Algemene Psychologie

advertisement
Algemene Psychologie
1ste bachelor
Les 19 en 20 (H14)
De behandeling van mentale stoornissen
Het ontstaan van gespecialiseerde diensten
-
Sensationele gebeurtenissen: heksenverbrandingen
Mensen aan de rand van de maatschappij (mededogen en misprijzen)
Invloed van de overheid over het lot van de mensen met een handicap nam toe door
maatschappelijke veranderingen (16e E)
Pinel: belangrijk figuur in de behandeling van mentale stoornissen
1950:
1. Geneesmiddelen ontdekt die het mogelijk maakten om patiënten op een humanere manier
te behandelen
2. Samenleving begon op andere manier met mentale stoornissen om te gaan
Therapeutische benaderingen
Biologische behandelingen: gaat uit van een fysiologische of biochemische visie op mentale
problemen  lichamelijke processen moeten veranderd worden om gevoelens en gedragingen te
veranderen (dmv geneesmiddelen)
Psychotherapeutische behandelingen: gevoelens, gedachten en gedragingen van een cliënt
veranderen dmv gesprekken, het toepassen van leerprincipes en het gebruik van emotionele
expressies aangevuld met het aanbrengen van veranderingen in de sociale omgeving.
Types van therapeuten
1. Psychiater: arts die een aanvullende opleiding psychiatrie gevolgd heeft  mogen
geneesmiddelen, elektroshocks,.. voorschrijven
2. Klinische psychologen: universitair diploma in de psychologie
3. Toegepaste psychologie: bachelor opleiding
4. Verpleger psychiatrie: studie verpleegkunde met specialisatie psychiatrie
Biologische therapieën
Lichamelijke stoornis is de oorzaak van het mentale probleem.
Geneesmiddelentherapie
Psychofarmaca: geneesmiddelen met gunstige invloed op symptomen van mentale stoornissen (bij
toeval ontdekt).
chemische stoffen worden gebruikt om gedrag, emoties en cognities in gunstige zin te beïnvloeden
Algemene Psychologie
1ste bachelor
Werking van psychofarmaca
-
-
-
Grijpen in op de chemische component van de neurotransmissie
Effect v/e neurotransmitter verhogen door:
1. Aanmaak van neurotransmitters te verhogen
2. Heropname van neurotransmitter uit de synaptische spleet verhinderen
3. Ontvangende cel gevoeliger maken voor de neurotransmitter
Effect v/e neurotransmitter verlagen door:
1. Aanmaak belemmeren
2. Heropname bevorderen
3. Receptoren in het ontvangende neuron blokkeren
Voor eenzelfde aandoening verschillende geneesmiddelen, want geneesmiddel kan op
verschillende plaatsen ingrijpen (andere werking en bijwerkingen)
Geneesmiddelen voor angststoornissen
-
= onderdrukken de activiteit v/h centrale zenuwstelsel en hebben daardoor kalmerend effect
Meest verkocht en vaak als slaapmiddel
1. Barbituraten: nu zelden voorgeschreven omdat ze verslavend zijn en ernstige
ontwenningsverschijnsel veroorzaken
2. Benzodiazepines (Valium, Seresta, Temesta, Xanax): gebruikt voor de behandeling
v/d veralgemeende angststoornis  ze werken rechtstreeks in op de angst en
onderdrukken dit gevoel (verslavend en onthoudingsverschijnselen; sufheid,
slaperigheid, spierzwakte, dubbelzien)
3. Bètablokkers (propranolol): nu gebruikt tegen hoge bloeddruk en ter voorkoming van
hartkrampen en migraine  voorgeschreven aan mensen met
vliegangst/plankenkoorts
4. Antidepressiva
Geneesmiddelen voor stemmingsstoornissen
Antidepressiva: verlichten symptomen van depressiestoornis
1.
2.
3.
-
Tricyclische verbindingen
Remmen de heropname van serotine en noradrenaline af
Monoamine oxidase inhibitoren (MAOI)
Hebben verhoogde kans op bijwerkingen (hoofdpijn, geelzucht, verhoogde bloeddruk)
Alleen gebruikt bij personen die niet op andere antidepressiva reageren
Selectieve serotine heropname inhibitoren (SSRI)
Hebben minste bijwerkingen  eerste keuze bij behandeling
Prozac, Seroxat
Verhogen de aanwezigheid van serotine in de synaptische spleet omdat ze de heropname
van deze neurotransmitter onderdrukken
Algemene Psychologie
1ste bachelor
Geneesmiddel voor bipolaire stoornissen
-
!!! antidepressiva is niet geschikt voor de behandeling van een bipolaire stoornis
Lithium (lithiumzouten)
Antipsychotica
Geneesmiddelen voor psychische stoornissen
Antipsychotica (tegen schizofrenie en andere psychotische stoornissen)
1.
2.
-
Chloorpromazine
Spierspanning en misselijkheid verminderen + betere stemming
Vermindert wanen en hallucinaties van schizofreniepatiënten
Haloperidol (merknaam: Haldol)
Minder slaperig en suf
Vermindering van dopaminegerelateerde activiteit in de hersenen
Bijwerkingen: symptomen die kenmerkend zijn voor de ziekte van Parkinson  stijfheid in de
spieren, moeite om in beweging te komen, stramheid, oncontroleerbare bevingen
(dopamine is nodig voor een vlotte en soepele uitvoering voor bewegingen en met dit
geneesmiddel wordt dopamine vermindert)
- In ongunstige geval: tardieve dyskinesie  controle over de spieren (gezicht), wordt
verstoord (zenuwtrekken, tics, oncontroleerbare bewegingen met de mond, kaken)
3. Atypische antipsychotica
- Werken in op dopamine, serotonine en noradrenaline
- Voordelen zijn beperkt tov de traditionele middelen
- Olanzapine: minder bewegingsproblemen, maar gewichtstoename
- Clozapine: klein percentage loopt het risico om de bloedziekte agranulocytose te
ontwikkelen (witte bloedcellen verwijden en geen weerstand tegen infecties)
Elektroconvulsieve therapie (ECT)
= toedienen van elektrische stroomstoten in de hersenen
1. Patiënten worden verdoofd en krijgen een spierontspannend middel
2. Gedurende een fractie van een seconde een elektrische stroom door de hersenen van de
patiënt
3. Massale activiteit in de hersenen die ongeveer 1 minuut duurt en gepaard gaat met
convulsies (stuiptrekkingen)
-
Zwaar depressieve patiënten: 5 tot 12 behandelingen in 10 tot 30 dagen
Controversiële, maar effectieve techniek
Alleen voor zwaar depressieve mensen die niet op geneesmiddelen en psychotherapie
reageren
Neveneffect: geheugenproblemen
Algemene Psychologie
1ste bachelor
Transcraniale magnetische stimulatie (TMS): alternatief voor ECT???
-
Magnetische stimulatie door een deel van de hersenen
Effecten zijn minder ingrijpend (niveau van stimulatie kan beperkter gehouden worden)
Effect is kleiner dan ECT
Psychochirurgie
= chirurgische ingreep om cognitieve en emotionele stoornissen te behandelen
-
Vroeger: verwijderen/onschadelijk maken van een ziekte-inducerende structuur in de
hersenen
Nu: pacemakers in de hersenen ingeplant om de werking van ontregelde structuren te
beïnvloeden (deep brain stimulation)
Controversieel door irreversibele resultaten
Vroeger: frontale lobotomie (vezels tussen de frontale lobben en emotionele controlecentra
in limbische systeem doorgesneden) ter behandeling van mentale stoornissen en wegsnijden
van hippocampus ter behandeling van epilepsie
Lichttherapie en psychomotorische therapie
-
Sommige mensen worden depressief door een tekort aan zonlicht (afscheiding van te veel
melatonine door de pijnappelklier)
Lichttherapie: een kuur waar de betrokkene ’s morgens blootgesteld wordt aan fel kunstlicht
Gebrek aan beweging: negatief effect op het gemoed
Psychomotorische therapie: behandelingsvorm waarbij bewegingsactiviteiten geïntegreerd
worden binnen een psychotherapie (in samenwerking met fysio- en andere
bewegingstherapeuten)
De doeltreffendheid van de biologische therapieën
Placebo-effect: fysiologische of psychologische respons op een substantie of procedure die geen
farmacologische of therapeutische componenten bevat.
Hoe onderzoeken? Dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie
1. Het bestaan van 2 condities: experimentele conditie en placeboconditie
2. Patiënten moeten volgens toeval over de 2 condities verdeeld worden (gerandomiseerd)
3. Behandelende artsen mogen niet weten of ze pillen met of zonder kritische stof aan hun
patiënten geven (dubbelblind: patiënten en artsen zijn blind)
Therapie-effectgrootte: gestandaardiseerde maat (letter d)  een therapie wordt al bruikbaar
beschouwd wanneer de effectgroote groter is dan +0,5. Vanaf +1,0: effectieve therapie
Besluit
-
Alle therapieën zijn bruikbaar tot effectief (niet iedereen is symptoomvrij)
Placebo-effect bij alle behandelingen
Algemene Psychologie
1ste bachelor
-
Verschillen in effectiviteit tussen behandelingen hangen samen met de verschillen in
placebo-effecten
Geneesmiddelen met sterkste therapie-effect hebben ook sterkste placebo-effect
Verklaringen placebo-effect
-
-
Lokt in de hersenen een vergelijkbare activiteit uit als de werkzame stof  grotere
afscheiding van endorfine en dopamine (hebben te maken met pijn en beloning)
Klassieke conditionering van emoties (geruststelling en verwachting dat men zal geholpen
worden  worden automatisch opgeroepen en neutraliseren de negatieve gevoelens van
verdriet en hulpeloosheid)
Creëren van cognitieve verwachting dat het beter zal gaan
Werkt enkel als de persoon gemotiveerd is om te verbeteren
Psychologische therapieën
Gemeenschappelijke kenmerken van psychotherapieën
-
-
Problemen oplossen door ze met anderen op een constructieve manier te bespreken
(mensen met een goede, ondersteunende relatie zijn gezonder  minder stress bij
tegenslagen doordat ze in een goed sociaal netwerk zitten)
Het veranderen van verkeerd gegroeide percepties, reacties en verwachtingen is een
langdurig proces dat veel inzet vergt van de cliënt
Door vertrouwen in een goede afloop verbreken psychotherapeuten het gevoel van
hulpeloosheid dat veel cliënten hebben
Adviezen die over het algemeen goed werken (expliciet leerproces (dmv een geleid gesprek
dat gericht is op de ontwikkeling van inzicht bij de cliënt)
Ethische kwesties bij psychotherapie
-
-
Wiens waarden worden weerspiegeld in de verandering? (cliënt, therapeut of maatschappij)
Vertrouwelijkheid/recht op privacy (lijkt makkelijk, maar altijd randgevallen)  ethische
code waar leden zich aan moeten houden (Belgische Federatie van Psychologen)
Tarasoffbeslissing: therapeuten moeten mogelijke slachtoffers van hun patiënten
waarschuwen als ze in gevaar zijn, zelfs al de therapeut hiervoor het vertrouwen van de
patiënt moet schaden
Eigen standpunt laten meespelen?
Emotionele betrokkenheid met de patiënt  objectiviteit verliezen?
Psychoanalytische therapieën
Klassieke psychoanalyse: mentale stoornissen zijn het gevolg van een onbewust conflict in het Es,
dat tot stand gekomen is tijdens de psychoseksuele ontwikkeling en geleid heeft tot een fixatie of
een regressie in een van de stadia. (Freud)
Algemene Psychologie
1ste bachelor
Vrije associatie
= alles vertellen wat in je opkomt. (ongeremd praten)  formeel toegepast door startwoord waarop
de patiënt begint te associëren
Droomanalyse
Onderscheid tussen manifeste droominhoud (dat wat de patiënt zich van de droom herinnert) en
latente inhoud (waar de droom werkelijk over gaat).
Afweermechanismen
Het Ich gebruikt afweermechanismen om zichzelf te vrijwaren van de angstaanjagende gedachten
van het Es.
-
Verplaatsing (gezond): onaanvaardbare impuls wordt op een veilige manier tot uiting
gebracht.
Sublimatie (gezond): gefrustreerde seksuele energie wordt in een andere creatieve activiteit
omgezet.
Ontkenning (ongezond): niet aanvaarden van een negatieve impuls.
Projectie (ongezond): toeschrijven van eigen impuls aan iemand anders.
Neurose: persoon behield contact met de realiteit.
Psychose: patiënt regresseerde naar een vorig ontwikkelingsstadium
Weerstand
Patiënt zal weerstand vertonen om het onbewuste conflict weer in het bewuste te brengen.
Overdracht
Verwijst naar het feit dat huidige en vroegere emoties tov de moeder, vader en andere belangrijke
personen overgedragen worden op de therapeut.
Catharsis
Overwinnen van de spanningen en angsten nadat men zich bewust geworden is van de onderdrukte
ideeën, wensen, verlangens en herinneringen.
Psychoanalyse sinds Freud
-
Gericht op veranderingen in de persoonlijkheidsstructuur
Partiële behandeling: volledige openlegging van de persoonlijkheidsstructuur is niet altijd
nodig voor herstel
Steunende aspect van de therapierelatie  interpersoonlijke psychotherapie: focus verlegd
v/d onbewuste conflicten in het individu naar het patroon van relaties dat de patiënt heeft
met anderen.
Algemene Psychologie
1ste bachelor
Humanistische therapieën
= gebaseerd op humanistische en positieve psychologie en gaan uit van het feit dat mensen in
probleemsituaties vaak niemand vinden die echt naar hen wil luisteren.
-
Nadruk op subjectieve interpretaties die mensen aan gebeurtenissen geven.
Stoornissen: gevolg van een blokkade in de natuurlijke groei (door verkeerde perceptie of
door gebrek aan contact met eigen gevoelens)
Therapie
-
Ontmoeting tussen gelijken
Cliënten verbeteren uit zichzelf als ze hiertoe de kans krijgen
Cliënt moet als persoon aanvaard worden, zich ondersteund en begrepen voelen, ongeacht
hoe problematisch en ongewenst hun gedrag is
Cliënten blijven verantwoordelijk voor hun denken en gedrag
Cliëntgerichte therapie
Carl Rogers: grondlegger (alternatief voor de psychoanalyse)
-
Cliënt staat centraal (niet alwetende en interpreterende therapeut  therapie is nietdirectief: cliënt bepaald therapie, dus cliënt en niet patiënt)
Probleem: bewuste, subjectieve ervaring
Moeilijkheden in het hier en nu
Gedrag wordt bepaald door een aangeboren behoefte om te groeien en niet door seksuele
of agressieve impulsen
Voorwaarden
1. Onvoorwaardelijke positieve aanvaarding
- De therapeut maakt de aanvaarding van de cliënt als persoon onafhankelijk van wat hij op
dat moment zegt/doet of in het verleden gedaan heeft
2. Empathie
- Cliënten kunnen een beter inzicht verwerven in hun werkelijke gevoelens
3. Authenticiteit: overeenkomst tussen wat ze voelen en wat ze zeggen of hoe ze zich gedragen
tegenover de cliënt
Doel
Het opheffen van de incongruentie tussen het actuele zelf en het ideale zelf van de cliënt.
Focussen
Het niet-directieve karakter van een therapie is maar tot op zekere hoogte zo. Het blijft in een
structurele context, waardoor er regels en grenzen zijn. (rolverdeling en structurele ongelijkheid)
Algemene Psychologie
1ste bachelor
Van niet-directief naar belevingsgericht/experiëntieel
-
Belevingswereld van de cliënt
Focustherapie (Gendlin): in ons lichaam zit veel impliciete, emotionele kennis en we kunnen
leren wat goed en niet goed is voor ons door op onze lichamelijke reacties te focussen 
cliënten aanmoedigen om naar hun lichaam te luisteren
Gedragstherapieën
Ontstaan vanuit experimenteel onderzoek naar de gedragingen en cognitieve processen van de
mens.
Eysenck en Skinner: behandeling van mentale processen baseren op het systematische onderzoek
Gedragstherapie: vorm van psychotherapie die het gedrag van een cliënt probeert te veranderen
door de wetten en principes van de leertheorie toe te passen. (mensen met mentale stoornissen
hebben verkeerde gedragingen geleerd)
Functionele analyse: problematische gedragingen van de cliënt worden in kaart gebracht samen met
de situaties die ze uitlokken. (huiswerk)
Technieken op basis van klassieke conditionering
2 vormen van ongepaste emotionele reacties:
 Overdreven en irrationele angst
 Ongepaste seksuele opwinding
ongepaste reacties vervangen door neutrale/positieve stimulus door systematische desensitisatie,
flooding of implosie
1. Systematische desensitisatie: een individu leert een positieve respons te geven bij een
stimulus die angst uitlokt.
- klassieke conditionering: mensen ontwikkelen angst voor oorspronkelijk neutrale stimuli
doordat deze stimuli geassocieerd worden met ongeconditioneerde stimuli die gepaard gaan
met pijn en levensgevaar
- operante conditionering: gedragingen worden versterkt door negatieve bekrachtiging want
gevreesde gevolg blijft uit
- spierontspanning door ontspanningstechnieken: leren hoe de cliënten bewust konden
worden van de spanning in hun spieren en hoe ze een volledige relaxatie konden krijgen
2. Flooding: cliënten confronteren met een situatie die voor hen beangstigend is en hen laat
ervaren dat de angst niet beantwoordt aan de daadwerkelijke gevolgen.
- Vooral bij specifieke fobieën (angst voor spinnen), sociale-angst-stoornis en obsessievecompulsieve stoornissen
3. Implosietherapie: de angstaanjagende stimulus wordt niet werkelijk ervaren, maar enkel in
de verbeelding opgeroepen. (exposure in vitro)
Algemene Psychologie
1ste bachelor
een ongewenste positieve respons vervangen door een neutrale of negatieve respons
1. Aversietherapie: positieve emoties worden teruggeconditioneerd door de stimulus te
koppelen aan negatieve gevoelens zoals misselijkheid, angst, pijn en walging
cliënten die een ongepaste stimulus of activiteit als attractief ervaren
Technieken op basis van operante conditionering
-
-
-
Expliciete bekrachtiging:
token economy: bekrachtiging doelbewust gebruiken om gedrag binnen aanvaardbare
grenzen te houden
Impliciete bekrachtiging: Therapeuten luisterden aandachtiger en gaven meer
goedkeurende reacties wanneer de patiënt ervaringen vertelde die volgens de theorie
heilzaam waren.
Straf: de frequentie van ongewenst en gevaarlijk gedrag doen afnemen
Technieken op basis van observerend leren
Modeling: een techniek waarbij cliënten gepast gedrag leren door naar personen te kijken die het
juiste gedrag vertonen. (maakt dikwijls deel uit van flooding)
Cognitieve gedragstherapieën (CBT)
Ook de innerlijke cognities moeten veranderen!
= concentreren zich op het ter discussie stellen en vervangen van slecht aangepaste overtuigingen
die cliënten hebben.
De rationeel-emotieve therapie
= gaat uit van de veronderstelling dat veel mensen onrealistische en perfectionistische overtuigingen
hebben waardoor ze irrationeel gedrag vertonen en vaak een gevoel van mislukking hebben.
Ellis: niet zozeer de objectieve werkelijkheid, maar de perceptie van de realiteit belangrijk bij het
bepalen van de reactie van een persoon.
-
-
Letten op de irrationele uitspraken en die ter discussie stellen (volgens het ABCDE van de
emoties)
A: activating event
B: beliefs
C: consequences
D: dispute
E: effect
Cliënten moeten loskomen van het vele ‘moeten’ in hun leven  positieve zelfevaluatie
Huiswerk om op een andere manier naar de realiteit te kijken
Algemene Psychologie
1ste bachelor
De cognitieve theorie van Beck
Beck: bekend door zijn werk over depressies
Mensen met psychische problemen hebben disfunctionele cognities over zichzelf, de wereld en
hun toekomst (=cognitieve triade)
Ziekmakende schema’s (zie slides)
2 types van mensen zijn extra kwetsbaar voor het ontwikkelen van een depressie
-
Sociaal afhankelijke type
Mensen die heel prestatiegericht zijn en kritisch over hun prestaties zijn
werkwijze
Overtuigingen niet veranderen obv een debat met de therapeut, maar aangemoedigd om zelf
informatie over hun overtuigingen te winnen
Andere cognitieve technieken
-
-
-
-
Stop zeggen: herkennen van een spiraal van negatieve gedachten en die op tijd stoppen.
(technieken die de cliënten hierbij helpen)  volgende stap: vervangen van de disfunctionele
gedachten door positievere
Rationele herstructurering: problematische attitudes en gedachten op een rationelere
manier structureren  samen met therapeut stappenplan uitwerken om de nieuwe
overtuigingen en gedachten in te oefenen
Positief denken: mensen die positief denken, voelen zich minder snel wanhopig (training in
zelfinstructie)
Probleemoplossingsvaardigheden verbeteren: leren van betere vaardigheden om
problemen op te lossen en beslissingen te nemen (complexe opgaven opdelen in
deelproblemen)
Attributieverandering: attributie = toeschrijven van oorzaken aan de gedragingen die
mensen vertonen  mensen schrijven ervaringen aan verkeerde, zelfbedreigende oorzaken
toe
Probleemspecifieke therapieën en protocollen
Protocol: behandelpakket voor specifieke problemen
-
Stappenplan met richtlijnen over de beste behandeling van een bepaalde problematiek
Onderzocht op validiteit
Beste behandeling die tot dusver bekend is
Algemene Psychologie
1ste bachelor
De effectiviteit van psychotherapieën
Werkt psychotherapie?
Effectgroottes
Placeboconditie: cliënten die een eerste gesprek hadden gehad met een psycholoog en dan op de
wachtlijst terechtkwamen. (lagere effecten dan bij farmacotherapieën omdat placebocondities
minder sterk op behandelingscondities lijken en de persoon die de cliënten beoordeeld, is zelden
helemaal blind voor de conditie waar de persoon zich in bevindt.)
Geen verschil tussen psychotherapie en geneesmiddelentherapie
Grote overeenkomst tussen de effectgroottes van psychotherapieën en geneesmiddelentherapieën.
Welke factoren bepalen het succes?
-
Weinig evidentie voor systematische verschillen tussen de grote therapiebenaderingen
Cognitieve gedragstherapie voor de behandeling van bulimia nervosa: wegwerken van
irrationele en ziekmakende gedachten en gedragingen
Bonafide therapieën: therapieën waarvan een grote groep therapeuten gelooft dat ze
heilzaam zijn
Download