met de eerste komst van Jezus
en zal eindigen als Hij terugkeert. In Handelingen 2 citeert Petrus de profeet Joël en geeft
daarmee aan dat ‘de laatste dagen’ begonnen zijn.
Hij leest echter niet geheel Joël – alleen datgene wat op deze specifieke situatie betrekking
heeft. Zoals Jezus bij zijn eerste optreden in de synagoge van Nazareth alleen dat deel uit
Jesaja 61 voorleest, dat op Zijn eerste komst slaat. De passage ‘een dag van de wraak van
God’ laat Hij weg – die slaat op Zijn tweede komst.
(Vgl. Michael Eaton: de Oudtestamentische profetieën geven een soort ‘panoramaoverzicht’, ééndimensionaal zonder diepte. De ‘laatste dagen’ worden dan als één
doorlopend verhaal weergegeven, hoewel de afzonderlijke gebeurtenissen op heel
verschillende momenten in de tijd plaatsvinden.)
De Bijbel noemt belangrijke elementen van de ‘laatste dagen’ (m.n. het einde daarvan),
zoals natuurrampen, oorlogen, geweld, angst en vrees.
En: dat het evangelie over de hele wereld gepredikt wordt.
We worden dagelijks geconfronteerd met een toenemende ellende:
Politieke en economische crises, miljoenen mensen in de wereld op de vlucht voor geweld,
oorlogen en opstanden, terrorisme en toenemend natuurgeweld.
Door de hele geschiedenis heen hebben deze dingen zich voorgedaan, maar het lijkt erop
alsof aan het einde van de tijden:
 een intensiteit plaatsvindt (vgl. de cycli uit Openbaring – zegels, bazuinen – schalen);
of
 dat het zichtbaarder wordt vanwege de massamedia.
Feit is, dat deze dingen een meer prominente plaats krijgen in onze beleving.
Een ander beeld dat de Bijbel beschrijft (Openb. 17,18) is de val van Babylon: het politiekeconomisch wereldsysteem, waar we allemaal deel van uitmaken, of we willen of niet).
Vier elementen hieruit:
1. De val van Babylon maakt deel uit van Gods oordeel over de wereld;
2. Dit is een ramp voor de bewoners van de aarde; eerst voor de armen, maar
uiteindelijk voor iedereen;
3. De kinderen Gods worden gemaand geen deel aan dit systeem te hebben: ze wonen
er weliswaar in en gebruiken het systeem, maar maken er geen deel van uit – Joh.
17:15,16;
4. De val van Babylon is een reden tot vreugde: nu komt er de heerschappij van het
Lam en wordt een einde gemaakt aan al het onrecht in de wereld (kenmerk nieuwe
hemel en aarde: ‘waar gerechtigheid woont’ – 2 Petr. 3:13).
Het heeft geen zin de ogen te sluiten wat om ons heen gebeurt, integendeel - want het zal
ook ons raken. Maar het helpt ook niet om je bezorgd te maken.
Wat helpt is, dat we wat om ons heen gebeurt, verklaren vanuit Bijbels perspectief.
Jezus noemt in Matth. 24:32 de les van de vijgenboom: als je goed oplet, kun je aan het
uitlopen zien, dat de zomer eraan komt. Zo kun je aan de tekenen van de tijd zien, dat Jezus´
wederkomst aanstaande is.
(de vijgenboom wordt in de Bijbel vaker als metafoor gebruikt: Richt. 9 (een goede koning),
Lukas 13 (Israël), maar ook vruchtbaarheid, zegen etc.)
In het volgende hoofdstuk vertelt Hij het verhaal van de 12 meisjes (Matth. 25:1-13). Het
gaat hier over dezelfde groep mensen (christenen), met als enige verschil dat de ene groep
‘waakzaam’ leefde, terwijl de andere groep alleen voor het moment leefde. Zij dachten niet
na over wat ging komen.
(de olie is het beeld van de heilige Geest – m.a.w. zij hadden de Geest in hun leven laten
doven).
Hoe leven we in de eindtijd?
Geen zorgeloosheid zoals de mensen in de wereld (Lukas 17), maar ook geen bezorgdheid;
hoe dan wel?
1. Leven in de voortdurende verwachting van Zijn terugkeer, alsof we Hem elk
moment verwachten. Dan zal Zijn komst ons niet overvallen!
Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een
vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, 30 ieder die verdriet heeft zo dat hij
er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die
bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, 31 ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor
hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder. (1 Kor. 7:29-31)
Dit gedeelte gaat over de juiste prioriteiten stellen!
2. Leven in het bewustzijn, dat deze aarde niet onze definitieve bestemming is; we
zijn onderweg.
We maken onze keuzes, levensstijl e.d. ondergeschikt aan dit feit.
15 Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige
mensen. 16 Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. 17 Wees niet
onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil. (Efez. 5:16-18)
3. We moeten ons realiseren dat de ‘wereld’ en het leven van God vijanden zijn (vgl.
Gal. 5: tegenstelling vlees en geest).
15 Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde
van de Vader niet in hem, 16 want alles wat in de wereld is – zelfzuchtige begeerte,
afgunstige inhaligheid, pronkzucht –, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de
wereld. 17 De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in
eeuwigheid. (1 Joh. 2:13-17)
4. Leef in het besef dat ons leven maar kort is en dat God het wil gebruiken voor Zijn
plan.
Zijn plan is duidelijk: zoveel mogelijk mensen voor Christus willen het Koninkrijk
van God zichtbaar maken.
Heer, sinds mensenheugenis was U onze bescherming. U God, was er al voordat de bergen
geboren werden en de aarde onder weeën ontstond en U blijft tot in alle eeuwigheid.
U zegt tegen de mens: ‘Word weer stof’ en brengt hem zo weer terug naar waar hij vandaan
gekomen is.
Voor U zijn duizend jaren als een dag, zoals gisteren, dat nu voorbij is, zo kort als een paar
nachtelijke uren. (….)
Zeventig jaren zijn ons toegemeten, als we sterk zijn tachtig – en zelfs de besten daarvan zijn
moeite en last! Het gaat snel voorbij en we zijn er niet meer. (….)
Laat ons beseffen hoe kort ons leven is, zodat we tot inzicht komen!..... (Ps. 90)
Hoe bereiden we ons voor op Jezus’ terugkeer?
NIET DOOR:
 allerlei eindtijdtheorieën te ontwikkelen;
 passief neer te zitten en te zien wat gebeurt (vgl. Matth. 24:45,46);
 zo te leven als de ongelovigen, die geen rekening houden met Zijn terugkeer…. voor
hen komt Hij als een dief in de nacht;
 ons zorgen te maken of bang te zijn voor de dingen die gebeuren, want:
Want als deze dingen beginnen te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want
jullie verlossing is nabij!’ (Lukas 21:28; Matth. 6!)
MAAR DOOR:
te leven in een houding van afhankelijkheid van God en Gods perspectief op ons leven, ons
bezit, onze keuzes en onze toekomst te omarmen. En ondertussen bezig te zijn met onze
opdracht.
Download