VREDE VINDEN Venerable Mettavihari VREDE VINDEN In feite kom je hier om vrede te vinden. Vrede moet je in jezelf vinden. Om die vrede te vinden moet je naar je eigen geest kijken. De reden waarom we geen vrede hebben ligt in onszelf. Omdat we een verstoring hebben binnen onszelf is er een verstoring buiten ons. Feitelijk maken we nu een grote onvrede mee buiten ons, maar die komt voort uit de onvrede in de mens zelf. Vandaag zijn er overal in de wereld demonstraties gaande tegen de oorlog, maar wie kan stoppen, wie kan luisteren? Tegelijkertijd is er ook een oorlog gaande tussen de vóór- en de tegenstanders van de oorlog. Als je de oorlog wilt stoppen moet je zeggen: “Ja, ik wil de oorlog stoppen, allereerst in mezelf.” Als er geen oorlog in de geest is, dan is er buiten de geest ook geen oorlog. Het heeft niet zoveel zin om lang te praten over de oorlog buiten onszelf, die heeft geen einde. Misschien kun je het vandaag eindigen, maar morgen begint het weer, of overmorgen, of volgende maand of volgend jaar. Dat is de geschiedenis van de mensheid. Iedereen is hier gekomen om vrede en rust te vinden in zichzelf. Een retraitecentrum in een prachtige, bosrijke omgeving zal je echter geen vrede geven, als je de oorzaak van de onvrede in jezelf niet oplost. De oorzaak van onze onvrede zijn de vijf hindernissen. 2 DE EERSTE HINDERNIS De eerste hindernis is de kamachanda in het Pali, de taal van de oudste Boeddhistische geschriften. Het verlangen naar zintuiglijke bevrediging: oor, oog, neus, tong, lichaam. Dit is het zintuiglijk contact. Het zogenaamde kamachanda genotvolle contact. Er zijn vijf soorten objecten die dit verlangen doen opkomen. Auditieve, visuele, geur-, smaak- en tast-objecten. Het doorlopende verlangen naar zintuiglijke bevrediging is de oorzaak van onze onrust. We kennen dan geen vrede. Misschien ben je het niet met me eens en zeg je: “Als je nergens van mag genieten, wat heeft het leven dan nog voor zin?” Voor ons, die Vipassana praktiseren, is het toegestaan om te genieten via de zintuigen, maar zonder ernaar te verlangen, zonder gehechtheid. Je laat het op een natuurlijke manier komen. Als je er niet naar verlangt, wordt je vrede niet verstoord. Dit geldt voor alles wat de zintuigen betreft – zien, horen, enzovoort. Als je verlangt beginnen de problemen, je hebt geen vrede meer. DE TWEEDE HINDERNIS De tweede hindernis is byapada, boosheid. Boosheid, kwaadheid, ergernis, afkeer. Zelfs bij afkeer van jezelf ben je gewelddadig. Dat is een vorm van geweld. Als je bijvoorbeeld ziek bent en je hebt er een hekel aan om ziek te zijn en om naar de dokter te gaan of medicijnen te nemen, dan ben je dubbel ziek. Eerst fysiek, dan mentaal. Soms ga je zover dat je het recht om te leven opgeeft, je vraagt om een spuit of iets anders om jezelf het leven te benemen. Je heb een verlangen om niet meer te leven. Dit is ook geweld en je veroorzaakt karma op deze manier. Je moet nooit op deze manier sterven, je maakt slecht karma en je sterft niet in vrede. Het is ook tegen de eerste regel in het Boeddhisme: geen levend wezen doden, noch beschadigen. In de leer van de Boeddha vind je geen tekst die het doden van een ander of jezelf ondersteunt. Daarentegen adviseerde de Boeddha om Metta-meditatie te beoefenen. Metta is liefdevolle vriendelijkheid, het tegenovergestelde van boosheid en geweld. Er is niets beters dan Metta en mededogen om geweld te overwinnen. 3 DE DERDE HINDERNIS De derde hindernis die de vrede verstoort is thina-middha, slaperigheid en traagheid. Als je bijvoorbeeld ’s morgens opstaat en je voelt je sloom en moe, dan heb je geen vrede in jezelf. Het voelt als een enorme opgave om ontbijt te maken en naar je werk te gaan. ’s Avonds laat gebeurt hetzelfde, je bent moe na een hele dag actief zijn en je hebt slaap nodig, weer geen vrede. Elke dag ervaar je dit zolang je nog geen Arahant, een volledig verlicht persoon, bent. Wij ervaren deze confrontatie dagelijks. De Arahant geeft de kanda’s op, daarom is er geen verstoring meer, fulltime peace. Mentaal hebben ze geen slaap meer nodig maar fysiek wel. ’s Nachts slapen ze maar ze gaan niet in het onderbewuste zoals wij. Stel je voor dat je niet kan slapen ‘s nachts, forceer jezelf dan niet om te slapen maar accepteer dat je niet kunt slapen. Je krijgt dan rust en je kunt de volgende dag gewoon je dagelijkse bezigheden doen. We leven met het idee dat we moeten slapen, maar we hebben het niet echt nodig. De Arahant gaat in de bhavanga citta, te vergelijken met een lichtpunt. De elektriciteit is er, maar de knop is niet omgedraaid. Voor een moment is er geen licht aan, ze hebben een korte pauze, ze hebben geen onwetendheid. Als je slaapt komt de onwetendheid binnen en dromen is een teken van onwetendheid. Fysiek heb je rust nodig, mentaal niet. De Arahant droomt nooit, heeft geen onwetendheid. Wij dromen overdag en wij dromen ’s nachts. Wij hebben onzuiverheden in ons die als voeding dienen voor de droom. Waarom moeten wij slapen? Omdat we geen rust in onze geest hebben. Wij zijn puthujjana, wereldse personen. Wij hebben altijd veel onzuiverheid en gewelddadigheid in ons. Kijk maar als iemand gebeten wordt door een dolle hond. Een dolle hond komt op je af, bijt je, en jij wordt ook onmiddellijk vergiftigd. Waarom? Omdat je al vergif in je bloed hebt. Zolang je geen Arahant bent zit er gewelddadigheid in je bloed. Als een dolle hond een Arahant bijt wordt de Arahant niet gewelddadig, hij hoeft ook niet naar de dokter. Tegenwoordig hoor je veel over verlichte mensen, die vrouw hier, die man daar, die meester, enzovoort. Om te testen of ze echt verlicht zijn kun je er een dolle hond op af sturen en je zult zien of ze verlicht reageren. Ze worden dan namelijk niet vals. De volledig verlichte heeft geen angst. Niet één moment. 4 Een beroemde leraar had vijfhonderd verlichte volgelingen en hij beschouwde zichzelf ook als verlicht. Hij was zeer geleerd. Eén van de studenten was zeven jaar en zelf verlicht geworden met behulp van deze leraar, maar hij zag heel scherp dat de leraar zelf niet verlicht was. Hij durfde niet te zeggen tegen de leraar: “U bent niet verlicht, U moet gaan mediteren.” Met zijn psychische kracht veranderde hij zichzelf in een olifant die met zijn grote slurf op de leraar afging. De leraar schrok geweldig! Toen zag hij in dat hij niet verlicht was en ging naar een retraite, waar hij alsnog volledig verlicht werd. Hij was de zevenjarige dankbaar. Waarom heeft een Arahant geen angst? Omdat hij de hele tijd opmerkzaam is. Fulltime opmerkzaam. Als je dus een intensieve Vipassana retraite doet, oefen je om de hele tijd opmerkzaam te zijn. Op dit moment heb je misschien niet zoveel angst, maar je kunt in een situatie komen, bijvoorbeeld als je sterft, dat er veel angst opkomst. De opmerkzaamheid die je geoefend hebt zal dan als een natuurlijk gegeven te hulp komen. In een echte catastrofe die op je af komt kan deze opmerkzaamheid je helpen om er zonder angst doorheen te komen. Over mijzelf – op het moment dat ik een auto-ongeluk zag aankomen zei ik: “Sterven, sterven”. Ik had geen angst. Ik was niet bij het ongeluk, ik was bij wat er in mij gebeurde en ik had geen angst. Dat was mijn ervaring. Ik hoefde niet te vechten met de situatie, maar was tegelijkertijd volledig in de situatie aanwezig. Ik ben met dertien jaar begonnen met meditatie. Het groeide in mij, zeer natuurlijk. Daarom blijf ik de mensen vertellen dat de Vipassana-meditatie een grote zegen is en een grote hulp kan zijn – zeer goed voor de mensheid! DE VIERDE HINDERNIS De vierde hindernis is uddhacca-kukkucca, rusteloosheid, zorgelijkheid. Jullie zijn zorgelijk en rusteloos om de oorlog in Irak. Je bent zo rusteloos als een kip die de hele tijd beweegt, veren, snavel, poten, zelfs in hun slaap maken ze nog geluid. “Tok, tok, tok” Je moet naar een kippenhok gaan om te zien wat rusteloosheid is. Er is geen vrede in rusteloosheid en zorgelijkheid. Wij maken ons zorgen over Irak, maar Irak is daarginds, het is niet hier. Ook al was Irak hier, dan moet je nog handelen zoals met dat autoongeluk. De oorlog kan vlak naast je gebeuren, maar jij moet eruit blijven. Dan is je leven volledig gegarandeerd. Je moet vrede maken met de oorlog buiten je. Binnen in je moet je geen oorlog laten ontstaan. 5 DE VIJFDE HINDERNIS De vijfde hindernis is vicikiccha, twijfel. Wij zijn altijd aan het twijfelen over het een of het ander. De reden is dat we onhelder zijn en geen wijsheid hebben. Daarom moeten we Vipassana-meditatie beoefenen, omdat we daar een duidelijk object hebben, via het zintuiglijk contact. Dit waren de vijf hindernissen die de vrede in onszelf verstoren. Wij hebben constant oorlog in onszelf, daarom is er ook oorlog buiten ons. De gewelddadigheid van de mensen zit in hun geest, hoofd en hart. Ze zien iets buiten zich en ze laten zich beïnvloeden. Iemand in een machtspositie heeft grote invloed. Veel mensen protesteren en roepen: “Luister naar ons!” Kinderen en oude mensen, zij zijn helemaal overstuur: “Wij willen geen oorlog!” Je verliest je vrede, als je demonstreert met verwachtingen. Demonstreer, doe wat je denkt te moeten doen, maar zonder verwachtingen. De superpower zit in de hoofden van iedereen. Laat je hoofd niet bezetten, ook niet door een superpower. Oorlog heeft twee partijen nodig. Als één partij niet reageert is er geen echte oorlog, want als je met één hand klapt dan hoor je niets. Je moet je vrede niet af laten nemen door iets of iemand van buitenaf. Wees opmerkzaam! Tekst van Eerwaarde Mettavihari, uitgesproken in de Vipassana meditatieretraite te Naarden, d.d. 22 maart 2003 6 Eerwaarde Mettavihari Buddhavihara Papaverweg 7c 1032 KD Amsterdam tel.: +31-20-6363104 [email protected] Stichting Sangha Metta St. Pieterspoortsteeg 29-I 1012 HM Amsterdam tel.: +31-20-6264984 [email protected] http://www.xs4all.nl/~gotama 7