Werkstuk voor theorie examen C Inhoudsopgave: 1. De bugel. Blz. 2 2. De ontstaansgeschiedenis van de bugel. Blz. 3 3. Van welk materiaal is de bugel gemaakt? Blz. 5 4. Op welke manier werkt de bugel? Blz. 5 5. Beroemde spelers op de bugel. Blz. 6 6. Speciale stukken voor de bugel. Blz. 7 1. De bugel. De bugels vormen de melodiegroep in de fanfare. Ze zijn als melodiesectie hetzelfde als in symfonie-orkesten de violen. De fanfare is een typisch Nederlandse orkestvorm. De meeste mensen kennen het vooral van het marcheren op de weg, maar de fanfare doet meer. Marcheren hoort erbij op Koninginnedag, maar het fanfareleven speelt zich vooral in (concert)zalen af. Fanfaremuziek is zeer veelzijdig. Het varieert van mars tot popmuziek. Van klassiek tot filmmuziek. De vele koperblazers in de fanfare zorgen voor een herkenbare, duidelijke koperklank. De melodiesectie speelt een belangrijke rol in de klank van een orkest. De bugelklank is dan ook goed terug te horen in de fanfare. De klank van de bugel is zacht, een beetje week. Deze klank is kenmerkend voor de hele saxhoornfamilie. Adolf Sax ging bij het ontwerpen van deze instrumenten uit van een hoorn, maar hij maakte de buizen wijder. Zo ontstond een nieuwe instrumentengroep in de blaasmuziek: het zacht koper. Hoewel de bugel wel iets weg heeft van een trompet, zijn er grote verschillen. Dat hoor je zeker in het geluidsvoorbeeld, maar het is ook te zien aan waar je de instrumenten tegenkomt. De bugel komt in harmonie en brassband slechts enkel bezet voor. In symfonie orkesten speelt de bugel helemaal geen rol. Het is een typisch fanfare-instrument. Enkele benamingen voor de bugel zijn: - Duitsland: Flugelhorn, Bugelhorn - Engeland: flugelhorn, bugIe - Frankrijk: bugle - Italië: flicorno, flicorno soprano - Nederland: bugel, flügelhorn 2. De ontstaansgeschiedenis van de bugel. De serpent werd bespeeld met een gesneden ketelmondstuk en had zes vingergaten. Het is een voorganger van de bugel. In plaats van gaten kwamen hier na verloop van tijd kleppen voor in de plaats. Rond 1820 werd aan de Fransman Halary patent verleend op een serie metalen instrumenten met kleppen: de klephoorns. De bas van deze serie was de ophicleide. Ook in Engeland werden de klephoorns snel populair en werden ook door veel vroege brassbands (begin/midden 19e eeuw) gebruikt. Zo omstreeks 1860 kwam er een einde aan de diverse klephoorns. Dit werd natuurlijk ook veroorzaakt door de opkomst van de ventielen. De ventielen zijn begin 19e eeuw uitgevonden, waarbij personen uit verschillende landen zich beroepen op de uitvinding ervan. In dezelfde periode vond Adolf Sax de naar hem genoemde Adolf Sax Saxhoorns uit. Dat zijn koperen blaasinstrumenten met ventielen. Dit is een groep blaasinstrumenten waarvan een hele "familie" voorkomt, namelijk van sopraan, alt, tenor en bas. De sopraanversie kennen wij nu als de bugel, verder zijn er nog de kleine bugel , de althoorn, de tenortuba of bariton, de bastuba en de contrabastuba. De bugel is dus niet ontwikkeld vanuit bestaande instrumenten, maar is in de 19e eeuw als nieuw instrument uitgevonden. Het kan natuurlijk moeilijk anders dan dat daarbij ook gebruik is gemaakt van de aanwezige kennis van andere instrumenten zoals klephoorns. Na de uitvinding ervan zijn er uiteraard weer talloze verbeteringen aangebracht, denk hierbij aan materiaalkeuze, soorten ventielen, gebruik van cilinders, enz. De es-bugel wordt in veel mindere mate gebruikt dan de bes bugel en dat is maar goed ook: door de conische bouw van het instrument in vergelijking met de korte lengte is de zuiverheid bij de es-bugel namelijk een groot probleem. Dit zijn aantal 19e-eeuwse bugels. De gewone bugel (1) werd soms voor speciale gelegenheden versierd (2). Daarna is de bugel met kleppen gemaakt (3). Die werd nooit populair en de flügelhorn (4) nam de plaats van de bugel in. De flügelhorn werd voor het eerst rond 1820 in Wenen gemaakt. De flügelhorn is een directe afstammeling van de klephoorn. Dit was ook een van de eerste instrumenten met ventielen. 3. Van welk materiaal is de bugel gemaakt? De bugel is een koperblaasinstrument. Koperinstrumenten zijn gemaakt uit een legering van metaal waarvan het grootste deel uit koper is gemaakt. De belangrijkste onderdelen van de bugel heb ik een nummertje gegeven: 1. Het mondstuk 2. De ventielen 3. De beker 4. Op welke manier werkt de bugel? Natuurlijk begin je met adem halen. De toonvorming ontstaat je lippen op elkaar te persen en daar de lucht doorheen te blazen. De klank ontstaat dus door het trillen van je lippen. De lippen van de speler is eigenlijk het ‘dubbelriet’. Het mondstuk is een steun bij het maken van geluid. De lengte van de buis bepaalt de grondtoon (=de laagste toon die je met een bepaalde buislengte speelt). Door de lipspanning te vergroten kan de speler hogere tonen spelen. Dit zijn de boventonen of de natuurtonen. Het instrument dient alleen om de toon te versterken en de toonhoogte te laten wisselen. Om meer noten te kunnen spelen moet je de ventielen gebruiken. Elk van de drie ventielen regelt een stukje van de buis. Bij het eerste ventiel wordt de buis een toon lager. Bij het tweede ventiel wordt de buis een halve toon lager en bij het derde ventiel wordt de buis anderhalve toon lager. Zo kan je met drie ventielen alle halve en hele tonen spelen. Ademsteun is het belangrijkste element van de blaasmuziek. Hiermee wordt bedoeld dat je "zo laag mogelijk" moet inademen. De tong is ook erg belangrijk bij het spelen. Je kunt je tong namelijk gebruiken om zowel hoog als laag spel te ondersteunen. De bugel heeft een grote brede beker hierdoor ontstaan een ‘brede’ klank. Door de warme en ronde klank van de bugel wordt hij ook steeds meer gebruikt in pop- en jazzmuziek. Vooral in een langzame, zwoele melodie wordt er gebruik gemaakt van de bugel. De bugel behoort tot de saxhoorns vanwege het ventielsysteem en behoort tot het zachte koper vanwege zijn klank. 5. Beroemde spelers op de bugel. Clark Terry Cark Terry (1920-nu) is met zijn flugelhorn erg populair in de jazz. Hij heeft in verschillende bands en orkesten gespeeld.In de jaren ’60 speelde Terry in een populaire groep. Terry speelde in deze groep flugelhorn. In de jaren ’70 ging hij door met de jazz. Hij wisselde het spelen op de flugelhorn met het spelen op trompet. Terry speelt nog steeds en is leraar op bijvoorbeeld clinics en jazz festivals. Chuck Mangione Meerdere malen heeft hij een Award gewonnen. Niet alleen voor flugelhorn specialist, maar ook voor trompet speler. Hij speelt veel musical muziek. Hij heeft ook CD’s opgenomen. Niet alleen met zijn kwartet, maar ook met een groot orkest. Hij gaf in 1979 een concert voor duizenden volwassenen. Hij is een zeer bekende flugelhorn speler over de hele wereld. Mangione bracht het instrument in de belangstelling van de hele wereldbevolking. 6. Speciale stukken voor de bugel. Voor de op bugel te spelen stukken wordt meestal verwezen naar literatuurlijsten waar het gehele kleine koper (bugel, cornet, trompet) op 1 hoop wordt gegooid. Specifieke muziek in traditionele stijl voor bugel is er dan ook niet veel. Hierna wat voorbeelden van muziek die specifiek voor bugel is gecomponeerd. Concertino for Flugelhorn en Strings, A. Ridout Ook verkrijgbaar met pianobegeleiding. Dit stuk bestaat uit 3 delen: I. Een deel in 5/8 maat II. Een deel in 8/8 maat, maar dan onregelmatig (groepjes van 3-3-2 / 2-3-3 / 3-2-3). Dit is een heel levendig deel maar wel lastig in het samenspel met de begeleiding. III. Een heel langzaam en melodisch deel zonder duidelijke toonsoort Dit werk is dus niet een Concertino in de gebruikelijke vorm ( snel/langzaam/snel). Concerto d`Aranjuez, Rodrigo Dit is de muziek uit de film "Brassed off" die recentelijk een aantal maal op televisie is geweest. Het werk is ontleend aan deel 2 uit "Aranjuez Mon Amour" van Joaquin Rodrigo / Hal Shaper; het arrangement voor band is van P.J. Rutterford. - Adagio - J. Rodrigo (flugelhorn solo - Jason Harper) - Concerto de Aranjuez - solist - Karen McDowell Introduction & Caprice for Flugelhorn, Eric Swiggers Dit werk is opgebouwd als langzaam / snel / langzaam / snel. De langzame delen staan in een mineur en de snelle delen in de octotonische toonsoort. Vooral het 1e langzame deel is een mooie melodieuze introductie. De snelle delen zijn hoofdzakelijk in zestienden maar dan per groepje van 4 met accenten op bijv. 1-4 / 3 / 2 met hier daar een afwijkende maatsoort. Dit werk is zowel met pianobegeleiding als met fanfare begeleiding verkrijgbaar. Maori, Hardy Mertens Voor flugelhorn & band. Oorspronkelijk geschreven voor een houten bugel. CD-opname: Barricades (Frysk Fanfare Orchestra, o.l.v. Jouke Hoekstra)