File - Portfolio Aardrijkskunde Michelle Borghers

advertisement
LESONTWERP
ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING
Naam: Michelle Borghers
Campus Heverlee
Hertogstraat 178
3001 Heverlee
Tel. 016 375600
www.khleuven.be
Vakkencombinatie: Biologie/Aardrijkskunde
Stagebegeleider DLO: Mevrouw Gaeremynck
School: Koninklijk Atheneum Aarschot
Les gegeven door: Michelle Borghers
Onderwijsvorm: A-Stroom
Vak: Aardrijkskunde
Richting: Latijn & Wetenschappen
Onderwerp: Droog Azië
Klas: 4Lat/4WET
Vakmentor: Meneer Heylen
Lokaal: L137
Datum/Data: 24 april 2014
Aantal leerlingen: ??
Lesuur/-uren: 11u10- 12u00
BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks
Droog Azië behoort tot thema 4 Australazië. Het komt na Moesson Azië en Australië. In de vorige lessen zijn onder
andere China en Japan aan bod gekomen.
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)
-
De leerlingen kunnen hun atlas gebruiken en hanteren de juiste opzoektechniek.
De leelringen kunnen klimatogrammen correct aflezen.
De leerlingen kunnen aan de hand van verschillende gegeven bronnen de conlicten zelf ontleden.
Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit
-
De leerlingen zijn op de hoogte van de verschillende conflicten die zich afspelen in het midden-oosten, dit komt
vaak aan bod in de actualiteit en is in vele gevallen al kort besproken bij geschiedenis.
De leerlingen zijn soms al op vakantie geweest naar een land in Droog-Azië.
Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, …
-
Het is de laatste les voor de speeltijd waardoor het soms nogal moeilijk kan zijn om de aandacht erbij te houden.
Het is een wetenschapsklas en een latijnse, die hebben doorgaans veel meer achtergrondkennis en zijn dus
makkelijker verveeld door de leerstof.
DIDACTISCHE VERANTWOORDING
Welke (vak)didactische principes en werkvormen komen in je les aan bod? Waarom kies
je voor deze aanpak?
-
-
Geleidelijkheidsprincipe: We beginnen met gewoon de situering van de landen alvorens we gaan inzoomen op de
verschillende conflicten. Op deze manier kunnen de leerlingen de conflicten ook meteen kaderen en is het
gemakkelijker om te begrijpen waar er zich wat afspeelt.
Aanschouwelijkheidsprincipe: Door gebruik te maken van een prezi met vele foto’s, de atlas waar ze alles visueel
op kaart kunnen zien én de uitvergroote kaart van het Midden-Oosten gaan de leerlingen beter kunnen volgen en
zich beter kunnen oriënteren. Door ook elke keer terug te grijpen naar de A2 wordt dit ook een rode draad
doorheen de hele les.
Motivatieprincipe: Door gebruik te maken van de krantenkoppen als inleiding wordt er al een grote link gelegd
naar alle conflicten die zich momenteel afspelen in het Midden-Oosten. Leerlingen zijn vaak gemotiveerd als ze
hun eigen mening kunnen zeggen en als er een soort van klasdiscussie kan ontstaan over een onderwerp.
EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN
Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)
Vakgebonden eindtermen
A7
In verband met een economische activiteit in een regio het bestaan van stromen van goederen
of personen illustreren.
Vaardigheden:
A13
De lokalisatie van verschijnselen, ruimtelijke gegevens en aardrijkskundige relevante
gebeurtenis- sen uit de actualiteit opzoeken.
A15
Aan de hand van verschillende informatiebronnen aardrijkskundige informatie over de
belangrijkste natuurlijke en menselijke kenmerken van een gebied opzoeken en creatief
verwerken.
Attitudes
A19
Nemen een kritische houding aan ten opzichte van aardrijkskundige informatie in de media.
Situering in het leerplan:
Leerplan Aardrijkskunde van het gemeenschapsonderwijs, AV Aardrijkskunde ASO2 BV, KSO2 BV,
Brussel, 2002/001
Leerstofthema
Thema 4: Australazië
4.3. Droog-Azië
Leerplandoelstellingen en didactische wenken
16
Kunnen actuele grondstoffenproblematiek in Droog-Azië in verband brengen met natuurlijke en
geopolitieke factoren en de fluxen die daarvan het gevolg kunnen zijn.
Kunnen met voorbeelden het grensoverschrijdend belang van water in Droog-Azië aantonen.
Informeren zich via massamedia en ICT over de kenmerken van een regionaal probleem en
verwerken deze informatie kritisch en creatief.
ALGEMEEN LESDOEL
De leerlingen kunnen de landen en zeeën van het Midden-Oosten onderscheiden en de verschillende conflicten rond
water verwoorden. Verder kunnen ze ook het belang van het Midden-Oosten als energieleverancier onder woorden
brengen.
SCHOOLAGENDA
(Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)
Droog Azië: situering en fysisch kader. P11
BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)
-
WIKIPEDIA, Droog Azië, internet, 26 oktober 2013 (http://nl.wikipedia.org/wiki/Centraal-Azië)
STROOBANTS, A., Aardrijkskunde onuitgegeven cursus, Aarschot
VAN DEN BRANDEN, J., COOLSAET, D. Etc, Terranova 4, Uitgeverij de Sikkel N.V. , Oostmalle,
2002, 96p
KMI, Klimaat Azië, internet, geraadpleegd op 8 april 2014
(http://www.meteo.be/meteo/view/nl/6042865-Klimaat+in+de+wereld.html)
LEERMIDDELEN & MEDIA
a) cursus van de leerlingen
STROOBANTS, A., Aardrijkskunde onuitgegeven cursus, Aarschot


b) Aanwezig in het leslokaal
Smartboard
Computer
c) Door de lesgever mee te brengen.




Afstandsbediening presentatie
Map met documenten voor begeleidende lkr
o Evaluatiefiche
o Lesvoorbereiding
o Werkblaadjes
USB met prezi
A2 kaart van droog Azië + kaartjes
Didactisch lesontwerp
Leerdoelen
De lln kunnen...
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Lesfasen
& timing
Instapfase
3’
Onderwijs- en leeractiviteiten
Media
Leerinhoud
Goede morgen allemaal, jullie mogen de agenda op
de bank nemen en laten deze nog dicht. Ook de
werkblaadjes gaan nog even omgekeerd blijven
liggen.
OLG – Inleiding krantenkoppen
 WELKE krantenkoppen vinden we hier terug?
 WAAROVER gaan de krantenkoppen?
 WAT hebben alle krantenkoppen gemeen?
De krantenkoppen gaan allemaal over landen in het
Midden-Oosten of ook wel Droog-Azië.
Dit mogen jullie dan ook in jullie agenda schrijven.
Aankondigen lesontwerp + invullen agenda
Droog-Azië: Fysisch kader + conflicten.
C2 de landen van
Lesfase 1:
Zoals daarnet al vermeld werd behoren alle landen
het Midden-Oosten
van de krantenkoppen tot het Midden – Oosten,
situeren op een
Fysisch kader maar nu gaan we hier even wat verder op inzoomen.
gegeven blinde
en situering
We gaan dit doen aan de hand van een hoekenwerk.
kaart.
Op het bord wordt er een klok getoond van 5
5 min/hoek
minuten. Wanneer de klok stopt gaan jullie
 15’
C2 de Zeeën van
doorschuiven naar de volgende hoek.
het Midden-Oosten
situeren op een
1. Fysisch kader en Situering
gegeven blinde
kaart.
Hoekenwerk: Situering landen en zeeën
Midden-Oosten + bevolkingsspreiding +
waarom daar?
Hoek 1: 5 lln  Met de atlas de landen en zeeën van
het Midden-Oosten opzoeken en deze aanduiden op
de werkblaadjes.
Verbetering:
1. Fysisch kader en Situering
C3 verbanden
leggen tussen de
bevolkingsspreiding en de
fysische aspecten
(neerslag,
plantengroei en
reliëf).

WAAR vinden we het Midden-Oosten terug? (lln
laten aanduiden met laserpointer)
Op het bord zien jullie een A2 kaart hangen van het
Midden-Oosten. Degene die een land en/of zee
hebben gekregen mogen deze op de juiste plaats
komen hangen op de kaart.
A2 kaart
24 kaartjes
Hoek 2: 5 lln  Aan de hand van de atlas de
bevolkingsspreiding opzoeken en noteren in de juiste
kaders.
Verbetering:
 WAT valt er op als we de bevolkingsspreiding
bekijken?
 WAT zien we als we een algemeen besluit
moeten maken voor het Midden – Oosten? (dun/dichtbevolkt?)
 HOE is deze verspreid over het N/O/Z/W?

WAAR bevindt zich de dunst bevolkte regio?
Besluit: In het algemeen is het MO dunbevolkt
(woestijngebied). Enkel in het Noorden van het Mo is
er een iets grotere bevolkingsdichtheid (10-50
inw/km2). De dunst bevolkte gebieden met minder
dan 1 inw/km2 zijn: het centrum van Iran, het N en
Z van Saudi-Arabië, Jemen en Oman.
Hoek 3: 5 lln  Met de atlas de verschillende
aspecten opzoeken die te maken hebben met de
bevolkingsspreiding: Neerslag, Plantengroei en
Reliëf. Er worden ook klimatogrammen gegeven.
Opdracht 2a
AK 160 A
Opdracht 2b
Over het algemeen is het MO dunbevolkt.
Dit komt doordat we een overwegend
woestijngebied hebben.
Noorden: er is een iets grotere
bevolkingsdichtheid (10-50 inw/Km2).
Dunst bevolkte gebieden: Centrum Iran, het
N en Z van Saudi-Arabië, Jemen en Oman
Besluit: In het algemeen is het MO
dunbevolkt (woestijngebied). Enkel in het
Noorden van het Mo is er een iets grotere
bevolkingsdichtheid (10-50 inw/km2). De
dunst bevolkte gebieden met minder dan 1
inw/km2 zijn: het centrum van Iran, het N
en Z van Saudi-Arabië, Jemen en Oman.
Verbetering: WAT kunnen we vertellen over de
neerslag? (zowel klimatogrammen als neerslagkaart
in atlas!)
 Valt er overal evenveel neerslag? Zo neen WAAR
zit het verschil?



Is er hier landbouw mogelijk?
Is er in het MO over het algemeen veel landbouw
mogelijk?
WAAROM niet?


Hebben we een gunstig reliëf voor de bevolking?
WELKE reliëfvorm overheerst er in het MO?

WAAR hebben we wel een gunstig reliëf?
Uit de klimatogrammen kunnen we afleiden
dat er in het noorden meer neerslag valt
dan in de andere delen van het MO. Dit
blijkt ook zo wanneer we de atlas bekijken.
In het noorden valt er meer dan 400 mm
neerslag per m2 (=grens droge gebieden).
We vinden hier een gematigd klimaat met
neerslag in de winter terug (= mediterraan
klimaat)
Hier is er enige vorm van landbouw
mogelijk. Over het algemeen is er geen
landbouw mogelijk omdat er overwegend
veel woestijngebieden zijn.
Het reliëf is niet gunstig te noemen. We
hebben overwegend plateau’s en gebergten.
In Mesopotamië, het ZO van Saudi-Arabië
en de Verenigde Arabische Emiraten zijn er
laagvlakten.
Besluit: Enkel in het noorden van het Midden-Oosten
valt er meer dan 400mm neerslag per m2 (= grens
voor droge klimaten). Hier is een gematigd klimaat
met neerlag in de winter (= mediterraan klimaat), er
is hier enige vorm van landbouw mogelijk. De
andere regio’s in het Midden – Oosten zijn
woestijngebieden waar weinig of geen landbouw
mogelijk is. Daarnaast heeft het grootste deel van
het Midden – Oosten een ongunstig reliëf (plateau’s
en gebergten). Enkel in Mesopotamië, het zuid –
oosten van Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische
Emiraten zijn er laagvlakten.
Besluit: Enkel in het noorden van het
Midden-Oosten valt er meer dan 400mm
neerslag per m2 (= grens voor droge
klimaten). Hier is een gematigd klimaat met
neerlag in de winter (= mediterraan
klimaat), er is hier enige vorm van
landbouw mogelijk. De andere regio’s in het
Midden – Oosten zijn woestijngebieden waar
weinig of geen landbouw mogelijk is.
Daarnaast heeft het grootste deel van het
Midden – Oosten een ongunstig reliëf
(plateau’s en gebergten). Enkel in
Mesopotamië, het zuid – oosten van Saudi-
Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten
zijn er laagvlakten.
C3 de kern van de Lesfase 2:
waterproblematiek
van de Nijl onder
Water in het
woorden brengen. MO
C3 samenvattend
verwoorden wat
20’
de problemen rond
de Tigris en de
Eufraat zijn.
C3 in eigen
woorden zeggen
wat het conflict
rond de Jordaan
inhoudt.
We hebben net de situering en de bevolking van
droog-azië besproken.
 Wanneer we naar de verschillende landen van
het Midden – Oosten kijken, WAAR denken we
dan vooral aan?
2. Water in het MO: olie op het vuur?
Het Midden-Oosten is gekenmerkt door de
vele verschillende conflicten rond water.
2. Water in het MO: olie op het vuur?
We gaan deze les 3 conflicten bespreken waar water
een centrale rol speelt. We gaan beginnen met deze
rond de Nijl.
OLG – De Nijl
We gaan het eerste conflict samen bespreken, de
twee anderen gaan jullie eerst zelf voorbereiden.

WAAR situeert de Nijl zich?
Werkblaadjes p4
De Nijl strekt zich uit over Ethiopië, Soedan
en Egypte.
Lees de tekst goed door en onderlijn in potlood de
belangrijke info.

WELKE landen zijn betrokken bij het conflict?

WAAR bevinden deze landen zich (aanduiden op
kaart)

WAAROVER gaat het conflict (aanduiden in de
tekst)

Hebben de landen al een akkoord bereikt voor
het oplossen van dit conflict?
WAT houd dit akkoord in?

Zowel Egypte en Ethiopië zijn bij het conflict
betrokken.
Deze landen bevinden zich aan de
Westelijke kant van de Rode Zee.
De staten aan de benedenloop (Egypte en
Soedan) besloten dat staten aan de
bovenloop hun waterconsumptie niet
mochten uitbreiden. Ethiopië behoort niet
tot de betrokken staten en mag dus volgens
het verdrag het waterdebiet niet wijzigen.
(Ethiopië heeft een stuwdam op de blauwe
nijl geplaatst waardoor Egypte vreesde voor
een tekort aan watervoorziening.)
Het Nile Basin initiative: tegenstrijdige
belangen van de oeverstaten op elkaar
afstemmen.
Individueel voorbereiden: Tigris en Eufraat /
Jordaan.
Ik ga de klas in twee verdelen, de rechterhelft gaat
het conflict over de Tigris en de Eufraat
voorbereiden, de andere helft gaat het conflict over
de Jordaan voorbereiden.
Verbetering Tigris en Eufraat.
 WELKE landen zijn betrokken bij het conflict?
Turkije, Syrië en Irak

WAAROVER gaat het conflict (aanduiden in de
tekst)
Turkije beheerst de bovenloop van de
rivieren en vindt dat ze het water naar eigen
inzichten kan gebruiken voor irrigatie en
waterkracht (GAP-dammenproject).
Hierdoor verliest Syrië 60% en Irak 80%
van het natuurlijke debiet van de Eufraat.
Door de Atatürkdam en het opvullen van het
stuwmeer zou Syrië in de zomermaanden
zonder water komen te zitten.

Hebben de landen al een akkoord bereikt voor
het oplossen van dit conflict?
WAT houd dit akkoord in?
Er is een Compromis; Syrië verkreeg een
minimum quotum in ruil voor de stopzetting
van heer steun aan het Koerdisch verzet.

Verbetering Jordaan.
 WELKE landen zijn betrokken bij het conflict?
Libanon, Syrië, Jordanië, Israël en Palestina.

WAAROVER gaat het conflict (aanduiden in de
tekst)
Het water wordt gedeeld door de 5 landen.
De Jordaan is voor velen de enige of
belangrijkste watervoorraad + conflict over
de Golanhoogte tussen Syrië en Israël.

Hebben de landen al een akkoord bereikt voor
het oplossen van dit conflict?
WAT houd dit akkoord in?
Tussen Israël en Syrië: een vredesakkoord
kan enkel en alleen als: De Golan
onvoorwaardelijk wordt teruggegeven aan
Syrië en als de watertoevoer voor Israël
gegarandeerd blijft.

Tussen Israël en Jordanië: beide landen
gaan samenwerken om de
gemeenschappelijke watervoorraden
efficiënter te gebruiken.
C3 in eigen
woorden vertellen
wat het belang
van het MiddenOosten is in de
energielevering.
C3 in eigen
woorden vertellen
wat er wordt
bedoeld met olie
en macht.
Lesfase 3:
We weten dus dat er in het MO heel wat conflicten
Olie en macht bestaan over water, maar het MO is ook een
belangrijke energieleverancier in de wereld.
7’
3. Het Midden-Oosten: olie en macht
OLG – Olie en macht
 Zoek in de atlas een kaart waar we de
belangrijkste energieleveranciers kunnen
bekijken
 WAT kunnen we zeggen over het belang van het
MO als energieleverancier?

Aan WELKE landen wordt er vooral uitgevoerd?

WAT valt er op aan de afstand tussen productieen verbuikslanden?
HOE krijgen ze de ruwe aardolie naar de
laadhavens?



WELK kanaal is er gebouwd om de route van het
olietransport te verkleinen?
Duid dit aan op het kaartje.
Besluit:
Voor de olie- en gasexploitatie doen de Golfstaten
(=landen die grenzen aan de Perzische golf) een
beroep op 9 miljoen gastarbeiders, vooral uit ZuidAzië.
Gegeven de huidige geschatte bewezen reserves en
het huidige aardolieverbruik is er nog voor een
vijftigtal jaren aardolie ter beschikking.
3. Het Midden –Oosten: olie en macht
AK 163 A+E
Het MO is rijk aan aardolie en aardgas. Het
bezit 2/3 van de wereldreserves aan
aardolie en 1/3 van die van aardgas. De
belangrijkste olievelden vindt men langs de
Perzische golf in de zgn. Golfstaten.
AK 163 A
West-Europa, Japan, ZO-Azië en USA
Er is een gigantisch olietransport: van
boorputten en raffinaderijen vertrekken
pijpleidingen naar de laadhavens om van
daaruit ruwe aardolie en vloeibaar gas met
tankers te vervoeren.
AK 88 B3
Het Suez-kanaal in Egypte. Het verbindt de
Rode Zee met de Middellandse Zee. Zo
moesten schepen niet meer rond Afrika
varen om West- en Zuid-Europa te bereiken.
Besluit:
Voor de olie- en gasexploitatie doen de
Golfstaten (=landen die grenzen aan de
Perzische golf) een beroep op 9 miljoen
gastarbeiders, vooral uit Zuid-Azië.
Gegeven de huidige geschatte bewezen
reserves en het huidige aardolieverbruik is
er nog voor een vijftigtal jaren aardolie ter
beschikking.
De landen van het Midden-Oosten zijn zelf zeer dun
bevolkt en verbruiken zelf amper 18% van hun
aardolieproductie.
Slot
Indien er nog
tijd over is.
De landen van het Midden-Oosten zijn zelf
zeer dun bevolkt en verbruiken zelf amper
18% van hun aardolieproductie.
Als afsluiter gaan we nog even discussiëren over de
verschillende conflicten.
Klasdiscussie – conflicten
 WAT is jullie mening over de vele conflicten die
zich momenteel afspelen in het Midden-Oosten?
 HOE zouden jullie reageren als jullie bv Egypte
waren?
 (eventueel even simulatiespel)
Opmerkingen i.v.m. bijlagen:
 Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.
 Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).
 Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.
BORDSCHEMA
Download