Nederland nu en toen 1 2 3 4 5 6 - Gebruikers

advertisement
¡
lesboek
pagina 44 45
Nederland nu en toen
Gebruik de tijdbalk voor het beantwoorden van opdracht 1, 2 en 3.
䊴
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
prehistorie
vroegmoderne
tijd
Middeleeuwen
Oudheid
1
Welke perioden staan niet op de tijdbalk? Maak de tijdbalk af.
2
Over welke eeuw gaat deze les? Kleur die eeuw rood op de tijdbalk.
3
Hoe noemen we de periode van de vorige vraag ook wel?
Moderne
tijd
de tijd van ontdekkers en hervormers
Gebruik de kaart voor het beantwoorden van opdracht 4, 5, 6, 7 en 8.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Friesland
Stad en Lande
Drente
Overijssel
Gelre
Limburg
Sticht
Holland
Zeeland
Brabant
11
12
13
14
15
16
17
Vlaanderen
Artesië
Waals-Vlaanderen
Doornikse Henegouwen
Namen
Henegouwen
9
Luxemburg
2
1
3
4
8
7
5
5
10
11
12
6
14
16
15
13
17
4
Welke Nederlandse provincies op deze kaart bestaan nu nog?
Friesland, Drente, Overijssel, Limburg, Zeeland
5
In welke andere landen liggen sommige provincies nu?
België en Luxemburg
6
Welke Nederlandse provincies hebben nu een andere naam?
Stad en Lande, Sticht, Holland, Gelre en Brabant
Hoe Nederland ontstond
1
Nederland nu en toen
7
Welke provincies van toen liggen nu in twee landen?
Brabant, Vlaanderen en Limburg
8
9
Welke provincie van nu bestond toen nog niet?
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Rond het jaar 100 hoorde ons land bij:
❍
✘ het Romeinse Rijk
❍ het rijk van Karel V
10
¡
11
Filips de Schone was de vader van
Karel V.
De vader van Filips de Schone was
Maximiliaan van Oostenrijk.
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Rond het jaar 800 hoorde ons land bij:
❍
✘ het rijk van Karel de Grote
❍ verschillende ridders
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Welke twee gewesten veroverde Karel V als laatste in de Nederlanden?
❍ Overijssel
13
❍ het rijk van Karel de Grote
❍ verschillende ridders
Maak de zinnen af.
❍ het Romeinse Rijk
❍ het rijk van Karel V
12
Flevoland
❍ Drente
❍
✘ Friesland
❍
✘ Gelre
Noem twee raden waarmee Karel V het land bestuurde.
Geheime raad, Raad van Financiën, Raad van State
14
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Kijk in je lesboek naar de kaart op pagina 44.
Welke landen hoorden niet bij het rijk van Karel V?
❍ Luxemburg
✘ Engeland
❍
❍ Oostenrijk
15
✘ Zweden
❍
✘ Denemarken
❍
✘ Portugal
❍
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wat was de belangrijkste stad van Keizer Karel?
❍ Amsterdam
2
❍ Duitsland
❍ Spanje
❍
✘ Frankrijk
Hoe Nederland ontstond
❍ Antwerpen
❍
✘ Brussel
❍ Den Haag
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
1
Nederland nu en toen
Zo zagen rijke mensen er in de tijd van Karel V uit.
Hoe zou jij er in zijn tijd uit hebben gezien? Teken jezelf op een van de
open plaatsen. Kleur de tekening daarna.
¡
2
Kijk naar de tekening van de vorige vraag.
Schrijf op een blaadje waarover jij met de mensen in de tekening praat.
3
䊴
Trek een lijn van de tekening naar de goede plaats op de tijdbalk.
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
Prehistorie
Oudheid
Middeleeuwen
Vroegmoderne
tijd
Hoe Nederland ontstond
Moderne
tijd
3
™
1
De reformatie
lesboek
pagina 46 47
Welke goden en geloven zijn we tot nu toe tegengekomen?
de Egyptische goden, de goden van de Germanen, de goden van de
Grieken, het christendom en de islam, de goden van de azteken
2
Welk geloof hadden de mensen in de zestiende eeuw in Europa?
het christelijke geloof
3
Waaraan kon je zien welk geloof de mensen in de zestiende eeuw hadden?
Bijvoorbeeld: aan de gebouwen (kerken, kloosters); aan personen
(monniken, pelgrims); aan symbolen (kruizen, beelden).
4
Hoe werden de mensen in Europa christelijk?
Ze werden bekeerd door zendelingen.
5
Wat gebeurde er als christenen en islamieten elkaar ontmoetten?
Soms konden ze met elkaar opschieten:
Karel de Grote deed goede zaken met de
kalief van Bagdad. Soms waren ze vijanden:
bijvoorbeeld toen de islamieten het Heilige
Land bezetten.
6
Wat gebeurde er toen christenen de azteken ontmoetten?
Ze verboden de azteekse godsdienst.
7
4
In de zestiende eeuw werden mensen vervolgd om hun geloof.
Er waren godsdienstoorlogen. Komt dat nu ook nog voor?
Leg je antwoord uit.
Hoe Nederland ontstond
Hoe werden ketters gestraft? Geef twee voorbeelden.
De reformatie
8
Bijvoorbeeld: Ze kregen een ernstige waarschuwing, moesten boete
doen, werden uit hun stad verjaagd of eindigden op de brandstapel.
9
Welk geloof was na de
hervorming het belangrijkste
in deze landen?
Kleur de cijfers op de kaart.
5
1
4
2
3
6
rood = katholiek 1 6 7 8 9
groen = lutheraans 4 5
blauw = calvinistisch 3
geel = anglicaans 2
7
8
10
11
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Maarten Luther was:
❍
✘ protestant
❍ een paus
❍
✘ een hoogleraar
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Een ander woord voor reformatie is:
❍ katholiek
13
™
Maak met elk van deze woorden of namen een zin.
paus, Maarten Luther, ketters, hervorming
❍
✘ een monnik
12
9
❍ protestant
❍ ketter
❍
✘ hervorming
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Nederlandse hervormers zijn:
❍ Luther
❍ Calvijn
❍
✘ Menno Simons
❍
✘ Jan van Leiden
Hoe Nederland ontstond
5
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
De reformatie
1
Waar kwamen zij vandaan? Trek een lijn tussen de personen en het land
waar ze vandaan komen.
persoon
Erasmus
Luther
Calvijn
2
land
Duitsland
Frankrijk
Nederland
Wie zijn deze goden? Bij welke volkeren horen zij?
™
䊳
Zeus
Grieken
䊳
Wodan
Germanen
䊳
Quetzalcoatl
azteken
6
Hoe Nederland ontstond
£
1
lesboek
pagina 48 49 50 51
In opstand
Streep het foute antwoord door. Maak de zin af.
Het volk vond Karel V wel / niet aardig, omdat
zij hem als hun vorst
zagen.
Het volk vond Filips wel / niet aardig, omdat
zij hem een Spanjaard
vonden.
2
3
4
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
In het jaar 1566:
❍ begon de opstand tegen Alva.
❍
✘ gaven Nederlandse edelen een smeekschrift aan Margaretha.
❍ kwam Willem van Oranje naar de Nederlanden.
❍
✘ was de beeldenstorm.
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Waar is Willem van Oranje geboren?
❍ in de Nederlanden
❍ in Oostenrijk
❍
✘ in Duitsland
❍ in Luxemburg
Willem van Oranje
Streep in elke zin het foute antwoord door en maak de zin af.
Protestanten vonden de godsdienstvervolgingen goed / slecht , omdat
zij daarvan het slachtoffer waren.
Katholieken vonden de godsdienstvervolgingen goed / slecht , omdat
zij de eenheid in de kerk wilden behouden.
Willem van Oranje vond de godsdienstvervolgingen goed / slecht, omdat
hij vond dat de mensen zelf mochten beslissen welk geloof ze wilden
hebben.
Hoe Nederland ontstond
7
In opstand
5
Streep in de zin het foute antwoord door en maak de zin af.
Karel en Filips wilden wel / geen vaste belastingen, omdat
ze dan niet
ieder jaar eindeloos hoefden te onderhandelen.
6
7
£
8
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wie was de opvolger van Karel V?
❍ Willem van Oranje
❍
✘ Filips II
❍ Margaretha
❍ Filips de Schone
Karel V
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Filips stuurde een leger naar de Nederlanden. De leider van dat leger
moest de mensen straffen die hadden meegedaan aan de beeldenstorm.
Wie was die leider?
❍ prins Willem
❍ de graaf van Egmont
❍
✘ de hertog van Alva
❍ de graaf van Hoorne
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Wie was boos?
Filips II besprak niets met hen.
Een deel van de katholieke geestelijken leefde te luxe.
De belastingen waren te hoog.
Zij konden geen bisschop meer worden.
De protestanten werden te streng vervolgd.
het volk
❍
✘
❍
❍
✘
❍
❍
✘
de adel
❍
✘
❍
❍
❍
✘
❍
✘
Gebruik de tijdbalk voor het beantwoorden van opdracht 9 en 10.
1500
1572: de geuzen veroverden Brielle
䊲
9
Hoe noemen we de zestiende eeuw ook wel?
de tijd van ontdekkers en hervormers
10
8
In welk jaar veroverden de geuzen de stad Brielle?
Geef het op de tijdbalk aan.
Hoe Nederland ontstond
1600
䊲
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
In opstand
Gebruik de afbeelding voor het beantwoorden van opdracht 1 tot en met 6.
1
4
3
5
£
2
1
Welk dier hoort bij Nederland?
2
Wie staan bij de nummers?
3
de leeuw
1
de paus
2
Filips II
4
de Hollandse leeuw
5
Alva
3
Margaretha
Deze prent is gemaakt in 1568. Wat wil de maker van de prent laten zien?
Op deze anti-Spaanse prent wordt de Hollandse leeuw uitgeperst
door Margaretha en Alva.
4
Wat was er gebeurd in 1566?
Edelen hadden Margaretha een smeekschrift aangeboden. Daarna
was de beeldenstorm uitgebroken.
5
Wie stuurde Filips in 1567 naar de Nederlanden?
6
Wie regeerde er toen over de Nederlanden?
Alva
Margaretha van Parma, de halfzuster van Filips II
Hoe Nederland ontstond
9
¢
Een oude oorlog
lesboek
pagina 52 53 54 55
Stel je het volgende eens voor. Jij bent burgemeester van Haarlem. Het
Spaanse leger wil de stad belegeren. Schrijf bij opdracht 1 t/m 8 wat je doet.
1
Wat doe je als eerste als het Spaanse leger naar Haarlem komt?
2
In december 1572 bevriest het water rond de stad. Hoe kom je aan eten?
3
Het vlees bij slagers raakt op. Lopen er nog dieren in de stad? Wat doe je?
4
Het is maart 1573. De stad is helemaal omsingeld. Hoe kom je aan eten?
5
6
7
10
Het is 1 juni 1573. Je hebt per dag 20 boterhammen. Een soldaat, een kind
en een oude man moeten daarvan eten. Hoe verdeel je de boterhammen?
Het is 30 juni 1573. Voor de soldaat, het kind en de oude man zijn er in
totaal nog maar vijf boterhammen per dag over. Hoe verdeel je die?
Er komt geen hulp. Wanneer geef je de stad over aan de Spanjaarden?
Hoe Nederland ontstond
9
Wat probeer je te regelen bij de overgave van de stad?
Vroeger en nu. Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Wanneer gebruikten legers deze wapens?
geweren
tanks
geweersteunen
piekeniers
vrachtwagens
10
Een oude oorlog
8
in de zeventiende eeuw
❍
✘
❍
❍
✘
✘
❍
❍
nu
❍
✘
❍
✘
❍
❍
❍
✘
¢
Welke straf kreeg een soldaat in de zeventiende eeuw
als hij ongehoorzaam was? Schrijf twee voorbeelden op.
Bijvoorbeeld: sjouwwerk doen of opgehangen worden.
11
Wat weet je door de tekening over oorlog voeren in de zestiende eeuw?
Bijvoorbeeld: Ze vochten man tegen man met geweren, pieken en
zwaarden. Ze schoten ook met kanonnen. Soldaten trokken in
vierkante groepen op naar de vijand. Er waren ook soldaten op een
paard. De soldaten droegen helmen en borstharnassen.
Hoe Nederland ontstond
11
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Een oude oorlog
1
Trek een lijn van de voorwerpen naar de goede persoon.
Kies voor elke persoon een andere kleur.
¢
2
Maak een kort verhaal met de volgende woorden:
Spaanse legers, goede soldaten, het Hollandse weer, te weinig geld.
Bijvoorbeeld: In de Spaanse legers zaten goede soldaten. Maar ze
hadden last van het slechte Hollandse weer. Als het geregend had,
waren de wegen nat. Het leger kon dan maar vijftien kilometer per dag
lopen. Maar het grootste probleem was dat het Spaanse leger altijd
te weinig geld had.
12
Hoe Nederland ontstond
∞
1
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wie was de opvolger van stadhouder Willem I?
❍ Willem II
❍ Van Oldenbarneveldt
2
3
lesboek
pagina 56 57 58 59
Hoe het afliep
❍
✘ Maurits
❍ Frederik Hendrik
Trek een lijn van het jaartal naar de gebeurtenis die erbij hoort.
1568
slag bij Nieuwpoort
1584
het begin van de Tachtigjarige Oorlog
1588
het begin van het Twaalfjarig Bestand
1590
het einde van de Tachtigjarige Oorlog
1600
Willem I wordt vermoord
1609
het einde van het Twaalfjarig Bestand
1621
het turfschip van Breda
1648
het begin van de Republiek
Maak de zin af.
Filips verklaarde de prins van Oranje vogelvrij, omdat hij
hoopte dat de
opstand zonder leider zou mislukken.
4
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wie had de bijnaam ‘Stedendwinger’?
❍ Willem I
❍ Van Oldenbarneveldt
5
6
❍ Maurits
❍
✘ Frederik Hendrik
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Spanje verloor de Tachtigjarige Oorlog. Wat was de belangrijkste oorzaak?
❍ Het Spaanse leger was te zwak.
❍ De Spanjaarden hadden geen goede aanvoerders.
❍ De Spaanse soldaten waren niet gewend aan het Hollandse weer.
✘ Het Spaanse leger had te weinig geld.
❍
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Was het een slag of een belegering?
Heiligerlee
Alkmaar
Leiden
Nieuwpoort
Den Bosch
slag
❍
✘
❍
❍
✘
❍
❍
belegering
❍
✘
❍
✘
❍
❍
✘
❍
Hoe Nederland ontstond
13
Hoe het afliep
1
7
2
Wat leren deze schilderijen ons over de tijd waarin ze zijn gemaakt?
Op pagina 45 en 56 van je lesboek zie je de schilderijen groter en in kleur.
1
Karel V : je ziet hoe een krijgsheer er vroeger uitzag. Een baard was
in de mode.
∞
2
Johan van Oldenbarneveldt: je ziet kleding van vroeger en wat voor
baarden mannen hadden.
8
Kleur het gebied van de Republiek blauw. blauw
Kleur de steden die Frederik Hendrik veroverde rood. rood
Hoe heten de provincies?
Holland, Zeeland, Utrecht
(Sticht), Gelre (Gelderland),
Overijssel, (Drente telde niet
mee), Friesland, Groningen
(Stad en Lande)
9
Wat werd er in de Vrede van Münster afgesproken?
De Spaanse koning sprak af dat de Republiek voortaan zelfstandig
was. De Republiek werd onafhankelijk van het Duitse rijk. De Zuidelijke
Nederlanden bleven bij Spanje horen.
14
Hoe Nederland ontstond
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Welke plaatsnamen kun je maken van deze letters?
georna
Ω
Orange
usbsler
Ω
Brussel
eindel
Ω
Leiden
melhara Ω
Haarlem
Nieuwpoort
rebad
wootprineu Ω
2
3
Ω
Hoe het afliep
1
Breda
Zoek de namen.
De prins van Oranje: iwlelmI
Ω
Willem I
Dit is zijn zoon: krrfdineerdikeh
Ω
Frederik Hendrik
Dit was de koning van Spanje: liifsIpI
Ω
Filips II
Hij was een zoon van Willem: arimuts
Ω
Maurits
Hij was de vader van Filips: Varkel
Ω
Karel V
Hij was een hervormer: haermutrtenla
Ω
Maarten Luther
∞
Bekijk de afbeeldingen hieronder.
Wie of wat komen uit de tijd van de ontdekkers en hervormers?
Willem I (B) en
Maurits(C)
Uit welke perioden
komen de andere
afbeeldingen?
A
B
Het hunebed (A) komt
uit de prehistorie.
Het vikingschip (D) komt
uit de Middeleeuwen.
C
D
Hoe Nederland ontstond
15
*
Samenvatting Ω Hoe Nederland ontstond
Waar gingen de vijf lessen over?
Deze lessen gingen over het ontstaan van Nederland. Je leerde wat de
oorlog met Spanje daarmee te maken had. Die oorlog noemen we
de Tachtigjarige Oorlog. Hij duurde van 1568 tot 1648. In deze lessen
was je in de vroegmoderne tijd, de periode van 1500 tot 1800.
䊴
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
Prehistorie
Oudheid
Vroegmoderne
tijd
Middeleeuwen
Ontdekkers en hervormers: 1500 -1600
Regenten en vorsten: 1600 -1700
les
1
les
2
Nederland nu en toen
Bij het begin van onze jaartelling hoorde het grootste
deel van ons land bij het Romeinse Rijk. Rond 800
maakte ons land deel uit van het rijk van Karel de
Grote. Vanaf 925 was het een deel van het Duitse
Rijk. Vanaf 1515 maakten de Lage Landen of
de Nederlanden deel uit van het rijk van Karel V.
De Nederlanden bestonden uit zeventien gewesten,
die samen ongeveer zo groot waren als nu België,
Nederland en Luxemburg samen. Sommige gewesten
hadden een andere naam. Groningen heette Stad
en Lande. Utrecht werd Sticht genoemd. Karel V
regeerde ook over Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland,
Spanje, een deel van Italië en de gebieden in de
Nieuwe Wereld.
Het rijk van Karel V
De reformatie
In het grote rijk van Karel V waren altijd wel ergens problemen. De meeste
problemen gingen over het geloof. Een deel van de christenen vond dat de
paus en de geestelijken van de katholieke kerk niet volgens de regels van de
bijbel leefden. De mensen die dat vonden werden protestanten genoemd,
omdat ze protesteerden tegen de geestelijken die zich niet aan de regels
hielden. Zij wilden een hervorming of reformatie. Hun belangrijkste
leiders waren Luther en Calvijn. Hun volgelingen werden
lutheranen en calvinisten genoemd. De katholieke kerk
noemde hen ketters. Zij werden uit de kerk gestoten
en vervolgd. In Nederland had Erasmus kritiek op
de misstanden, maar bleef in de katholieke kerk.
Luther
16
Hoe Nederland ontstond
Moderne
tijd
3
In opstand
Ook in ons land werden mensen vervolgd om hun geloof. Een deel van de
edelen wilde de mensen met rust laten. Een van hen was de stadhouder
Willem, prins van Oranje. De koning van Spanje, Filips II, wilde de
protestanten vervolgen en bestraffen. Filips was zijn vader Karel V in 1555
opgevolgd. Hij moest niets hebben van Nederlandse edelen die zich met
zijn bestuur bemoeiden. Toen een smeekschrift (1566) dat door edelen
werd aangeboden niet hielp, braken er opstanden uit. Het volk keerde zich
in de beeldenstorm (1566) tegen de kerk. Filips stuurde de hertog van Alva
om de rellen te laten stoppen. Als voorbeeld liet hij de twee machtigste
edelen, de graven van Egmont en Hoorne, onthoofden. Alva, die de nieuwe
landvoogd werd, stelde een speciale rechtbank in om de protestanten te
vervolgen. Het volk noemde die rechtbank de Bloedraad.
De opstandelingen die moesten vluchten, werden geuzen genoemd. In
1568, twee jaar na de beeldenstorm, kwamen ook edelen onder leiding van
Willem van Oranje in opstand. Willem van Oranje werd verslagen en
moest vluchten. De opstand was niet onderdrukt. Toen de opstandige
edelen en geuzen gingen samenwerken, maakten zij het de Spanjaarden
moeilijk. Pas tachtig jaar later werd er vrede gesloten.
In de oorlog werd niet tachtig jaar aan één stuk gevochten. Af en toe laaide
de strijd op. In 1609 waren beide partijen zelfs zo uitgeput dat ze het
Twaalfjarig Bestand sloten.
S a m e n v a t t i n g Ω Hoe Nederland ontstond
les
*
In het Boek van de Tijd zag je edelen uit de Nederlanden op weg om de landvoogdes
Margaretha het smeekschrift aan te bieden. Daarnaast zag je de beeldenstorm in 1566.
les
4
Een oude oorlog
Legers bestonden uit huurlingen. In de legers van de Republiek vochten
dan ook veel buitenlanders. Maar de Spaanse legers bestonden voor het
grootste deel uit Spanjaarden.
In de Tachtigjarige Oorlog vochten legers tegen elkaar in het open veld of
ze belegerden de steden. De belangrijkste wapens waren de haakbus, de
musket en kanonnen. Tegen de paarden van de tegenstander gebruikte
men de hellebaard. Bij belegeringen probeerde men de inwoners van de
stad vaak uit te hongeren. Dat lukte de Spanjaarden in 1573 bij Haarlem en
in 1574 bijna met Leiden.
Hoe Nederland ontstond
17
S a m e n v a t t i n g Ω Hoe Nederland ontstond
*
Het leger in de tijd van Willem van Oranje
Discipline was heel belangrijk in legers. Je kon voor een overtreding op het
houten paard geplaatst worden, stokslagen krijgen, en zelfs de doodstraf
krijgen.
In die tijd bestond een leger eigenlijk uit twee verschillende groepen:
soldaten en handelaren, zoals slagers, kleermakers, herbergiers, bakkers,
marketentsters, wapensmeden, hoefsmeden en anderen. De chirurgijns
zorgden voor de gewonden.
les
Maurits
18
5
Hoe het afliep
Willem van Oranje werd in 1584 in Delft vermoord door Balthasar
Gerard. Zijn zoon Maurits volgde hem op. In 1588 verklaarden
de opstandelingen zich zelfstandig. De raadpensionaris Johan van
Oldenbarneveldt en Maurits, de zoon van Willem waren hun
leiders. Van Oldenbarneveldt was een goede diplomaat. Maurits
was een sluwe legeraanvoerder. Met een list nam hij Breda in
dankzij een turfschip.
Van 1609 tot 1621 werd de oorlog onderbroken. Dit noemen wij
het Twaalfjarig Bestand. Maurits overleed in 1625. Na zijn dood
nam zijn jongere broer Frederik Hendrik de leiding over.
In 1648 werd de Vrede van Münster gesloten. De Nederlanden werden
onafhankelijk van Spanje. De nieuwe staat noemde zich de Republiek
der Zeven Verenigde Nederlanden: Holland, Zeeland, Friesland,
Groningen, Overijssel, Gelderland en Utrecht (Sticht).
Wij weten veel over deze tijd door schilderijen. Die laten ons
zien hoe de mensen toen leefden, woonden en werkten.
Natuurlijk werden er in deze tijd ook boeken geschreven.
Bovendien zijn er uit deze periode ook veel voorwerpen bewaard
gebleven of in de grond gevonden.
Hoe Nederland ontstond
¡
lesboek
pagina 60 61 62 63
Regenten, burgers en gemeen
1
Kijk in je lesboek op pagina 60 en 61 naar de tekening. Verdeel de mensen
op de tekening in twee groepen: de rijken en de minder rijken of armen.
Rijke mensen: man in zwart pak, kind met hoepel, wandelende echtpaar,
twee regenten en een vrouw, man in zwart pak, die omkijkt.
Arme mensen: meid met melkemmer en kind, kapitein van de wacht
en twee gerechtsdienaren, bedelaar, weesjongen, vrouw met kind,
twee straatmuzikanten, twee verkopers: visvrouw en schoenlapper,
meid voor het viskraampje
2
Bekijk de tijdbalk in je lesboek op pagina 60. Over welke tijd gaat deze les?
Over de zeventiende eeuw, de tijd van regenten en vorsten.
3
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Welk groep was in de zeventiende eeuw belangrijk in de Republiek?
❍
✘ de rijke burgers
4
❍ de gilden
❍ de geestelijken
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wat was de naam van de machtige bestuurders van de steden?
❍ graven
5
❍ de edelen
✘ regenten
❍
❍ burgers
❍ poorters
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Wie was Jan Klaassen?
❍
✘ een poppenkastpop
❍
✘ een trompetter
❍ een kermisstandhouder
❍
✘ een poppenkastspeler
De Republiek
19
Regenten, burgers en gemeen
6
¡
Alle mensen hebben iets wat niet bij hen hoort. Bij wie hoort het wel?
Zet een rondje om het verkeerde ding. Trek een pijl naar wie het wel hoort.
regent
7
weeskind
kapitein
bedelaar
vroeger
❍
✘
❍
❍
✘
❍
✘
❍
✘
nu
❍
✘
❍
✘
❍
❍
✘
❍
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wat was het rijkste gewest van de Republiek?
❍ Zeeland
9
muzikant
Vroeger en nu. Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Wat zie je allemaal op de kermis?
poppenkast
achtbaan
vendelzwaaien
kraampjes met eten
acrobaten
8
schoenlapper
❍ Utrecht
❍ Friesland
❍
✘ Holland
Maak de zin af.
Buitenlanders noemden de Republiek vaak een vrouwenland, omdat
vrouwen vaak het werk van mannen deden. Hun man was bijvoorbeeld
weg voor zaken of voer op zee.
10
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Waaraan zag je in de zeventiende eeuw dat iemand rijk was?
❍ aan zijn auto
❍ aan zijn vakanties
❍
✘ aan zijn kleding
20
De Republiek
❍
✘ aan zijn zilverwerk
✘ aan zijn porselein
❍
❍ aan zijn neus
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Welke beroepen uit de zeventiende eeuw zie je hier?
pottenbakker
2
1
schilder
Regenten, burgers en gemeen
1
boer (landman)
¡
Welke mensen zie je hier? En uit welke tijd komen ze?
2
3
4
5
6
1: een rijke vrouw uit de pruikentijd (achttiende eeuw)
2: een monnik (Luther) uit de zestiende eeuw
3: een stadsvrouw uit een middeleeuwse stad (vijftiende eeuw)
4: een valkenier uit de riddertijd (dertiende / veertiende eeuw)
5: een azteek uit de zestiende eeuw
6: een man (Columbus) uit de vijftiende / zestiende eeuw
De Republiek
21
™
Leven van de handel
lesboek
pagina 64 65 66 67
Kijk in je lesboek op pagina 64 en 65. Beantwoord dan opdracht 1 tot en met 6.
1
In de zeventiende eeuw was er veel werk in de Republiek.
Waarvan leefden de mensen allemaal?
landbouw, veeteelt, handel, visserij en nijverheid
2
In welk gewest was het meeste werk?
in Holland
3
Waar werd veel graan verbouwd?
op de zandgronden in het oosten en zuiden
4
Wat betekent VOC?
Verenigde Oost-Indische Compagnie
5
Noem twee vormen van nijverheid.
Bijvoorbeeld: bierbrouwerijen, ververijen, zout- en zeepziederijen,
tabakskerverijen, steenbakkerijen.
6
Wat was een belangrijke bron van inkomsten voor Enkhuizen?
Hoe weet je dat?
De visserij, want er staan drie vissen in het stadswapen.
7
Maak de zin af.
De zeventiende eeuw noemen wij ook wel de Gouden Eeuw, omdat
het een goede periode was voor de kunst, wetenschap en economie.
8
22
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
De Gouden eeuw is geen goede naam, omdat:
❍
✘ er veel armen waren.
❍ er veel beroemde schilders waren.
❍
✘ er veel zwervers waren.
❍ er grote zeereizen gemaakt werden.
De Republiek
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wat was het belangrijkst in de Republiek van de zeventiende eeuw?
❍
✘ de landbouw
10
❍ de veeteelt
❍ de handel
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Hoeveel mensen woonden er ongeveer in de Republiek?
❍ één miljoen
11
❍ de visserij
Leven van de handel
9
❍
✘ twee miljoen
❍ vier miljoen
❍ acht miljoen
In de zeventiende eeuw gebruikten de mensen de wind bij veel industrieën.
Met windmolens maakten ze verschillende producten.
Schrijf drie producten op.
Bijvoorbeeld: meel, verf, olie, mosterd, papier.
12
™
In de Gouden Eeuw ging het niet met alle mensen goed.
Welke problemen waren er in het dagelijkse leven?
geen werk, geen eten, ziektes zoals de pest
13
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Wat hoort bij elkaar?
Japan
1602
Brazilië
Noord-Amerika
Java
Suriname
slavenhandel
14
VOC
❍
✘
✘
❍
❍
❍
❍
✘
❍
❍
WIC
❍
❍
❍
✘
❍
✘
❍
❍
✘
❍
✘
Wat deden de stadsbesturen vaak met zwervers en weeskinderen?
Zwervers werden opgepakt en aan het werk gezet of weggejaagd.
Weeskinderen werden in een weeshuis geplaatst.
15
Kijk naar je antwoord op de vorige vraag.
Vind je dat een goede oplossing van de stadsbesturen?
De Republiek
23
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Leven van de handel
1
2
™
Stad A leeft van de visvangst, stad B van de houthandel. Stad C leeft van
alles wat met schepen te maken heeft. Maak voor elke stad een stadswapen.
Veel beroepen uit de zeventiende en achttiende eeuw bestaan niet meer
of zijn veranderd. Schrijf onder elke tekening welk beroep het is.
1
2
4
5
3
3
1
kleermaker
2
metselaar
3
bezemmaker
4
wever
5
molenaar
6
brouwer
6
Wat is hetzelfde bij de zes beroepen van de vorige vraag?
Alle beroepen worden met de hand gedaan.
4
Bij welke beroepen werken we nog steeds op dezelfde manier als vroeger?
Alle beroepen gebruiken nu machines. De bezemmaker en wever
bestaan niet meer.
24
De Republiek
£
1
lesboek
pagina 68 69
Stadhouders en regenten
Vul de goede woorden in.
Kies uit: koningin, Staten-Generaal, koninkrijk, Amsterdam, gewesten,
Zeeland, Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, minister-president,
Brabant, Zeeuws-Vlaanderen, Holland, Groningen.
In de zeventiende eeuw heette Nederland
Nederlanden
. Nu is Nederland een
De Republiek werd bestuurd door de
had geen
Republiek der Zeven Verenigde
koningin
Eigenlijk waren de
koninkrijk
.
Staten-Generaal . De Republiek
minister-president .
of
gewesten
samen de baas. Maar niet alle
Brabant
provincies mochten meebeslissen.
was een van
de provincies die geen vertegenwoordigers had. Ook een deel van Zeeland,
Zeeuws-Vlaanderen , mocht niemand sturen. Niet alle provicies waren
even machtig. De machtigste provincies waren
en
De stad
stad. Maar
2
Zeeland
. In de provincies waren weer machtige steden.
Groningen
Amsterdam
regeerde over de landerijen rondom de
was de machtigste stad.
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
De Republiek werd geregeerd door:
❍ de raadpensionaris
❍ de Staten van Holland
3
Holland
❍ de stadhouder
❍
✘ de Staten-Generaal
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Waren de volgende mannen raadpensionaris of stadhouder?
raadpensionaris
Willem II
❍
Johan van Oldenbarneveldt
❍
✘
Willem III
❍
Johan de Witt
❍
✘
stadhouder
❍
✘
❍
❍
✘
❍
Johan de Witt
De Republiek
25
Stadhouders en regenten
4
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Willem II was de zoon van:
❍ Jan de Witt
5
❍ Willem I
6
Willem II
❍
✘
❍
❍
✘
❍
❍
het gewest Holland
❍
✘
❍
❍
✘
❍
❍
✘
Willem II
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Welk land was de grootste concurrent van de Republiek in de handel?
❍ Frankrijk
7
❍ Maurits
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Hoort het bij Willem II of bij het gewest Holland?
wilde minder troepen
wilde gebiedsuitbreiding
wilde geen oorlog meer
deed een machtsgreep
wilde geen stadhouder
£
❍
✘ Frederik Hendrik
❍ Duitsland
✘ Engeland
❍
Maak de zin af.
1672 wordt ook wel het rampjaar genoemd, omdat
❍ Spanje
de Republiek in dat
jaar door veel vijanden werd aangevallen: Frankrijk, Engeland, Munster
en Keulen.
8
Maak de zinnen over Willem III af.
Willem III was getrouwd met
Willem III werd koning van
Maria Stuart.
Engeland.
Willem III
De grootste buitenlandse vijand van Willem III was
de Franse koning
Lodewijk XIV.
9
Waarom had het volk een hekel aan Johan de Witt?
Het volk wilde dat een Oranje de baas zou zijn in het land.
10
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wat is de periode van het eerste stadhouderloze tijdperk?
❍ 1568-1648
26
De Republiek
❍ 1609-1621
❍
✘ 1650-1672
❍ 1702-1747
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Maak de schilderijen af. Zorg ervoor dat ze bij deze les passen.
2
Schrijf kort op waar de schilderijen van de vorige vraag over gaan.
3
Stadhouders en regenten
1
£
In de puzzel zijn woorden verborgen die je in deze lessen hebt geleerd.
Zoek van links naar rechts, van rechts naar links, van boven naar beneden,
van beneden naar boven en schuin.
Kies uit: Stad en Lande, Raad van State, Johan de Witt, Sticht, Willem,
Zeeland, Holland, Keulen, Drente, kapitein, generaal, admiraal, Brabant,
rampjaar, Lodewijk, prins, Londen, Limburg.
w
e
r
b
o
s
t
t
d
b
r
a
l
d
a
f
v
t
n
p
t
u
h
i
k
t
a
a
e
b
u
h
o
l
l
a
n
d
c
r
c
l
a
n
h
m
q
y
m
s
d
z
r
r
i
o
i
r
i
t
e
n
j
z
e
e
o
r
k
n
t
a
i
a
e
l
j
s
r
e
n
s
b
j
r
s
s
m
b
r
l
l
d
l
v
l
a
e
t
n
e
r
d
v
u
i
o
a
r
a
a
d
v
a
n
s
t
a
t
e
w
n
s
g
b
n
e
c
i
b
b
r
s
g
g
d
a
n
d
m
d
w
e
a
r
a
v
e
g
l
d
n
i
r
t
e
t
b
a
a
t
n
r
r
o
a
e
r
k
i
i
v
b
j
y
e
l
b
u
d
m f u
l u e
p f k
l a p
p x t
w n a
a m k
p m a
n a w
r
i m
a r
i
o n d
m t v
b m i
e w ij
l
k
g
o
r
i
l
u
h
e
c
e
p
l
k
j
o
h
a
n
d
e
w
i
t
t
n
b
f
n
De Republiek
27
¢
䊴
lesboek
pagina 70 71 72
Modegrillen
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
Prehistorie
Oudheid
Vroegmoderne
tijd
Middeleeuwen
geel rood
1
2
Kleur de Gouden eeuw geel op de onderste tijdbalk.
Kleur de pruikentijd rood. 1700-1800
1600-1700
Waar of niet waar? Streep het foute antwoord door.
In de achttiende eeuw droegen alle mensen een pruik.
Vooral blonde pruiken waren in de mode.
Pruiken werden met meel wit gemaakt.
Soms paste een rijke vrouw met haar hoge pruik
niet in de koets.
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
3
Teken het haar van deze rijke mijnheer en mevrouw uit de achttiende eeuw.
4
Kijk in je lesboek op pagina 70 en 71. Wat zie je bij nummer 2 en 3?
Een petticoat (2) en een geraamte (3) om ervoor te zorgen dat een
jurk wijduit bleef staan.
5
Wat hebben wij van de mode uit de achttiende eeuw overgehouden?
Bijvoorbeeld: wijde galajurken, het colbert, opgestoken haar, pruiken,
haarstukjes, make-up en de staart.
28
De Republiek
Moderne
tijd
6
Modegrillen
Wat dragen wij nu niet meer?
Bijvoorbeeld: kunstkuiten, enorme pruiken, schoonheidsballetjes.
7
Vroeger en nu. Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Bij welke tijd hoort de mode?
corset
make-up
schoonheidspukkels
kunstkuiten
oorbellen voor mannen
schoonheidballetjes
8
achttiende eeuw
❍
✘
❍
✘
❍
✘
❍
✘
❍
❍
✘
nu
❍
❍
❍
✘
❍
❍
✘
❍
¢
Streep de foute antwoorden door en maak de zin af.
In de pruikentijd besteedden mannen meer / evenveel / minder tijd aan
hun uiterlijk. Dat was te zien aan
9
䊴
Trek een lijn van ieder echtpaar naar de goede plaats op de tijdbalk.
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
Prehistorie
Oudheid
Middeleeuwen
Vroegmoderne
tijd
De Republiek
Moderne
tijd
29
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Modegrillen
1
Deze mensen zijn aan het dansen. Laat zien hoe ze zijn aangekleed.
¢
2
Schrijf in de stamboom de namen van de personen. Kies uit: Willem I,
Willem II, Willem III, Willem IV, Willem V, Frederik Hendrik, Maurits.
Willem I
Maurits
Frederik Hendrik
Willem II
Willem III
Willem IV
Willem V
30
De Republiek
∞
1
2
3
Patriotten en prinsgezinden
lesboek
pagina 73 74 75
Maak een krantenartikel over een pachtersoproer.
Verzin eerst een kop voor het artikel. Vertel dan het verhaal.
Maak duidelijk wat de oorzaak is van het oproer en hoe het verloopt.
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wat gebeurde er na de dood van Willem II?
❍ Hij werd opgevolgd door Willem III.
❍ De stadhouder van Drente ging de provincies besturen.
❍
✘ Er was een stadhouderloos tijdperk.
❍ Johann de Witt bestuurde de provincies.
Maak de zin af.
De burgers waren blij met Willem IV als stadhouder, maar
ze wilden wel
meer te zeggen hebben in het bestuur.
4
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
In de achttiende eeuw ging het slecht in de Republiek, omdat:
❍
✘ het na oorlogen weer beter ging met andere landen.
❍
✘ andere landen groter waren en meer konden concurreren.
❍ andere landen geen handel meer wilden drijven met de Republiek.
❍
✘ er te weinig inwoners waren om de goede positie te houden.
❍ de Hollanders te veel oorlog voerden.
De Republiek
31
Patriotten en prinsgezinden
5
Hoe heetten de tegenstanders van de prinsen van Oranje?
patriotten
Wat betekent die naam?
vaderlanders
6
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Het einde van de Republiek kwam in:
❍ 1648
❍ 1672
❍ 1702
Stadhouder Willem V
❍
✘ 1795
Kijk in je lesboek naar de schilderijen op pagina 65, 66, 67, 69 en 72.
Maak dan opdracht 7, 8 en 9.
∞
7
Schrijf kort vier onderwerpen op waarover de schilderijen ons iets leren.
Bijvoorbeeld: De schilderijen leren ons iets over het uiterlijk van
mensen (haar en kleding), over de inrichting van huizen, welke bloemen
de mensen mooi vonden, hoe een havenstad en schepen eruitzagen.
32
8
Noem twee dingen die wij zonder de schilderijen niet konden weten.
9
Bekijk de schilderijen. Teken in de lege schilderijen hoe alles er nu uitziet.
De Republiek
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Maak de zin af.
Bijna alle stadhouders uit dit boek heetten Willem, behalve
Patriotten en prinsgezinden
1
Maurits en Frederik Hendrik.
2
Schrijf de juiste stadhouder op. Soms zijn het er meer. Kies uit: Willem I,
Willem II, Willem III, Willem V, Maurits en Frederik Hendrik.
Willem I
werd opgevoed aan het hof van Karel V.
Maurits
had ruzie met Van Oldenbarneveldt.
Willem II
was maar drie jaar stadhouder.
Willem V
was de laatste stadhouder.
Willem I
werd doodgeschoten.
Willem V
was de zoon van Willem IV.
Maurits, Frederik Hendrik
veroverde Breda.
Willem III
was de zoon van Willem II.
Frederik Hendrik
was de broer van Maurits.
Maurits, Frederik Hendrik
was de zoon van Willem I.
Willem III
werd ook koning van Engeland.
Willem I
vluchtte naar Duitsland.
Willem V
had met de patriotten te maken.
Willem I
werd ook de Zwijger genoemd.
Maurits
was de broer van Frederik Hendrik.
Maurits
was stadhouder tijdens het Bestand.
Willem III
had ruzie met Johan de Witt.
Willem II
was de zoon van Frederik Hendrik.
Willem III
was de laatste stadhouder in de zeventiende eeuw.
Willem III
had geen zoon.
Frederik Hendrik
heette de Stedendwinger.
Maurits
vocht bij Nieuwpoort.
Maurits
was de laatste stadhouder in de zestiende eeuw.
∞
Stadhouder Willem III
De Republiek
33
*
Samenvatting Ω De Republiek
Waar gingen de vijf lessen over?
Deze lessen gingen over de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Je leerde over het leven van de mensen in ons land van het einde van de
Tachtigjarige Oorlog (1648) tot de komst van de Fransen (1795). De lessen
speelden zich af in de nieuwe tijd, de periode van 1500 tot 1800.
䊴
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
Prehistorie
Oudheid
Middeleeuwen
Vroegmoderne
tijd
Regenten en vorsten: 1600-1700
In het Boek van de Tijd zag je een pachtersoproer. De mensen plunderden het
huis van de pachter die de belastingen bij de mensen ophaalde.
les
34
1
Regenten, burgers en gemeen
In de zestiende eeuw hadden de edelen de meeste macht. In de zeventiende
eeuw waren de handelaren en kooplieden de machtigste inwoners. Zij
bestuurden de steden en speelden een belangrijke rol in het landsbestuur.
We noemen hen regenten. De burgerij was de tweede groep. Dat waren
winkeliers, belangrijke ambtenaren, dominees, professoren en sommige
boeren. De rest van het volk werd door de rijken het grauw of het gemeen
genoemd. Sommigen hadden werk, zoals de matroos, de boerenknecht
en de soldaat. Anderen trokken rond en hadden geen huis. Het gewest
Holland was het rijkst en machtigst.
De Republiek
Moderne
tijd
les
les
2
S a m e n v a t t i n g Ω De Republiek
Kermissen waren het hoogtepunt van het jaar. Behalve voedselkramen met
wafels, gesuikerde appels, enzovoort waren er onder andere ook acrobaten
en gedresseerde dieren.
Leven van de handel
De zeventiende eeuw wordt de Gouden eeuw genoemd. De Republiek was
in die tijd rijk en machtig. Landbouw, veeteelt en visserij waren altijd al
belangrijk geweest in de Nederlanden. Ook de nijverheid, vooral het maken
van laken en linnen, zorgde voor welvaart. Een belangrijk hulpmiddel bij
veel industrieën was de wind. Die was er genoeg in de Lage Landen. In
Zaandam werd in 1596 de eerste windmolen gebouwd, waar hout werd
gezaagd. Al gauw werd windindustrie ook gebruikt bij het maken van andere
producten, zoals meel, verf, olie en mosterd. In de Republiek zorgde de
handel voor rijkdom. Van overal haalden de Nederlanders producten, die
ze ergens anders weer verkochten. Om specerijen uit India te halen werd
in 1602 de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht.
De WIC, West-Indische Compagnie uit 1621, haalde producten zoals
suiker uit de Amerika’s en bracht er slaven naar toe.
De Republiek was rijk, maar de rijkdom was slecht verdeeld.
De regenten vonden dat iedereen moest werken, dus
ook bedelaars, landlopers en zwervers. Mannen
zonder werk lieten ze oppakken, die moesten
in rasphuizen werken. Vrouwen moesten in
spinhuizen garen spinnen. Kinderen zonder
familie kwamen in weeshuizen terecht.
*
3
Stadhouders en regenten
De Republiek werd bestuurd door de Staten-Generaal. Dat was de
vergadering van de vertegenwoordigers van de zeven provincies.
Meestal duurde het lang voordat beslissingen werden genomen. In de
Staten-Generaal hadden alle provincies evenveel stemrecht. Maar in
de praktijk waren de twee rijkste provincies de baas. Dat waren Holland
en Zeeland. Holland was het machtigst met de grote koopmansstad
Amsterdam als handelscentrum van Europa. De stadhouder en de
raadpensionaris waren de belangrijkste bestuurders in de Republiek.
De raadpensionaris was de voorzitter van het bestuur van Holland.
De bekendste raadpensionaris in de
zeventiende eeuw was Johan de Witt.
De stadhouder was meestal ook de
legeraanvoerder. De stadhouders waren
familie van Willem van Oranje. Na
Frederik Hendrik waren Willem II en
Willem III de belangrijkste stadhouders
in de zeventiende eeuw. Willem III
werd ook nog koning van Engeland.
Johan de Witt
Willem III
De Republiek
35
S a m e n v a t t i n g Ω De Republiek
Na de dood van Willem II was er van 1650 tot 1672 een stadhouderloos
tijdperk. Daar kwam een einde aan, toen de Republiek in 1672 door
Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen werd aangevallen. Willem III
werd toen stadhouder. Hij moest het opnemen tegen Lodewijk XIV van
Frankrijk, de machtigste op het vasteland en in Engeland, de grootste
handelsconcurrent van de Republiek.
*
les
4
les
5
Modegrillen
De achttiende eeuw wordt ook wel pruikentijd genoemd. De rijken vonden
het heel belangrijk dat ze er goed uitzagen. Vrouwen liepen met kapsels
van soms bijna een meter hoog. Mannen en vrouwen poederden zich en
droegen make-up. Heren met spillebenen stopten kunstkuiten in hun
kousen. Te dikke dames droegen strakke corsetten. Ook waaiers waren
heel populair.
Patriotten en prinsgezinden
In de achttiende eeuw waren Willem IV en
Willem V de belangrijkste stadhouders. Soms
hadden de mensen genoeg van de stadhouders.
Van 1650 tot 1672 en van 1702 tot 1747
hadden de meeste provincies geen stadhouder.
Wij noemen deze perioden stadhouderloze
tijdperken. Ook aan het einde van de
achttiende eeuw waren er politieke problemen.
De patriotten waren tegen het bestuur van
stadhouder Willem V. De voorstanders van de
Kijkje in het dagelijks leven
stadhouder werden prinsgezinden genoemd.
Over deze periode weten wij veel door schilderijen. De schilders uit de
Gouden Eeuw zijn beroemd. Zij schilderden eigenlijk van alles: zeegezichten,
portretten, kijkjes in het dagelijks leven en stillevens. Stillevens waren
schilderijen waarop alleen voorwerpen zoals bloemen en voedsel stonden.
Mode uit de pruikentijd
36
¡
lesboek
pagina 76 77 78 79
De Fransen komen
Gebruik de tijdbalk voor het beantwoorden van opdracht 1, 2 en 3.
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
r
䊴
Prehistorie
1
Oudheid
Vroegmoderne o Moderne
o tijd
tijd
d
Middeleeuwen
Hierboven zie je vier pagina’s uit het Boek van de Tijd.
Trek een lijn van de pagina’s naar de goede plaats op de tijdbalk.
2
Over welke tijd gaat het in deze les? Kleur die tijd rood op de tijdbalk.
3
In welke twee hoofdperioden speelt deze les?
1780-1810
in de vroegmoderne tijd en in de moderne tijd
4
Wie was de baas? Kies uit: Lodewijk Napoleon, Willem V, de patriotten.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Willem V
Bataafse Republiek
de patriotten
Koninkrijk Holland
Lodewijk Napoleon
Fransen en koningen
37
D e Fr a n s e n ko m e n
5
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
In welk jaar brak de Franse Revolutie uit?
❍ 1780
6
❍ 1793
❍ 1795
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wat gebeurde er in de Franse Revolutie
met de koning van Frankrijk? Hij werd:
❍ ontslagen
7
❍
✘ 1789
❍ verbannen
❍
✘ onthoofd
❍ gevangen gezet
Kijk in je lesboek op pagina 79 naar de foto van Lodewijk Napoleon.
Stel je voor: jij bent schrijver van geschiedenisboeken. Bij het schilderij van
Lodewijk Napoleon moet je iets schrijven over zijn regering. Wat schrijf je?
¡
8
9
Waar of niet waar? Streep het foute antwoord door.
Napoleon Bonaparte werd op Sicilië geboren.
Napoleon was generaal tijdens de Franse Revolutie.
Napoleon maakte een krijgstocht naar Egypte.
Napoleon veroverde heel Europa.
Napoleon kroonde zichzelf tot keizer.
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
Lodewijk Napoleon was de broer van Napoleon Bonaparte. Van 1806 tot 1810
was hij koning van Holland. Hij wilde een koning voor alle Nederlanders
zijn. Geef met twee voorbeelden aan dat hij een goede koning was.
Bijvoorbeeld: Lodewijk Napoleon leerde Nederlands. Hij vond het
gewone volk belangrijk. Maatregelen die slecht waren voor het land
voerde hij niet uit.
10
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Vroeger en nu. Wij weten veel over Lodewijk Napoleon door:
❍ foto’s
❍ radio-interviews
38
Fransen en koningen
❍
✘ schilderijen
❍
✘ zijn eigen boek
❍
✘ verhalen over hem
❍ video's
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
D e Fr a n s e n ko m e n
Hier zie je twee plattegronden van dezelfde stad. Vergelijk ze en maak
opdracht 1 tot en met 6.
¡
1
Van welke stad zijn deze plattegronden?
2
In welk land ligt deze stad?
3
van Parijs
in Frankrijk
Welke plattegrond is van nu en welke van vroeger?
Waarom denk je dat?
De plattegrond met het gebouw is van vroeger. De plattegrond met
het plein is van nu.
4
Welk belangrijk gebouw staat op de plattegrond van vroeger?
De Bastille
5
Staat het gebouw ook op de plattegrond van nu? Waarom wel of niet?
Nee, het is in de loop der tijd gesloopt.
6
Ga nu zelf op onderzoek uit. Probeer meer te weten te komen over het
gebouw op de oude plattegrond. Kijk in de bibliotheek, op internet of thuis.
Je mag tijdens het hele hoofdstuk aan deze opdracht werken. Hou tot slot
een presentatie voor de klas.
Fransen en koningen
39
™
1
lesboek
pagina 80 81 82 83
Napoleon, keizer van Europa
In 1811 maakte Napoleon plannen om met 500.000 soldaten naar Rusland
te gaan. Wat had het leger allemaal nodig voor de tocht naar Moskou?
Schrijf vier dingen op.
Bijvoorbeeld: eten, drinken, kleren, munitie en
wapens, karren met kanonnen en voorraden,
dokters om de zieken en gewonden te verzorgen.
Gebruik de kaart en een atlas voor het beantwoorden van opdracht 2, 3 en 4.
5
3
1
B
2
4
W
M
S
W
0
250
km
2
3
Reken uit hoe ver het is van plaats 1 naar plaats 5.
1500 kilometer
4
In hoeveel dagen bereikte het leger Moskou?
130 dagen
5
40
Teken op de kaart de tocht van Napoleon naar Rusland.
Zoek in de atlas op langs welke steden zijn leger kwam.
Schrijf de eerste letter van alle vijf de namen op de kaart.
Waar of niet waar? Streep het foute antwoord door.
Napoleon bereidde de tocht naar Rusland goed voor.
In Moskou was Napoleon al de helft van zijn leger kwijt.
Napoleon verloor de oorlog door de kou in Rusland.
Napoleon verloor, omdat het Russische leger zo sterk was.
Napoleon verloor zijn leger, omdat hij te laat terugging.
Fransen en koningen
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
waar / niet waar
500
In de tijd van Napoleon werden er veel oorlogen gevoerd. Maar de Franse
tijd bracht voor Nederland ook nieuwe dingen, zoals achternamen voor
iedereen. Schrijf nog drie nieuwe dingen op.
Napoleon, keizer van Europa
6
Bijvoorbeeld: dezelfde maten, gewichten en munten werden ingevoerd.
In wetboeken werd geregeld dat iedereen voor de wet gelijk was.
Er kwam dienstplicht voor mannen. Een nieuw belastingstelsel regelde
dat mensen niet meer belasting betaalden dan ze konden missen.
7
Kijk in je lesboek op pagina 80 en 81. Stel je voor: jij bent een soldaat van
Napoleon op de terugtocht uit Rusland. Schrijf op wat er gebeurde.
™
8
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
In Rusland waren in 1812 veel soldaten van Napoleon gestorven. Daarom
verloor Napoleon in 1813 de Volkerenslag bij Leipzig. Hij werd gevangengenomen. Waar werd Napoleon in de gevangenis gezet?
❍ in Parijs
9
❍ in Waterloo
❍
✘ op Elba
❍ op Sint Helena
Napoleon verloor de slag om Rusland en de Volkerenslag bij Leipzig. Hij
was al zijn macht kwijt. Toch kwamen zijn soldaten bij hem terug, toen hij
weer wilde gaan vechten. Hoe komt dat, denk je?
Bijvoorbeeld: de soldaten voelden zich nog steeds verbonden met
Napoleon. De nieuwe koning, Lodewijk XVII, deed niets voor het volk.
Fransen en koningen
41
Napoleon, keizer van Europa
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
™
0
250
km
1
Op de kaart staan plaatsen die voor Napoleon belangrijk waren. Frankrijk
veroverde de gebieden met verticale strepen. De horizontaal gestreepte
landen hielpen Frankrijk. Wie zouden de mensen op de kaart zijn?
In Spanje en Portugal staan Fransen. Zij zijn op weg naar MiddenEuropa. Napoleon en één van zijn generaals staan in Frankrijk.
In Oostenrijk-Hongarije staat een Oostenrijkse soldaat. De boze
vrouw is Engeland en in Rusland staat een kozak.
2
ΩΩΩ
42
Schrijf achter elk nummer welke stad of rivier wordt bedoeld.
1
Waterloo
5
Amsterdam
9
2
Elba
6
Berlijn
10
Parijs
3
Sint Helena
7
Smolensk
11
Wilna
4
Wenen
8
Moskou
12
de Berezina
Warschau
Ben je klaar? Werk dan verder aan de opdracht over de Bastille op pagina 39.
Fransen en koningen
500
£
1
lesboek
pagina 84 85
Van Willem…
Belangrijke plaatsen in deze en de vorige les zijn: Elba en Wenen.
Wenen
Elba
Bedenk hoe deze plaatsen in het nieuws kwamen.
Schrijf dan een korte krantenkop bij elke plaats.
Elba:
Wenen:
2
Willem I was van 1813 tot 1840 koning van Nederland.
Uit welke landen van nu bestond zijn rijk?
Nederland, België en Luxemburg
3
Willem II regeerde van 1840 tot 1849 over Nederland.
Welke landen van nu hoorden bij zijn rijk?
Nederland en Luxemburg
4
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Na de Franse tijd werd Nederland een:
❍ republiek
❍ prinsdom
❍ graafschap
❍
✘ koninkrijk
Fransen en koningen
43
Va n W i l l e m …
5
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Het noorden van het rijk van Willem I was in
de Franse tijd een achtergebleven gebied geworden.
Wat was er niet in het noorden?
❍ landbouw
❍
✘ industrie
6
❍ visserij
❍ handel
Maak de zin af.
In Wenen kwamen de Europese landen bij elkaar om
de grenzen in
Europa opnieuw vast te stellen.
7
£
8
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
De inwoners van de Zuidelijke Nederlanden waren niet tevreden, omdat:
✘ zij moesten meebetalen aan de schuld van de Noordelijke Nederlanden.
❍
❍ de mensen in het noorden niet aardig waren.
✘ zij werden opgescheept met een achtergebleven land.
❍
❍ zij niet katholiek wilden worden.
Maak de zin af.
Het Noord-Hollands kanaal werd gegraven om
Amsterdam een betere
verbinding te geven met de zee.
9
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Vroeger kon je aan de kleren zien of iemand arm of rijk was. Horen de
volgende dingen bij arme of bij rijke mensen?
hoed
hoofddoek
pet
klompen
wandelstok
schoenen
10
arm
❍
❍
✘
✘
❍
✘
❍
❍
❍
rijk
✘
❍
❍
❍
❍
✘
❍
✘
❍
Maak de zinnen af.
Willem I was een goede koning, omdat
hij veel heeft gedaan voor de
opbouw van ons land .
Willem I was niet zo’n goede koning, omdat
alleen wilde doen.
44
Fransen en koningen
hij nogal koppig was en alles
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
Welke woorden kun je maken met de letters in de vakjes?
e
u
l
e
a
e
o
t
r
u
g
b
r
n
d
n
k
o
m
r
x
n
d
l
s
ij
e
Luxemburg
2
Nederland
Va n W i l l e m …
1
Oostenrijk
Bedenk waar deze ruzie over gaat en schrijf het in de ballonnen.
Denk aan de verschillen tussen arm en rijk in de negentiende eeuw.
£
ΩΩΩ
Ben je klaar? Werk dan verder aan de opdracht over de Bastille op pagina
39.
Fransen en koningen
45
¢
1
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wie regereert er in onze tijd?
❍
✘ de regering
❍ de Eerste Kamer
2
❍ 1795
1800
❍
✘ 1815
❍ 1848
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Wie was de baas in ons land direct na de Franse tijd?
❍ de regering
❍ de Eerste Kamer
5
❍ de koningin
✘ de Tweede Kamer
❍
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
De Eerste en Tweede Kamer bestaan sinds:
❍ 1789
4
❍ de koningin
❍ de Tweede Kamer
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Wie controleren er nu of er goed wordt geregeerd?
❍ de regering
✘ de Eerste Kamer
❍
3
lesboek
pagina 86 87
...tot Willemien
✘ de koning
❍
❍ de Tweede Kamer
Teken de regeerperioden van de drie koningen op de tijdbalk.
Gebruik voor elke koning een andere kleur.
Trek dan een lijn van elke koning naar zijn regeerperiode op de tijdbalk.
1813
1840 1849
1890
䊲
䊲
Willem I
46
1900
Fransen en koningen
Willem II
Willem III
7
Maak de zinnen af door de juiste koning op te schrijven.
Kies uit: Willem I, Willem II, Willem III.
Willem I
werd koning aan het einde van de Franse tijd.
Willem II
had ruzie met Thorbecke.
Willem III
stuurde het parlement naar huis.
Willem III
was de laatste mannelijke koning tot nu toe.
Willem I
maakte de Belgische opstand mee.
Willem II
had nog gevochten bij Waterloo.
Willem III
was de vader van Wilhelmina.
Willem I
deed veel voor de economie van het land.
...tot Willemien
6
¢
Maak de zinnen af. Welk beeld heb je gekregen van de koningen?
Koning Willem I
Bijvoorbeeld: besliste alles zelf.
Koning Willem II
Bijvoorbeeld: was een zwakke vorst, hij veranderde
snel van mening.
Koning Willem III
Bijvoorbeeld: nam Willem I als voorbeeld, hij kon niet
wennen aan de nieuwe grondwet.
8
Dit schilderij zag je ook op pagina 87 van het lesboek.
Schrijf een kort verhaal dat hierbij past.
Fransen en koningen
47
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
...tot Willemien
1
2
¢
Vraag aan je meester of juf het kopieerblad met het ‘diligence spel’.
Lees dan de spelregels. Maak een lijst van de dingen in dit spel, die je aan
de negentiende eeuw doen denken.
Speel het spel. Je hebt een dobbelsteen en pionnen nodig.
In plaats van centen kun je knikkers gebruiken.
Het diligencespel
Reglement
Het geselschap bepaald eenen prijs voor vracht, alsdan legt elk
der medespeelenden zijnen inzet op No 1, zijnde het posthuis;
men begint vervolgens met twee dobbelsteenen te werpen,
de hoogste oogen het eerst, en zoo men op onderstaande
Nommers komt, speelt men als volgt:
No 2 betaalt 2 cents.
No 5 betaalt 1 cent.
No 8 telt drie verder.
No 10 telt drie terug.
No 14 telt twee terug.
No 16 telt vier verder.
No 23 betaalt 5 cents.
No 25 betaalt 2 cents.
No 27 laat beurt voorbijgaan.
No 28 laat beurt voorbijgaan.
No 34 betaalt 2 1/2 cents.
ΩΩΩ
48
No 37 telt twee terug.
No 42 betaalt 2 1/2 cents.
No 44 betaalt 2 cents.
No 49 telt drie verder.
No 53 betaalt 1 cent.
No 55 telt drie verder.
No 57 begint opnieuw.
No 62 telt drie terug.
No 65 betaalt 1 cent.
No 66 wint het spel.
Ben je klaar? Werk dan verder aan de opdracht over de Bastille op pagina 39.
Fransen en koningen
∞
1
lesboek
pagina 88 89 90 91
Nederland rond 1850
Lees in je lesboek op pagina 88 en 89 het verhaal Een droom uit 1850 nog
een keer. Maak dan twee lijstjes: een met dingen die iets vertellen over het
leven van Willem en een met dingen die iets vertellen over de stad.
Willem Ω
Bijvoorbeeld: Het gezin
de stad Ω
Bijvoorbeeld: De straten
wordt door een porder wakker
zijn modderig. Er liggen soms stenen
gemaakt. In huis is er licht van een
en soms zand. Kleine dingen nemen
olielamp. In de kachel wordt turf
de mensen mee op een handkar,
gestookt. Willem slaapt in een bed-
duw- of trekslee of hondenkar.
stee met een broer en zus. Hij werkt.
Grote dingen gaan op karren, die
Water komt uit een put. Op de kachel
door paarden worden getrokken.
wordt gekookt. ’s Morgens drinken
’s Avonds is er bijna geen licht in
ze koffie. Als ontbijt
de stad.
eten ze aardappelen
met azijn. De kamer is
armoedig ingericht.
2
In de negentiende eeuw raakten dorpen en steden in strenge winters vaak
afgesneden van de wereld. In de winter van 1860 op 1861 werd in Den
Helder geen tarwebrood meer gebakken, omdat het gist op was. Bedenk zo
veel mogelijk redenen waarom dit nu niet meer gebeurt.
Bijvoorbeeld: Wij hebben nu grote voorraden. Er zijn geen geïsoleerde
plaatsen meer. We kunnen nu overal naartoe met de auto of trein.
Desnoods kan een helikopter voedselpakketten brengen.
3
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden.
Waarmee reisden de mensen in de negentiende eeuw?
❍
✘ diligence
❍
✘ trekschuit
❍ vliegtuig
❍
✘ trein
Fransen en koningen
49
Nederland rond 1850
4
In 1816 mislukten in Nederland de aardappel- en de tarweoogst. Daardoor
onstond hongersnood. Zou dat in onze tijd ook kunnen gebeuren?
Bijvoorbeeld: Nee, want er is veel meer variatie in voeding. En er zijn
veel meer voorraden.
Kijk naar de tekening. Beantwoord dan opdracht 5, 6 en 7.
∞
5
Wat gebeurt er?
6
Hoe zie je wat er gebeurt?
Er wordt een nieuwe koningin gekroond.
De nieuwe koningin legt een eed af.
7
Waaraan kun je zien dat het om de macht gaat?
Rondom de koningin staan mensen in uniformen. Het zijn bijna allemaal
militairen.
8
Kleur het rondje bij het goede antwoord.
Vroeger aten de mensen niet zo gevarieerd als wij.
Wat at een arbeidersgezin rond 1850?
❍
✘ aardappelen
❍
✘ roggebrood
9
❍ veel groenten
❍
✘ bonen
❍ witbrood
❍ pizza
In 1850 zag een stad er anders uit dan nu.
Schrijf drie dingen op die je in een stad uit de negentiende eeuw opvallen.
Bijvoorbeeld: de wallen, de stadspoorten, de stad is propvol, stoepen
hoorden bij de huizen, voetgangers moesten over een zandpad lopen.
50
Fransen en koningen
Als je tijd over hebt, maak dan de opdrachten op deze bladzijde.
1
2
1
3
4
6
5
11
13
12
De oudheid
䊲
4, 12
2
ΩΩΩ
De Middeleeuwen
䊲
1, 2, 3, 6, 7, 9, 11, 14
7
8
14
9
Nederland rond 1850
Wie zijn dit en in welke periode kwam je ze tegen?
Zet de nummers onder de goede periode.
10
∞
15
De vroegmoderne tijd
䊲
5, 8, 10, 13, 15
Teken hier de volgende mensen in: een lantaarnopsteker met ladder,
een melkboer met melkbussen, een bierverkoper met acht vaten.
Laat ook zien hoe zij hun spullen meenamen.
Ben je klaar? Werk dan verder aan de opdracht over de Bastille op pagina 39.
Fransen en koningen
51
*
Samenvatting Ω Fransen en koningen
Waar gingen de vijf lessen over?
Deze lessen gingen over de Franse tijd en het ontstaan van het Koninkrijk
der Nederlanden. Je leerde over Napoleon, de koningen Willem I, II en III
en koningin Wilhelmina. In deze lessen kwam je in een nieuwe periode:
de moderne tijd. Deze laatste periode op de tijdbalk duurde van ongeveer
1800 tot nu. Aan deze periode gingen de vroegmoderne tijd, de Middeleeuwen, de oudheid en de prehistorie vooraf. De achttiende eeuw noemen
wij ook wel de tijd van pruiken en revoluties. De negentiende eeuw is de
tijd van burgers en stoommachines.
䊴
50 v. Chr.
500
1500
1800
䊲
䊲
䊲
䊲
Prehistorie
Oudheid
Vroegmoderne
tijd
Middeleeuwen
Pruiken en revoluties: 1700 -1800
Burgers en stoommachines: 1800 -1900
Op deze pagina’s van het Boek van de Tijd zie je mensen uit de Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden en uit de Franse Revolutie.
les
52
1
De Fransen komen
Het einde van de achttiende eeuw was een
onrustige periode in Europa. In Frankrijk brak
de Franse Revolutie uit. Koning Lodewijk XVI
werd in 1789 gevangengenomen en later
gedood. Hij werd onthoofd met een apparaat
dat was genoemd naar de uitvinder ervan,
dokter Guillotine. In 1799 werd generaal
Napoleon de nieuwe Franse leider. In Nederland stonden prinsgezinden en patriotten
tegenover elkaar. In 1795 werd stadhouder
Willem V weggejaagd, toen de Fransen ons
land bezetten. Dat betekende het einde van de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Fransen en koningen
Lodewijk Napoleon
Moderne
tijd
les
les
2
3
S a m e n v a t t i n g Ω Fransen en koningen
De Fransen stichtten de Bataafse Republiek. In 1806 werd Lodewijk Napoleon koning van ons land. In 1810 werd Nederland een deel van Frankrijk.
In 1813 werd Napoleon voor het eerst verslagen en kwam een prins van
Oranje terug. Hij regeerde als koning Willem I. In 1840 volgde zijn zoon
Willem II hem op. In 1849 werd zijn kleinzoon Willem III koning. In
1898 werd de dochter van Willem III, Wilhelmina, de eerste koningin.
Napoleon, keizer van Europa
Napoleon werd in 1799 na tien
woelige jaren de machtigste
man in Frankrijk. In 1804 werd
hij zelfs keizer. Napoleon was
ook de belangrijkste veldheer
van zijn tijd. Hij raakte met
bijna heel Europa in oorlog.
In 1812 maakte hij met zijn
troepen de tocht naar Rusland.
De veldtocht mislukte en kostte
de keizer zo veel soldaten,
dat hij een jaar later voor het
eerst werd verslagen. Hij werd
verbannen naar het eiland Elba.
In 1815 wist Napoleon te
ontsnappen, maar bij Waterloo
verloor hij opnieuw. Ditmaal
Napoleon Bonaparte
werd hij verbannen naar het
eiland Sint Helena. De Franse tijd bracht voor Nederland nieuwe dingen,
zoals het burgerlijk wetboek, dezelfde maten, gewichten en munten,
achternamen voor iedereen, de burgerlijke stand en de dienstplicht.
*
Van Willem...
Napoleon had de grenzen in Europa flink veranderd. Na zijn nederlaag
kwamen de Europese landen bij elkaar op het Congres van Wenen om de
grenzen opnieuw vast te stellen. De grote landen besloten dat ten noorden
van Frankrijk een sterk land moest komen. De Noordelijke Nederlanden
en Zuidelijke Nederlanden uit de tijd van Karel V werden met
Luxemburg verenigd in het Koninkrijk der Nederlanden onder
koning Willem I. Na de Franse tijd was Nederland een arm land.
Met de handel en de landbouw ging het slecht. Industrie was er
nog niet. Willem I deed veel om vooral het noorden weer op te
bouwen. Hij liet wegen aanleggen en kanalen graven, en hij
Koning Willem I
stimuleerde de handel. Het ging niet goed tussen de Noordelijke
en Zuidelijke Nederlanden. De zuiderlingen vonden dat de koning te weinig
aandacht aan hen besteedde. In 1830 kwamen zij in opstand. In 1839 werden
zij onafhankelijk. Zij heetten vanaf toen het Koninkrijk België.
Fransen en koningen
53
S a m e n v a t t i n g Ω Fransen en koningen
les
4
les
5
*
...tot Willemien
Willem I werd opgevolgd door zijn zoon Willem II. Hij regeerde
van 1840 tot 1849. Tijdens zijn regering veranderde de grondwet
op belangrijke punten. De koning verloor veel macht en het
Koning Willem II
parlement werd machtiger. Willem III regeerde van 1849 tot
1890. Hij kon moeilijk aan de nieuwe grondwet wennen. Hij had
vaak ruzie met de ministers. In 1866 stuurde hij de ministers
zelfs naar huis. Maar uiteindelijk moest hij toegeven. Voortaan
waren de ministers verantwoordelijk en stond de koning boven
de partijen. In 1890 werd Willem III opgevolgd door zijn
dochter Wilhelmina. Omdat zij pas tien jaar was, regeerde haar
moeder Emma voor haar tot 1898. Niemand regeerde langer
Koning Willem III
in ons land dan Wilhelmina. Zij trad pas in 1948 af.
Sommige mensen houden van spannende verhalen, andere van
romantische verhalen. Ook per tijd verschillen de verhalen die
mensen leuk vinden. In de negentiende eeuw waren trieste
verhalen heel populair. Een held die sterft op het slagveld of
een meisje dat dood gaat aan liefdesverdriet. Dat soort verhalen
horen bij de Romantiek.
Koningin Wilhelmina
Nederland rond 1850
In de negentiende eeuw waren de verschillen tussen arm en rijk nog groot.
Dat zag je aan verschillende dingen: de kleren, de huizen en de manier
waarop mensen werden aangesproken. Ook bij het reizen waren de
verschillen tussen arm en rijk te zien. Armen moesten bijna altijd lopen.
Rijkere mensen gebruikten de trekschuit, de diligence en later de trein.
De eerste spoorlijn in 1839 verbond Haarlem en Amsterdam met elkaar.
Een groot probleem in de negentiende eeuw, bijvoorbeeld bij lange
legertochten, was het goed houden van voedsel. Dit kon door het te drogen,
te pekelen, te roken of het in suiker of azijn te leggen. De Franse bakker
Appert bedacht een nieuwe methode: het conserveren.
De eerste spoorlijn liep van Haarlem naar Amsterdam.
54
Colofon
Hoofdauteur
Ron de Bruin
Illustraties binnenwerk
Ruud Bruijn
Wim Euverman
Fred de Heij
Eric Heuvel
Gerard Vroon
Kelvin Wilson
Foto's binnenwerk
Jan Claesz of de gewaande dienstmaagd, Cornelis Troost, Mauritshuis, Den Haag (p.36); Johan
van Oldenbarneveldt, Michiel van Mierevelt, Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam (p. 14); Lodewijk Napoleon, Charles Hodges, Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam (p. 52); Karel V, Titiaan,
Museo del Prado, Madrid (p. 14); Prins Maurits, Michiel van Mierevelt, Rijksmuseum Amsterdam,
Amsterdam (p. 15 en 18); Willem III, Caspar Netscher, Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam
(p. 33); Willem de Zwijger, Adriaan Keij, Mauritshuis, Den Haag (p. 13 en 15); Sturz vom Felsen,
Ludwig Schnorr von Carolsfeld, Museum Georg Schäfer, Schweinfurt (p. 47)
Illustratie omslag
Ruud Bruijn
Foto omslag
Nick White
Medewerking lay-out
De Vonk, Tilburg
Redactie
TRC, Marinell Bruys, Wouw
Projectgroep Zwijsen
Els van der Kolk (projectleiding)
Linda Vogelesang (bureauredactie)
Mirjam Faessen (beeldredactie)
Harriëtte van den Heuvel (vormgeving)
Tessa Sponselee (productiebegeleiding)
Christa Hage (marketingadvies)
Jan van Wonderen (uitgever)
0 1 2 3 4 5 / 08 07 06 05 04 03
ISBN 90.276.8301.8
© Uitgeverij Zwijsen Educatief B.V., Tilburg
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of
enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze
uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j˚ het Besluit van 20 juni 1974, St. b. 351, zoals gewijzigd bij het
Besluit van 23 augustus 1985, St. b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen
te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave
in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Indien iemand meent als rechthebbende in aanmerking te
komen, kan hij of zij zich tot de uitgever wenden.
Download