Naam: Systeem- en netwerkbeheerder Schaalniveau: 8 : . Beslist

Schaalniveau: 8
Naam: Systeem- en netwerkbeheerder
Datum vaststelling:
Context van de functie:
1. Organisatorische eenheid: De ICT-dienst of -afdeling van één of meer locaties van de Scholengroep Rijk van Nijmegen.
2. Verantwoording aan: De aangewezen leidinggevende over de juistheid van de uitvoering van de werkzaamheden, de
operationaliteit, kwaliteit en gebruikersvriendelijkheid van de systemen en het netwerk en over de ondersteuning aan de
gebruikers.
3. Kader: Het ICT-programma van de school, de voorschriften, regels en standaarden voor het gebruik van systemen en
netwerken; de van toepassing zijnde voorschriften en aanwijzingen van de directie.
Werkzaamheden:
1.Beheert de informatiesystemen door:
1a.Het controleren van de werking van systemen, het
analyseren van terugkerende storingen, het beoordelen van knelpunten en het voorstellen van oplossingen, dan wel het inschakelen van externe
adviseurs.
1b.Het doen van voorstellen voor verbetering c.q.
optimalisering of uitbreiding van het systeem.
1c.Het testen van nieuwe systemen, het voeren van overleg ter zake met leveranciers, het adviseren over te
nemen besluiten.
1d.Het toezien op een correct gebruik van systemen.
1e Het ontwikkelen van back-up en beveiligingsprocedures.
2.Beheert (onderdelen van) het netwerk door:
2a.Het installeren en controleren van (onderdelen van)
het netwerk, het eventueel aanbrengen van
verbeteringen.
2b.Het lokaliseren en (doen) verhelpen van storingen.
2c.Het beoordelen van aan te brengen aanpassingen
o.a. m.b.t. gebruikersvriendelijkheid.
2d.Het verlenen van ondersteuning bij het implementeren
van netwerkcomponenten.
2e Het opstellen van richtlijnen voor en ondersteunen
van gebruikers; het toezien op een goed netwerkgebruik.
2f.Het beheren en onderhouden van de netwerkdocumentatie.
Aard van vereiste kennis en vaardigheden:
1. Kennis van het interne besturingssysteem, netwerksystemen en -architectuur en van de gebruikersmogelijkheden.
2. Kennis van beheerssystemen en -procedures.
3. Inzichten in de ontwikkelingen op het gebied van
IT-systemen en het systeembeheer.
4. Inzicht in de te ondersteunen werkprocessen.
5. Vaardigheid in het opsporen van (de aard van) storingen
: in systemen en netwerkarchitectuur.
. Vaardigheid in het installeren van systeem- en netwerk6.
componenten.
Beslist binnen kader over/ bij:
1. Het installeren, operationeel houden en aanpassen van
systemen en het netwerk.
2. Het opstellen van richtlijnen c.q. regels voor het gebruik.
3. De wijze waarop ondersteuning wordt gegeven van
gebruikers.
4. Het geven van aanbevelingen voor verbeteringen en
vernieuwingen.
Aard en doel functionele contacten:
1. Met de leidinggevende over de werking van de
systemen en het netwerk, om te komen tot
verbeteringen, uitbreidingen of vernieuwingen.
2. Met gebruikers over ervaringen en om wensen af te
stemmen op kosten en technische mogelijkheden.
3. Met leveranciers en adviseurs over netwerkaanpassingen en storingen om werkzaamheden te doen
uitvoeren.
4. Met specialisten om te overleggen over problemen en
verbeteringen.
Competenties:
1.
2.
3.
4.
5.