Vmemo

advertisement
Historical Significance
L&I 4 V-memo
Naam: Dagmar van Waardenberg
Studentnummer: 10369802
Begeleider: Marcel van Riessen
Datum: 06-06-2013
Aantal woorden: 1462
Inleiding
Historical significance kan in twee concepten worden onderscheiden. Aan de ene kant de
relevantie van het vak geschiedenis in het onderwijs in het algemeen. Aan de andere kant kan
de vraag worden gesteld wat van historisch van betekenis is geweest. Welke personen,
gebeurtenissen en bijvoorbeeld ontwikkelingen kunnen als historical significant worden
bestempeld (Cercadillo, 2006)? Dit laatste concept wordt hier besproken. Belangrijk om te
vermelden is dat het concept historical significance lastig naar het Nederlands te vertalen is.
Er is hier daarom gekozen om dit concept niet te vertalen. Signifcance kan echter het beste
worden geïnterpreteerd als ‘betekenisvol’. Allereerst zal hier worden besproken wat wordt
verstaan onder historiscal significance en hoe je kunt bepalen of een persoon of gebeurtenis
als historical signifcant kan worden bestempeld. Vervolgens komt aan bod waarom het
belangrijk is dit concept toe te passen in de klas en daarbij waarom het behoort tot de hogere
denkvaardigheden. Tot slot wordt een werkvorm besproken die in de praktijk kan worden
toegepast met betrekking tot historical significant.
Historical significance
Wanneer kan een persoon, gebeurtenis, ontwikkeling of verschijnsel als historical significant
worden bestempeld? Allereerst is het hiervoor belangrijk te beseffen dat historical
significance niet hetzelfde is als significance. Bradshaw stelt dat significance kan worden
vervangen door ‘belangrijkheid’, waarbij alleen wordt gekeken naar causaliteit. Bij historical
significance wordt echter verder gekeken dan alleen naar de consequenties (Bradshaw, 2006).
Ook Counsell gaat hierop in. Zij geeft aan dat alleen kijken naar welke consequenties een
gebeurtenis of persoon heeft gehad, zowel op de korte als de lange termijn, incompleet is. Zij
stelt dat dit zeker wel als onderdeel van historical significance kan worden gezien, maar dat
het niet volledig is. Voor sommige onderwerpen tonen de consequenties direct aan dat dit
historical significant is geweest, en kan dit wel worden gebruikt. Voor vele kleine
onderwerpen geldt dit echter niet. Onderwerpen die bijvoorbeeld geen enorme consequenties
hebben gehad, maar die wel veel zeggen over de tijd waarin de persoon leefde of gebeurtenis
plaatsvond. De nadruk wordt daarmee volgens Counsell te liggen op historical wanneer wordt
bepaald of iets historical significant is (Counsell, 2004).
Daarnaast kan historical signifance niet als vaststaande waarheid of feit worden
beschouwd. Het is geen eigendom van de historische persoon of gebeurtenis, maar iets dat
mensen eraan toeschrijven. Dit hangt af van de criteria die je eraan verbindt en daarnaast kan
het verschillen per persoon of per tijd (Counsell, 2004). Seixas geeft bijvoorbeeld aan dat
jaren geleden schoolboeken zouden hebben beweerd dat de historical signifcance zou hebben
gelegen bij de machtige blanke mannen en hun activiteiten en beslissingen. Nu kijkt men
echter ook naar vrouwen, arbeiders, armen en etnische minderheden (Seixas, 1997). Dit laat
zien dat de standaard van historical significance niet verbonden is aan het verleden zelf, maar
aan de interpretaties en waarden van diegenen die het bestuderen.
Criteria
Om nu te kunnen bepalen of een persoon of gebeurtenis historical significant zijn er door
historici, onderwijskundigen en docenten geschiedenis tal van criteria modellen ontwikkeld.
Criteria waaraan een gebeurtenis of persoon moet voldoen om als historisch significant te
kunnen worden bestempeld. De volgende drie modellen zijn de meest bekende en gangbare
modellen.
Allereerst het model van Partington (1980):

Importance - het belang van een gebeurtenis voor de mensen die in de tijd van de
gebeurtenis leven

Profundity - de mate waarin de gebeurtenis ingrijpt in het leven van mensen

Quantity - de hoeveelheid mensen die erbij betrokken zijn

Durability - hoe lang de gebeurtenis invloed heeft

Relevance - de mate waarin de gebeurtenis heeft bijgedragen aan een beter begrip van
het heden
Omdat de begrippen die hier gebruikt worden, zoals importance en relevance, erg op elkaar
lijken en zonder uitleg niet duidelijk zijn, blijft het met deze criteria voor leerlingen lastig te
bepalen wat nu historical significant is. Philips heeft daarom in 2002 hierop voortbouwend
nieuwe criteria ontwikkeld die beter in de praktijk toepasbaar zijn. Dit is het GREAT model,
dat hieronder zichtbaar is in figuur 1. Dit model gebruikte hij bij een opdracht in de klas, om
leerlingen te laten bepalen waarom de Eerste Wereldoorlog ook wel de Great War wordt
genoemd.
G
Groundbreaking
R
Rememberd by all
E
Events that were far reaching
A
Affected the feature
T
Terrifying
Hoewel dit model goed kan worden toegepast op een gebeurtenis als de Eerste Wereldoorlog,
stelt Counsell dat dit model niet voldoet wanneer je kijkt naar die kleine gebeurtenissen die
niet direct een verandering teweeg hebben gebracht, maar die toch steeds weer in de
geschiedenisboeken worden vermeld. Waarom blijven deze het vermelden waard en zijn zij
daarmee historical significant? Om ook voor dit soort onderwerpen te kunnen bepalen of en
waarom deze onderwerpen als historical significant kunnen worden bestempeld heeft
Counsell in 2004 een eigen model ontwikkeld, de vijf Ren.
Historical Significance
Remarkable
Rememberd
Resulting in
Resonant
Revealing
Weerklinkend
Onthullend
Change
Opgemerkt
Onthouden
Geresulteerd in
verandering
Met name de begrippen Remarkable en Revealing hebben volgens Counsell een toegevoegde
waarde. Met Remarkable bedoeld zij of een gebeurtenis of persoon vaak is opgemerkt, zowel
door tijdgenoten als later in de tijd. Ook wanneer een onderwerp niet directe consequenties
heeft gehad maar wel vaak is opgemerkt door mensen, is de kans aanwezig dat dit onderwerp
wel op een bepaalde manier belangrijk is geweest in het leven van mensen. Met Revealing
bedoelt Counsell of een gebeurtenis of persoon iets zegt, ofwel onthuld, over de tijd waarin de
persoon leefde of de gebeurtenis plaatsvond. Sommige gebeurtenissen hebben geen
veranderingen teweeg gebracht, maar zeggen veel over hun tijd, bijvoorbeeld over
economische of religieuze kwesties in die tijd.
Waarom historical significance toepassen in de klas?
Door leerlingen criteria te geven, wordt het voor hen mogelijk te bepalen welke historische
gebeurtenissen historical significant zijn. De vraagt blijft dan nog steeds waarom het
belangrijk is leerlingen überhaupt te laten bepalen wat historical significant is. Bradshaw
stelt: ‘Historical Significance helps students making progress in their understandig’
(Bradshaw, 2006). Hiermee wordt bedoeld dat het bepalen van historical significance ervoor
zorgt dat het historisch begrip van leerlingen wordt vergroot. Door leerlingen zelf te laten
bepalen of een persoon of gebeurtenis historical significant is, wordt er betekenis gegeven aan
de geschiedenis. Leerlingen gaan inzien waarom het van belang is deze onderwerpen te
behandelen in de les en het bepalen van historical significance motiveert leerlingen dan ook
voor het geschiedenisonderwijs (Phillips, 2002). Phillips stelt daarnaast dat door het
behandelen van historical significance ook maatschappelijke thema’s aan de kaart kunnen
worden gesteld. Maatschappelijke kwesties die nu spelen kunnen vaak alleen worden
begrepen vanuit de historische processen die hieraan ten grondslag liggen. Door de historical
significance van gebeurtenissen te bepalen en daarbij hoe deze gebeurtenissen doorspelen in
maatschappelijke onderwerpen later en zelfs nu, kun je leerlingen hiervan begrip bij brengen;
vooroordelen kunnen worden tegen gegaan of worden voorkomen (Phillips, 2002). Hunt geeft
daarnaast aan dat historical significance een nuttige balans kan bieden tegen de verzuilde,
ofwel episodische, aanpak van het geschiedenis onderwijs (Hunt, 2003) Personen en
gebeurtenissen worden niet meer gezien als op zichzelf staande onderwerpen, maar worden in
een breder perspectief getrokken. Niet alleen in de tijd zelf, maar ook worden verbanden
gelegd met latere tijden. Het kan daarmee ook een rol spelen in het geschiedenisonderwijs op
basis van de tien tijdvakken (oriëntatiekennis).
Historical significance, historisch denken en de hogere denkvaardigheden
Niet alleen draagt het bepalen van historical significance bij aan het historisch begrip van
leerlingen, ook draagt het bij aan de vaardigheden horend bij het historisch denken, zoals
causaliteit, continuïteit, verandering en standplaatsgebondenheid: ‘Determening historical
significance is a fundamental element of historical thinking’ (Cercadillo, 2005). Hunt geeft
aan dat, omdat historical significance een breder concept is dan alleen het kijken naar de
consequenties van een persoon of gebeurtenis, het daarmee een soort meta-concept wordt. Het
concept overstijgt namelijk de overige concepten horend bij het historisch denken. Wanneer je
leerlingen laat kijken naar wat historical significant is, doen zij een stap boven de
gebruikelijke historische concepten en gebruiken zij steeds elk van deze concepten (Hunt,
2003).
Daarnaast laat de Significance Sandwich van Bradshaw zien dat het bepalen van
historical significance kan worden gezien als onderwijs dat behoort bij de hogere
denkvaardigheden. Alleen door kennis en de gegeven criteria op elkaar toe te passen en te
interpreteren kan worden bepaald of iets historical significant is. Leerlingen moeten daarbij
voor zichzelf beoordelen wat zij wel of niet historical significant vinden. Wanneer leerlingen
dit alles onder de knie hebben, is het ook mogelijk hen uit te dagen de bestaande criteria te
bekritiseren, en vervolgens zelf criteria te ontwikkelen en gebruiken. De hoogste
denkvaardigheden worden hiermee geraakt; toepassen, analyseren, evalueren en creëren.
Historical significance in de klas
Voor het V-memo heb ik een les ontworpen waarin leerlingen aan de hand van een opdracht
in groepjes de historical significance bepalen van vijf verschillende Amerikaanse presidenten
bepalen aan de hand van de vijf Ren van Counsell.
Model Didactische Analyse
Docent: Dagmar van
Waardenberg
Lesonderwerp
Beginsituatie
Leskern
Datum:
Klas:
Aantal lln:
Historical significance
Leerlingen hebben een periode les gehad over Amerika en de politiek
van Amerika. Lln weten wie de verschillende Amerikaanse presidenten
waren, waar zij voor stonden en in welke periode zij leefden
Lln kunnen de historical significance van een Amerikaanse president
bepalen
-
Leerdoelen
Tijd:
-
Lln kunnen uitleggen wat de vijf Ren van Counsell inhouden
Lln kunnen de Ren toepassen op één Amerikaanse president , in
ieder geval één item per R
Lln kunnen beargumenteren waarom hun toegewezen
Amerikaanse president de meest historical significant is
Lln kunnen na het horen van alle argumenten beoordelen welke
president het meest historical significant is
Docentdoelen
Boek (+ blz.)
Media, spullen, hulp
Tijd
10
5
Lesfase
2
3
Leerdoel
Powerpoint, schema 5ren
Wat ik doe en zeg
Wat zij doen
(werkvorm)
1
Ik leg de vijf Ren van
Counsell uit
Lln luisteren
1
Ik stel vragen aan de
lln om te controleren
of zij de vijf Ren
begrepen hebben
Lln geven antwoord
Lln luisteren en gaan in
groepjes zitten
Lln passen de 5 Ren op
hun president toe
5
4
1, 2
Ik deel de lln op in
groepjes en wijs per
groepje 1 president
toe. Ik leg uit dat ze
de 5 Ren moeten
toepassen op hun
president en
argumenten moeten
vinden waarom hun
president HS is
15
5
1, 2
Ik projecteer de 5
Ren op een pwp en
Leeractiviteit
Noem de specifieke!
uitleggen
Toepassen,
analyseren,
begeleid de opdracht
20
5
5
6
interpreteren
3
Ik wijs groepjes aan
die gaan
beargumenteren
waarom hun
president het meest
HS is
Lln beargumenteren
om de beurt waarom
hun president het
meest HS is
Argumenteren
4
Ik geef aan dat lln
moeten stemmen
welke president het
meest HS is. Ik noem
de presidenten op en
lln steken vinger op
bij president waar zij
voor zijn
Lln steken vinger op bij
president die zij het
meest HS vinden
Evalueren,
beoordelen
Opdracht deel 1 (op powerpoint)

Jullie krijgen per tweetal een Amerikaanse president toegewezen.

Probeer aan de hand van Counsell’s 5 Rs argumenten te vinden om aan te tonen dat
jullie president historisch significant is
Opdracht deel 2 (op powerpoint)

Probeer nu om de beurt jullie klasgenoten ervan te overtuigen dat jullie persoon het
meest historisch significant is

Stemmen na alle argumenten te hebben gehoord: welke president vind je nu het meest
historisch significant?
Feedback
De feedback van mijn mede lio’s was met name gericht op het gekozen onderwerp van de
werkvorm De vijf presidenten liggen qua tijd erg ver uit elkaar. Voor leerlingen wordt het dan
lastig de vijf Ren van Counsell hierop toe te passen omdat zij deze achtergrondkennis wellicht
niet paraat hebben. Deze opdracht is bedoeld als afsluitende opdracht van een periode.
Inderdaad liggen deze presidenten ver uit elkaar en is het misschien beter bijvoorbeeld vijf
personen of gebeurtenissen uit één tijdvak of misschien zelfs één hoofdstuk te kiezen. Op die
manier geef je de leerlingen een mooi overzicht van waar zij mee bezig zijn geweest en omdat
zij deze stof vervolgens toepassen, analyseren en evalueren zal dit ook beter beklijven.
Daarnaast was de feedback gericht op het feit dat je bij deze opdracht moet oppassen
dat het leerlingen niet stemmen op de president waarbij de beste argumenten werden
genoemd, maar dat zij allemaal op hun eigen president gaan stemmen. Allereerst is het
belangrijk dat de leerlingen per R duidelijk presenteren welke argumenten hierbij passen,
zodat alle leerlingen een duidelijk overzicht krijgen van welke president op welk vlak als
historical significant kan worden bestempeld. Geef hier de leerlingen bijvoorbeeld een
schema voor op posterformaat, zodat de leerlingen dit eenvoudig kunnen invullen en
presenteren. Daarbij kan dit worden opgelost door alle leerlingen bijvoorbeeld één stem te
laten uitbrengen, maar aan te geven dat zij niet op zichzelf mogen stemmen.
Literatuur
Bradshaw, M., ‘Creating controversy in the classroom: making progress with historical
significance’, Teaching History (2006), 125, 18-25.
Cercadillo, L., ‘Maybe they haven't decided yet what is right: English and Spanish
perspectives on teaching historical significance’, Teaching History (2006), 125, 6-11.
Counsell, C., ‘Looking through a Josephine Butler shaped window: focusing on pupils'
thinking on historical significance’, Teaching History (2004), 114, 30-36.
Hunt, M., ‘Teaching historical significance’, J. Arthur & R. Philips (Eds.), Issues in History
Teaching (London 2000), 39-53.
Phillips, R., ‘Historical significance - the forgotten key-element?’, Teaching History (2002),
106, 14-20.
Seixas, P., ‘Mapping the terrain of historical significance’, Social Education (1997), 61, 2227.
Download