Kan het bewustzijn empirisch onderzocht worden? - Gert

advertisement
1
Kan het bewustzijn empirisch onderzocht
worden?
Gert-Jan Lokhorst
Discussie met Victor Lamme
Amsterdam, Crea Theater, 17 mei 2004
2
Kan het bewustzijn empirisch onderzocht
worden?
De vraag is alleen maar interessant als er zowel redenen
zijn om hem met “ja” te beantwoorden als redenen om
hem met “neen” te beantwoorden.
Zelf zou ik zeggen: “Ja, natuurlijk: denk aan change
blindness, inattentional blindness, blind-sight, split
brains: in al deze gevallen toont empirisch onderzoek
aan dat de proefpersonen zich van minder bewust zijn
dan je zou denken.”
3
Interessanter: waarom zou iemand kunnen denken dat
het onmogelijk is om het bewustzijn empirisch te
onderzoeken?
Antwoord A. Omdat het “privé” is, “innerlijk”,
“verborgen”, “ontoegankelijk” voor iedereen behalve
mijzelf. Ik ben de enige die mijn gedachten kent.
Maar is dat wel zo?
4
A1. Het is heel moeilijk om dat wat er “in je” omgaat
verborgen te houden: alleen de beste pokerspelers
kunnen dat, maar dat is misschien eerder een gebrek
dan een verdienste. (Ook als ze tonnen winnen houden
ze een pokerface.)
A2. Over het algemeen kunnen we perfect nagaan waar
iemand zich al dan niet bewust van is, bijvoorbeeld
door naar zijn doen en laten te kijken of het hem te
vragen (zoals in de hierboven genoemde proeven ook
gedaan werd).
5
A3. “Mentale” termen kunnen niet naar verborgen
interne gebeurtenissen, processen, toestanden e.d.
verwijzen want dan zou je ze niet kunnen leren.
(Wittgenstein)
6
Antwoord B. Omdat het “bewustzijn”
natuurlijkwetenschappelijk gezien een mysterie is. We
kunnen het niet inpassen in ons
natuurwetenschappelijke wereldbeeld.
Maar is dat wel zo?
7
B1. “Intransitief bewustzijn” (tegenover slaap,
bewusteloosheid, coma, e.d.): daaraan is niet
raadselachtigs.
B2. “Transitief bewustzijn” (bewustzijn van dit of dat):
ook daarover valt veel te zeggen, getuige bijvoorbeeld
de hierboven al genoemde proeven.
B3. Wat versta je onder ”inpassen”? Kunnen we het
BNP, geld, crashes van de effectenbeurs, picknicks,
troonredes, abdicaties, verlovingen en echtscheidingen
“inpassen”? In mijn middelbare schoolboeken
natuurkunde werd er in ieder geval niets over gezegd.
8
Antwoord C. Qualia, oftewel de “kwalitatieve
eigenschappen van ervaringen.” “What is it like to be a
bat?” Dit is “the hard problem” (Chalmers). Hier kan de
wetenschap niets over zeggen.
Maar…
9
• Aan de ene kant kan ze dat wel (denk aan
vergelijkende zintuigfysiologie e.d.), en
• Aan de andere kant: is de vraag niet tamelijk
onzinnig?
Vergelijk vragen zoals: “What is it like to see a chair?”
Je zou kunnen antwoorden: “wel leuk” of “doet me
niets” (triviale antwoorden). Of: “What is it like to be a
man?” (??? of lang verhaal).
10
Contrasteer hiermee: “What is it like for a male to be a
woman?”, gevraagd aan een transseksueel. Dat levert
misschien wél een interessant antwoord op.
Ik bedoel maar: degenen die het over het “mysterie van
het bewustzijn” hebben kunnen nauwelijks duidelijk
maken wat ze eigenlijk bedoelen. Misschien is er
welbeschouwd helemaal geen mysterie.
11
“Bewustzijn”
Wat bedoelen we eigenlijk met “bewustzijn”? Hoe
gebruiken we de woorden “bewust” e.d. eigenlijk? Dat is
een lang verhaal. Zie de “connectieve analyses” in
Bennett en Hacker, Philosophical Foundations of
Neuroscience, Blackwell, 2003.
In ieder geval is “bewustzijn” geen eenduidig, duidelijk
begrip.
12
Historisch intermezzo (? betekent: neologisme):
taal
bn
Lat
Conscius (1)
Conscientia (2)
Fr
Conscient
Conscience
Eng
Conscious
?Consciousness
Conscience
Du
?Bewußt
?Bewußtsein
?das Gewissen
Nl
?bewust
?bewustzijn
?het geweten
Nl
zn
zn
besef
(1) medewetend, bij zichzelf wetend, (schuld)bewust
(2) medeweten, medeweten met zichzelf, (schuld)bewustzijn
13
Vragen en opmerkingen
1. Bedoelde Descartes “geweten” of “bewustzijn” als
hij het over “conscience”/“conscientia” had?
2. “Bewustzijn” is een overbodig en verwerpelijk
germanisme omdat we het woord “besef” al hadden.
3. Het verband met “weten” is nog steeds
overduidelijk:
14
“Piet weet dat X het geval is” impliceert “X is het geval.”
Kennis impliceert waarheid. (Plato)
Zo ook: “Piet beseft (is zich ervan bewust) dat X het
geval is” impliceert “X is het geval.” Besef/bewustzijn
impliceert waarheid.
Of Piet beseft dat X het geval is, hangt niet alleen van
Piet af, maar ook van de stand van zaken in de wereld.
“Kennis/besef/bewustzijn zit niet in het hoofd.”
(eind van het historische intermezzo)
15
Bennett & Hacker: “conscious” heeft zoveel
betekenissen (of zo’n “rijke” betekenis) dat het naïef
zou zijn om te veronderstellen dat het zou kunnen
samengaan met één bepaald soort proces in de
hersenen.
Victor Lamme (oratie): we kunnen bewustzijn
gelijkstellen aan recurrente verwerking.
16
Maar: recurrente verwerking kan hooguit een
noodzakelijke voorwaarde zijn voor bewustzijn, geen
voldoende.
1. Bij alle dieren met een zenuwstelsel vindt er
recurrente verwerking plaats.
2. De waarheid van bewustzijnstoeschrijvingen aan
een persoon hangt niet alleen af van wat er met die
persoon aan de hand is, maar ook van de rest van de
wereld. Als X niet het geval is kun je je er niet
bewust van zijn dat X het geval is, hoeveel
recurrente verwerking er ook optreedt.
17
3. “Het irriteerde me dat X Y kuste. Later besefte ik
pas (werd ik me er pas van bewust) dat ik verliefd
was.” Recurrente verwerking? Zo ja, dan is dat in
ieder geval niet het hele verhaal.
18
Het geest-lichaam (mind-body ) probleem
NB: “geest” (spook, adem, Latijn spiritus, Engels ghost of
spirit, t.o.v. ziel, Latijn anima, Engels soul) is iets heel
anders dan “mind” (verstand & geheugen).
Dit is een ander probleem, dat vooral samenhangt met
de aloude dualistische opvatting van het geest-lichaam
probleem.
19
Ca. 600 v. Chr.: Aristeas van Proconnesus maakte de
Grieken bekend met het Sjamanistische idee dat we,
behalve een lichaam, ook een onstoffelijke, onsterfelijke
component hebben. (Idee geïnspireerd door dromen,
visioenen en voorspellingen.)
Later: Pythagoras, Plato, neoplatonisme, vermenging
met Christelijke doctrine (Augustinus) in weerwil van
het OT (zoals benadrukt door Tertullianus),
overgenomen door Islam, bestendigd door Descartes, in
de filosofie tegenwoordig nagenoeg verlaten. Die
hypothese verklaart niets.
20
Maar als er geen onstoffelijke entiteit in ons lichaam
huist, hoe verklaren we het bewustzijn dan?
(Alsof het bewustzijn van een onstoffelijke entiteit
begrijpelijker zou zijn…)
21
Wat heeft de filosofie de
neurowetenschappen te bieden?
1. Conceptuele analyse, zowel in verband met de
interpretatie van individuele experimenten (bv. die
van Libet, Shepard, Sperry en Weiskrantz) als in
verband met de “grote” vragen, zoals “het mysterie
van het bewustzijn.” Dit is een recentelijk door
filosofen bedacht mysterie waar filosofen ons ook
weer van af moeten helpen. De
natuurwetenschappen kunnen dat “mysterie” niet
oplossen, de filosofie moet ons ervan verlossen.
22
2. Neurowetenschappers behoeden voor het uitkramen
van onzin. Mijn favoriete voorbeeld: F. Crick &
C. Koch, “Are we aware of neural activity in primary
visual cortex?” Nature 375 (1995), pp. 121–123.
(Natuurlijk niet!) Veel filosofen kramen zelf
trouwens nog grotere onzin uit…
3. Het bewaren van enig overzicht en het niet uit het
oog verliezen van “het grote verhaal.”
Download