Provincie NoordBrabant VOORTGANGSRAPPORTAGE INTERNATIONALISERING RUIMTELIJKE ORDENING Auteur R.Heijmerink/C.van der Meijden Datum 3 februari 2003 Februari 2003 Samenvatting De Europese Unie streeft naar een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van haar grondgebied. Onder de noemer van territoriale cohesie begint een Europees ruimtelijk ontwikkelingskader te ontstaan, waarin het begrip polycentrisme centraal komt te staan. Volgens dit concept zouden ook buiten het economische hart van de Europese Unie groeipolen en ontwikkelingsassen tot ontwikkeling moeten worden gebracht. De uitbreiding van de EU versterkt deze noodzaak. Dit zal ook van invloed zijn op de verdeling van de structuurfondsen. De uitbreiding van de Europese Unie zal de ruimtelijk-economische kaart van Europa drastisch veranderen. Een van de vragen is welke kansen en bedreigingen dit voor de Provincie Noord-Brabant oplevert, bijvoorbeeld voor economie en landbouw. Een visie/strategie dient te worden geschreven op Noord-Brabant en Europa, waarin zowel de Europese Zaken, de relatie met Midden- en Oost Europa als de grensoverschrijdende samenwerking aan bod zullen komen. Deze visie is ook voor de ruimtelijke sector relevant. In 2002 is een bestuurlijke bijeenkomst geweest van alle bij het grensoverleg met Vlaanderen (Vlaned) betrokken partners. Afgesproken werd dat de Vlaned een sterkere coördinerende functie dient te vervullen in grensoverschrijdende contacten en projecten als RSD, Euregio’s, Interreg III, Grenspark Kalmthoutse Heide. Noord-Brabant zal deze versterkte functie van de Vlaned actief bevorderen. Grensoverschrijdende samenwerking staat of valt met persoonlijk contact. Er zal in 2003 geïnvesteerd worden in ambtelijke en bestuurlijke contacten met de provincies Belgisch-Limburg en Antwerpen op het gebied van de ruimtelijke ordening. Ook de provincie Belgisch Limburg heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in samenwerking in de grensoverschrijdende regio Oost-Kempen. Middels een bestuurlijk overleg in februari 2003 zal deze samenwerking worden opgestart en vervolgens verder worden uitgebouwd. Baarle Hartog en Baarle Nassau hebben gezamenlijk een Ruimtelijk Economisch Kaderplan opgesteld. Dit plan zal door de Provincies Antwerpen en Noord-Brabant in 2003 in gezamenlijkheid beoordeeld worden. In 2002 is gestart met de evaluatie van de RSD-samenwerking. Deze evaluatie zal in 2003 worden afgerond. Uitgesproken is dat vooral verder wordt gewerkt aan de verwezenlijking van projecten en uitwerkingen. De volgende uitwerkingen en projecten kunnen daarbij genoemd worden: RoBrant, de Blauw-Groene Delta, Delta-Gis en het Havenoverleg. De Provincie Noord-Brabant is actief op het gebied van Interreg. De Provincie is ondermeer betrokken bij de opstart van de volgende projecten waarvoor in 2003 gezocht wordt naar Interreg IIIA-subsidie mogelijkheden: Grensoverschrijdend Basisplan (GEB), grensoverschrijdende waterprojecten in het Mark stroomgebied, duurzame watersystemen in het Benelux Midden Gebied, grensoverschrijdend kaartmateriaal en Groene Woud/Groen Hagenland ( reeds in uitvoering onder IIIA). De Provincie Noord-Brabant is momenteel betrokken bij de opstart van vier Interreg IIIB-projecten: Nature Orientated Flood Damage Prevention, Regionale identiteit van het landschap en plattelandsontwikkeling, in samenwerking met de RSD het project Van Mainport Delta naar Rijn-Ruhr en Project W, proeftuin conditionele sturing en ontwikkelingsgerichte initiatieven voor natuurlijke woon-werklandschappen. Deze projecten zullen in 2003 verder worden ontwikkeld. 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 1 1 Inleiding 3 2 De Europese context 5 3 Het grensoverleg met Vlaanderen 7 3.1 3.2 Context vanuit het Rijksbeleid Vlaned 7 7 4 Het Streekplan 9 4.1 4.2 4.3 4.4 De grensoverschrijdende Regio Oost-Kempen Het groene grensgebied in het Benelux Midden Gebied Baarle Hertog Baarle Nassau Windmolenpark Meer 5 RSD-samenwerking 5.1 5.2 Evaluatie RSD-projecten en uitwerkingen 6 Interreg 13 7 Conclusies en activiteiten voor komend jaar 15 7.1 7.2 Concluderende opmerkingen Activiteiten komend jaar 9 9 10 10 11 11 12 15 15 Bijlage I: Schematisch overzicht projecten 17 Bijlage II: Informatie over de projecten 20 Bijlage III: Startnotitie: De visie van Noord-Brabant op internationalisering, Europese integratie en grensoverschrijdende samenwerking 28 1 2 1 Inleiding Voortbouwend op de kadernota (augustus 2000) en de voortgangsnotitie Internationalisering van de Ruimtelijke Ordening in Brabant (augustus 2001) willen wij u in deze voortgangsrapportage informeren over de stand van zaken van verschillende internationale ruimtelijke projecten waar de provincie bij betrokken is. Allereerst wordt kort ingegaan op de Europese kaders van de ruimtelijke ordening en het Interreg programma. Vervolgens wordt het georganiseerde overleg met Vlaanderen besproken. Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan de RSD-samenwerking. Tenslotte wordt een blik geworpen op de activiteiten van het komende jaar. In de bijlage is een overzicht opgenomen van ruimtelijke grensoverschrijdende projecten waar de provincie Noord-Brabant bij betrokken is. 3 4 2 De Europese context De Europese Unie streeft al langere tijd naar een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van haar grondgebied. Onder de noemer van territoriale cohesie begint langzaam maar zeker een Europees ruimtelijk ontwikkelingskader te ontstaan. De ruimtelijk-economische structuur van de Europese Unie kenmerkt zich door de aanwezigheid van een duidelijk centrum en duidelijke periferie. De economische bedrijvigheid is geconcentreerd in Noord-West Europa tussen grofweg Noord-Yorkshire in het Verenigd Koninkrijk, FrancheComté in Frankrijk en Hamburg in Duitsland. Een groot deel van de huidige armere gebieden is vooral te vinden in de periferie. De aanstaande uitbreiding van de Europese Unie versterkt dit en leidt tot een driedeling, waarbij met name Polen, Estland, Letland, Litouwen en Slowakije tot de armste groep zullen behoren. Voor een grotere territoriale samenhang is fysieke integratie van de nieuwe lidstaten een vereiste. Hiervoor zijn grote ruimtelijke investeringen nodig die uit de Europese structuurfondsen zullen komen. Het in 1999 aanvaarde Europees Ruimtelijk Ontwikkelingsconcept (EROP) introduceerde het concept van polycentrische ontwikkeling. Volgens dit concept zouden ook buiten het economische hart van de Europese Unie groeipolen en ontwikkelingsassen tot ontwikkeling moeten worden gebracht en zouden samenhang en interrelaties tussen economisch hart en groeipolen en achterland verbeterd dienen te worden. Het concept van polycentrische ontwikkeling raakt binnen de Europese Unie steeds meer in zwang, omdat het, mede in het licht van de uitbreiding, de territoriale cohesie binnen de Europese Unie verder inhoud geeft. In dit verband kan ook worden gewezen op de Interreg-programma’s met hun grensoverschrijdende en transnationale benadering die projecten genereren die de ruimtelijke samenhang in de Europese Unie daadwerkelijk vorm geven. Mede in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie vindt momenteel een intensieve discussie plaats over de toekomst van de structuurfondsen. Vele lidstaten en regio’s, en ook het IPO, hebben, in tegenstelling tot lidstaat Nederland, aangegeven het van belang te achten dat de huidige 15 lidstaten na 2006 een bepaald deel van de Europese structuurfondsen en subsidies kunnen blijven ontvangen. Ook voor Noord-Brabant is dit van belang, gezien de positieve resultaten van bijvoorbeeld de Stimulus en Ceres-programma’s, de Interreg-programma’s en de betekenis voor Noord-Brabant van een toenemend budget voor het Europese plattelandsontwikkelingsbeleid. Zoals vaker gezegd, Noord-Brabant ligt binnen Noord-West Europa tussen de drie grote metropolen, Randstad, Rhein-Ruhr en Vlaamse Ruit. Met de uitbreiding van de Europese Unie zal de ruimtelijk-economische kaart van Europa drastisch veranderen. Ook Noord-Brabant dient zich hierop voor te bereiden. Tijdens de nieuwe bestuursperiode dient ons inziens onderzoek gedaan te worden naar de kansen en bedreigingen van de uitbreiding voor de (ruimtelijk) economische ontwikkeling van Noord-Brabant. Naast de ontwikkeling van deze globale strategische kaders die op langere termijn ook van invloed zijn op Noord-Brabant, willen wij in dit verband ook wijzen op het feit dat steeds meer beleid en regelgeving met ruimtelijke gevolgen door de Europese Unie wordt gemaakt, denk aan de habitat en vogel richtlijn en de kaderrichtlijn water. Aandacht van de provincie voor Europese en grensoverschrijdende ontwikkelingen blijft geboden. 5 6 3 Het grensoverleg met Vlaanderen 3.1 Context vanuit het Rijksbeleid Voor Nederland is de context vanuit de Ruimtelijke ordening geschetst in de Vierde en de (concept) Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening. Een belangrijk gevolg van de Vierde Nota is de samenwerking in de Rijn Schelde Delta. De RSD samenwerking is gestart als uitwerking van de Vinex. De Vijfde Nota geeft aan, dat het rijk het overleg over grensoverschrijdende zaken opdraagt/over laat aan de provincies. Op het gebied van ruimtelijke ordening vindt er op nationaal niveau in het kader van de Benelux Economische Unie regulier ambtelijk overleg plaats in de BCRO (Bijzondere Commissie voor de Ruimtelijke Ordening van de Benelux Economische Unie). Ook de zuidelijke provincies zijn ambtelijk betrokken bij dit overleg, maar maken er formeel geen deel vanuit. Bestuurlijk is de BCRO gekoppeld aan het overleg tussen de ministers van ruimtelijke ordening in de Benelux. 3.2 Vlaned Naast de BCRO bestaat er de grenscommissie Vlaned. Dit is het ambtelijk overleg orgaan voor de ruimtelijke ordening over de grensregio in Nederland en Vlaanderen. Deelnemers hieraan zijn de provincies Limburg, Noord-Brabant, Zeeland, het Rijk, het Vlaams Gewest en de Vlaamse provincies Antwerpen, Limburg, Oost- en West-Vlaanderen. In deze grenscommissie vindt onder meer het overleg plaats over de Nederlandse streekplannen en de Vlaamse provinciale structuurplannen. Het overleg wordt georganiseerd en ondersteund vanuit de Benelux Economische Unie. Evaluerend moet gezegd dat de contacten met Vlaanderen in de Vlaned een ambtelijk, informerend en daarmee nogal vrijblijvend karakter hebben. Geleidelijk aan beginnen de contacten te resulteren in meer concrete samenwerkingsprojecten. In de Vlaned is echter afgesproken om naast het ambtelijk contact ook op bestuurlijk niveau contacten te entameren. Verder wordt er naar gestreefd het overleg een meer programmatisch karakter te geven. In 2002 heeft het Secretariaat Generaal van de Benelux Economische Unie het initiatief genomen voor een bestuurlijke bijeenkomst van alle partners, die bij de Vlaned zijn betrokken. Op 8 juli 2002 werd een bijeenkomst “Open Minds” gehouden van alle bij de Vlaned betrokken besturen. Deze besturen hebben hun opvattingen over het grensoverschrijdend overleg meegedeeld en daaruit ondermeer de volgende conclusies getrokken over het functioneren van de Vlaned: 1. Op bestuurlijk niveau is er behoefte aan een sterke en geïntegreerde bestuurlijke regie met betrekking tot de grensoverschrijdende samenwerking in de ruimtegebonden materies. Deze bestuurlijke regie moet met regelmaat werken met aandacht voor zowel doorlopende activiteiten als ad hoc aangelegenheden. Ook de samenstelling moet zich flexibel kunnen aanpassen. In de samenwerking dienen gezamenlijke plan- en visievorming, planconsultatie en uitvoeringsgerichte projecten nadrukkelijk aan bod te komen. Waar nodig dienen (met name in het Middengebied = regio Tilburg met zijn grensgebied, zie volgende hoofdstuk) initiatieven te worden genomen om elk van deze sporen volwaardig te ontwikkelen. Het werkingsgebied moet worden afgestemd op de inhoudelijke ruimtelijke samenhang. Dit alles laat zich omschrijven als bestuurlijk aangestuurd Grensoverschrijdend Gebiedsgericht en Geïntegreerd Beleid. 2. Ambtelijk wordt de gebiedgerichte en geïntegreerde bestuurlijke regie ondersteund door de Benelux Grenscommissie Vlaned, die fungeert als beleidsvoorbereidende ambtelijke werkgroep, waarin de betrokken provinciebesturen, het Nederlandse Rijk en het Vlaamse Gewest structureel vertegenwoordigd zijn. Hierbij wordt ook geïnformeerd over en teruggekoppeld naar beleidsuitvoerende thematische en/of gebiedgerichte werkgroepen (onder meer de RSD samenwerking, de Euregio’s gericht op Interreg IIIA, Grenspark Kalmthoutse Heide). De Grenscommissie Vlaned zal zich qua samenstelling en werking heroriënteren om aan deze vernieuwde 7 taakstelling tegemoet te komen. Het Secretariaat-Generaal van de Benelux verzorgt het secretariaat van het bestuurlijk overleg en van de Grenscommissie. 8 4 Het Streekplan In het Streekplan staat grensoverschrijdend denken en handelen als een van de vijf leidende principes geformuleerd om de doelstellingen van het ruimtelijk beleid te realiseren. Uit het Streekplan zijn drie grensoverschrijdende gebieden te destilleren. 1. De grensoverschrijdende Regio Oost-Kempen 2. Het groene grensgebied tussen de Brabantse Stedenrij en Antwerpen-Hasselt 3. De Rijn-Schelde Delta samenwerking in het westelijke gedeelte (zie paragraaf 5). 4.1 De grensoverschrijdende Regio Oost-Kempen In het ontwikkelingsprogramma van het streekplan wordt voorgesteld een grensoverschrijdende visie op te stellen op de grensoverschrijdende regio (het gebied tussen Eindhoven-Lommel). In dit relatief kleine gebied spelen ondermeer de volgende vraagstukken: de verhouding tussen oost-west gerichte verstedelijking (Eindhoven-Helmond respectievelijk Lommel Neerpelt/Overpelt (de Kempische As) en de Noord-Zuid gerichte infrastructuur en water en natuurverbindingen; de onbalans tussen de vraag naar en de beschikbaarheid van geschikte locaties van bedrijventerreinen. In de regio Eindhoven-Helmond is er een beperkte ruimte. In Lommel relatief veel beschikbare ruimte; de druk vanuit de verstedelijking op de groene ruimte en de grensoverschrijdende waterlopen; tenslotte is de tracékeuze van de IJzeren Rijn van essentieel belang hoe het gebied zich verder zal ontwikkelen. Na het tekenen van een bestuurlijke intentieverklaring is het voorstel van Noord-Brabant in gezamenlijkheid met de Vlaamse partners een integrale visie te ontwikkelen en op basis hiervan concrete projecten te formuleren. Het gebied is niet groot en is als plangebied goed te overzien. De grote hoeveelheid aan vraagstukken met grensoverschrijdende dimensies maakt het geheel complex en uitdagend. Ook de provincie Belgisch-Limburg geeft in haar structuurplan aan geïnteresseerd te zijn in samenwerking in deze regio. In juni 2002 heeft een ambtelijke verkennend gesprek plaatsgevonden tussen beide provincies. Hieruit kwam duidelijk de behoefte naar voren om ook het Rijk en Vlaams Gewest bij deze samenwerking te betrekken. Ook is dit project in de Vlaned besproken. In 2003 zal op deze gesprekken voortgebouwd worden. Een eerste gesprek tussen de gedeputeerden van ruimtelijke ordening van beide Provincies is georganiseerd in februari 2003. Hierna kan het project verder uitgebouwd worden. 4.2 Het groene grensgebied in het Benelux Midden Gebied In het uitvoeringsprogramma van de Nota Ruimte (Vijfde Nota) kondigt het Rijk aan het initiatief te nemen om in grensoverschrijdend verband te komen tot behoud en versterking van het contrast tussen stad en land en een grensoverschrijdend ruimtelijk programma op te stellen voor het overwegend groene Benelux Midden Gebied (globaal het gebied tussen de Brabantse Stedenrij en het Albert Kanaal). In samenwerking met het Vlaams Gewest en de provinciale en lokale overheden aan weerszijden van de grens wil het Rijk gezamenlijk beleidsuitgangspunten en grensoverschrijdende ontwikkelingsprogramma’s opstellen en vervolgens concrete projecten uitvoeren. Directe betrokkenheid met een dergelijk initiatief biedt voor Noord-Brabant de mogelijkheid een stimulans te geven aan de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van de reconstructie van het landelijk gebied, natuur en water. Interessant is dat naast het Rijk en de provincie Noord-Brabant het Vlaams Gewest in het Structuurplan Vlaanderen en de provincie Antwerpen in het Structuurplan Antwerpen het behoud van de groene waarden in het gebied tussen de Brabantse Stedenrij en het Albert Kanaal belangrijk vinden. Uiteraard is het ongewis wat er met de Nota Ruimte en het uitvoeringsplan gebeurt. Het is in ieder geval een belangrijk signaal dat in de plannen van alle relevante overheden, -Rijk, Gewest en provincies-, het behoud van de groene waarden 9 in dit gebied genoemd wordt als belangrijke doelstelling. Zoals aangegeven in het hoofdstuk 3 zal de Vlaned hier trachten een stimulerende rol te spelen. 4.3 Baarle Hertog Baarle Nassau De Nederlandse gemeente Baarle Nassau en de Vlaamse gemeente Baarle Hertog werken nauw met elkaar samen. Ook op het vlak van de Ruimtelijke Ordening krijgt deze samenwerking steeds meer vorm en inhoud. Een belangrijke barrière in deze samenwerking zijn de voorschriften die in de beide landen worden gesteld aan de inhoud van ruimtelijke plannen en de procedures, waarmee de plannen tot stand moeten komen. De beide gemeenten hebben inmiddels samen een Ruimtelijk Economisch Kaderplan opgesteld. Binnenkort kan dit plan in (voor)ontwerp worden vastgesteld door de beide gemeenteraden. Beide gemeenten hebben daartoe de in hun land voorgeschreven procedures gevolgd. Na de vaststelling wordt het plan ter advisering voorgelegd aan de provincies Antwerpen en Noord-Brabant. Beide provincies hebben afgesproken ook hun advisering ineen te schuiven, zodat de beide gemeenten één advies krijgen, dat door beide provincies is onderschreven. Het Secretariaat Generaal van de Benelux zal de voorbereiding van het advies coördineren. 4.4 Windmolenpark Meer Op het bedrijventerrein Meer, gelegen nabij het Bredase bedrijventerrein Hazeldonk, is een initiatief in voorbereiding om te komen tot realisatie van een aantal windmolens. Om de realisatie daarvan mogelijk te maken is, naast de benodigde gemeentelijke milieuvergunningen en bouwvergunningen, een plankader op het niveau van het Vlaams Gewest noodzakelijk. Gekozen is voor het opstellen van een uitwerkingsplan van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. In een bijeenkomst van de (ambtelijke) Vlaned is een uitgebreide toelichting op dit plan verstrekt. Daarbij waren ook de gemeenten Breda en Zundert vertegenwoordigd. Het gaat hier om een maximumvermogen van 18 Megawatt en turbines op een hoogte van meer dan 100 meter. Vanuit Noord-Brabant is gevraagd de bescherming van inwoners en eigendommen aan Nederlandse zijde tenminste op dezelfde wijze te respecteren als is voorgeschreven voor die aan Vlaamse zijde. Overigens worden de Windturbines op enige afstand van de landsgrens en in een lijn parallel aan de snelweg gesitueerd. Vanuit Noord-Brabant zijn enkele bezwaarschriften tegen de uitwerking van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ingediend 10 5 RSD-samenwerking In de Rijn Schelde Delta werkt een aantal organisaties uit zowel de publieke als de private sector samen. Naast provincies, gemeenten en het Vlaams Gewest zijn dat de Havenbedrijven en maatschappelijke organisaties als de Kamers van Koophandel en natuur- en milieuverenigingen. Het Delta steunpunt, gevestigd in het Markiezenhof te Bergen op Zoom, ondersteunt deze samenwerking. Vanuit de samenwerking worden projecten gezamenlijk voorbereid en uitgevoerd. Kader voor dit alles vormen het Delta Akkoord en het Delta Perspectief. Het Delta Akkoord betreft de periode tot en met 2005. Belangrijke projecten zijn de uitwerking voor het gebied Rotterdam, West-Brabant- Antwerpen (RoBrAnt), de samenwerking tussen de havens en de voorbereiding van projecten in het kader van de Blauwgroene Delta. Vanuit de RSD-organisatie wordt een financiële bijdrage verstrekt voor de voorbereiding van projecten. De uitvoering van de projecten komt voor rekening van de deelnemende partners. 5.1 Evaluatie In de RSD-samenwerking is afgesproken dat een evaluatie dient plaats te vinden vóór 2006, wanneer de RSDsamenwerking volgens het Delta Akkoord eindigt. Deze tussen evaluatie vormt een drieluik dat moet leiden tot de bestuurlijke evaluatie en actualisering van de samenwerking. Begin 2002 is de RSD samenwerking gestart met de evaluatie van de werkwijze. De actualisering van het Deltaperspectief vormt het tweede deel. Deze bezinning op de eigen werkwijze en de actualisering van het Delta Perspectief zijn inmiddels afgerond. De derde trap van de evaluatie is een onderzoek naar de organisatie. Op basis daarvan zal een nieuw werkprogramma worden opgesteld. De uitkomsten van de beide eerste stappen worden hierna samengevat. Het derde deel zal bestaan uit het opstellen van een Toekomstperspectief voor de RSD-organisatie. Dit zal gereed zij in mei 2003. A. Tussenevaluatie huidige werkwijze Begin 2002 is een eerste evaluatie van de werkwijze opgesteld en voorgelegd aan de Stuurgroep RSD. Deze evaluatie kan als volgt worden samengevat: 1. De RSD-samenwerking is bij uitstek een bestuurlijk netwerk, waarin vooral gestreefd wordt naar een integrale samenhang van ontwikkelingen in de Delta. Het draagvlak is een voortdurende zorg alsook nog de onbekendheid buiten de directe kring van deelnemers. Duidelijkere doelen zijn wenselijk, en mogelijk door te werken naar één RSD-agenda. 2. Een nieuwe korte missie is opgesteld: "De Rijn-Schelde Delta Samenwerkingsorganisatie werkt aan een vitale en leefbare delta door ruimtelijke (economisch, ecologisch, infrastructureel, cultureel enz.) ontwikkelingen in de ganse delta in samenhang te benaderen." 3. Met de kenmerken en resultaten van RSD als vertrekpunt, zijn een drietal aandachtsvelden met bijbehorende doelen geformuleerd: - het onderhouden en versterken van het netwerk; - het versterken van het onderscheidend vermogen; - het dynamisch bepalen en verduidelijken van het ambitieniveau. Het te actualiseren Delta perspectief mag niet vrijblijvend zijn, maar een programmaovereenkomst tussen de betrokken partners. Het resultaat is een formele verklaring met doelen op korte en langere termijn met daaraan programma-activiteiten gekoppeld. B. Actualisering Delta-Perspectief In een aparte nota is de tussenevaluatie & actualisering van het Delta-Perspectief van de RSD-Samenwerking beschreven. In dit deel B wordt een analyse gegeven van de werking van het Delta Perspectief en de projecten in het licht van de mogelijke ambitieniveaus, zoals bij de evaluatie van werkwijze geïntroduceerd. Met deze tussenevaluatie en actualisering wordt nadrukkelijk naar een concretisering van de resultaten van de projecten en 11 de samenwerking toegewerkt. Daarnaast geeft het een aanzet voor een langer termijnperspectief. Deel A en B vormen uitgangspunt voor het nog op te stellen toekomstperspectief voor de RSD-organisatie. Omtrent de actualisering van het Delta-Perspectief heeft de Stuurgroep RSD op 18 november 2002 het volgende besloten: - Geconstateerd wordt dat er onvoldoende aanleiding is vanwege de ontwikkelingen in de projecten, als wel op grond van de beleidsevaluaties het Delta-Perspectief als geïntegreerd visievormend beeld nu te wijzigen. - Voorgesteld wordt de energie primair te richten op verwezenlijking van het programma en uitwerkingen; en tevens dienen per project eindtermen opgesteld te worden ter accordering in de Stuurgroep. 5.2 RSD-projecten en uitwerkingen Een van de doelstellingen van de RSD-samenwerking is het uitvoeren van projecten in gezamenlijkheid met de RSD-partners. Hieronder volgt een kort overzicht van de projecten waar de RSD-samenwerking bij betrokken is. Gedetailleerdere informatie over de doelstelling van de projecten vindt u in bijlage 2. RoBrAnt Naar aanleiding van een uitgevoerde Quick Scan naar de belangrijkste ontwikkelingen en plannen in het gebied is een vervolgproject RoBrAnt+ opgestart dat een platform beoogt aan te bieden om concrete sturing te geven aan de bestuurlijke grensoverschrijdende afstemming. Blauwgroene Delta In 2002 is gestart met een viertal projecten: 1. Een draagvlakonderzoek voor een programma Blauwgroene Delta. 2. Een pilot “Deltawaterberaad”. 3. Een pilot “Deltastrategie natuurbescherming”. Een studie naar mogelijke inhoudelijke afstemming over natuurbescherming (m.n.doorwerking EU Vogel- en Habitatrichtlijn). 4. De pilotstudie “Netwerk van Europese landschappen”. In dit project wordt bezien of gekomen kan worden tot een uitwisseling van ideeën en informatie tussen de Europese Delta’s met hun specifieke landschapskwaliteiten. Dit kan geschieden in Noord-West Europa. Bezien wordt of ook andere Europese Delta’s buiten noord-West Europa moeten worden betrokken (Interreg IIIC). Delta GIS bevat gegevens over bedrijventerreinen in de Rijn Schelde Delta, ontwikkeld in Intterreg IIA. Gewerkt wordt aan een verdere optimalisatie en verdere ontwikkeling van dit project in Interreg IIIA. In het Havenoverleg nemen alle havens in de Delta deel. Een aantal activiteiten wordt ontwikkeld waaronder aandacht te besteden aan thema’s van gemeenschappelijk belang, zoals havens en milieu en veiligheid van personen en goederen. het project Van Mainport Delta naar Rhein-Ruhr heeft ondermeer als voorlopige doelstelling het in kaart van de interdependenties en functionele relaties tussen de verschillende havens (Antwerpen, Rotterdam, Duisburg) en hun gezamenlijke achterland. Het is de bedoeling dit project als Interreg IIIB-project in te dienen (zie volgende hoofdstuk). 12 6 Interreg Het Europese Interreg programma past in het streven om binnen de Europese Unie de economische en sociale cohesie te vergroten en een evenwichtige territoriale samenhang te verkrijgen. Het Interreg-programma onderscheidt zich van andere Europese programma’s omdat het gericht is op grensoverschrijdende en transnationale samenwerking in concreet omschreven en door project partners in te dienen projecten. Projecten onder Interreg II zijn eind 2001 afgerond. Het nieuwe Interreg III-programma is begin 2002 daadwerkelijk gestart en eindigt eind december 2008. Net als in de vorige Interreg-programma’s wordt onderscheid gemaakt tussen1: Het Interreg IIIA programma (voorheen IIA). Dit gaat om grensoverschrijdende samenwerking in de grensregio’s op een breed terrein van onderwerpen als economie, MKB, toerisme/recreatie, milieu, natuur en water. Over heel Europa is Interreg IIIA opgedeeld in programmagebieden. Noord-Brabant ligt in het programmagebied Benelux-Midden Gebied. Het Interreg IIIB programma (voorheen IIC). Dit gaat om transnationale samenwerking op het gebied van Ruimtelijke Ordening in de breedste zin van het woord (steden, bereikbaarheid/transport, water, natuur/milieu). Over heel Europa is Interreg IIIB opgedeeld in programma gebieden. Noord-Brabant ligt in het programmagebied Noordwest-Europa (NWE) dat zich uitstrekt tot delen van Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Nederland en geheel Luxemburg, België, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. De overlap in beide Interreg-programma’s zit in de ruimtelijke componenten. Het verschil is dat Interreg IIIA gaat om grensoverschrijdende samenwerking dwz over een lager schaalniveau, aan weerszijden van de grens. Interreg IIIB gaat om een transnationale samenwerking dwz over een hoger schaalniveau en bij voorkeur partners uit drie of meer landen. De Interreg projecten worden voor 50% gecofinancierd door de aan de projecten deelnemende partijen en voor 50% gefinancierd door de Europese Commissie. De Provincie Noord-Brabant is actief op het gebied van Interreg III. Zowel in Interreg IIIA als IIIB wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt eigen beleidsdoelstellingen met Europese subsidie te verwezenlijken en een bijdrage te leveren aan de oplossing voor grensoverschrijdende ruimtelijke problemen. Noord-Brabant is betrokken bij de (opstart) van de volgende ruimtelijke projecten, waarvoor (naar alle waarschijnlijkheid) een Interreg IIIA-subsidie wordt aangezocht: Het beschikbaar krijgen van grensoverschrijdend kaartmateriaal aan weerszijden van de grens; Het streven naar meer afstemming op het terrein van natuurgebieden in het Grensoverschrijdend Ecologisch Basisplan (GEB); Het vergroten van de leefbaarheid en duurzaamheid in het project Groene Woud-Groenhagenland; Onderzoek naar het leefgebied van het edelhert in het gebied Kempen-Broek-Weert-Eindhoven; Integrale grensoverschrijdend waterprojecten in het Markstroomgebied waarbij waterkwaliteit en kwantiteit en combinatie van functies aan bod komen; Een bijdrage leveren aan het realiseren van grensoverschrijdende Duurzame watersystemen in het Benelux Midden Gebied. 1 Nieuw binnen Interreg is het Interreg- IIIC programma. Dit programma beoogt netwerkvorming en uitwisseling van ervaring en kennis te stimuleren tussen verder wegliggende regio’s binnen de Europese Unie, bijvoorbeeld tussen Nederlandse en Zuid-Europese partners. Interreg IIIC wordt in deze rapportage buiten beschouwing gelaten, omdat zich binnen de ruimtelijke sector zich nog geen Interreg IIIC-projecten aandienen. 13 De Provincie Noord-Brabant is momenteel betrokken bij het opstarten van vier Interreg IIIB-projecten: Nature Orientated Flood Damage Prevention: Het ontwikkelen en testen van modellen middels het uitvoeren van pilotprojecten om te komen tot optimale keuzen voor waterretentie, waterberging, waterafvoer vanaf het brongebied in samenwerking met Duitsland en Engeland Regional landscape identity and rural economic development: een verdere ontwikkeling van het concept regionale identiteit van het landschap, in combinatie met economische ontwikkeling in het landelijk gebied, ondermeer in het kader van de reconstructie (in samenwerking met Frankrijk, België en Engeland In het kader van de Rijn Schelde Delta samenwerking is Noord-Brabant een van de initiatiefnemers van het project Van Mainport Delta naar Rhein-Ruhr (zie vorige hoofdstuk) dat ondermeer als voorlopige doelstelling heeft het in kaart brengen van de interdependenties en functionele relaties tussen de verschillende havens (Antwerpen, Rotterdam, Duisburg) en hun gezamenlijke achterland. Project W, proeftuin voor conditionele sturing en ontwikkelingsgerichte initiatieven voor Natuurlijke woonwerklandschappen. Het project voorziet in resultaten op het vlak van ervaring opdoen met conditionele sturing van ontwikkelingswensen vanuit regio’s; het tot stand brengen van vernieuwende ontwerpen waarin meervoudig ruimtegebruik in programmatische zin (ecologie, logistiek, wonen en recreëren) is vormgegeven voor de regio West en Midden Brabant en het leren van en ervaring opdoen met het actief en openbaar managen van commitment om lokaal bestuur en globaliseringskrachten in harmonie te brengen. Gedetailleerdere informatie over de doelstelling van deze projecten vindt u in bijlage 2. 14 7 Conclusies en activiteiten voor komend jaar 7.1 Concluderende opmerkingen Het is belangrijk om als provincie ook naar de buitenwereld en buitenland te kijken. Het levert leereffecten op, kennisvermeerdering, en het kan grensoverschrijdende problemen oplossen. Niet alleen onze buren, maar ook andere landen kampen met vergelijkbare problemen. Het leren van ervaringen uit andere landen, het omgaan met mensen uit andere (plannings)culturen levert vernieuwende ideeën en inzichten op voor de eigen activiteiten en projecten. Er zijn tussen Nederland en Vlaanderen grote verschillen aan te wijzen in bijvoorbeeld bestuurs- en planningscultuur en in bevoegdheidsverdelingen tussen overheden. Het investeren in gemeenschappelijke referentiekaders en percepties, een gemeenschappelijke plantaal of het opstellen van een gemeenschappelijke ruimtelijke visie is belangrijk voor het slagen van grensoverschrijdende projecten. Samenwerkingsverbanden als de Rijn Schelde Delta en de Vlaned zijn als ambtelijk en bestuurlijk platform dan ook hiervoor van grote waarde. Daar komt bij, dat zowel het Nederlandse Ministerie van VROM als de Vlaamse Administratie deelnemen in de Vlaned. De deelname van het Rijk en het Vlaams Gewest betekent, dat in het overleg alle niveaus zijn vertegenwoordigd. Daardoor kunnen meer effectieve afspraken worden gemaakt. Grensoverschrijdende samenwerking staat of valt met persoonlijk contact. Het is noodzakelijk dat ambtelijke en bestuurlijke contacten met de Vlaamse provincies op het gebied van de ruimtelijke ordening verder uitgebouwd worden, in het bijzonder met de provincies Belgisch Limburg en Antwerpen. Afgelopen jaar is er regelmatig bestuurlijk en ambtelijk contact geweest met de provincie Antwerpen. De bestuurlijke en ambtelijke contacten op het gebied van ruimtelijke ordening met Belgisch Limburg zijn momenteel echter minimaal. Noord-Brabant is bij verschillende grensoverschrijdende ruimtelijke projecten actief betrokken vanuit de verschillende sectoren van de provinciale organisatie. Iedere sector doet vanuit haar eigen prioriteiten aan grensoverschrijdende samenwerking en voert één of meer grensoverschrijdende projecten uit. 7.2 Activiteiten komend jaar In vervolg op de uitkomsten van de bestuurlijke bijeenkomst Open Minds werken deelnemers plannen uit om de Vlaned in de toekomst een meer coördinerende functie te laten vervullen in de grensoverschrijdende ruimtelijke contacten en projecten. De vertegenwoordiging van de Provincie Noord-Brabant zal deze versterkte positie van de Vlaned actief bevorderen. De bestaande bestuurlijke contacten met de provincie Antwerpen zullen verder worden geconsolideerd en uitgebreid. In dit verband is het een positieve ontwikkeling te noemen dat de provincies Antwerpen en Noord-Brabant de plannen van Baarle Hertog/Baarle Nassau in 2003 in gezamenlijkheid beoordelen. Voorts streven we er naar in 2003 een start te hebben gemaakt met een grensoverschrijdende visie op de Oost-Kempen, in eerste instantie middels een bestuurlijke intentieverklaring. Als onderdeel hiervan willen we komend jaar middels werkbezoeken over en weer de ambtelijke en bestuurlijke contacten met de provincie Belgisch-Limburg aangaan. De RSD zal in mei 2003 haar evaluatie hebben afgerond. De activiteiten zullen verder vooral gericht zijn op het uitwerken van de genoemde projecten als RoBrant, de Havensamenwerking, Mainport Delta to Rhine Ruhr en de Blauw-groene delta projecten. Deze activiteiten zullen worden opgenomen in een programma dat in de loop van 2003 zal worden voorgelegd aan de RSD-Stuurgroep. 15 In 2003 zal doorgegaan worden met de verdere voorbereiding van in voorgaande hoofdstukken genoemde Interreg IIIA en IIIB projecten. Eind 2003 zal voor een groot deel van de projecten bekend zijn welke in aanmerking komen voor Interreg subsidie. Mede geëntameerd door de afdeling Ruimtelijke Ordening, is vanuit het project Europa het initiatief ontstaan om een visie/strategie te schrijven op Noord-Brabant en Europa, waarin zowel de Europese zaken, de relatie met Midden en Oost-Europa als de grensoverschrijdende samenwerking aan bod zullen komen. Ten behoeve van dit initiatief is een startnotitie geschreven (zie bijlage 3). Ook voor de ruimtelijke sector is dit initiatief relevant. Hierin zou bijvoorbeeld een onderzoek passen naar de economische en ruimtelijke gevolgen op langere termijn voor Noord-Brabant van het veranderende Europese Gemeenschappelijk Landbouw beleid, een verkenning naar de internationale positionering van BrabantStad en het benoemen van de kansen en bedreigingen voor Noord-Brabant van de EUuitbreiding. 16 Bijlage I: Schematisch overzicht projecten Grensoverschrijden Groene grens- RSD/RoBrAnt de regio Oost- gebied/ Benelux Kempen Midden Gebied Grensoverschrijdend Grensoverschrijdend Grensoverschrijdend Visie Samenwerking bevorderen in het gebied Behoud groene ruimte Doelstelling Schaalnivea RSD/ From RSD/GIS Mainport-Delta to RSD/ RSD/ Netwerk Havenoverleg Europese Rhine-Ruhr transnationaal Landschappen Grensoverschrijdend grensoverschrijdend Ecologische en economische Goede afstemming tussen doelstellingen verenigen havens en achterland Bevorderen samenwerking in bedrijventerreinen beleid Bevorderen dat Deltahavens meer gaan samenwerken Beleid en ontwikkelingen in Stimulans aan het gebied afstemmen grensoverschrijdende s’werking op het gebied van water, natuur, reconstructie Eerst een Het genereren van gemeenschappelijke visie projecten op het gebied van ontwikkelen, dan in dien water, natuur, mogelijk gezamenlijke reconstructie projecten uitvoeren (voorlopig) Bevorderen samenhang en -werking binnen economisch en ecologisch samenhangend gebied Meer samenwerking in dit economisch en infrastructureel samenhangend gebied Ontwikkelen van transnationale koepelvisie op netwerk van havens en achterland Promotie en acquisitie van bedrijventerreinen koepelvisie op netwerk van havens en achterland en uitvoering van 1 of 2 concrete projecten Eind februari 2003 eerste bestuurlijk overleg Plan van aanpak in voorbereiding In voorbereiding Bevorderen eficiency in infrastructuur en mobiliteitsontwikkeling. Aandacht voor veligheidsaspect. Aandacht voor leefbaarheid en bereikbaarheid tussen de drie metropolen Realiseren website met actuele en actueel te houden gegevens over bedrijfsterreinen Uitbouw en verbreding worden nog bezien Website met gegevens is beschikbaar en wordt bijgehouden Promotie Brabantse terreinen en RSD-gebied Transnationaal u Beoogd resultaat Stand van zaken Belang voor NoordBrabant Europese Noodzakelijke afstemming, op gebied van ontwikkeling van bedrijventerreinen, natuur en milieu en infrastructuur Ligt stil, in afwachting van besluitvorming omtrent Nota Ruimte etc. Noodzakelijke afstemming, vooral op het gebied van water en reconstructie Vooralsnog niet aan de orde Vooralsnog niet aan de orde Bevorderen, dat grensoverschrijdende (Europese?) groengebieden/landsch apsparken tot stand komen Overleg en afstemming Europees belang van beleid van de Delta groen/natuurgebieden Havens onderkennen en Gezamenlijke promotie vastleggen. Gezamenlijke projecten Grensoverschrijdend van de havens delta landschap Brochure beschikbaar, projecten in voorbereiding Verduidelijking positie van Brabant en verbetering van eigen beleid t.a.v. Infrastructuur/ bedrijventerreinen enz. Interreg IIIB Pilotstudie loopt Astemming beleid Natuur en Landschap in West Brabant in groter (delta)verband Interreg IIIB subsidie Betrokken afdeling Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening Economische en bestuurlijke zaken RSD Natuur en Landschap 17 Project W Grens- Groene Woud-Groen Regional overschrijdende Hagenland Visie Waterprojecten Nature landscape identity overschrijdend water-systemen Turfdal en Orientated and rural kaart- in het Benelux integraal Flood Damage Basisstructuur economic materiaal Midden Gebied waterbeheer Prevention Grensoverschrijdend Conditionele sturing en Realisering Pan-European ontwikkelingsgerichte Ecological Framework en initiatieven voor natuurlijke Natura 2000 woonwerklandschappen Doel- Duurzame Ecologisch (GEB) transnationaal Grens- development van de Mark Grensoverschrijdend Transnationaal Grensoverschrijdend Grensoverschrijdend Grensverschrijdend Transnationaal Het vergroten van de leefbaarheid en duurzame ontwikkeling van de twee gebieden Verbinding leggen tussen natuur en economische en infrastructurele groei door het concept regio-nale identiteit van het landschap Het stimuleren van samenwerking en uitwisseling op het geoinformatiesystemen Bijdrage leveren aan grensoverschrijdend duurzame watersystemen in Benelux Midden Gebied Integrale en grensoverschrijdende aanpak van het stroomgebied van de Mark Herstel van waterkwantiteitssyteem en het verbeteren van de water kwaliteit Het ontwikkelen van een veiligheidsaanpak tegen Water-overlast van beken en rivieren in samenwerking met Duitse en Britse partners Een of meerdere modellen testen middels het uitvoeren van pilot projecten afwisselen van ideeontwikkeling binnen een stelling Community of Practice en het aftasten van de condities voor ontwerp en uitvoering ervaring opdoen met Beoogd conditionele sturing van resultaat ontwikkelingswensen vanuit regio’s Ecologische hoofdstructuur in het grensgebied van Nederland en Vlaanderen op elkaar aansluiten door afstemmen van beleid, inrichting en beheer Opstellen van beheers- en inrichtingsplan voor 1 of 2 geselecteerde gebieden, naar aanleiding van streefbeelden Verbeterde natuurinrichting en landschapsbeheer en toeristisch-recreatieve zonering Verdere ontwikkeling van het concept van regionale identiteit samen met Franse, Belgische en Bitse partners Standaardiseren van geoinformatiesystemen waar mogelijk Uitvoering van 88 uitvoeringsprojecten met een gezamenlijke investering van 5 miljoen euro Verdere ontwikkeling van het concept van regionale identiteit samen met Franse, Belgische en Bitse partners Standaardiseren van geoinformatiesystemen waar mogelijk Stand In verkenning Afronding naar streefbeelden, selecteren 1 of 2 gebieden In uitvoering In verkenning Verkenning naar de mogelijkheden Dit projeect zal met name worden ingezet in west en midden Brabant Aansluitende natuurgebieden in het grensgebied met afgestemd beleid en beheer Verbeterde natuurinrich-ting en landschapsbeheer in het Groene Woud gestimuleerd en mede mogelijk gemaakt door Europees geld Verdere ontwikkeling van Beschikbaar hebben van Te komen tot Grensoverschrijdend het concept in het kader van kaartmateriaal over de verantwoord waterbeheer waterbeheer de reconstructie grens in samenwerking met Vlaamse partners Pilotprojecten kunnen worden uitgevoerd en kennis-ontwikkeling Eventueel Interreg IIIB Eventueel Interreg IIIA Interreg IIIA Interreg IIIB Interreg IIIB van Verbetering van waterkwaliteit en waterkwantiteit en stimuleren van combinatie van functies Ondermeer het Ondermeer het verminderen van punt- en aanleggen van diffuse verontrein-igingen waterber-gingszones in grond – en en het aan-leggen van oppervlaktewatervispassages systemen. In voorbereiding In voorbereiding Het testen van modellen middels het uitvoeren van pilots te komen tot opti-maal mogelijke keuzen voor water retentie en waterafvoer In voorbereiding zaken Belang voor NoordBrabant Euro- Eventueel Interreg IIIA Interreg IIIA Interreg IIIA pese subsidie 18 Betrokke n Ruimtelijke Ordening Natuur en landschap Natuur en Landschap Milieu GEO/Ruimtelijke ordening Water Water Water afdeling 19 Bijlage II: Informatie over de projecten RSD-projecten RoBrAnt Op initiatief van de Benelux, heeft in samenwerking met de provincie Noord-Brabant op 26 oktober 2001 te Bergen op Zoom een bijeenkomst plaatsgevonden met als doel het verwerven van inzicht in de huidige beleidsontwikkelingen m.b.t. het RoBrAnt+ gebied, i.e. het RoBrant gebied verruimd tot en met Gent inclusief de kanaalzone tot Terneuzen. Deze bijeenkomst heeft een verrassende en indrukwekkende hoeveelheid ontwikkelingen en projecten laten zien op alle schaalniveaus, van lokaal tot transnationaal, van plannen voor een stukje weg of rail, tot visies voor de hele megacorridor van Amsterdam tot Parijs. De conclusie van de bijeenkomst was dat er grote behoefte is om de belangrijkste ontwikkelingen en plannen overzichtelijk ‘in kaart te brengen’ middels een Quick Scan, zodat kan worden gekeken naar de onderlinge verbanden en eventuele incongruenties. Deze in het voorjaar van 2002 uitgevoerde Quick Scan vormde de gespreksbasis voor een bestuurdersbijeenkomst op 27 september 2002 te Bergen op Zoom. Hier is bezien hoe daadwerkelijke grensoverschrijdende afstemming tussen relevante ontwikkelingen en plannen bevorderd kan worden. De Stuurgroep RSD heeft de Provincie Noord Brabant en de stad Gent gevraagd om op grond van de Quick Scan en een nieuw projectvoorstel het vervolgproject RoBrAnt+ op te starten. Met dit nieuw projectvoorstel RoBrAnt+ wil de RSD een platform aanbieden om concrete sturing te geven aan de bestuurlijke grensoverschrijdende afstemming. Blauwgroene Delta In 2002 is gestart met een viertal projecten: 1. Een draagvlakonderzoek voor een programma Blauwgroene Delta. 2. De pilotstudie “Netwerk van Europese landschappen” 3. Een pilot “Deltawaterberaad”. 4. Een pilot “Deltastrategie natuurbescherming”. Een studie naar mogelijke inhoudelijke afstemming over natuurbescherming (m.n.doorwerking EU Vogel- en Habitatrichtlijn). Ad. 1 Vanuit de blauwgroene benadering zijn een aantal ideeën ontwikkeld voor Deltasamenwerking binnen het RSD gebied en Europese samenwerking. Het draagvlak voor mogelijke projecten is onderzocht bij RSD partners en centrale overheden (met name de Vlaamse Gemeenschap). Bijna alle beoogde partners hebben een positieve en nieuwsgierige houding, maar slechts weinigen hebben a priori toezeggingen voor menskracht en geld gedaan. Op het gebied van de "interne" samenwerking blijkt integrale visievorming op de Delta als geheel het meest kansrijk. De piste voor deze samenwerkingsactiviteit is verkend, en neergelegd in een wervende brochure voor dit 20 project met de titel: "De Delta centraal; naar een internationaal landschap RSD" (bijgaand). Een projectvoorstel "Deltalandschap" wordt momenteel voorbereid. Ad. 2 In deze pilot zijn korte omschrijvingen van mogelijke Interreg projectinitiatieven opgesteld rondom de inhoudelijke thema's "integrale benadering van Delta's" en "landschapsstrategie van open ruimten". Mogelijke samenwerkingsvormen zijn: - samenwerking tussen Noordzee deltalandschappen en - samenwerking met andere Europese deltalandschappen. Bestuurlijk is het voor de lange termijn interessant om deltaregio’s op de agenda van de EU te krijgen bijv. rond gebiedsgericht beleid voor structuurfondsen. Het is uiteindelijk de bedoeling een Interreg IIIB-project hiervan te maken Ad. 3 Als pilot van Deltasamenwerking is een verkennende analyse gemaakt van de bestuurlijke organisatie van het waterbeheer en aangrenzende beleidsterreinen. De nota: "Overlegstructuur in de Delta" is daarvan het resultaat. Daartoe is samengewerkt met het project "Delta InZicht", dat een visie ontwikkelt op de toekomst van de grote deltawateren. Resultaat van het project is een (bijna compleet) overzicht van organisatiestructuren. Conclusie is dat er een groot aantal regionale organen bestaan, maar slechts 2 op de schaal van de Delta. Voorgesteld is de beleidsvormende projecten stapsgewijs te stroomlijnen. Ad. 4 Via de pilot van sectorale samenwerking rond Natuurbescherming wordt gewerkt aan afstemming tussen deskundigen over toepassing van de EU Vogel- en Habitatrichtlijn in de Delta. Resultaat zal zijn een rapport met een leidraad voor toepassing van de richtlijn in provinciaal en lokaal beleid. Delta GIS Delta GIS bevat de gegevens van de bedrijventerreinen in de Rijn Schelde Delta. Deze gegevens zijn opgenomen in een website www.mainportdelta.org. Het project is opgezet met cofinanciering uit het Interreg IIA programma. Gezien het succes van dit project, is voortzetting van de site zeer zinvol. Tot einde 2002 heeft de Stuurgroep RSD gekozen om de site te consolideren, momenteel werken de provincies Noord Brabant en Antwerpen aan een voorstel tot optimalisatie en verdere ontwikkeling van dit project.. Consolideren gaat uit van het in stand houden van de huidige site, bestaande uit jaarlijkse update van de data en het onderhoud aan de server, die voor deze site geïnstalleerd is. Naast het in de lucht houden is de vraag aan de orde of de site moet worden geoptimaliseerd met ondermeer een uitbreiding en verbetering van het linkersysteem en de zoekmogelijkheden. Voor het verder vervolg van het project worden momenteel een viertal opties verkend: De site uitbreiden met gebiedsgegevens als nutsvoorzieningen en milieucategorieën; een en ander moet dan wel sporen met de gedachten over het vervolg. Ontwikkeling van een grensoverschrijdende topografische kaart binnen het kader van deze site (Interreg IIIA financieringsmogelijkheid). De Provincie Noord 21 Brabant denkt aan een project om de Belgische en Nederlandse kaarten meer op elkaar aan te laten sluiten. RSD GIS bevat al een aantal kaarten, die als basis kunnen dienen. Aanvullend hierop en als vervolg op de bestuurlijke discussie over de QS RoBrAnt+ zou ook gewerkt kunnen worden aan een nieuwe kaart voor de Delta. Ook zouden de gegevens over bedrijventerreinen in Nederland en Vlaanderen aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Samenhang ontwikkelen met andere RSD-projecten zoals Duurzame Bedrijventerreinen en het Havenoverleg. Havenoverleg In het Havenoverleg nemen alle havens in de Delta deel. Vanuit Noord-Brabant participeert het Industrie en Havenschap Moerdijk. In dit overleg zijn een aantal activiteiten ontwikkeld: Er is een gemeenschappelijke folder ontwikkeld en verspreid in het Nederlands, Engels en in het Chinees. Er is een inventarisatie van reeds bestaande samenwerkingsverbanden opgemaakt. Daaruit is conclusie getrokken, dat een gemeenschappelijke standpuntbepaling dient te worden nagestreefd in die instanties waar alle Deltahavens zijn vertegenwoordigd, zoals de ESPO. In het voorjaar van 2002 werd een enquête doorgevoerd bij alle in de havens gevestigde ondernemingen. Op grond van deze bevindingen wordt momenteel gewerkt aan concrete initiatieven, bv. met het oog op de verbetering van het openbaar vervoer ten behoeve van de werknemers. Er werd besloten aandacht te besteden aan enkele thema's van gemeenschappelijk belang waarmee elke haven geconfronteerd wordt, zoals haven en milieu (Europese richtlijnen en hun implementatie in de Delta); "port package"; de veiligheid van personen en goederen Op 20 februari 2003 zal in Antwerpen de Havendag c.q. Deltadag worden georganiseerd. From Mainport Delta to Rhein Ruhr Noord-Brabant ondervindt veel gevolgen van haar ligging tussen de drie metropolen met name in termen van bereikbaarheid en leefbaarheid. Op initiatief van de Provincie Noord-Brabant en de provincie Zuid Holland is samen met het RSD-management gewerkt aan een verkenning naar de mogelijkheid te komen tot een project From Mainport Delta to Rhein-Ruhr, dat feitelijk voortbouwt op de inmiddels afgeronde Interreg IIC projecten Freight and Spatial Planning (beter bekend als het Eurocorridor project) en het Centraal Netwerk Gebied project. De voorlopig geformuleerde doelstelling betreft het met de geïnteresseerde partners ontwikkelen en communiceren van een transnationale koepelvisie op het toekomstige netwerk van achterland-verbindingen en multimodale overslag voorzieningen in het gebied tussen Antwerpen, Rotterdam en Rhein-Ruhr. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dit project inhoudelijk volledig af te stemmen met Incodelta. Behalve de provincies Noord Brabant en Zuid Holland hebben inmiddels ook de havens van Antwerpen en Rotterdam, het Vlaams Gewest (AWZ) en de Staatskanzlei van NordRhein Westfalen in principe positief gereageerd op dit initiatief. 22 Interreg IIIA Projecten (Onderstaande projecten zijn in voorbereiding, behalve Groene Woud/Groene Hagenlanden, die momenteel in uitvoering is) Grensoverschrijdend kaartmateriaal Naar aanleiding van het opstellen van het streekplan bleek nauwelijks grensoverschrijdende geo-informatie beschikbaar te zijn. Het idee ontstond om over dit onderwerp een grensoverschrijdend project te starten, in eerste instantie in samenwerking met Vlaanderen.Op initiatief van de afdeling Ruimtelijke Ordening en afdeling GEO is hiertoe allereerst een snelle (niet uitputtende) ronde langs relevante afdelingen gehouden om de behoefte aan grensoverschrijdende ruimtelijke informatie te inventariseren2. Hieruit bleek dat er zowel behoefte is aan basisinformatie (bijvoorbeeld aan geo-informatie betreffende bestuurlijke en administratieve grenzen, infrastructuur en waterlopen), als specifieke thema informatie (bijvoorbeeld bodemtypen, grondwatertrappen, land en bodem gebruik). Veel Vlaamse geo-informatie blijkt (tegen betaling) redelijk makkelijk te verkrijgen. Onderzocht wordt nu wat de meerwaarde zou kunnen zijn van een eventueel (Interreg IIIA) samenwerkingsproject over dit onderwerp. Grensoverschrijdend Ecologisch Basisplan (GEB) Partners in het Grensoverschrijdend Ecologisch Basisplan Nederland-Vlaanderen (GEB) zijn de Provincie Noord-Brabant en Limburg, Vlaamse Ministerie van Aminal (Natuurbeheer), de Benelux Economische Unie en het Ministerie van LNV. Doel is een bijdrage te leveren aan de realisering van het Pan-European Ecological Framework en van Natura 2000 door de ecologische hoofdstructuur van Nederland en Vlaanderen in het grensgebied daadwerkelijk op elkaar te laten aansluiten. Dit zal geschieden door het afstemmen van beleid, inrichting en beheer van grensoverschrijdende gebieden en verbindingszones. Een voorstudie dat in de eerste helft van 2000 is uitgevoerd leidde tot een volledig overzicht van gebieden in het Vlaams-Nederlandse grensgebied waar natuur een rol speelt. Per gebied (30 in totaal) werd een indicatie aangegeven van het natuurstreefbeeld, de huidige landschapsecologische kwaliteit en het vigerend beleid. In het afgelopen jaar is gewerkt aan de volgende, tweede, fase. Hierin zullen natuurstreefbeelden opgesteld worden voor een zestal grensoverschrijdende gebieden die alle deel uitmaken van de EHS/GHS van Brabant en Limburg en van het VEN (concept-Vlaams Ecologisch Netwerk) van Vlaanderen. Het streven is gericht op een afronding van deze fase in het eerste kwartaal van 2003. Daarna wordt verder gewerkt aan fase 3. Hierin worden 1 of 2 van de gebieden uit fase 2 geselecteerd waarvoor vervolgens een beheers- en inrichtingsplan kan worden 2 Er is gesproken met de afdelingen Natuur en Landschap, Water, Infrastructuur, Project RLG, Bodem, Ruimtelijke Ordening, Milieu, en de afdeling Lucht, Geluid en Milieuverordeningen. 23 opgesteld waarmee het natuurstreefbeeld verder wordt vormgegeven. Daarvoor zullen echter eerst de nodige middelen verkregen moeten worden, zowel voor de planvorming als voor de uitvoering. Mogelijk kan daarbij gebruik worden gemaakt van het Interreg III A programma. Groene Woud-Groenhage(n)land In juli van dit jaar is een Interreg III A subsidie toegekend aan een project waarbij het vergroten van de leefbaarheid en een duurzame ontwikkeling van Het Groene Woud (N.Brabant) en Het Regionaal landschap Noord (Leuven /Vlaanderen) voorop staan. Daarbij wordt gedacht aan een versnelde uitbouw van natuurkernen, realiseren van natuurverbindingen en landschapsbouw. Daarnaast wordt de aandacht gericht op een verbeterde natuurinrichting en op landschapsbeheer, terwijl recreatie en toerisme specifiek aandacht krijgen door toeristisch-recreatieve zonering en geleding. Belangrijk is dat het project niet alleen is gericht op uitvoering maar ook op uitwisseling en kennis en ervaring. Momenteel wordt door 17 projectpartner-organisaties aan beide zeiden van de grens gewerkt aan 88 uitvoeringsprojecten die een gezamenlijke investering van € 5.000.000,vergen waarvan ongeveer de helft wordt gesubsidieerd door Europa. Interregproject leefgebied edelhert In november van dit jaar is samen met de provincie Limburg een Interreg III A project opgestart betreffende het onderzoek naar het leefgebied van het edelhert KempenBroek-Weert-Einhoven. Het project zal na goedkeuring in 2003 zijn vervolg krijgen. Het betreft in feite een vervolgonderzoek op een enkele jaren geleden afgesloten onderzoek op basis waarvan dit gebied geselecteerd is geworden. Turfdal Het Waterschap Scheldekwartier, de Provincie Noord-Brabant, de provincie Antwerpen en het hoogheemraadschap van West-Brabant hebben het initiatief genomen het Interreg IIIA-project Turfdal voor te bereiden. Het doel is om een integraal grensoverschrijdend project voor een viertal beken in het Markstroomgebied op te zetten waarbij zowel waterkwantiteiteit (teveel, te weinig), als ook waterkwaliteit (het voorkomen van overstorten en het tegengaan van verdroging) en een combinatie van functies aan bod komen (natuur, landbouw, water, recreatie, in relatie met wonen, werken en cultuurhistorie) Integrale aanpak Stroomgebied van de Mark Waterschap Mark en Weerijs, Gemeente Breda, Vlaams Land Maatschappij, Aminal en de Provincie Noord-Brabant bereiden momenteel een Interreg III aanvraag voor 24 betreffende de integrale aanpak van het Stroomgebied van de Mark. Het is de bedoeling om ondermeer de volgende onderdelen in één plan samen te brengen en uit te voeren: Het aanleggen van waterbergingszones om het gebied stroomafwaarts van de Merksplas te vrijwaren van overstromingen Met een ecologische inrichting wordt uitwerking gegeven aan de functie Ecologische Hoofdstructuur langs de waterlopen van het Zuidelijk Markgebied Het aanleggen van vispassages Aa of Weerijs om de bestaande stuwen weer passeerbaar te maken voor aquatische fauna. Het ontwikkelen van natuur in combinatie met waterberging in Trippelenberg Er wordt over gesproken om het project Turfdal en Integrale aanpak Stroomgebied Mark te integreren. Duurzame Watersystemen in het Benelux Midden Gebied In vervolg op het succesvol afgeronde Interreg project “Watermanagement in het Benelux Middengebied” is momenteel het projectvoorstel Duurzame Watersystemen in het Benelux Midden Gebied in voorbereiding. Het projectgebied beslaat de provincies Nederlands en Belgisch Limburg, Noord-Brabant en Antwerpen. Het doel is een bijdrage te leveren aan het realiseren van een grensoverschrijdend duurzaam watersysteem door: Herstel van het waterkwantiteitssysteem om te komen tot een veerkrachtig watersysteem dat in staat is droogte en wateroverlast op te vangen. Het verbeteren van de waterkwaliteit door het verminderen van punt en diffuse verontreinigingen in grond- en oppervlaktewater. Partners in dit project zijn de Provincies Antwerpen en Vlaams Brabant, Vlaams Gewest (Aminal), de provincies Limburg, Noord-Brabant, de waterschappen van Limburg en Brabant en de LLTB en de ZLTO. Interreg IIIB projecten (in voorbereiding) Nature Orientated Flood Damage Prevention Onderzocht wordt of een project opgestart kan worden dat een veiligheidsaanpak van wateroverlast van beken en en riviersystemen kan genereren op basis van een integrale benadering van het water-, en bodem- en het daaraan te relateren ecosysteem. Doel van het project is om een of meerdere modellen te ontwikkelen en te testen middels het uitvoeren van pilotprojecten om te komen tot zo goed mogelijk keuzen voor waterretentie, waterberging, waterafvoer en natuurdoelen vanaf het brongebied. Partners zijn ondermeer de Universiteit van Darmstadt en de Bundesanstalt für Gewässerkunde in Koblenz. Gezocht wordt ook naar Britse partners. Medewerkers van de Universiteit van Darmstadt ontwikkelen momenteel dergelijke modellen. De afdeling water ziet hier duidelijk kansen op het gebied van kennis-, visie- en modelontwikkeling, alsook in de uitvoeringssfeer middels de pilots voor bijvoorbeeld het Dommel- en het Reuselsysteem, de Mark en de Aa. 25 Regional landscape development identity and rural economic Het Brabant European Partnership verkent in samenwerking met fe European Centre for Nature Conservation (ECNC) in Tilburg en de Provincie Noord-Brabant bereidt momenteel een projectvoorstel en subsidieaanvraag voor in het kader van Interreg IIIB, met als werktitel “Regional landscape identity and rural economic development”, In 2002 heeft het Brabant European Partnership for Sustainability een begin gemaakt met de ontwikkeling van het concept “regionale identiteit van het landschap”. Het is een intrigerend en integrerend concept, omdat het een verbinding legt tussen de sociale en economische ontwikkeling van de regio en het behoud van natuurwaarden. Het landschap is als zodanig de zichtbare resultante van een karakteristiek, regionaal krachtenspel van economische, sociale en ecologische waarden. Bovendien roept het landschap ook sterke emotionele gevoelens op bij de mensen die er geboren en getogen zijn of die er zijn komen wonen. We kunnen er ons mee identificeren en het zorgt ervoor dat we ons hier thuis voelen. Het concept van de “regionale identiteit van het landschap” is veelbelovend en vraagt om verder ontwikkeld te worden, vanuit de regionale Brabantse context, bijvoorbeeld in het kader van de reconstructie van het landelijk gebied. Uit contacten is gebleken dat ook andere regio’s in België, Frankrijk en Engeland met dit concept bezig zijn. Project W, proeftuin conditionele sturing en ontwikkelingsgerichte initiatieven voor natuurlijke woonwerklandschappen. Onder invloed van globaliseringsprocessen veranderen industriële en logistieke processen: ze vragen meer ruimte en meer regie. Monofunctionele oplossingen stuiten op steeds meer maatschappelijke weerstand en leiden zeker in Brabant tot ruimtenood, dus ook voor deze problemen is meervoudig ruimtegebruik gewenst. De opgave is het doorgronden van de maatschappelijke achtergronden van de ruimtelijke dynamiek en het leggen van verbindingen tussen bestuurlijke processen en maatschappelijke programma’s. Hoe kan meer liberalisering in de ruimtelijke planning goed samengaan met meer regie van logistieke en ecologische stromen. Het project kenmerkt zich door het afwisselen van idee-ontwikkeling binnen een Community of Practice en het aftasten van de condities voor ontwerp en uitvoering (de leden van de COP doen dat elk in hun achterbannen). COP-leden zijn afkomstig uit overheid, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Na elke ronde is synchronisatie nodig tussen de mogelijke onverenigbaarheid van condities; dit kan het karakter aannemen van een onderhandelingsproces. Het aldus groeiend commitment wordt tussen COP en de buitenwereld schriftelijk vastgelegd. Het proces wordt opgestart met een globaal en footloose schetsontwerp. 26 Het project voorziet de resultaten op het vlak van ervaring opdoen met conditionele sturing van ontwikkelingswensen vanuit regio’s; het tot stand brengen van vernieuwende ontwerpen waarin meervoudig ruimtegebruik in programmatische zin (ecologie, logistiek, wonen en recreeren) is vormgegeven voor de regio West en Midden Brabant en het leren van en ervaring opdoen met het actief en openbaar managen van commitment om lokaal bestuur en globaliseringskrachten in harmonie te brengen. From Mainport Delta to Rhein Ruhr Zie onder RSD Netwerk van Europese landschappen zie onder RSD 27 Bijlage III: Startnotitie: De visie van NoordBrabant op internationalisering, Europese integratie en grensoverschrijdende samenwerking Huidige ontwikkelingen De Europese integratie en internationalisering van economie en samenleving zijn onderling verbonden processen en hebben ingrijpende gevolgen voor overheden. Mede als gevolg van de snelle ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie zijn bedrijven minder plaatsgebonden dan vroeger. Bedrijven zoeken meer en meer de internationale dynamiek en kunnen zich onttrekken aan de sturende invloed van centrale en decentrale overheden. Anderzijds zijn specifiek plaatselijke condities van steeds groter belang voor de concurrentiepositie van regio's. Globaal en lokaal raken steeds meer met elkaar verweven. Aangezien de internationale concurrentiepositie in toenemende mate vooral ook regionaal en lokaal worden bepaald, dienen de regionale overheden te zorgen voor een goede logistieke infrastructuur, een voldoende gekwalificeerde arbeidsmarkt, een internationaal georiënteerde kennisinfrastructuur, innovatieve bedrijvigheid en een goed woon- en werkklimaat. In een netwerksamenleving doen grenzen er steeds minder toe. Burgers en bedrijven trekken zich steeds minder aan van de administratieve grenzen. Grensoverschrijdende samenwerking door overheden is dan ook een noodzaak om bepaalde ontwikkelingen te trachten te sturen, problemen op te lossen en ongewenste effecten tegen te gaan. De culturele gevolgen van de internationalisering zijn niet uit te vlakken. De burgers profiteren uiteraard van de internationalisering, maar zij verliezen ook hun vertrouwde referentiekaders. Juist hier zouden regio’s en regionale overheden een rol kunnen spelen als identificatiepunt. Niet voor niets zijn in Engeland (Wales, Schotland), Spanje en zelfs Frankrijk de bevoegdheden van de regionale overheden versterkt. Ook de Europese Commissie ziet in haar Witboek good governance een grotere rol weggelegd voor de regio’s om Europa dichter bij de burgers te brengen Europees beleid en Europese regelgeving hebben een groeiende invloed op provincies op steeds meer terreinen. Denk aan de vele milieuvoorschriften, de uitvoering van de kaderrichtlijn water, de Habitatrichtlijn en het vernieuwde plattelandsontwikkelingsbeleid dat vanuit Brussel snel op ons af zal komen. Voor alle Provincies is het belangrijk aansluiting te houden bij de nieuwe economische ontwikkelingen, bij de bestuurlijke structuur van Europa. Overheden, ook decentrale overheden hebben te maken met een afgenomen invloed op allerlei 28 sociale en economische processen. Juist deze processen zijn grensoverschrijdend geworden. Belangrijk is daarom dat regionale overheden zich goed realiseren wat de kansen en bedreigingen zijn van de Europese integratie en internationalisering. Noord-Brabant Een aantal afdelingen houdt zich in meer of mindere mate bezig met Europees beleid en grensoverschrijdende contacten. Het project Europa heeft een bewustwording in gang gezet over het belang van Europa voor de het provinciale beleid. Op een met name praktische manier wordt momenteel invulling gegeven aan de eis de provincie Europa proof te maken en Europa onderdeel te laten worden van het dagelijkse werk van de medewerkers. Dit is echter niet voldoende. Juist vanwege de groeiende invloed van Europa op het provinciale beleid, moet de provincie Noord-Brabant weten wat haar belangen zijn in Europese dossiers, wàt zij wil bereiken en hòe zij dit wenst te bereiken. De samenwerking in de Zuidelijke Alliantie, de vertegenwoordigers in het Huis in Brussel en een goed functionerende “back office” in de drie Zuidelijke Provincies zijn hiervoor essentieel. De ruimtelijke kwaliteiten, belangen en prioriteiten van Noord-Brabant in internationale context worden onder meer bepaald door haar geografische ligging. Noord-Brabant ligt ruimtelijk gezien op een knooppunt van nationale en internationale contacten tussen de drie metropolen Randstad, Rhein-Rhur en Vlaamse Ruit. Het westen van Brabant ligt tussen twee wereldhavens: Rotterdam en Antwerpen op de corridor Amsterdam-Parijs. Ook speelt Brabant een rol als schakel naar het Rhein-Rhur gebied. Noord-Brabant is tevens een grensprovincie en verschillende natuurgebieden en waterlopen zijn grensoverschrijdend. Noord-Brabant dient zich dan ook zowel te richten op de grensregio (de grensoverschrijdende dimensie) als op de ruimtelijkeconomische samenhang en samenwerking met andere landen (België, Frankrijk, Duitsland, de transnationale dimensie). De Europese programma’s Interreg IIIA en Interreg IIIB stimuleren de provincie hierin. Vooral in de relatie met Vlaanderen is een wereld te winnen. Bij grensoverschrijdende en transnationale projecten is er regelmatig sprake van afdelingsoverstijgende projecten, waar meerdere afdelingen bij betrokken dienen te zijn. Het is een schier onmogelijke taak steeds ad hoc alle relevante afdelingen bij dergelijke projecten te betrekken. Dit onder meer omdat een concern-brede bepaling van belangen in Europese, internationale en grensoverschrijdende context ontbreekt en derhalve moeilijk tot prioritering en keuzen van projecten kan worden gekomen. 29 Een strategische visie is daarom nodig over de gevolgen voor Noord-Brabant van de internationalisering en Europese integratie en de kansen en bedreigingen hiervan voor de Provincie. Deze visie dient Brabant te positioneren in de veranderende internationale context. Enerzijds van buiten naar binnen: wat zijn met name de grensoverschrijdende en transnationale uitdagingen op het gebied van water, natuur, verkeer en vervoer, milieu, cultuur, economie en ruimtelijke ordening. Anderzijds van binnen naar buiten: wat heeft Brabant te bieden op het gebied van bijvoorbeeld economie, natuur en cultuur. En hoe kan BrabantStad zich internationaal positioneren. De visie dient de culturele, sociale, economische en ruimtelijke samenhang te schetsen van Brabant met haar omgeving, aan te geven wat de belangen zijn van Noord-Brabant in Europa en welke prioriteiten hieruit volgen. Uiteindelijk dient de visie als zinsgevings- en afwegingskader voor Europese en grensoverschrijdende activiteiten. Dit stelt de provincie in staat duidelijk de Brabantse prioriteiten en belangen af te bakenen van waaruit grensoverschrijdende en transnationale projecten kunnen worden opgepakt. Als uitvloeisel van deze strategische visie kunnen tevens voorstellen gedaan worden over hoe de organisatie de behandeling van internationale en Europese vraagstukken die relevant zijn voor de Provincie kan verbeteren. Het versterken van de huidige internationaliserings- en Europa “Unit” is daarbij een mogelijkheid. Het ligt in de bedoeling dat deze visie op korte termijn wordt opgesteld. Vervolgens is het voorstel de conclusies op te nemen in het bestuursakkoord 2003-2007. De visie dient dan in de volgende bestuursperiode concreet te worden vertaald. 30