Cystitis/ Uretritis FK 2003: blz. 748-751 Urineweginfectie: >105 micro-organismen per ml urine. Ongecompliceerde urineweginfecties komen vrij frequent voor bij vrouwen in de geslachtsrijpe periode. Bij mannen en jonge kinderen dient een urineweginfectie in principe altijd als een gecompliceerde parenchymateuze infectie beschouwd te worden. Er dient naar een onderliggende afwijking of ziekte te worden gezocht (bv. prostaathyperplasie, prostatitis, DM, steenlijden, neurogene blaas). Kinderen: Gedurende de eerste 2-3 levensmaanden komen urineweginfecties vaker voor bij jongens (3-5%) dan bij meisjes (1-2%). Op de leeftijd van 2-12 maanden is de verdeling gelijk. Bij kinderen ouder dan 1 jaar komen urineweginfecties vaker voor bij meisjes. De meest predisponerende factor is stase van de urine. Oorzaken: Vesico-ureterale reflux: meest voorkomende oorzaak; Blaasdisfunctie; Gewoonte om zelden of incompleet de blaas te ledigen; Obstipatie; Sexueel misbruik. Vooral bij recidiverende urineweginfecties moet men bij kinderen bedacht zijn op het bestaan van anatomische of functionele afwijkingen. De verwekkers: 1. E. coli; 2. Proteus-, Klebsiella-, Pseudomona-, en enterokokkenstammen. Symptomen: Zuigelingen: met of zonder koorts, symptomen meestal niet specifiek (bv. problemen met voeding, langzame gewichtstoename, braken, diarree); 1-5 jaar: koorts of algehele malaise, onprettig gevoel in de buik en vertraagde blaascontrole; >5 jaar: typische klachten zoals dysurie, frequente mictie, lendepijn of buikpijn. Behandeling Toegepaste middelen dienen hoge concentraties in de urine te bereiken en het liefst lage concentraties in het bloed. Ongecompliceerde urineweginfectie: Er hoeft geen kweek gedaan te worden om het micro-organisme te identificeren. Er wordt een middel gegeven dat goed werkzaam is tegen m.n. gramnegatieve bacteriën, zoals E. coli (meerendeel de veroorzakers). Trimethoprim: 1x300 mg per dag. Resistentie-ontwikkeling komt nog niet frequent voor en het hoeft maar eenmaal per dag in een dosering van 300 mg te worden gegeven. Het is bacteriostatisch en werkzaam tegen gram+ en – bacteriën. Nitrofurantoïne: 4x 50 mg of 2x 100 mg per dag. Dit werkt bactericide door interferentie met verschillende bacteriële enzymsystemen die betrokken zijn bij de citroenzuurcyclus, waardoor onvoldoende energie beschikbaar. Er is nog weinig resistentie. Het is niet werkzaam in sterk alkalische urine (zoals bij Proteus). Het heeft een grote intrinsieke toxiciteit (maagdarmstoornissen). De macrokristallijn geeft minder maagklachten dan de microkristallijn. Quinolonen: pipemidinezuur. Deze zijn veel duurder, dus voorkeur gaat uit naar eerste twee medicijnen.De gefluorideerde quinolonen dienen als reserve antimicrobiële middelen worden gereserveerd. Behandelingsduur: 3 dagen. Een ongecompliceerde urineweginfectie wordt vaak gevolgd door recidieven: Relaps (endogene reïnfectie); Herinfectie (exogene reïnfectie): meest voorkomende oorzaak van recidieven. Therapie met hetzelfde middel is in principe gewoon mogelijk. Wanneer vrouwen 3 of meer urineweginfecties per jaar hebben kan een profylactische therapie worden overwogen: dosis voor het slapen gaan of een tablet post coitum. De gebruikelijke middelen hiervoor: Trimethoprim: controle urine, controle bloedbeeld; Nitrofurantoïne: controle urine, controle nierfunctie. Bij postmenopauzale vrouwen kunnen recidiverende urineweginfecties voorkomen in samenhang met atrofisch vaginaslijmvlies (en derhalve kolonisatie met gramnegatieve flora). Lokale applicatie van oestrogenen blijkt dit soort infecties te kunnen voorkomen. Zwangerschap: Altijd eerst een kweek met resistentiebepaling uitvoeren. In afwachting van de uitslag blind behandelen met nitrofurantoine of amoxicilline gedurende een week. Bij gecompliceerde urineweginfecties worden cefalosporine en amoxicilline met clavulaanzuur gebruikt. Gecompliceerde urineweginfecties: Er is een kweek nodig, zodat het oorzakelijk agens zo rationeel mogelijk kan worden aangepakt. Ook wordt gekeken of er geen anatomische afwijkingen zijn. Behandelingsduur 7-10 dagen. Er is hierdoor kans op resistentievorming. Indien echter tekort behandeld wordt, leidt dit tot onvoldoende eradicatie, waardoor het micro-organisme opnieuw kan opkomen. Bij parenchymateuze infecties van de prostaat blijken co-trimoxazol, trimethoprim of doxycycline effectiever dan amoxicilline of cefalosporinen. Ook quinolonen kunnen gebruikt worden. Proteusinfectie: amoxicilline, cefalosporine, cotrimoxazol. Niet eerder behandelde acute pyelonefritis: amoxicilline met clavulaanzuur of co-trimoxazol. Parenchymateuze Pseudomonasinfectie: specialistisch. Fluorquinolonen kunnen worden gebruikt. Bij ernstige Pseudomonasinfecties moet IV behandeld worden: aminoglycoside (tobramycine), breedspectrum penicilline (piperacilline), cefalosporine (ceftazidim), afhankelijk van uitslag antibiogram. Kinderen: Bij zuigelingen met koorts zonder duidelijke klinische oorzaak en bij kinderen t/m 12 jaar met ‘onbegrepen’ koorts, algemeen ziek zijn of onverklaarbare buikpijn wordt een urinekweek aanbevolen. Bij acute infecties moet (bij een sterk klinisch vermoeden van urineweginfectie en als tests hier ook op wijzen) de behandeling onmiddellijk worden begonnen na het afnemen van het urinemonster. Urineweginfecties bij kinderen tot ca. 5 jaar worden beschouwd als gecompliceerde urineweginfecties. Behandeling van een eerste urineweginfectie bij kinderen tot deze leeftijd gaan altijd gepaard met verdere diagnostiek. Urineweginfectie met koorts: Er is weefselinvasie, dus er is een antibioticum nodig waarmee goede weefselspiegels worden bereikt. 0-5 jaar: er wordt gestart met breed-spectrum antibioticum IV, zoals amoxicilline/ clavulaanzuur. Na bekend worden van de kweek kan gericht therapie worden ingesteld. 6-12 jaar: trimethoprim (snel resistentie-ontwikkeling)/ co-trimoxazol. Urineweginfectie zonder koorts: Zuigelingen: zelfde aanpak als met koorts. Vanaf 5-6 jaar: urinesteriliserend middel zoals nitrofurantoïne. Nitrofurantoïen mag niet worden gebruikt bij zuigelingen en bij een gestoorde nierfunctie. De behandelingsduur bij kinderen is in het algemeen 7-10 dagen. Bij kinderen met vesico-ureterale reflux of littekens in het nierweefsel wordt antibiotische profylaxe aanbevolen, bv. trimethoprim of co-trimoxazol. De profylaxe wordt minimaal een half jaar voorgeschreven en maximaal 2 a 3 jaar. Quinolonen zijn bij kinderen gecontra-indiceerd. Samenvatting behandeling Ongecompliceerde urineweginfectie: 1. Trimethoprim: 1x 300 mg per dag; 2. Nitrofuantoïne: 4x 50 mg of 2x 100 mg per dag; 3. Pipemidinezuur (quinoloon). Behandelingsduur: 3 dagen Zwangerschap: 1. nitrofurantoïne; 2. amoxicilline. Gecompliceerde urineweginfectie (uretritis): 1. Urinekweek; 2. Tot uitslag blind behandelen met breedspecrum: a. Ciproflaxacine; b. Doxycicline; c. Amoxycilline. 3. Gerichte behandeling. Behandelingsduur: 7-10 dagen Prostatitis: 1. co-trimoxazol; 2. trimethoprim/ doxycycline; 3. quinolonen. Proteusinfectie: 1. amoxicilline; 2. celafosporine; 3. cotrimoxazol Zwangerschap: 1. cefalosporinen; 2. amoxicilline met clavulaanzuur.