Anders denken en anders kijken 8 Visie Anders denken en anders kijken Triple-C is een orthopedagogisch model voor de begeleiding en behandeling van mensen met een verstandelijke beperking, die daarnaast gedragsproblemen of psychische problemen hebben. De drie C’s van Triple-C staan voor Cliënt, Coach en Competentie. De focus binnen het Triple-C model ligt niet op het controleren, beheersen of managen van probleemgedrag. In plaats daarvan richten we ons op ‘herstel van het gewone leven’ (Ter Horst, 1978). Hoe we dat doen? Door te bouwen aan een onvoorwaardelijke begeleidingsrelatie met onze cliënten. En door samen te werken aan een zinvolle daginvulling. Mensen maken mensen Uitgangspunt van Triple-C is dat menselijk gedrag sterk bepaald wordt door de omstandigheden waarin wij leven. Een normale, menswaardige omgeving nodigt uit tot normaal menselijk gedrag. Andersom geldt: als we mensen in een onmenselijke situatie plaatsen – bijvoorbeeld in een afzonderingsruimte – kunnen we niet verwachten dat ze normaal, menselijk gedrag gaan vertonen. Mensen afzonderen of opsluiten is binnen Triple-C dan ook onbespreekbaar. Volgens Langeveld (1945/1979) is de mens een ‘animal educandum’: een wezen dat opgevoed moet worden. Een mens gaat pas rechtop lopen, praten en zich menselijk gedragen als andere mensen hem dat voordoen. Kinderen die door honden opgevoed worden, zullen zich volledig als een hond gaan gedragen. De beelden van Oxana Malaya2 uit de Oekraïne laten dat overduidelijk zien. Oxana overleefde vijf jaar in het wild, in een roedel honden. Toen zij in 1991 werd gevonden, was ze een hond in een meisjeslichaam: ze liep op vier poten en blafte. Honden hebben geen andere honden nodig om hond te worden. Dat gaat vanzelf. En honden die bij mensen opgroeien, gaan nooit op twee benen lopen en praten. Ze zijn en blijven hond. 2 Onder andere te vinden op YouTube. Triple-C > 9 Mensen worden niet vanzelf mens. Mensen hebben daar opvoeding en begeleiding van andere mensen bij nodig. Juist bij cliënten met ernstige gedrags­ problemen is het van levensbelang om deze menselijke ondersteuning te blijven bieden, ook als ze zich agressief gedragen. In plaats van cliënten in zulke situaties straffen, vastbinden of afzonderen, blijven we werken aan een onvoorwaardelijke begeleidingsrelatie, waarin we cliënten in een sociale omgeving brengen en menselijk gedrag ‘voorleven’. Een menswaardige omgeving We bieden cliënten een menswaardige omgeving en nodigen hen zo uit tot menselijk ‘normaal’ gedrag. Voor cliënten die nieuw bij ons komen, betekent dat vaak de start van een totaal ander leven. Ze hebben een bestaan vol ernstige problemen achter de rug. Kregen te maken met vrijheidsbeperkende maat­rege­­­len en een begeleiding die werd gestuurd door angst. Gek genoeg zijn zij niet meer gewend aan een mens­waar­ dige omgeving. Sommige cliënten zijn zelfs niet meer gewend om interactie te hebben met andere mensen. Kortom, hun kwaliteit van leven is ver onder de maat. Inspelen op fundamentele menselijke behoeften: Maslow en Barrett Wat heeft een mens nodig? Maslow (1943) onderscheidt de volgende fundamentele menselijke behoeften: • organische, lichamelijke behoefte • lichamelijke behoefte aan veiligheid en zekerheid • behoefte aan sociaal contact • behoefte aan waardering en erkenning • behoefte aan zelfontplooiing ‘Aanvankelijk waren we sceptisch. We waren al op zóveel plekken geweest. Nergens wisten ze raad met Mirjam. En wij zagen haar langzaam maar zeker van ons wegglippen. Ze flipte continu, at niet meer en lag hier voor de verwarming te bibberen van de kou. We waren radeloos. Ik weet nog dat Hans van Wouwe vroeg wat onze verwachtingen waren. Toen zei ik: “Die heb ik allang niet meer. Ik heb alleen nog maar hoop”. Bij ASVZ behandelen ze Mirjam als mens, niet als cliënt. Ze steunen haar, laten haar in haar waarde. Laten haar keuzes maken en de gevolgen daarvan ondervinden. Ze zijn heel consequent en bieden structuur. Daar is ze echt van op­geknapt. Af en toe zien we haar nu zelfs lachen. En dat is heel lang geleden.’ Meneer Fokker, vader van Mirjam 10 Deze menselijke behoeften bevinden zich op het fysieke, emotionele, mentale en zingevende vlak. Wij mensen beantwoorden aan onze fysieke basisbehoefte door te zorgen voor onze veiligheid en lichamelijke gezondheid. Onze emotionele behoeften vervullen we doordat we relaties onderhouden en respect van anderen krijgen. Door scholing en het leveren van intellectuele prestaties spelen we in op onze mentale behoeften. Tot slot komen we tegemoet aan onze zingevende behoeften door activiteiten te ontplooien die betekenis hebben. Voor onszelf en voor anderen. Als deze fundamentele behoeften niet bevredigd worden, leidt dat volgens Maslow tot een vermindering van de volle menselijkheid en tot blokkering van de menselijke mogelijkheden. Barrett (2000), die zich baseert op Maslow, onderscheidt zeven basis­ behoeften van de mens: • • • • • • • overleven relatie eigenwaarde en zelfbevestiging transformatie zin en betekenis zich onderscheiden dienstbaarheid Triple-C speelt op al deze fysieke, emotionele, mentale en zingevende behoeften in. Door het aangaan van een onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie eh oe ft e Overleven Dienstbaarheid Ik haal voldoende Ik zet mezelf fysieke stabiliteit onvoorwaardelijk en veiligheid uit in voor het welzijn mezelf en mijn van anderen omgeving Relaties Ik voel me gewaardeerd en geliefd Onderscheiden Ik wil me positief onderscheiden oe ft e Zin en Eigenwaarde betekenis Ik voel me Ik doe activiteiten Van tevreden die zinvol en on­bewust over mezelf betekenisvol zijn reageren naar voor mezelf en bewust kiezen anderen Ik reken af met mijn angsten en herzie mijn over­tuigingen en waarden me Menselijke behoeften io nele be h zin ge ve n f te eb e m ot de be ho e f y si e k n t a l e b e h o e ft e Triple-C > 11