Nieuwe ontwikkeling hepatitis C Marc van der Valk Internist-infectioloog Hepatitis C • • • • • RNA Virus Flaviviridae Chimpansees Geen vaccin 75-80% Chronisch Risicofactor = BLOED • Ontvangers van bloed of bloedproducten – Voor donorscreening (1991) • Intraveneus drugsgebruik • Andere percutane exposure – – – – – Tattoo’s en piercings Acupunctuur Schistosomiasis behandeling (Egypte) Prikaccidenten Scheren bij de “Barber shop” in endemische gebieden • Verticale transmissie • Seksueel (mn MSM HIV seropositief) • Onbekende risicofactoren in hyperendemische gebieden Niet doen! > 170 Miljoen wereldwijd Distributie verschillende genotypes HCV Europa Behandeldoelen virale hepatitis 1. Voorkomen cirrose 2. Indien cirrose - goede screening op leverkanker (HCC) - voorkomen complicaties van cirrhose - Slokdarmbloeding (varices) - Leverfalen Complicaties chronische hepatitis C • Cirrhose na 20 jaar infectie heeft 15%-20% vd patienten cirrose Fattovich et al Gastroenterology 2004 Complicaties chronische hepatitis • Hepatocellulair carcinoom (HCC) 80-90% van alle HCC in patiënten met cirrose • 80% hiervan in HBV of HCV Hoe stel je de diagnose levercirrhose • Gouden standaard is leverbiopt • Echo vaak niet sensitief (ie normale echo sluit aanwezigheid van cirrhose niet uit) Echo redelijk goed voor gevolgen van levercirrhose • Grote milt/ splenomegalie • Hobbelig aspect van leverparenchym Lab: pas afwijkend indien leverfunctie enorm slecht (ie normaal lab sluit aanwezigheid van cirrhose niet uit) • • Fibroscan: alternatief voor leverbiopt Fibroscan: alternatief voor leverbiopt 1. HCC screening alleen effectief voor langzaam groeiende tumoren. (kosten < $50.000 en > 3 mnd LYG) 2. Indien screening: echo lever 2x/ jaar - a1-FP als screenings tool niet zinvol! minder sensitief dan echo doel screening vroeg detectie (HCC < 2 cm) www.aasld.org 2010 RCT screening vs geen screening (n= ~ 18.000, China, HBV, compliantie screening 60%) HCC related mortaliteit – 37% Wie screenen? Kosten eff. analyse inc. > 0.2% yr ( > 3mnd LYG) 2012 Nieuwe geregistreerde behandelopties enkel voor genotype 1 Standaard therapie non gt1 HCV • Combinatietherapie Peginterferon en Ribavirine • Gedurende 16-48 weken afhankelijk van genotype, respons op eerdere therapie en aan of afwezigheid van cirrhose Definities ‘Response to treatment’ HCV HCV RNA (log10 IU/mL) 8 PegIFN/RBV 7 6 Relapse Null response 5 Breakthrough 4 2 log10 decline 3 2 Partial response Limit of detection 1 Incompl. SVR treatment 0 0 4 8 12 18 24 30 36 42 48 54 60 66 72 78 Wks Adapted from McHutchison JG, et al. N Engl J Med. 2009;361:580-593. Bijwerkingen behandeling • (Peg)interferon-alfa • Malaise (griepachtige verschijnselen) • Depressie • Diabetes Mellitus • Haaruitval • Thrombopenie/ leucopenie • Ribavirine • Anemie Factoren die respons beïnvloeden • Virale factoren • Genotype (kans genezing genotype 2,3 >> 1,4) • gastheer factoren • Mate van leverschade (fibrose) • Lichaamsgewicht (steatose), insulineresistentie • Leeftijd • Ras • IL28B polymorfismen Kans op genezing verschillende genotypes • Genotype 2 en 3: 24 weken, >80% SVR • Genotype 4: 48 weken, 50% 2012 Nieuwe geregistreerde behandelopties HCV genotype 1 boceprevir/ telaprevir therapie naïeve patiënten HCV gt1 % patients with SVR Boceprevir vs telaprevir Indien eRVR (week 4 and week 12 RNA negatief) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Telaprevir boceprevir 58% pt. 44% pt. Advance Sprint-2 boceprevir vs telaprevir bijwerkingen telaprevir: • Rash/ pruritus (> 50%) • 7% vd patiënten rash stop reden telaprevir boceprevir: • Dysgeusia (40%) • Anemie (~50%) vaker Epo Conclusies nieuwe therapie • Telaprevir/ boceprevir i.c.m. Peg-INF /RBV grote stap voorwaarts in behandeling HCV genotype 1 • Therapie naïeve patiënten kans SVR 40 ~70% • Non-responders 30 – 40% • virologische break-through 50 – 60% • virologische relapse ~ 70% Nabije toekomst Highlights of AASLD 2011 clinicaloptions.com/hepatitis ELECTRON: GS-7977 ± RBV ± PegIFN in Genotype 2/3 Treatment-Naive Patients Nucleotide analogue PSI-7977 400 mg QD + RBV for 12 wks All patients in all arms had undetectable HCV RNA by Wk 4 100% SVR12 in all RBVcontaining arms – SVR24 in 100% of patients with evaluable data (n = 20) PSI-7977 monotherapy (RBV free) arm added; 60% SVR4 Gane EJ, et al. AASLD 2011. Abstract 34. 100 Patients (%) – PegIFN included for 0, 4, 8, or 12 wks SVR12 Outcomes 100 100 100 100 10/10 9/9 10/10 11/11 80 60 40 20 n/N = 0 PSI-7977/ RBV + 0 Wks PegIFN (IFN Free) PSI-7977/ PSI-7977/ PSI-7977/ RBV RBV RBV + 4 Wks + 8 Wks + 12 Wks PegIFN PegIFN PegIFN GS-7977 QD + PR in treatment-naive patients with HCV G1 Preliminary SVR 24 data shows sustained antiviral response <LOD for all PSI-7977 treated subjects (n=45) Lawitz E, et al. AASLD 2011,#225 Toekomst van HCV behandeling • • Orale behandeling Geen interferon meer Tot die tijd (2012-2015) • PEg interferon/ ribavirine +3de middel Take home messages • • • • • • Hepatitis C is een potentieel dodelijke aandoening Tegenwoordig leverbiopt niet meer nodig om uitspraak te doen over mate van fibrose (Fibroscan) Bij patienten met levercirrhose dient 2x/jaar een echo gedaan te worden HCV Genotype en eerdere behandeling belangrijk voor keuze/ opties Ook patiënten die eerder onsuccesvol zijn behandeld voor hepatitis C hebben goede kans op genezing Alle patiënten met HCV 1x/ jaar consult op virale hepatitis poli